donderdag 26 januari 2012


Landbouwgrond verandert in asfalt en beton

 


Wie landbouwgrond wil behouden moet zich niet richten tegen nieuwe natuur maar tegen de bouw. Staatssecretaris Bleker (landbouw) houdt de natuurorganisaties voor dat er 'geen hectare vruchtbare landbouwgrond meer wordt opgeofferd', maar hij kan zich beter richten tot Bouwend Nederland. Meer dan tachtig procent van de 85.000 hectare landbouwgrond die tussen 1996 en 2008 een andere bestemming kreeg, werd woonwijk, bedrijventerrein of verkeersknooppunt.

Volgens het Landbouw Economisch Instituut (LEI), dat op verzoek van Trouw de laatste cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) analyseerde, is er in die periode slechts 7000 hectare landbouwgrond in natuur omgezet, en is 8000 hectare gebruikt als waterberging.

De CBS-cijfers over bodemgebruik worden bepaald aan de hand van luchtfoto's en wijken daardoor iets af van zogeheten landbouwtellingen. De gegevens dáárvoor worden aangeleverd door de boeren zelf, en die tellen alleen de productiegrond, dus niet de erven en wegen.

Ondanks deze verschillen, blijft de conclusie overeind dat verreweg de meeste grond die wordt onttrokken aan de landbouw, wordt omgezet in zogenoemde 'rode bestemmingen', zegt onderzoeker Tom Kuhlman van het LEI. Hij betrok ook analyses van grondtransacties bij zijn onderzoek. Zijn conclusie staat haaks op die van de staatssecretaris, die juist stelt dat de natuurorganisaties aan de boerengrond knabbelen.

Kuhlman maakt ook een einde aan de mythe dat 'vruchtbare' landbouwgrond voor natuur wordt geofferd. Juist relatief marginale gronden krijgen een natuurbestemming, terwijl bij de uitbreiding van steden of de aanleg van wegen helemaal niet naar de kwaliteit van de landbouwgrond wordt gekeken.

De term 'waardevol' die de boerenlobby aan landbouwgrond koppelt, is volgens de onderzoeker ook niet op zijn plaats. "De toegevoegde waarde die per eenheid grond gerealiseerd kan worden, is buiten de landbouw altijd veel hoger dan daarbinnen", aldus Kuhlman.

Aan de mythe dat Nederland landbouwgrond moet behouden om in tijden van crisis zelfvoorzienend te zijn, maakt de onderzoeker definitief een einde. We kunnen op dit moment zoveel produceren omdat we gebruik kunnen maken van geïmporteerde kunstmest en veevoer. Komt die import stil te liggen, dan valt binnen enkele maanden ook de Nederlandse landbouwproductie stil.

Overigens zijn er volgens Kuhlman zeker ook argumenten voor het koesteren van landbouwgrond. Nederlanders recreëren graag in het buitengebied, en het cultuurlandschap (waartoe ook landbouwgrond behoort) is populair. Dit terwijl het beheer ervan de overheid amper iets kost.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185