Laarbeekse inbreng
De vergadering van de commissie Ruimtelijk Domein is met opzet een week
vervroegd. Dit om de commissie de gelegenheid te geven om met wethouder van
Zeeland te overleggen over de inbreng van Laarbeek op de bijeenkomst van 29 en
30 september aanstaande over de verkeersproblematiek. De minister heeft heel
duidelijk aangegeven dat zij de gelden voor de Noordoost corridor alleen wil
blijven reserveren voor de regio als de regio met een breed gedragen voorstel
komt. Gezien de ingenomen standpunten en de verdeeldheid binnen de regio zal
dit nog een hele opgave worden. Wij vinden dat er een uiterste poging gedaan
moet worden om tot consensus te komen. De gesprekspartners zullen uit de
loopgraven moeten komen. Blijven volharden in ingenomen posities leidt tot
niets.
Het is natuurlijk verleidelijk om vanuit Laarbeek te blijven hameren op
de noodzaak van de oplossing van de verkeersknelpunten op Laarbeeks
grondgebied. Dit helpt de zaak niet vooruit. Er moet een overall plan komen
voor de oplossing van de verkeersproblematiek inde regio: een breed raamwerk
dat een structurele oplossing voor de Zuidoost Brabant biedt. Binnen dit
raamwerk kunnen vervolgens de lokale problemen opgelost worden. Elke poging om
vanuit de gevoelde lokale problemen tot een algehele oplossing te komen is bij
voorbaat tot mislukking gedoemd.
Na de verwerping van het Ruit-scenario1 komt er beslist geen
Ruit-scenario2. Het komt er nu op aan een nieuw innovatief alternatief op tafel
te leggen, waarbij het regionale belang voorop staat. Deze aanpak biedt de
enige kans dat Laarbeek op termijn door Rijk en provincie geholpen wordt om de
verkeersproblematiek op Laarbeeks grondgebied op te lossen. Dit is onze enige
kans.
Wethouder van Zeeland moet
zich op 29 en 30 september a.s. zich opwerpen als de pleitbezorger van een
regionale oplossing. Tamboereren op de Laarbeekse problematiek lost niets op.
Hiervoor is alleen de steun vanuit Gemert te verwachten voor wat de Beekse brug
betreft. Daar zal het dan bij blijven en zijn we niks opgeschoten. De wethouder
zal buiten zichzelf moeten uitstijgen. Of hij hiervoor de guts heeft, zal
moeten blijken.