donderdag 9 januari 2014


 Een kleinere overheid?


Het is bon ton om te pleiten voor een kleinere overheid. Zo ongeveer alle partijen doen het. Afwijkende meningen zijn schaars. Een deze dagen kwam ik er een tegen. Ditmaal van Jacques Wallage , tegenwoordig bijzonder hoogleraar Integratie en Openbaar Bestuur aan de Rijksuniversiteit Groningen en tevens voorzitter van de Raad voor het Openbaar Bestuur. Gezien zijn politieke achtergrond niet zo verrassend. Jacques Wallage vindt helemaal niet dat de overheid kleiner moet; de samenleving heeft een overheid nodig met oprechte interesse in de burger en die de rol van haar bureaucratie op waarde weet te schatten.
Wallage schrijft:
“ Het is weer bijna negen jaar geleden dat ik in 'Lang Leve de ambtenaar!' schreef dat de publieke zaak langzaam maar onstuitbaar in het defensief raakte. Die ontwikkeling is sindsdien alleen maar sterker geworden. Het adagium 'hoe minder ambtenaren hoe beter' wordt breed gedeeld. De ene reorganisatie van het ambtelijke apparaat rolt over de andere en eerdere taakstellingen zijn nog niet verwerkt of de volgende komen er al over heen. 

De overheid lijkt zich er, ondanks al die reorganisaties, weinig van bewust dat de behoefte van de samenleving is verschoven van ordening naar stimulering en van dictaat naar dialoog. De meeste politieke partijen spreken over de overheid als een hinderpaal voor redzame burgers.”

Hij vraagt zich af waarom hebben we eigen een overheid nodig? Met instemming refereert hij aan Tim O’Reilly  De aanhanger van vrije software en open-sourcebewegingen en tevens bedenker van de termen web 2.0 en overheid 2.0, de Ier Tim O'Reilly, heeft volgens Wallage een antwoord dat even duidelijk als kort is. De overheid is er, zegt O'Reilly, om te regelen wat de samenleving zelf niet kan regelen. En voor dat regelen heeft zij een geheel aan wet- en regelgeving, aan uitvoerende instanties, aan bureaucratie nodig.

De 21ste eeuwse overheid kan haar taken niet meer goed uitoefenen door alleen te vertrouwen op het klassieke instrumentarium van budget, wetten en regelgeving. In een netwerksamenleving kan de overheid zaken niet langer afkondigen en van bovenaf opleggen, maar moet ze overtuigen door de samenwerking te zoeken met de verschillende maatschappelijke netwerken. Politici en politieke partijen beschikken nog wel over het formele mandaat, de zetels in de volksvertegenwoordiging, maar niet meer over het feitelijke mandaat om top down om te besturen.

De huidige netwerksamenleving vereist volgens Wallage dat de overheid leert verticale instituties met de horizontale werkelijkheid te verbinden. Ze moet in plaats van burgers dwingend de weg wijzen, de samenwerking zoeken met partijen in de 'buitenwereld' en een open dialoog met hen aangaan. Dat zal niet eenvoudig zijn, want de manier waarop de overheid, in dialoog treedt, is sterk aan regels gebonden.

Zijn conclusie:
“ Wat de burger van de moderne samenleving nodig heeft, is een ambtelijk apparaat dat gemotiveerd is door nieuwsgierigheid en oprechte interesse toont in burger en samenleving. En een politiek die eenzijdige budgetoriëntatie tenminste weet te verbreden met de erkenning van de betekenis van een dialoog met de burger, en die daar de bureaucratie op aanstuurt. Een andere overheid dus, niet per definitie een kleinere.”
Ik ben geneigd een heel stuk met Wallage mee te gaan. Ik moet ook constateren dat zijn partijgenoot, de burgemeester van Eindhoven een radicaal andere insteek kiest. Het rapport dat hij met zijn denktank onlangs voor de VNG schreef is m.i. helderder, vernieuwender en veel meer consequent.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 065367185