Reglementen van orde
Een commissie van raadsleden heeft samen met
de griffier de verschillende reglementen van de raad en de commissies tegen het
licht gehouden. Dit heeft geresulteerd in nieuwe opgeschoonde reglementen. Dit
is natuurlijk prima. Reglementen moeten op gezette tijden kritisch bekeken
worden en zo nodig aangepast worden aan gewijzigde omstandigheden en opvattingen.
De commissie heeft de reglementen zorgvuldig
bekeken. Echter op een punt zijn de comissieleden echter duidelijk
doorgeslagen. Het betreft hier het verbod op interpellaties in de eerste
instantie van de raadsvergaderingen. Het nieuwe reglement verbiedt raadsleden
in de eerste instantie te interpelleren. Overweging hierbij is dat in de eerste
instantie raadsleden ongestoord hun opvattingen en standpunten te berde moeten
kunnen brengen; in de tweede instantie , die bedoeld is als discussie ronde,
mogen raadsleden wel interpelleren.
De commissie van raadsleden komt hiermee in
het voorstel tegemoet aan de wens en de uitgesproken opvatting in deze van de
waarnemend burgemeester, die een broertje dood heeft aan raadsvergaderingen
waarin raadsleden schier eindeloos aan het woord zijn. Raadsleden moeten
volgens hem zich beperken tot het
onderwerp dat aan de orde is; technische vragen horen niet thuis in de
raadsvergadering ; deze moeten op een eerder tijdstip gesteld worden, in
commissies bij voorbeeld. Ook zouden raadsleden zich niet moeten verliezen in
allerhande herhalingen.
De commissie heeft in het voorstel de
stellingname van de burgemeester gevolgd. Maar hebben zij daarmee gelijk? Ik
denk van niet. Natuurlijk raadsleden dienen zich te beperken en moeten niet tot
in het eindeloze doorgaan. Maar het verbieden van interpellaties in de eerste
termijn is daarvoor bepaald niet de geijkte remedie. Integendeel zelfs, het
doet afbreuk aan de raadsvergadering als raadsleden pas in de tweede instantie
mogen interpelleren. Hierdoor wordt het debat dat men wil op voorhand
doodgeslagen. De praktijk bewijst dit ook. Er is in de raadsvergadering
nauwelijks sprake van een echt debat.
Partijen gebruiken de raadsvergadering
primair als het platform om hun opvattingen naar voren te brengen. Daar is de
raadsvergadering ook voor in het leven geroepen: om tot besluitvorming te komen
op basis van de uitgangspunten van politieke partijen. Partijen moeten de
gelegenheid hebben hun voor of tegen
zijn te beargumenteren en te verantwoorden.
Dat kunnen zij alleen in het debat met hun tegenstanders. En hiervoor moet de
voorzitter je de ruimte bieden. A la minute en ten alle tijden! Uitstel van het
debat tot een tweede instantie werkt niet en is onzinnig. Het werkt zelfs een
derde instantie in de hand: een instantie, waarin gefundeerd stemverklaringen worden afgegeven.