Huisvesting Moelanders
Schriftelijke vragen zijn een ongeschikt middel om een beleidsverandering af te dwingen. Zij kunnen hoogstens technische informatie verschaffen. Dat bleek andermaal afgelopen donderdag in de raadsvergadering.
De PNL-fractie had schriftelijke vragen gesteld aan het college over het huisvesten van arbeidsmigranten. Directe aanleiding voor deze vragen waren herhaaldelijke opmerkingen van wethouder van Zeeland in diverse media over deze problematiek. PNL vreesde klaarblijkelijk dat de wethouder aanstuurde op huisvesting van deze migranten in huurwoningen. Het verdringingseffect dat dit met zich mee zou brengen, stootte PNL tegen de borst.
De PNL-fractie vond de gegeven antwoorden onvoldoende. Reden voor Mevr. van de Zanden om nadere vragen aan der wethouder te stellen. Ik heb niet de indruk dat de antwoorden van de wethouder in de raad het probleem dat PNL net het beleid heeft, weggenomen heeft. PNL kon op dat moment echter niets anders dan hierin berusten. Het reglement staat immers geen verdere discussie toe. Ik moest daar als voorzitter heel stringent in zijn.
Voor mij bewijst dit alles dat PNL het verkeerde middel heeft ingezet. Als de partij bezwaren heeft tegen het beleid van de wethouder en wethouderlijke communicatie via de pers afwijst – terecht overigens volgens mij- moet zij grijpen naar het middel van de interpellatie en deze eventueel laten uitmonden in een motie. Via schriftelijke vragen kun je nu eenmaal geen beleid bijsturen. Het geijkte middel hiervoor is de interpellatie.
Nu was het donderdagavond alleen maar een schimmenspel van een dame en een heer waarbij iedereen noodgedwongen toekeek. Het loste niets op. De wethouder beloofde met een beleidsvisie te komen en zou – sic - in zijn papieren zijn presentatie voor de commissie Lura opzoeken. De opmerking was vreemd en doet twijfel rijzen aan de vraag of deze presentatie er wel is gehouden? Op de lijst van insprekers op de hoorzitting van de commissie ben ik in ieder geval zijn naam niet tegengekomen.
Ik ben benieuwd.