zondag 22 december 2013

Geen nieuwe blog


Geen nieuwe aflevering  van deze blog. Waarschijnlijk ook niet in de komende dagen.Ik ben vorige week onverwacht opgenomen in het ziekenhuis en weet nog niet voor hoelang.

Iedereen een Zalig Kerstfeest


woensdag 18 december 2013

In Gemeente,nl.trof ik bij het volgende artikel aan

Persoonlijke verzorging gaat naar de zorgverzekeraars; niet naar gemeenten. Dat is het overlegresultaat tussen VNG en VWS over langdurige zorg en ondersteuning.
De inzet was duidelijk en de taal op de laatste ledenvergadering van de VNG was nog strijdbaar. Gemeenten begrepen niks van het besluit om persoonlijke verzorging uit het decentralisatiepakket te halen en neer te leggen bij de zorgverzekeraars. Ze voelden zich gepasseerd en waren er tegen.

De onderhandelaars van de VNG kregen het mandaat om terug aan tafel bij de staatssecretaris juist die persoonlijke verzorging weer terug te halen naar daar waar het volgens de gemeenten hoort te liggen. Uiteraard was er ook een plan B, maar dat wilde niemand zo noemen. Plan B behelsde harde eisen over herberekening van budgetten en harde toezegging over de waarborging van kwaliteit van de verzorging door de verzekeraars.

Pijnpunt

Het stof is nu neergedaald en de onderhandelaars hebben een voorlopig akkoord. Daarin blijft het pijnpunt voor gemeenten overeind. En ook van harde toezeggingen en herverdeelde budgetten is geen sprake. In
 een ledenbrief schrijft de VNG dat het bestuur van mening "dat er met deze uitkomsten een maximaal haalbaar pakket aan afspraken ligt".

Jantine Kriens noemt de afspraken "een goede basis voor zorg en ondersteuning dichtbij onze inwoners." De gemaakte afspraken zijn echter weinig concreet van aard. "De VNG en Zorgverzekeraars Nederland maken nog nadere afspraken hoe de organisatie in de wijken het beste vorm kan krijgen", aldus de VNG.

De belangrijke rol van de wijkverpleegkundige is nu wel meer benoemd. "Afgesproken is dat wijkverpleegkundigen niet alleen zorg verlenen maar ook een schakelfunctie gaan vervullen tussen maatschappelijke ondersteuning en medische zorg en een rol krijgen in de sociale wijkteams. Ook krijgen de wijkteams extra geld om onze inwoners met zorg op maat te bedienen."

"VWS heeft toegezegd om 7 miljoen voor de implementatie van de sociale wijkteams beschikbaar te stellen in 2014", zegt woordvoerder Frotina Zuidema van de VNG. "Dit bedrag loopt op tot structureel 50 miljoen in 2017."
 

Voor de wijkteams wordt in 2014 een onderzoeksprogramma gestart. Het moet gemeenten helpen bij de implementatie en doorontwikkeling van de teams. "De aansturing zal plaatsvinden vanuit een programmaraad bestaande uit gemeenten en vertegenwoordigers van de Rijksoverheid", legt Zuidema uit. "Gemeenten worden voor de inhoudelijke aansturing van het programma verantwoordelijk in de rol van mede-opdrachtgever."
 

Financiële afspraken
Er een aantal financiële toezeggingen gedaan. Zo krijgen gemeenten incidenteel 200 miljoen euro in 2015 voor een zorgvuldige overgang van cliënten naar de Wmo. Verder ontvangen gemeenten vanaf 2016 200 miljoen structureel voor vernieuwing van maatschappelijke ondersteuning.
 

"Dat kan worden besteed aan innovatieve nieuwe werkwijze die tevens een efficiencybesparing opleveren maar dat geld kan ook worden besteed om de bezuinigingen op huishoudelijke hulp te verlichten", zegt de woordvoerder. "Welke keuzes gemeenten daarbij maken is afhankelijk van de lokale situatie."
 

Vanaf 2015 wordt ook nog structureel 125 miljoen vrijgespeeld voor inwoners die begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen nodig hebben, te kunnen ondersteunen. Maar waar dit geld precies terecht komt en wie dit op welke manier gaat besteden, is voer voor overleg.

Gemeenten aan zet
De VNG legt nu de uitkomst van het overleg voor aan gemeenten die daar hun zegje over mogen doen. Maar het bestuur van VNG geeft wel een positief advies over de gemaakte afspraken.

Jantine Kriens ziet het positief in: "Op inhoud zijn er nu betere voorwaarden voor de nieuwe Wmo. Wel blijft er nog veel werk te doen, en moet er in de uitvoering nog het nodige gedaan worden. Het blijven substantiële bezuinigen die het kabinet voornemens is door te voeren. Het bestuur van de VNG heeft er vertrouwen in dit vraagstuk samen met het kabinet op te pakken."


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 17 december 2013


Nixpress


De krant stond vandaag weer vol over de plannen van twee jong ondernemers uit St. Oederode om in het weekend jongeren van 16 ent 17 jaar te vervoeren naar een tweetal discotheken in België. In het redactionele commentaar werd het plan finaal de grond ingeboord. “Democratisch is nu juist besloten om niet in die behoefte te voorzien.” Dat standpunt deel ik.

Ook op de opiniepagina van de krant wordt met het initiatief de vloer aangeveegd. En terecht.

Wat ik mij afvraag is: moeten de gemeente stopplaatsen voor deze busdienst bieden. Ik denk niet dat gemeenten moeten meewerken aan dit soort wetsondermijnende acties.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 16 december 2013


Een raadsbijeenkomst


Aanvankelijk was het de bedoeling dat de raad zich op donderdagavond 12 december  zou buigen over het thema Integriteit. De directe aanleiding moge voor iedereen duidelijk zijn die ook maar enigszins de laatste maanden de politiek in Laarbeek gevolgd heeft. Er was een programma gemaakt voor  deze avond dat er veelbelovend uitzag. De  bijeenkomst was geagendeerd als een besloten raadsbijeenkomst.

Enige dagen na de uitnodiging kregen de raadsleden een bericht waarin zij  een half uur eerder uitgenodigd werden voor een informatie over de stand van zaken met betrekking tot  de Ruit. Dit in verband met de aanvaarding van de motie-Faber  in de Tweede Kamer. Ook zou de raad geïnformeerd worden over de zienswijze van het college over de Notitie Reikwijdte en Detailniveau, die tot 16 december ter inzage lag.

Tot zover ging alles goed. Al waren er wel stemmen die zich afvroegen of ook niet de raad met een zienswijze zou moeten komen.  Immers  de weg heeft jarenlang de gemoederen bezig gehouden. Het zou vreemd zijn als de raad van Laarbeek zich nu van commentaar zou onthouden. Eerlijk gezegd had ook ik verwacht dat het college hiervoor een voorstel zou doen. Alleen een zienswijze van het college is erg vreemd gezien de voorgeschiedenis.

Afgelopen maandag 9 december veranderde volledig onverwacht de situatie. Burgemeester Ubachs en wethouder Vereijken die zich afgemeld hadden voor de Regioraad van 12 december i.v.m. de raadsbijeenkomst over integriteit op hun schreden terug en meenden toch naar de regioraad te moeten gaan. Dit  in verband met een onverwacht aangekondigde motie. De fractievoorzitters stemden hiermee in en bliezen de bijeenkomst over integriteit af. Deze wordt verplaatst naar een later tijdstip, begin volgend jaar.

De bijeenkomst over de Ruit moest wel doorgang vinden. Het college wilde, zoals aangekondigd, de raad informeren over de zienswijze van het college. Dit ook in verband met de sluitingstijd (16 dec ) voor het indienen van  zienswijzen. In het overleg met de fractievoorzitters werd besloten de aanvangstijd te verschuiven van 19.00 naar 19.30 uur. In verband met de afwezigheid van de burgemeester kreeg ik het verzoek de vergadering voor te zitten. In dit overleg was sprake van een officiële raadsvergadering.
Tot mijn verbazing  werd dit de volgende dag compleet veranderd. Navraag door de griffier wees uit dat de burgemeester zich vergist had. Het was geen raadsvergadering maar een raadsbijeenkomst. Echt nieuwe informatie had wethouder van Zeeland niet; wel wilde hij dat de raad kennis zou nemen van de door het college opgestelde zienswijze. Ondertussen ging de pers op onderzoek uit. Met name werd de vraag gesteld waarom de bijeenkomst niet openbaar was. Een openbare raadsvergadering had inderdaad meer voor de hand gelegen, zoals de burgemeester maandag j.l. had voorgesteld.

Meteen aan het begin van de raadsbijeenkomst werd dit punt van openbaarheid aan de orde gesteld. De raad besloot unaniem de vergadering openbaar te maken. Feitelijk veranderde hiermee niets aan de situatie: er waren immers geen toehoorders. Als argument voor openbaarheid werd de gedachte gehanteerd dat iedereen vrijelijk kon terugkomen op het besprokene. Eigenlijk was dit een non-argument:  de raad verwarde beslotenheid en geheimhouding. Ik dacht dat dit laatste niet aan de orde was. Er waren een aantal raadsleden die uitspraken dat zij niet meer dan een half uur voor de zienswijze wilden uittrekken. Had men dan het belang van de zienswijze niet door, zo vroeg ik mij af.

Bij de bespreking van de zienswijze werden weinig gezichtspunten aangevoerd. De Werkgroep pleitte voor de toevoeging van een passage over fijnstof. Ook het CDA had een passage in haar zienswijze opgenomen. Het CDA stemt niet in met de zienswijze van de gemeente en komt met een eigen zienswijze. Biemans van PNL wilde een eigen reactie van de raad, naast die van het college. De raad nam dit over. Zijn voorstel in de zienswijze een resume toe te voegen, waarin Laarbeek zich “ volstrekt uitspreekt tegen de weg ” Hiervoor kreeg hij natuurlijk niet de handen op elkaar.

Ik denk dat deze twee nagenoeg gelijke zienswijze een vreemde indruk zal maken in Den Bosch

De  raad zal er zich op 23 januari over buigen voor een formele goedkeuring.


Voor reactiewphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 15 december 2013

  

  

De Sociale Staat van Nederland .


Om de twee jaar verschijnt het rapport over De sociale Staat van Nederland. Elke keer opnieuw wordt uitgekeken naar dit rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP ). Woensdag 11 december is het rapport De sociale Staat van Nederland 2013 verschenen. In de pers is er driftig over gepubliceerd. De  insteken waren overigens heel divers. De Telegraaf legde de nadruk op de achteruitgang van de kleine zelfstandigen;de NRC op de afname van de negatieve stemming over immigratie en integratie;de Volkskrant pikte er uit dat de Nederlander gelukkig was, maar somber over de economie. Het ED tenslotte kopte: “ Volk van ` tevreden mopperkonten ` ”. Voor iedereen was in het rapport kennelijk wel iets van zijn gading te vinden.

Allerlei onderwerpen komen in het rapport aan bod. Al met al geeft het een goed beeld van de stand van zaken in de BV Nederland. Wie wil, kan vergelijkingen maken met het rapport van 2011 en zo veranderingen in beeld brengen. Hij kan ook conclusies trekken uit de actuele stand van het land.

De meest opmerkelijke uitspraak, althans voor mij,  vond ik een citaat van Rob Bijl, de adjunct-directeur van het SCP, in het ED van donderdag 12 december:

“ Zolang je werk hebt en je in goede gezondheid verkeert,dan is er eigenlijk geen crisis ”

De uitspraak zal ongetwijfeld waar zijn , maar wel heel erg schrijnend voor iemand die werkeloos is of ziek! Ook blijkt dat de meest kwetsbare groepen er het hardst op achteruit gaan.  Opnieuw denk ik dan.

 Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


donderdag 12 december 2013



De houdbaarheid van een toekomstvisie.


Pas vrij recent heeft de Raad de Toekomstvisie 2020 Laarbeek vastgesteld. De horizon van deze Toekomstvisie lag op 2020. Dit is vrij kort. Wij als CDA hadden liever gezien dat gekozen was voor 2030 als eindpunt. Dan is de range een stuk langer en krijgt de waan van de dag minder vat op de inhoud.

Hoe juist deze kritiek was, blijkt nu al. Het college heeft al twee keer de Toekomstvisie terzijde geschoven. Op zich verbaast mij dit niet echt. Al bij de behandeling in de raad bleek dat op zijn minst een wethouder zich op een onderdeel niet kon vinden in de Toekomstvisie. Het betrof in dit geval het onderdeel met betrekking tot  de duur van de subsidieverstrekking. De Toekomstvisie ging uit van een duur van twee jaar. Ondanks de discussie in de raad over dit onderdeel bleef de tekst van de Toekomstvisie op dit punt ongewijzigd. Alleen het CDA heeft op dit punt bij de stemming een voorbehoud gemaakt.

Op welke twee punten wijkt het college nu al af van de Toekomstvisie? Allereerst het besluit van het college de jeu de boules in Mariahout tegemoet te komen bij de verwerkelijking van een overdekt baan. Het college schenkt een belangrijk gedeelte van  de vereiste legeskosten kwijt. Op zich kan het college dit doen. Zij heeft hiertoe de bevoegdheid. Maar het lijkt wel in strijd te zijn met de onlangs goedgekeurde Toekomstvisie. Lees het thema Voorzieningen in de Toekomstvisie er maar op na. Hier staat dat de gemeente zich terughoudend zal opstellen bij wensen tot het realiseren van nieuwe maatschappelijke voorzieningen. Daarvoor worden de betreffende burgers en organisaties zelf verantwoordelijk. Ik ben heel benieuwd naar  de motivatie  die  het college onder haar besluit zal leggen. Daarvoor moeten we wachten op de antwoorden van het college op de vragen van PNL.

Met de tweede afwijking van de Toekomstvisie hebben wij minder moeite. In tegendeel zelfs. In de Toekomstvisie staat dat het herbestemming van monumentale kerkgebouwen niet tot de taak van  de gemeente behoort, evenmin als de verantwoordelijkheid om actief een bijdrage te leveren aan de herbestemming van deze gebouwen.  In het ED van deze week  lazen we echter iets geheel anders. Wethouder van Zeeland wilde inwoners van Beek en Donk actief bettrekken bij de zoektocht naar een nieuwe bestemming van de Leonarduskerk. Letterlijk staat er:

Op dit moment ligt de zoektocht naar een nieuwe bestemming vooral in handen van de dorpsraad, het parochiebestuur (eigenaar van de kerk) en de initiatiefgroep 'Gebruik Leonarduskerk'. Maar Van Zeeland wil daar het liefst alle inwoners bij betrekken: "We hebben het over een gebouw dat iedereen kent en waar iedereen een gevoel bij heeft. Ik wil nu al de discussie op gang brengen over wat er met het gebouw moet gebeuren. Niet dat je met een initiatiefnemer de hele bestemmingsplanprocedure doorloopt en dat dan blijkt dat de gemeenschap het idee niet ziet zitten.

Op zich  is hier niets mis meer. Alleen wijkt dit af van de Toekomstvisie.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 11 december 2013



Een kleine platte organisatie


Sinds het college in de laatste commissievergadering het personeelsoverzicht ter kennisname presenteerde,  lijkt het erop dat elke falen van de organisatie toegeschreven moet worden aan de krappe personeelsbezetting van de gemeente Laarbeek.  Het lijkt mij een wat te gemakkelijke verklaring.

Natuurlijk krapheid in bemensing kan de reden zijn dat bepaalde taken worden uitgesteld of zelfs niet meer  helemaal niet meer opgepakt worden. Als dit gebeurt in onderling overleg, kan er geen sprake zijn van verrassing. Anders is het dat door personele verschuivingen bepaalde taken onder gesneeuwd dreigen te raken of zelfs helemaal vergeten worden. Dit laatste is natuurlijk helemaal te gek voor woorden.

Deze gedachte kwam bij mij naar boven , toen ik het antwoord van het college onder ogen kreeg op de vragen van het CDA over de sloop van stallen. Wat blijkt nu? Laarbeek heeft heel slecht de intrekking van  dierrechten en  de sloop van stallen geadministreerd. Met name het niet bijhouden van het register van ingetrokken milieuvergunningen is kwalijk. 

Afgesproken was dat de opgelopen achterstand ingehaald zou worden . De Milieudienst van het SRE zou hiervoor extra ingeschakeld worden. Nu moeten we constateren dat het probleem nog helemaal niet opgelost is. Dit kan alleen maar omdat het klaarblijkelijk geen prioriteit bij het college had met alle consequenties van dien voor de toepassing van de geurnorm.  

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 10 december 2013


Van eerste overheid naar eerst de burger.   


Zo luidt de titel van het rapport van de Denktank van  de VNG, dat onlangs is verschenen. Voorzitter van wat formeel de Commissie Jaarbericht maatschappelijke initiatieven van de VNG Denktank was de Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel. Voor het rapport zelf, zie http://bit.ly/1bu5UPr

Ik citeer uit het voorwoord van van Gijzel:

“ Er is op dit moment een mega-transitie aan de gang in de wereld, zeg ik wel eens, als ik middelbare scholieren toespreek die voor de belangrijke keuze van een vervolgopleiding staan. Op tal van terreinen zijn we op zoek naar nieuwe oplossingen voor de grote uitdagingen die op ons afkomen. Op het gebied van economie, van voedsel, milieu, energie, mobiliteit, van gezondheid en vergrijzing. Mensen worden steeds mondiger. Internet zorgt voor talloze nieuwe verbindingen, global en local, en in de manier waarop we het gebruiken dus glocal. En ook de manier waarop wij onze samenleving hebben georganiseerd is aan verandering onderhevig. De verticale lijn, ons democratisch bestel van Thorbecke, blijkt steeds vaker haaks te staan op de horizontale netwerksamenleving zoals Castells die beschrijft. Een netwerksamenleving die constant in ontwikkeling is en waarin mensen steeds weer opnieuw hun eigen plaats en rol kiezen. Twee werelden die samen moeten gaan, “Living apart together: Thorbecke en Castells”, zou je kunnen zeggen. Waarin wij als lokale overheid, als eerste overheid, ons moeten heroriënteren.

Wij hebben het afgelopen jaar een zoektocht gemaakt langs tal van maatschappelijke initiatieven. Misschien is de belangrijkste ontdekking die we hebben gedaan wel dat wij als overheid al lang niet meer altijd aan zet zijn. De publieke taak is steeds meer een publieke zaak, van burgers, ondernemers, zorginstellingen, kennisinstellingen, woningcorporaties. We zien steeds meer nieuwe initiatieven en samenwerkingsverbanden ontstaan. Dat weten we natuurlijk al een tijdje. “Maatschappelijk initiatief”,”burgerparticipatie”, “participatiemaatschappij”, “van buiten naar binnen”, het zijn goed ingeburgerde termen in overheidsland. Maar hoe gaan daar wij daar nou mee om? “De burger centraal”, zeggen we, of zoals in de titel van dit jaarbericht, ”eerst de burger”. Maar dan bedoelen we nog al te vaak, dat WIJ de burger centraal willen stellen, dat WIJ de burger de kans moeten geven aan zet te zijn. Als de burger dat zelf, ongevraagd, gewoon doet, hebben we daar vaak nog geen goede reactie op……
Wij hebben voor dit jaarbericht vooral gekeken naar kleinschalige projecten. Maar ook bij grotere maatschappelijke initiatieven, ontstaan door samenwerking tussen bijvoorbeeld kennisinstellingen, zorginstellingen, woningbouwcorporaties, en bedrijfsleven, zien we dat de eerste overheid een nieuwe en andere rol past. Dit jaarbericht vertelt over onze zoektocht. Met behulp van een historisch en theoretisch kader hebben we bepaalde kenmerken en patronen van maatschappelijke initiatieven inzichtelijk gemaakt. Dit leidt in het laatste hoofdstuk tot een handreiking voor gemeenten, waarvan we hopen dat die u op uw zoektocht kan inspireren.”

Het rapport mondt uit een zevental stellingen:

“ Er is een nieuwe maatschappelijke realiteit ontstaan die de gemeenten vroeg of laat tot een nieuwe rolopvatting dwingt.
- De dynamiek van maatschappelijke initiatieven stelt de gemeente in staat ruimere definities van de publieke zaak te ontwikkelen.
- Contacten met de burgers die zich inzetten voor een maatschappelijk initiatief moeten primair in het teken van erkenning en waardering staan.
- Het feit dat de gemeente vaak een invloedrijke speler is, betekent dat haar optreden niet aan lagere maar juist aan hogere eisen moet voldoen.
- Maatschappelijke initiatieven zouden vaker aanleiding voor experimenten moeten zijn waarbij de gemeenten hun vermogen tot improviseren versterken.
- Wil de gemeente een rol spelen bij de bloei van een maatschappelijk initiatief, dan moet ze rekening houden met de specifieke uitdagingen die zich per fase aandienen.
- Gemeenten kunnen hun rol als ‘eerste overheid’ alleen waarmaken als ze de kansen die uit deze maatschappelijke initiatieven voortvloeien ten volle aangrijpen.”

Dus lezen dit rapport!


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 9 december 2013


Een confrontatie met ABL en de PvdA over de Peelsamenwerking.


Gisteren schreef ik in deze weblog dat ik in de raadsvergadering gedwongen werd om weer eens ouderwets de trom te roeren en de confrontatie te zoeken met ABL en de PvdA. Vandaag wil ik aan geven waarom dit noodzakelijk was.

Feitelijk ging het om heel verschillende insteken. ABL stelde dat de Laarbeekse vertegenwoordigers in de klankbordgroep vooral de Laarbeekse belangen moesten verdedigen. Volgens mij is dit een verkeerde instelling. Klankbordleden moeten vooral de belangen van alle inwoners van het Peelgebied behartigen. De eigen gemeente als uitgangspunt nemen is de dood in de pot voor de samenwerking. Klankbordleden die als een soort veredelde veldwachter de belangen van de eigen gemeente bewaken, zijn een rem op de samenwerking. Op deze manier gaat het niet werken. De insteek die ABL koos, was me daarom een gruwel.

De PvdA nam in de tweede instantie in een wat merkwaardig opgebouwd betoog het woord democratie in de mond.Ook legde de PvdA sterk de nadruk op de voorwaarde dat alles dicht bij de burger moest gebeuren. Dit schoot bij mij in het verkeerde keelgat, omdat ik de stellingname onvoorstelbaar hypocriet vond, zeker gezien de hele voorgeschiedenis.

Waarom gaan we de Peelsamenwerking aan? Een van de redenen was het onvoorstelbare gedram van minister Plasterk met zijn idee voor de vorming van gemeenten van 100.000 inwoners. Plasterk vond dat gemeenten te klein waren voor de grote decentralisaties die eraan zitten te komen. Dus wordt het bestuur verder van de burger geplaatst. Onbegrijpelijk dat de vertegenwoordigster van de PvdA in de raad van Laarbeek het dan durft te hebben over het bestuur dichter bij de burger. De waarheid is totaal anders. De PvdA vertelde niet het eerlijke verhaal. Vandaar.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 8 december 2013


Raadsvergadering


De Laarbeekse raadsvergadering draaide voornamelijk om de behandeling van de bestuurlijke inrichting van de Peelsamenwerking. De raad deed er ruim anderhalf uur over. Ter vergelijking: de gemeenteraad van Helmond deed er slechts10 minuten over. Raffelde de Helmondse raad het voorstel af of deed de Laarbeekse raad er veel te lang over?

Met het aangaan van de Peelsamenwerking wordt een grote stapgezet. Logisch dat een raad hierbij uitvoerig wil stilstaan en de verschillende mogelijkheden voor de bestuurlijke inrichting van deze samenwerking wilde wegen. De Laarbeekse raad heeft dit woensdag avond zeer minutieus gedaan. In Helmond lag een heldere concept-zienswijze voor. In Laarbeek waren twee stukken voorgelegd die sterk van elkaar afweken qua insteek en onderling met elkaar in tegenstrijd waren. Dat bevorderde de discussie niet erg.

Elke fractie had in de eerste instantie haar eigen bijdrage. Allemaal met een positieve ondertoon met betrekking tot de Peelsamenwerking. Er had geen onderlinge afstemming plaatsgevonden. Elke fractie zong haar eigen lied. Heel erg eenstemmig klonk het niet. Er was een warrig verhaal van PNL; een korte stellingname van het CDA, aansluitend op de opmerkingen die al in de commissie gemaakt waren; een wat afhoudend verhaal van ABL; een wat lastig te duiden verhaal van De Werkgroep, waarin geprobeerd werd afstand te nemen van de eerdere stellingname in de commissie; een positieve stellingname van de VVD en een standpuntbepaling van de PvdA waarin enerzijds begrip werd opgebracht voor de bezorgdheid van het college m.b.t. zorgvuldigheid en tempo en anderzijds grote steun voor de voorgestelde klankbordgroep. De PvdA noemde deze “de schakel tussen raden ”.

De reactie op de eerste instantie van wethouder Vereijken was to the point en straight. Zonder tussenzinnen ditmaal. Het was duidelijk het lid van de stuurgroep die sprak. Hij deed nauwelijks moeite om te verbinden. Toen de tweede instantie begon, had ik in ieder geval het idee dat we nog ver van huis waren. Ik had het gevoel dat er hoognodig e.e.a. rechtgezet moest worden en de neuzen in dezelfde richting gezet moesten worden. Ik heb de indruk dat me dat redelijk goed gelukt is. Ik was wel gedwongen om weer eens ouderwets de trom te roeren en de confrontatie te zoeken met ABL en de PvdA. Uiteindelijk stemde de raad unaniem in met de uitgangspunten voor een zienswijze zoals de burgemeester deze na een schorsing formuleerde.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 5 december 2013



KBO-Lieshout is bezorgd.


Overal hoor je bezorgde reacties over het op termijn verdwijnen de bejaardenhuizen. Het wordt binnenkort steeds moeilijker om in aanmerking te komen voor opname . De eisen worden steeds hoger.  Ouderen zullen en moeten langer thuis blijven wonen. Ook als de verzorging niet  goed geregeld is. Voorwaarde zou moeten zijn dat deze randvoorwaarden goed in orde zijn. Als dit niet goed geregeld is, gaan er ongetwijfeld rampen gebeuren.

De KBO-Lieshout maakt zich zorgen over de ouderenhuisvesting in Lieshout. Terecht, want het is op dit moment nog allerminst zeker wat er met Franciscushof gaat gebeuren. De Zorgboog heeft wel allerlei mooie plannen, maar de concrete uitwerking laat op zich wachten. Ondertussen gaan de ontwikkelingen gestaag door. De eerste extramurale bewoner heeft al een huurappartement in Franciscushof betrokken.

De KBO heeft zowel bij de Zorgboog als bij de Woningstichting aan de bel getrokken en geprobeerd duidelijkheid te krijgen over de plannen met betrekking tot Franciscushof.  In januari 2014  zullen op een informatieve bijeenkomst de gemeente, de Zorgboog en de Woningstichting duidelijkheid verschaffen. Het wordt inderdaad de hoogste tijd.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 4 december 2013




Motie Dik-Faber aangenomen


De Tweede Kamer heeft dinsdag de motie van de ChristenUnie over de beschikbaarheidstelling van de toegezegde 268 mlj. voor de Ruit aangenomen. Dit is een lelijke streep door de rekening. Het lijkt erop dat de regio weer terug is bij af; voor de zesde keer overigens al in 40 jaar! Bij BOSE was de regio niet bij machte het heft in eigen hand te houden; nu is het de provincie ook niet gelukt.

Geld dat toegezegd was aan de regio, wordt, als de minister de motie overneemt,  gedeeltelijk aan andere infrastructurele zaken buiten de regio besteed. Kijk maar wat er in de motie staat:

De Kamer,   gehoord de beraadslaging,   constaterende dat het Rijk een bijdrage van 268 mln euro heeft gereserveerd voor de Ruit Eindhoven;
overwegende dat de MKBA en second opinion op de MKBA voor de Ruit Eindhoven negatief zijn, de commissie MER in een tussenrapportage bij de Notitie Reikwijdte en Detailniveau kritisch is over dit project en de Provinciale Omgevingscommissie van mening is dat nut en noodzaak nog onvoldoende onderbouwd zijn;
overwegende dat maatregelen op de A27, A58 & A67 die de (inter)nationale bereikbaarheid van Noord-Brabant sterk verbeteren, zijn getemporiseerd (A27, A58) of geschrapt (A67);
overwegende dat de temporisering van de Rijksbijdrage de versnelde aanpak van de A58 middels voorfinanciering door bedrijfsleven en provincie/gemeenten belemmerd;
verzoekt de regering nu nog geen bestuursovereenkomst voor realisatie van de Ruit Eindhoven te tekenen, het project te optimaliseren en daarbij rekening te houden met (potentiële) natuurwaarden van de EHS en een nieuwe MKBA te maken met zowel een hoog als een laag groeiscenario op basis van actuele verkeersprognoses (op basis van verkeersmodel van Rijkswaterstaat);
verzoekt de regering de Rijksbijdrage voor de Ruit Eindhoven niet te schrappen, maar te temporiseren en eerst in te zetten op:
-       realisatie van maatregelen die voortkomen uit het MIRT-onderzoek Brainport Avenue, waaronder realisatie van station Eindhoven Acht/Airport;
-       realisatie 1e fase van een volwaardig knooppunt A27 Hooipolder (klaverturbine of klaversterturbine);
-       realisatie van verbreding A27 Werkendam-Scheiwijk uiterlijk in 2019 beginnen en zo mogelijk versnellen en bij dit project optimaal rekening te houden met een  toekomstige spoorlijn Breda-Utrecht;
-       ongedaan maken van de temporisering van de A58 (in ieder geval Eindhoven – Tilburg) zodat versnelde realisatie mogelijk blijft;
-       een in overleg met gemeenten en provincie op te stellen pakket maatregelen voor de Rijksinfrastructuur in de regio Eindhoven (en hierbij verbreding A67 Leenderheide-Geldrop en no-regret pakket A67 te betrekken), waarbij ook de principes van Beter Benutten worden betrokken;
 en gaat over tot de orde van de dag.
 Dik-Faber
Van Veldhoven
 Dit geld zijn we voorlopig kwijt.
Onbegrijpelijk dat de Tweede Kamer zich zo laat leiden door de waan van de dag. Een paar maanden geleden dacht de Kamer nog totaal anders. De Kamer mag fit doen,maar het is natuurlijk niet comme il faut.

Even afwachten wat de minister doet. Ik kan me overigens niet voorstellen dat de minister over dit onderwerp een conflict met de Kamer wil.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185



dinsdag 3 december 2013


Armoede in Nederland.


De armoede in Nederland is in de jaren vanaf 2010 fors toegenomen. Dat constateren het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een gezamenlijke studie. In 2012 leefden 1,2 miljoen mensen in armoede.

Het gezamenlijk rapport van de onderzoeksinstituten, Armoedesignalement 2013, stelt:
Van de ruim 7 miljoen huishoudens in 2012 moesten er 664.000 (9,4%) rondkomen van een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Daarmee is het aantal huishoudens met een laag inkomen ten opzichte van 2011 gestegen met 89.000, een groei van 1,2 procentpunt. Ramingen wijzen op een verdere toename van het percentage huishoudens met een laag inkomen tot 9,9 % in 2013 en een afvlakking van de groei in 2014 (10,1%). Naar verwachting zijn in 2014 dan 717.000 huishoudens afhankelijk van een laag inkomen, het hoogste aantal sinds 2000.

Als gevolg van de economische crisis is er vanaf 2010 aldus sprake van een stijging van het aantal huishoudens met een laag inkomen met 203.000 (2,7 procentpunt). In de jaren 2011 en 2012 was de instroom met 150.000 huishoudens (2 procentpunt) verreweg het grootst.

Ruim 170.000 huishoudens hadden in 2012 al ten minste vier jaar achtereen een laag inkomen. Dit waren er 17.000 meer dan in 2011. Het percentage huishoudens met langdurig kans op armoede steeg hierdoor voor het eerst sinds de economische crisis, en wel van 2,4% in 2011 tot 2,7% in 2012. Daarmee kwam een einde aan de nagenoeg ononderbroken dalende trend in de periode 2000-2011.

De kans op armoede is het hoogst bij eenoudergezinnen, alleenstaanden tot
65 jaar, niet-westerse huishoudens en bijstandontvangers. Bij al deze groepen
nam het armoedepercentage in 2012 flink toe.
Sinds 2007 zijn er ruim 100 duizend arme kinderen bijgekomen, waardoor het aantal 0-17 jarigen dat opgroeit in een omgeving die van te weinig geld moet zien rond te komen is opgelopen tot 384 duizend. Dat komt neer op meer dan 11 procent van alle kinderen. Eén op de drie armen is jonger dan 18 jaar.

De meeste armen wonen in één van de vier grote steden. Vooral in Amsterdam (15,4 procent), Rotterdam (14,9 procent) en Den Haag (14,0 procent) was het aandeel huishoudens met een laag inkomen hoog. Naast deze drie gemeenten bevat de top 10 onder meer ook Groningen (14,0 procent) en drie Zuid-Limburgse gemeenten, te weten Vaals (13,7 procent), Heerlen (13,0 procent) en Kerkrade (11,8 procent).

Natuurlijk ben ik ook zeer benieuwd naar armoedecijfers over Laarbeek. Ik heb ze nog niet gevonden. Dus nog eens een keer goed zoeken in de gegevens. Wel zag ik op ww.nos.nl dat Laarbeek op het landelijke gemiddelde van 6,6% zit. Het zijn wel gegevens uit 2011.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 2 december 2013



Samenwerking


Gemiddeld hebben Nederlandse gemeenten meer dan 20  gemeenschappelijke regelingen. De meest bekende voor ons zijn Atlant, de GGD, de Veiligheidsregio, de omgevingdienst, het SRE etc. In de Peelregio komt hier binnenkort nog de Peelsamenwerking Peel 6.1 bij. Het zijn allemaal grote organisaties met tientallen ambtenaren in dienst. Voor raadsleden valt dit allemaal niet meer te controleren, laat staan er invloed op uit te oefenen. Niet vreemd dat de laatste tijd er steeds meer kritiek komt op het alsmaar aangaan  van nieuwe van gemeenschappelijke regelingen. Leo Markensteyn, de voorzitter van de rekenkamervereniging NVRR zei onlangs: “ Een gemeenschappelijke regeling is een Bermudadriehoek waar alle controlecapaciteit in verdwijnt. ”

Met de grote decentralisaties die op stapel staan, zie je overal dat er nieuwe gemeenschappelijke regelingen worden aangegaan. Hier gaat het niet over de aanschaf een brandweerwagen of een streekarchief. Nu zijn het taken die veel dichter bij huis liggen, de jeugdzorg en de ouderenzorg. Heel veel burgers zullen hiermee aan den lijve worden geconfronteerd. Het zijn politiek zeer licht ontvlambare zaken. Het is niet te verwachten dat raadsleden, cliëntenraden en het  burgers genoegen zullen nemen met een wethouder die zich verschuilt achter andere wethouders uit de gemeenschappelijke regeling. Hij zal zelf aangesproken worden op het beleid en de uitvoering.

Dit gaat dus problemen geven als er geen oplossing gevonden wordt voor wat het democratische gat in de gemeenschappelijke regeling wordt genoemd. Deze oplossing is vooralsnog niet in zicht. Het Rijk heeft zich jarenlang met de mond verzet tegen het ontstaan van een vierde bestuurslaag. Ondertussen bestaat deze vierde bestuurslaag allang en breed. De privatisering van rijksdiensten naar NGO’s en de inflatie aan allerlei gemeenschappelijke regelingen hebben dit met zich meegebracht. Dit is een onomkeerbaar proces.

Het democratische gat in gemeenschappelijke regelingen los je niet op met het instellen van een klankbordgroep, waaraan bij Peel 6.1. gedacht wordt. Een klankbordgroep is een machteloos orgaan, dat niets kan afdwingen. Ook het toevoeging van een controlerende raad aan elke GR behoort ook niet tot de mogelijkheden. Het Rijk wil hier niet aan vanuit haar angst voor een nieuwe bestuurslag tussen provincies en gemeenten. Als een raad werkelijk invloed wil uitoefenen op het beleid van een GR ,dan zullen raadsleden in het Algemeen Bestuur van de GR moeten zitten. Maar daar wil Peel 6.1 vanuit de fictie dat de samenwerking uitsluitend uitvoering is, weer niet aan.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 1 december 2013


Onmin binnen het SRE


Hè, hè, schoot donderdagmorgen door mijn hoofd, toen ons regionaal dagblad voor mij op tafel lag. Van de voorpagina kwam het al op mij af. “ Onmin over samenwerking” stond er in grote zwarte letters. De kop sprong eruit; wat er stond was niet mis te verstaan. Het marcheert kennelijk niet meer binnen het SRE kennelijk. Het wordt steeds moeilijker om afspraken te maken. En afspraken die gemaakt worden, worden heel anders uitgevoerd. In het artikel was ook sprake van onderling wantrouwen en frustraties. Langzaam maar zeker is de samenwerking verworden tot een schijnsamenwerking. De ambitie is weg.Dit belooft weinig goeds voor de nieuwe vorm van samenwerking, in de nieuwe Metropool Regio Eindhoven met de werkplaatsen.

Inhoudelijk verbaasde het mij niets; het verbaasde mij alleen waarom het zo lang geduurd heeft voordat het naar buiten kwam. Voor iedereen was het toch al maanden duidelijk dat het binnen het SRE niet meer liep. Opmerkelijk is ook dat niet de regioraad hiermee naar buiten kwam, maar een groepje van voornamelijk wethouders en een enkele burgemeester dat op dat moment bijeen was op de High Tech Campus in Eindhoven voor een portefeuillehoudersoverleg.

De portefeuillehouders wezen in Endhoven ook met de vinger naar de gemeenteraadsleden. Gemeenteraden in de regio hebben veel te weinig oog voor de ambities van de regio om het economisch belang. Zij kijken vooral naar hun eigen gemeenten.

Ik denk inderdaad dat de portefeuillehouders hier de vinger op de zwakke plek leggen. De crisis werpt iedereen terug op de eigen positie. Dit is natuurlijk de dood in de pot voor de regionale samenwerking. Verstandig is dit niet. Gemeenten als Laarbeek hebben elkaar nodig om de uitdagingen aan te kunnen. Wat in het algemeen opgemerkt wordt over de houding gemeenteraadsleden , gaat niet op voor de Laarbeekse raadsleden: de Laarbeekse raad is pro samenwerking.
.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


donderdag 28 november 2013



Bouwen

Op de agenda van het laatste portefeuillehoudersoverleg van de SRE stond de Regionale Agenda Wonen geagendeerd. In twee deelrapporten werd weer het wonen in 2013 geschreven. Beide rapporten staan op de site van het SRE onder portefeuillehoudersoverleg Ruimte en Wonen van 27 november j.l.
Beide delen van de rapporten geven een goed inzicht in de stand van zaken. Veel gemeenten zijn druk bezig om de bestaande bouwplannen tegen het licht te houden en ze om te katten, soms met grote financiële gevolgen voor de gemeentekas.

Sinds WO11 zijn er volgens het rapport in onze regio niet zo weinig huizen gebouwd als in dit jaar. Met de bouw van slechts 1300 woningen was dit een historisch dieptepunt. Volgens de prognoses komt de groei van de woningvoorraad volgend jaar weer uit op 1500. Hiermee zit de regio dan op het niveau van 2008. In de regio De Peel trekt in 2014 het aantal woningen dat toegevoegd wordt aan de woningvoorraad naar verwachting iets aan: van ca. 250 woningen in 2013 naar ca. 400 woningen in 2014. Nog altijd wel minder dan het aantal woningen (bijna 600) dat gebouwd zou moeten worden op basis van de prognose.

Het aantal woningzoekenden stijgt. Door uitstel en veranderde leefomstandigheden. Hiervoor zal   gebouwd moeten worden . De komende10 jaar zijn er naar verwachting in deze regio 35.000 woningen en meer nodig. Zo wordt in het rapport becijferd.  In de huidige planning zitten slechts 30.000 woningen.

Ik heb in beide rapporten natuurlijk vooral naar de situatie in Laarbeek gekeken. Dit natuurlijk in relatie tot de andere gemeenten van onze regio. Definitieve conclusies heb ik nog niet getrokken. Daarvoor was de tijd te kort en het materiaal te omvangrijk. Eerste voorzichtige indruk is dat Laarbeek het vergeleken met andere gemeenten het nog niet zo slecht gedaan heeft. Het volgende staatje is veelzeggend:




Ik kom hier volgende week op terug.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 27 november 2013


Eenzaam


Veel berichten deze week over eenzaamheid onder ouderen. Uit een onderzoek van de GGD Brabant-Zuidoost blijkt dat de helft van de Eindhovense ouderen eenzaam is In de regio Zuidoost-Brabant (inclusief Helmond) is dat percentage 46 procent. Dit is de uitkomst van  een enquête onder 15.000 65-plussers in 2012.
Opmerkelijk is dat op de vraag: 'Wilt u hulp om iets aan uw eenzaamheid te doen', 80 procent het antwoord 'ik ben niet eenzaam' aankruist. GGD-onderzoekster Daniëlle Brunenberg zegt in het ED dat ouderen zelf kennelijk hun situatie niet zo benoemen. Voor het onderzoek is gebruik gemaakt van de eenzaamheidsschaal van De Jong Gierveld. Aan de hand van elf vragen  en stellingen wordt de mate van eenzaamheid gemeten."Maar op basis van de antwoorden op andere vragen vallen ze objectief gezien wel degelijk in de categorie 'matig tot ernstig eenzaam'."zo stelt zij. Deze opmerking roept wel vragen op. Als ouderen dat niet zo benoemen, klopt de conclusie dan wel?  En hoe moet je de uitkomsten interpreteren?
Die andere vragen gingen onder meer over de mate waarin ze mensen in hun omgeving hebben die ze vertrouwen, of ze het gevoel hebben dat ze bij mensen terecht kunnen in geval van narigheid en of ze een leegte ervaren.
Een ander opmerkelijk gegeven uit het onderzoek is het volgende: een kwart van de Eindhovense ouderen en een vijfde van de ouderen uit de regio geeft aan dat er in geval van gezondheidsproblemen niemand in de omgeving is die hulp kan bieden.
Dit laatste is natuurlijk alarmerend. Als 20% van de ouderen niemand heeft die in geval van gezondheidsproblemen hulp kan bieden, dan zit het in onze maatschappij goed mis en is de noodzaak van de participatiesamenleving wel heel erg duidelijk. Met de mond de noodzaak belijden is niet meer voldoende. Er moet daadwerkelijk iets gebeuren! Een bewustwordingsproces alleen is niet voldoende.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 26 november 2013


De Ruit


De provincie houdt deze maand een drietal voorlichtingsbijeenkomsten over de Nota Reikwijdte en detailniveau. Tot en met 16 december kunnen hierop zienswijzen worden ingediend. Naast deze voorlichtingsbijeenkomsten zijn er ook plaatselijk bijeenkomsten over de Noordoost corridor belegd. Deze week een in Aarle-Rixtel door het Platform Aarle-Rixtel; ook in Bakel wordt er deze week nog een georganiseerd.

De bijeenkomst in Aarle-Rixtel was  druk bezocht. Vooral natuurlijk met tegenstanders van de weg; voorstanders heb ik er nauwelijks gezien. Het Platform had haar zaken goed voor elkaar. Een reeks van inleiders kwamen naar voren om hun verhaal over het voetlicht te brengen. Jammer was dat de inleider uit Gemert-Bakel verstek moest laten gaan. Toon Coopmans moest aanwezig zijn bij de raadsvergadering in zijn gemeente. De inhoud van de inleidingen van Henk van Beek,Wido Jansen en Hans Kloosterboer was voorspelbaar: speels, amusant en ironisch bij van Beek en Kloosterboer. De inleiding van Jansen was doorwrocht, maar te technisch om meteen te kunnen beoordelen.

Ik was vooral naar de bijeenkomst in Aarle-Rixtel gegaan voor de inleiding die burgemeester Hans Ubachs. Benieuwd als ik was naar wat hij als standpunt van de gemeente Laarbeek over het voetlicht zou brengen. Ubachs koos voor de voorzichtige weg: ingaan op de stappen die doorlopen zijn vanaf  het Bereikbaarheidsakkoord tot heden. Ook  vatte hij de zienswijze van de gemeente Laarbeek samen. Laarbeek houdt vast aan het Bereikbaarheidsakkoord. Klaarblijkelijk niet integraal maar op onderdelen. Een korte tunnel is acceptabel; Laarbeek kiest voor de alternerende ligging langs het Wilhelminakanaal en voor de bestaande weg door Dierdonk.

Het was allemaal redelijk voorzichtig. Hij liet zich niet verleiden tot verdergaande uitgaande uitspraken op vragen over wat dan als…. Of op de vraag welke wisselgeld Laarbeek heeft. Ook een raadslid dat zich voor eigen publiek wilde profileren kreeg nul op het request. Op heel veel vragen uit de zaal  wilde of kon hij geen antwoord geven. Dat viel natuurlijk niet overal even goed. Eigenlijk was ik heel blij dat hij deze avond wethouder van Zeeland verving, die op vakantie was.

Het Platform heeft een aantal zienswijzen op de NRD geformuleerd. Iedereen werd opgeroepen een zienswijze in te dienen, bij voorkeur met een eigen toevoeging  aan de voorgestelde standaard. Natuurlijk om zo meer reacties te krijgen van de provincie. Ook riep het Platform de aanwezen op een machtiging te tekenen voor eventueel verdere stappen in  de toekomst. Het Platform  heeft als stichting natuurlijk zonder deze machtigingen moeite om aan te tonen dat zij meer vertegenwoordigd dan de drie leden van het Stichtingsbestuur. Een kwestie van legitimatie dus. Hieraan hoeft  is gezien de opkomst gisteren in Aarle-Rixtel natuurlijk niet getwijfeld te worden.

O ja, halverwege de vergadering werd in  een ingelast intermezzo Cor van de Berk benoemd tot erelid. Terecht natuurlijk.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 25 november 2013



Commissie Algemeen Bestuur 3


Ik heb afgelopen vrijdag in deze weblog al even  gerefereerd aan de samenwerking in de Peel. Dit naar aanleiding van een opmerking in de commissievergadering van Algemeen Bestuur van vorige week dinsdag. In dezelfde commissievergadering kwam de samenwerking in de Peel nog een keer terug. Ditmaal in verband met de voorgestelde bestuurlijke opzet van de Peelsamenwerking.

Na de bijeenkomst voor de zes gemeenteraden in Gemert heeft de Stuurgroep haar voorstellen voor de inrichting van de Peelsamenwerking Peel 6.1. aan de zes betrokken raden doen toekomen. De versie die nu op papier staat wijkt niet af van de sheets die in Gemert vertoond werden. Het is nu aan de raden om zich hierover uit te spreken. De Stuurgroep zal de reacties meenemen bij de opstelling van het reglement voor de op te richten Gemeenschappelijke regeling Peel 6.1.

In de commissievergadering van vorige week dinsdag gaven de Laarbeekse fractievoorzitters  een eerste reactie op de voorstellen van de Stuurgroep. Zij konden in grote lijnen instemmen met de ideeën van de Stuurgroep. Dat lag ook wel in de lijn van de verwachtingen. Ook op de bijeenkomst in Gemert  viel er nauwelijks kritiek te horen. Daar was alleen verschil van opvatting over de hoogte van de bezuinigingen die door de Peelsamenwerking gehaald zouden moeten leggen. Harrie Verkampen had op de bijeenkomst de lat nogal hoog gelegd. Irreëel hoog vonden velen.

Over de financiën werd in de Laarbeekse commissievergadering nauwelijks gesproken. De fractievoorzitter van het CDA formuleerde helder een aantal uitgangspunten die in de commissie breed onderschreven werden zoals  een voorzitter van het AB en het DB uit een van de zes gemeenten, bij voorkeur de burgemeester van Helmond, vasthouden aan het principe van one man one vote per gemeente, beperking van de kosten,verhuur van de leegstaande ruimte in het gemeentehuis. Ook aandachtspunten als de regeling voor uittreding en  de positie van de Rekenkamer werden benoemd.

Opnieuw was opmerkelijk de terughoudendheid die uit de woorden van de woordvoerder van De Werkgroep sprak. Dit is niet de eerste keer.De Werkgroep heeft moeite met  de mogelijke grotere afstand tussen uitvoeringsorganisatie en burger die het gevolg van de Peelsamenwerking zou kunnen zijn. Is dit koud watervrees  of gebaseerd op een reële inschatting? Ik schat in het laatste. Maar ook onontkoombaar, denk ik. Een gezonde kritische benadering is goed en moet ook, maar twijfel houden is funest.

Met het instellen van een klankbordgroep, bestaande uit twee raadsleden per gemeenten, kon de commissie instemmen. Het is een ( kleine )mogelijkheid om de raden betrokken te houden bij de ontwikkeling van de Peelsamenwerking. De klankbordgroep gaat het proces volgen. De wijze waarop en hoe is nog niet duidelijk.

Opmerkelijk was ook de reactie van het college zoals die in een brief van de  gemeentesecretaris was verwoord. Hierin proefde ik een bepaalde reserve die  ik tot nu toe nog niet eerder uit Laarbeekse mond heb gehoord. Het college pleit voor een juiste balans tussen tempo en zorgvuldigheid. Ook staat er dat besluiten op de juiste plaats moeten worden genomen. Wat zou het college hiermee bedoelen? Ik kan me er wel iets bij voorstellen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185