Een kleinere overheid?
Het is bon ton
om te pleiten voor een kleinere overheid. Zo ongeveer alle partijen doen het.
Afwijkende meningen zijn schaars. Een deze dagen kwam ik er een tegen. Ditmaal
van Jacques Wallage , tegenwoordig bijzonder hoogleraar Integratie en Openbaar Bestuur aan de
Rijksuniversiteit Groningen en tevens voorzitter van de Raad voor het Openbaar
Bestuur. Gezien zijn politieke achtergrond niet zo verrassend. Jacques
Wallage vindt helemaal niet dat de overheid kleiner moet; de samenleving heeft
een overheid nodig met oprechte interesse in de burger en die de rol van haar
bureaucratie op waarde weet te schatten.
Wallage
schrijft:
“ Het
is weer bijna negen jaar geleden dat ik in 'Lang Leve de ambtenaar!' schreef
dat de publieke zaak langzaam maar onstuitbaar in het defensief raakte. Die
ontwikkeling is sindsdien alleen maar sterker geworden. Het adagium 'hoe minder
ambtenaren hoe beter' wordt breed gedeeld. De ene reorganisatie van het
ambtelijke apparaat rolt over de andere en eerdere taakstellingen zijn nog niet
verwerkt of de volgende komen er al over heen.
De overheid lijkt zich er, ondanks al die reorganisaties, weinig van bewust dat de behoefte van de samenleving is verschoven van ordening naar stimulering en van dictaat naar dialoog. De meeste politieke partijen spreken over de overheid als een hinderpaal voor redzame burgers.”
Hij vraagt zich af waarom hebben we eigen een overheid nodig? Met instemming refereert hij aan Tim O’Reilly De aanhanger van vrije software en open-sourcebewegingen en tevens bedenker van de termen web 2.0 en overheid 2.0, de Ier Tim O'Reilly, heeft volgens Wallage een antwoord dat even duidelijk als kort is. De overheid is er, zegt O'Reilly, om te regelen wat de samenleving zelf niet kan regelen. En voor dat regelen heeft zij een geheel aan wet- en regelgeving, aan uitvoerende instanties, aan bureaucratie nodig.
De 21ste eeuwse overheid kan haar taken niet meer goed uitoefenen door alleen te vertrouwen op het klassieke instrumentarium van budget, wetten en regelgeving. In een netwerksamenleving kan de overheid zaken niet langer afkondigen en van bovenaf opleggen, maar moet ze overtuigen door de samenwerking te zoeken met de verschillende maatschappelijke netwerken. Politici en politieke partijen beschikken nog wel over het formele mandaat, de zetels in de volksvertegenwoordiging, maar niet meer over het feitelijke mandaat om top down om te besturen.
De huidige netwerksamenleving vereist volgens Wallage dat de overheid leert verticale instituties met de horizontale werkelijkheid te verbinden. Ze moet in plaats van burgers dwingend de weg wijzen, de samenwerking zoeken met partijen in de 'buitenwereld' en een open dialoog met hen aangaan. Dat zal niet eenvoudig zijn, want de manier waarop de overheid, in dialoog treedt, is sterk aan regels gebonden.
Zijn conclusie:
De overheid lijkt zich er, ondanks al die reorganisaties, weinig van bewust dat de behoefte van de samenleving is verschoven van ordening naar stimulering en van dictaat naar dialoog. De meeste politieke partijen spreken over de overheid als een hinderpaal voor redzame burgers.”
Hij vraagt zich af waarom hebben we eigen een overheid nodig? Met instemming refereert hij aan Tim O’Reilly De aanhanger van vrije software en open-sourcebewegingen en tevens bedenker van de termen web 2.0 en overheid 2.0, de Ier Tim O'Reilly, heeft volgens Wallage een antwoord dat even duidelijk als kort is. De overheid is er, zegt O'Reilly, om te regelen wat de samenleving zelf niet kan regelen. En voor dat regelen heeft zij een geheel aan wet- en regelgeving, aan uitvoerende instanties, aan bureaucratie nodig.
De 21ste eeuwse overheid kan haar taken niet meer goed uitoefenen door alleen te vertrouwen op het klassieke instrumentarium van budget, wetten en regelgeving. In een netwerksamenleving kan de overheid zaken niet langer afkondigen en van bovenaf opleggen, maar moet ze overtuigen door de samenwerking te zoeken met de verschillende maatschappelijke netwerken. Politici en politieke partijen beschikken nog wel over het formele mandaat, de zetels in de volksvertegenwoordiging, maar niet meer over het feitelijke mandaat om top down om te besturen.
De huidige netwerksamenleving vereist volgens Wallage dat de overheid leert verticale instituties met de horizontale werkelijkheid te verbinden. Ze moet in plaats van burgers dwingend de weg wijzen, de samenwerking zoeken met partijen in de 'buitenwereld' en een open dialoog met hen aangaan. Dat zal niet eenvoudig zijn, want de manier waarop de overheid, in dialoog treedt, is sterk aan regels gebonden.
Zijn conclusie:
“ Wat
de burger van de moderne samenleving nodig heeft, is een ambtelijk apparaat dat
gemotiveerd is door nieuwsgierigheid en oprechte interesse toont in burger en
samenleving. En een politiek die eenzijdige budgetoriëntatie tenminste weet te
verbreden met de erkenning van de betekenis van een dialoog met de burger, en
die daar de bureaucratie op aanstuurt. Een andere overheid dus, niet per
definitie een kleinere.”
Ik ben
geneigd een heel stuk met Wallage mee te gaan. Ik moet ook constateren dat zijn
partijgenoot, de burgemeester van Eindhoven een radicaal andere insteek kiest.
Het rapport dat hij met zijn denktank onlangs voor de VNG schreef is m.i.
helderder, vernieuwender en veel meer consequent.