zondag 16 februari 2014

 

Jeugdzorg 2

De Jeugdwet is de eerste grote transitiewet die door de beide Kamers is gegaan. Spoedig zal ook de behandeling van de twee andere transities plaatsvinden.
De nieuwe jeugdwet treedt per 1 jan. 20215 in werking.  Dit is een realiteit. Het heeft geen zin meer om terug te kijken. De gemeenten moeten aan de slag. Het liefst voortvarend.

Gelukkig heeft de regio de afgelopen maanden niet stilgezeten. Bestuurlijk en ambtelijk is er al veel gedaan, binnen het SRE en de Peelgemeenten. Er zijn al voorbereidingen getroffen om nieuwe contracten af te sluiten. Positief is dat lokale groeperingen als cliëntenraden, WMO-raden en coöperaties hierbij betrokken worden. Nog niet zo heel veel is naar buiten gebracht. Met als gevolg dat raden nog in het duister tasten en eigenlijk nog weinig zicht op de materie hebben. Typerend voor de situatie is dan ook de vraag die onlangs nog in het presidium werd gesteld: waar gaat het eigenlijk over?

Dit laatste verbaast mij eigenlijk. Je hoeft geen specialist op dit terrein te zijn om althans enigszins een beeld te hebben wat er zo allemaal onder jeugdzorg valt. Het is nogal wat en bijzonder heel divers. Bovendien is de jeugdzorg een heel glibberig terrein zoals de incidenten van de afgelopen jaren voldoende hebben aangetoond. De jeugdzorg moest naar de gemeenten, omdat de gemeente het dichtst bij de burger staat. Vreemd is dan wel dat waarschijnlijk grote delen van de jeugdzorg toch weer op afstand van de gemeenten worden geplaatst. Dit is op zich in strijd met het uitgangspunt,maar het kan waarschijnlijk niet anders door de specifieke kanten aan de jeugdzorg.

Als je het hele terrein van de jeugdzorg overziet, zie je een diffuus beeld met allerlei spelers op het veld. Een gezin, een plan , een regisseur is een heel mooi uitgangspunt, maar hoe reëel is het? Voor we beleid kunnen maken, moeten we eerst weten wat er allemaal onder jeugdzorg valt. Ik heb geprobeerd het voor mijzelf een beetje op een rij te krijgen. Ik onderscheid:

JeugdzorgPlus:
Dit is een vorm van jeugdzorg met drang en dwang, voor jongeren voor wie een machtiging gesloten jeugdzorg is afgegeven door de kinderrechter. Het betreft jongeren met ernstige,  vaak hardnekkige gedragsproblemen die zich aan de noodzakelijke behandeling dreigen te onttrekken. Soms vormen zij een gevaar voor zichzelf. JeugdzorgPlus wordt geleverd door instellingen die bovenlokaal/bovenregionaal werken.

Jeugdbescherming en jeugdreclassering
Ook dit zijn vormen van jeugdzorg in het gedwongen kader. De kinderrechter kan kinderen en jongeren onder toezicht stellen, waardoor jeugdbeschermingsmaatregelen van kracht worden. Er zijn ook kinderen en jongeren die onder toezicht staan van de reclassering, om resocialisatie te bevorderen nadat zij gestraft zijn voor het plegen van een delict.

Pleegzorg:
Op het gebied van pleegzorg moet een onderscheid worden gemaakt tussen het werven van pleegouders, het bepalen of een vorm van pleegzorg gewenst/noodzakelijk is, het matchen van kinderen/jongeren met pleegouders en het begeleiden van pleegouders. Het werven van pleegouders wordt op dit moment uitgevoerd door pleegzorginstellingen die onderzoeken of potentiële pleegouders geschikt zijn. Als het gaat om het bepalen of een vorm van pleegzorg gewenst/noodzakelijk is, is in het vrijwillig kader nu een indicatie van Bureau Jeugdzorg nodig. In het gedwongen kader kan de kinderrechter besluiten tot een zogeheten ondertoezichtstelling met gedwongen uithuisplaatsing. Een pleegzorginstelling gaat vervolgens op zoek naar een match tussen het kind/de jongere en pleegouders. Een pleeggezin krijgt begeleiding van een begeleider, verbonden aan de pleegzorginstelling die het pleegkind bij de pleegouders in huis heeft geplaatst. Het beschikbaar hebben van voldoende pleeggezinnen is een taak waar alle gemeenten een belang bij hebben. Dit is immers een voorwaarde voor het kunnen leveren van pleegzorg. Bovendien is het zo dat gemeenten vanaf de invoering van de nieuwe Jeugdwet wettelijk verplicht zijn om kinderen/jongeren die niet meer bij hun eigen ouders kunnen wonen zo mogelijk bij pleegouders (of een gezinshuis ) te plaatsen. Tenzij dit aantoonbaar niet in het belang is van de jeugdige en residentiële plaatsing beter is. Vanaf 2015 is nog steeds een uitspraak van de kinderrechter noodzakelijk in het gedwongen kader.

 Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK):
Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) adviseert iedereen die zich zorgen maakt over kindermishandeling. Ook onderzoekt het AMK vermoedelijke situaties van mishandeling. Het AMK is op dit moment ondergebracht bij Bureau Jeugdzorg.  Het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) is een organisatie waar de slachtoffers, daders en omstanders van huiselijk geweld terecht kunnen voor hulp en advies. Er ligt een landelijke taakstelling voor de gemeenten om op regionaal niveau het huidige AMK en het huidige SHG samen te voegen tot een Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en
Kindermishandeling (AMHK). Het AMHK krijgt een meldpunt en adviesfunctie, maar ook een onderzoekstaak. De samenvoeging betreft een bredere doelgroep dan alleen kinderen en jongeren. Het AMHK zal wettelijk worden verankerd in de Wmo, maar valt ook onder het kwaliteitskader van de nieuwe Jeugdwet.

Crisisdienst:
Op dit moment heeft Bureau Jeugdzorg een crisisdienst die 24 uur per dag en 7
dagen per week bereikbaar is. Hier komen de meldingen van crisissituaties binnen, wordt geanalyseerd of daadwerkelijk sprake is van een crisissituatie en kunnen – indien nodig – crisisinterventies worden uitgevoerd en/of wordt (spoed)hulp geïndiceerd en vervolgens door aanbieders ingezet. Bij crisismeldingen wordt binnen 4 uur na melding (face-to-face) contact gelegd met de jeugdige of het gezin. Dit is onderdeel van de analysefase. Er is een sprake van een nauwe relatie met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de jeugdbescherming en jeugdreclassering, die ook onder Bureau Jeugdzorg  vallen.

 Residentiële jeugdzorg:
Het kan zijn dat kinderen en jongeren worden opgenomen voor behandeling of specifieke begeleiding. Er is sprake van een grote diversiteit in zorgvormen. Zo kan het karakter van de residentiële zorg gesloten, besloten of open zijn. Het kan gaan om 24-uurs opname, maar het kan ook zijn dat kinderen en jongeren deels in een groep wonen en bijvoorbeeld in het weekend thuis zijn bij ouders. Het aanbod aan residentiële jeugdzorg is vaak bovenlokaal, regionaal en soms bovenregionaal georganiseerd. Dit hangt samen met het aantal jeugdigen
dat een specifieke vraag heeft naar een bepaald soort hulpverlening en ook met expertise van zorgaanbieders die daarvoor nodig is. Voor diverse zeer specifieke vormen van jeugdzorg worden op landelijk niveau afspraken gemaakt. Denk hierbij aan opname van tienermoeders, opname in verband met eergerelateerd geweld en opname van lichtverstandelijk /beperkt/ sterk gedragsgestoorde jeugdigen.

Wat kan de gemeente zelfstandig uitvoeren en waar moeten we samenwerken? Deze vraag zullen we eerst zelf moeten beantwoorden. Wat kunnen we plaatselijk vormgeven? Het is een lastige vraag, zeker als we kijken naar de vele incidenten in de Jeugdzorg van de afgelopen jaren. Ik kom er zeker binnenkort op terug.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185