Positie raadsleden
Een dertigtal raadsleden stapten in de huidige
zeventien maanden durende raadsperiode al uit de raad. De helft van het aantal
opgestapte raadsleden kon het raadswerk
niet langer combineren met werk en gezin. Soms waren conflicten binnen de eigen
partij, verhuizing of gezondheidsproblemen reden om als raadslid te stoppen.
In de vorige raadsperiode van 2010 tot
2014 vertrokken 43 raadsleden voortijdig. Dat er nu al zoveel raadsleden
stoppen, is een veeg teken. Hiermee komt de diversiteit van de raad komt in het
gedrang. Relatief meer gepensioneerden en mensen die werken in de publieke
sector bezetten raadszetels. Deze eenzijdiger samenstelling doet afbreuk aan de
kwaliteit van de raad. Deze trend bestaat al langer.
Ook blijkt dat
raadsleden het veel drukker krijgen door de extra taken die op de gemeenten
zijn afgekomen. Denk hierbij aan de drie grote transities. Daarbij komt dat
gemeenten lid zijn van steeds meer samenwerkingsverbanden. Het is voor
raadsleden heel lastig om daar een goed zicht op te krijgen. De raad voelt zich
op dit terrein onmachtig. Dat werkt heel frustrerend. Het raadswerk verliest
zijn aantrekkelijkheid. Dat velen voortijdig afhaken en dat het lastig is goede
kandidaten te vinden, is slecht voor het functioneren van de lokale democratie.
Het wordt tijd dat raadsleden ondersteuning krijgen en minder leesvoer op hun
bordje krijgen.
Veel werk, een lage
vergoeding en weinig invloed zijn geen aantrekkelijk perspectief. Het
voortijdig afhaken van raadsleden wijst erop dat het raadswerk zijn aantrekkelijkheid
verliest. Dat het zo lastig is om voor de plaatselijke volksvertegenwoordiging
goede kandidaten te vinden die een termijn ook vol maken, is slecht voor het
functioneren van de lokale democratie.
Vandaag (woensdag 30
september 2015 )reageerde Ton Dijkmans, raadslid in
Cranendonck en bestuurslid van de belangenvereniging van raadsleden Raadslid.NU
op de opiniepagina van het ED met een reactie, waarin hij de eerdere berichten
relativeerde. “ Aantal afhakers in raden valt eigenlijk nog mee ” stond boven
het artikel. Wel erkende hij dat het raadswerk veel tijd kost; het is daarom
begrijpelijk dat mensen kiezen voor hun maatschappelijke carrière.
Op zich heeft Dijkmans gelijk als
hun het aantal afhakers niet schokkend vindt, maar hij onderschat de gevolgen
van het gevoel dat ontstaat: de raad is het hoofd van de gemeente, maar kan
haar taak absoluut niet waarmaken. Geen wonder dat het animo om raadslid te
worden of te blijven afneemt. Structureel zal hieraan iets gedaan worden. De
lokale democratie staat of valt met goede raadsleden.