De stroom van asielzoekers naar Europa zet in onze
wereld de zaken danig op zijn kop. Overheden weten zich nauwelijks raad met de
grote toestroom; sommige regeringsleiders voelde de hete adem van de kiezers.
Angela Merkel ligt in Duitsland onder vuur. Onze minister-president houdt zich
nog steeds op de vlakte en blijft zo buiten schot. De nieuwe staatssecretaris
Klaas Dijkhof doet het in velerlei opzicht goed en heeft daarmee krediet
opgebouwd.
Europa lijkt overvallen door de massale toestroom.
Helemaal terecht is dit niet. Men had het kunnen zien aankomen. Alleen de
massaliteit en de wijze waarop men naar Europa komt, is verrassend. Zo ook de
reacties van de meeste landen in Oost-Europa, die als eerste geconfronteerd
worden met deze toestroom. Hun antwoord de grenzen sluiten is een begrijpelijke
reactie, maar wel juist het foute antwoord voor de toekomst van Europa. Wij
moeten beslist niet terug naar het Europa met de gesloten grenzen en naar
minder Europa, zoals de tendens nu lijkt te worden.
Ook in Nederland zijn problemen. De Nederlandse
gemeenten moeten antwoorden op verzoeken van het COA. Dat gaat niet overal even
gemakkelijk. Burgers protesteren heel fel tegen de komst van grote
opvanglocaties. Veel burgers pleiten voor kleinere opvanglocaties. Het COA wil
hier alsnog niet aan vanwege de hogere kosten en beheersproblemen. Vroeg of
laat zal het COA hier toch aan moeten.
Overheden zijn bang. Dat blijkt uit pogingen van gemeentebesturen
om de inspraak van burgers op voorlichtingsbijeenkomsten zo gecontroleerd
mogelijk te houden. Uit angst voor uitspattingen. Zij vrezen de
onderbuikgevoelens die in de maatschappij leven. Toch is democratie niets voor
bange mensen.
Deze week heeft ook de Brabantse commissaris van de
koning zich met deze problematiek bemoeid. “Geen enkele Brabantse gemeente zal
onder haar verantwoordelijkheid uitkomen om
een steentje bij te dragen aan de opvang van asielzoekers “ zegt commissaris van
de koning Wim van de Donk in het ED van donderdag 12 november.
Brabant kreeg bijna een maand geleden vanuit Den Haag het verzoek
om 2.000 tot 2.500 plaatsen beschikbaar te stellen voor noodopvang. Dat gaat
lukken, belooft de provincie, die eerder al aangaf dat een mega-opvanglocatie
zoals Heumensoord bij Nijmegen uit den boze is. Het door Van de Donk opgerichte
Platform Opvang Vluchtelingen, een samenwerking van alle betrokken partijen,
denkt daarom aan locaties voor 300 tot 500 asielzoekers.
Dinsdag ging de commissaris met zijn collega's uit de andere
provincies op bezoek bij het ministerie van Justitie in Den Haag.
"Minister Van der Steur en staatssecretaris Dijkhoff hebben ons
bijgepraat", zegt Van de Donk in het ED. "De nood is nog steeds zeer
hoog. We zullen in Brabant heel hard moeten werken om te voorkomen dat we
vluchtelingen en gemeenten blijven opzadelen met zeer kortdurende crisisopvang.
Dat is niet efficiënt, onwenselijk en duur."
Het Laarbeeks college van B en W heeft begin november al een
standpunt ingenomen in deze kwestie. Als je de raadsinformsatiebrief leest,
waarin dit standpunt is opgenomen, krijg je een heel hypocriet verhaal onder
ogen. Het college is begaan met het lot van de asielzoekers en heeft compassie
met hen. Maar directe noodopvang regelen, ho maar. Laarbeek heeft hiervoor geen
ruimte. Uit niets blijkt dat het college hard gezocht heeft. Het komt het
college ook goed uit. Ze wil wel uitgeprocedeerde asielzoekers opnemen.
Letterlijk staat in de
brief:
“Het college vindt dat Laarbeek, net als alle gemeenten in
Nederland, zijn verantwoordelijkheid moet nemen, maar komt tot de conclusie dat
in de gemeente Laarbeek geen geschikte locatie is voor grootschalige crisis- of
noodopvang van vluchtelingen.
De problematiek van de vluchtelingen laat het college
echter niet koud. Daarom focust het college op wat de gemeente hierin wel kan
betekenen. Het college ziet mogelijkheden om meer vergunninghouders te
huisvesten om daarmee extra ruimte te maken in de azc’s. De gemeente Laarbeek
heeft in 2015 al 21 mensen gehuisvest en wil dat aantal vergroten, boven op de aantallen
die vanuit het Rijk al moeten. De huisvesting van vergunninghouders is
kleinschalig en voor langere tijd en dat past beter bij het karakter van de
gemeente Laarbeek. ”
Duidelijk is dat voor het
huisvesten van deze vergunninghouders woningen nodig zijn. Woningstichting
WoCom is daarbij de partner van de gemeente, maar daar zijn de mogelijkheden
beperkt. Het college vindt het belangrijk om geen extra druk te leggen op de
beschikbare huurwoningen en is daarom op zoek naar andere oplossingen. Hierbij
valt te denken aan tijdelijke huisvesting in geschikte leegstaande gebouwen of
het plaatsen van woonunits. Bij de zoektocht naar geschikte locaties gaat het
college uit van vier criteria:
- een oplossing moet snel tot resultaat leiden;
- huisvesting is binnen de bebouwde kom;
- vergunninghouders worden verdeeld over de dorpen;
- de huisvesting is niet
van invloed op de uitgifte van bouwgrond.
Ik ben reuze benieuwd hoe
snel het college nu met een oplossing komt. Heel veel fiducie heb ik er niet in,
ook al omdat het college er maar niet in slaagt huisvesting te vinden voor het
al eerder toegewezen contingent vluchtelingen.
Ik had liever een op dit
punt slagvaardiger college gezien.