Fusie nog een vies woord in Zuidoost- Brabant
Dit schreef het ED enkele dagen geleden nog in een
groot artikel over de stand van zaken op het terrein van gemeentelijke fusies.
De krant beschreef vooral de ontwikkelingen in Noordoost-Brabant ,waar
gemeentelijke fusies het landschap danig veranderen. Besluiten in de ene regio
leiden onherroepelijk tot reacties in
aanpalende regio’s. Kijk b.v. maar naar de ontwikkelingen in Uden. Hier
is sprake van een kettingreactie op het beskluit van Veghel, St Oederode en
Schijndel om samen te gaan.
Julien
van Ostaaijen, onderzoeker en docent lokaal bestuur aan de Tilburg University.
Zegt in het artikel dat vragen over de toekomst spelen bij alle Brabantse
gemeenten. De provincie heeft twee jaar geleden een flinke steen in de vijver
gegooid met het rapport van de commissie-Huijbregts over bestuurskracht. Toch
zijn er duidelijke verschillen tussen de verschillende regio’s. Op het eerste
gezicht lijkt het erop dat in Zuidoost-Brabant het op dit terrein erg rustig
blijft.
Dit
is gezichtsbedrog. Volgens Stan van de Laar, die diverse Brabantse gemeenten
adviseert en begeleidt bij samenwerkingsverbanden, zit Zuidoost-Brabant bepaald
niet stil. "Veel gemeenten werken hier ambtelijk al intensief samen, zoals
de Kempen- en de Peelgemeenten. Die verbanden zijn vaak sterker dan in
Noordoost-Brabant. Daar zie je dat gemeenten als Haaren en Landerd twijfelen
waar ze nu eigenlijk bij horen. Daar speelt ook de discussie om de gemeente op
te knippen bij een herindeling. Dat soort gemeenten zijn er in Zuidoost-Brabant
eigenlijk niet. De noodzaak om de stap naar een herindeling te zetten, is
daarom misschien ook wel minder groot."
Een
vergaande ambtelijke samenwerking tussen twee gemeenten wordt vaak als opmaat
gezien voor een herindeling. Maar dat is lang niet altijd (meer) het geval,
constateert Van de Laar. "Natuurlijk is het een complicerende factor dat
een organisatie voor meerdere gemeentebesturen werkt. Maar daar staat tegenover
dat het bestuur dicht bij de inwoner blijft. Er zijn tegenwoordig al best wat
gemeenten die al jaren ambtelijk gefuseerd zijn, maar bestuurlijk zelfstandig
blijven." De kaart van de regio hoeft daarom wat hem betreft over een jaar
of tien niet per se minder gemeenten te tellen. "Maar dan zal niet elke
gemeente nog een eigen ambtelijke organisatie hebben." Van Ostaaijen denkt
daar op zijn beurt anders over. "De schaalvergroting van gemeenten is al
tientallen jaren aan de gang. Het zal niet zover gaan als het plaatje dat ooit
is opgesteld van zes megagemeenten in Brabant. Maar dat er in 2025 een stuk
minder gemeenten zijn, is bijna onvermijdelijk."
Toch
iets om in Laarbeek eens diepgaand over na te denken.