Waar de Toekomstvisie
eigenlijk over ging.
De
Toekomstvisie 2020 Laarbeek is eigenlijk geen toekomstvisie in de ware zin van
het woord. Een toekomstvisie beschrijft het beeld van de gewenste samenleving over een reeks van jaren. En het
geeft de weg aan waarlangs we tot dat einddoel kunnen komen. De Laarbeekse
toekomstvisie doet dat niet: de ontwikkelstrategie is losgekoppeld van de visie. Het toekomstbeeld zelf is
fragmentarisch. De visie is immers vervat een zestal thema’s. Het thema
ruimtelijke ordening met alles wat daarmee samenhangt, is niet opnieuw in de
beschouwingen meegenomen. Voor dit onderdeel wordt verwezen naar de vrij
recente nota Groei en bloei.
De nadruk in de
toekomstvisie lag op de veranderde rol van
de gemeente, het laatste thema in de Toekomstvisie. Dit is hoofdstuk is
de kern van de toekomstvisie. Ik persoonlijk
was zeer ingenomen met de keuze die in dit hoofdstuk gemaakt wordt. Dit thema is zonder meer het meest
vernieuwende onderdeel van de toekomstvisie. Hierin wordt afscheid genomen van
de werkwijze van nu. Het is ook het onderdeel waaraan de meeste worden gewijd.
De problematiek wordt geschetst, de uitdaging geformuleerd, een nieuw
uitgangspunt, de geregisseerde verantwoordelijkheid, wordt geïntroduceerd, de
noodzakelijke aanpassingen worden benoemd, de zelfstandig ondernemende
ambtenaar wordt opgevoerd, de systeemverantwoordelijkheid van de gemeente wordt
beschreven en de co-creatie met de burgers komt eraan. En de visie bevat in het
slothoofdstuk een agenda voor politiek en bestuur en voor ambtenaren en
burgers. Het is nogal wat.
Wat in dit
laatste thema beschreven wordt, is meer dan een cultuuromslag. Het is een
geheel andere bestuursfilosofie die overigens perfect past in het huidige
denken over de kleinere overheid. Landelijk wordt afscheid genomen van de
verzorgingsstaat die onbetaalbaar dreigt te worden. De christendemocratische en
sociaal-democratische opvattingen over de staat als schild voor de zwakkeren en
verheffing van de onderste groepen in de maatschappij moeten plaats maken voor
de neo-liberale opvattingen van de kleinere overheid en de marktwerking. Het
klonk enigszins als grootspraak, toen Rutte in de regeringsverklaring van het
tweede kabinet Rutte zei: “ We gaan de geluksmachine uitzetten.” Ondertussen
weten we beter: het is een echte praradigma-shift. Onontkoombaar en
onvermijdelijk. Als je de gevolgen ziet, slaat je soms de schrik om het hart.
John Stuart Mill omschreef in het midden van de 1 9e eeuw in zijn On
Freedom efficiënt bestuur als een
bestuur dat zoveel mogelijk aan het initiatief van de burger overlaat. Waar dit
toe kan leiden, wordt zichtbaar als je Naomi Klein’s boek De shock-doctrine
leest. Zo’n vaart zal het hier niet lopen, maar een gewaarschuwd man telt voor
twee. Ik vind dat de toekomstvisie Laarbeek 2020 op dit punt een verantwoorde
keuze maakt: niet de keuze voor de terugtredende overheid, maar de bewuste
keuze voor het model van de geregisseerde verantwoordelijkheid inclusief behoud
van systeemverantwoordelijkheid. Zolang het laatste, de
systeemverantwoordelijkheid, maar niet te zwaar wordt aangezet, gaat naar deze
keuze onze voorkeur uit.
Is er geen
kritiek mogelijk op deze keuze? Zeerzeker wel. Het is geen volledige kanteling.
Wij vinden dit niet erg, integendeel zelfs. Gemeenten als Molenwaard en
Kommerland die hun ambtenaren naar buiten sturen en er bij wijze van spreken
geen gemeentehuis meer op na houden, slaan o.i. door. De publieke ruimte wordt
hier verlaten en de private ruimte wordt aan de keukentafel publiek gemaakt.
Wij willen op dit punt enige voorzichtigheid betrachten. Als de politiek zich
in het private leven van burgers gaat treden, gaat zij een stap te ver:
politiek moet gaan over de publieke zaak, over het algemeen belang. Met de
overheid achter de voordeur gaan kijken, is
een stap te ver.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185