dinsdag 15 september 2015

                                                                                     

Reglementen van orde



Een commissie van raadsleden heeft samen met de griffier de verschillende reglementen van de raad en de commissies tegen het licht gehouden. Dit heeft geresulteerd in nieuwe opgeschoonde reglementen. Dit is natuurlijk prima. Reglementen moeten op gezette tijden kritisch bekeken worden en zo nodig aangepast worden aan gewijzigde omstandigheden en opvattingen.

De commissie heeft de reglementen zorgvuldig bekeken. Echter op een punt zijn de comissieleden echter duidelijk doorgeslagen. Het betreft hier het verbod op interpellaties in de eerste instantie van de raadsvergaderingen. Het nieuwe reglement verbiedt raadsleden in de eerste instantie te interpelleren. Overweging hierbij is dat in de eerste instantie raadsleden ongestoord hun opvattingen en standpunten te berde moeten kunnen brengen; in de tweede instantie , die bedoeld is als discussie ronde, mogen raadsleden wel interpelleren.

De commissie van raadsleden komt hiermee in het voorstel tegemoet aan de wens en de uitgesproken opvatting in deze van de waarnemend burgemeester, die een broertje dood heeft aan raadsvergaderingen waarin raadsleden schier eindeloos aan het woord zijn. Raadsleden moeten volgens hem zich beperken tot  het onderwerp dat aan de orde is; technische vragen horen niet thuis in de raadsvergadering ; deze moeten op een eerder tijdstip gesteld worden, in commissies bij voorbeeld. Ook zouden raadsleden zich niet moeten verliezen in allerhande herhalingen.

De commissie heeft in het voorstel de stellingname van de burgemeester gevolgd. Maar hebben zij daarmee gelijk? Ik denk van niet. Natuurlijk raadsleden dienen zich te beperken en moeten niet tot in het eindeloze doorgaan. Maar het verbieden van interpellaties in de eerste termijn is daarvoor bepaald niet de geijkte remedie. Integendeel zelfs, het doet afbreuk aan de raadsvergadering als raadsleden pas in de tweede instantie mogen interpelleren. Hierdoor wordt het debat dat men wil op voorhand doodgeslagen. De praktijk bewijst dit ook. Er is in de raadsvergadering nauwelijks sprake van een echt debat.

Partijen gebruiken de raadsvergadering primair als het platform om hun opvattingen naar voren te brengen. Daar is de raadsvergadering ook voor in het leven geroepen: om tot besluitvorming te komen op basis van de uitgangspunten van politieke partijen. Partijen moeten de gelegenheid hebben hun  voor of tegen zijn  te beargumenteren en te verantwoorden. Dat kunnen zij alleen in het debat met hun tegenstanders. En hiervoor moet de voorzitter je de ruimte bieden. A la minute en ten alle tijden! Uitstel van het debat tot een tweede instantie werkt niet en is onzinnig. Het werkt zelfs een derde instantie in de hand: een instantie, waarin  gefundeerd stemverklaringen worden afgegeven.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185