dinsdag 11 april 2017


                                  Raad en sturing op het sociale domein


Rekenkamers zijn nuttige instrumenten. Op gezette tijden leveren zij hun rapporten af. Soms zitten er heel verrassende tussen. Zo verraste onlang de Gemerts Laarbeekse Rekenkamercommissie ons met haar rapport ; ook i Rotterdam ligt er nu nog onofficieel een interessant rapport over de gemeentelijke informatiebeveiliging. De gemeente Rotterdam is zo lek als een mandje staat er in te lezen.

Tussen al de rapporten viel mijn oog op een rapport van de Nijmeegse Rekenkamer. Het rapport heeft de titel Sturen op zorg. De conclusie van de Rekenkamer is dat de Nijmeegse raad niet of nauwelijks beschikt over bruikbare informatie om te kunnen (bij)sturen op de realisatie van de doelen voor de Wmo 2015 en de jeugdhulp. Het meest opmerkelijke is nog wel dat de raad hier zelf ook niet om vraagt. Eigenlijk onbegrijpelijk! 

“ De relatief beperkte informatie die de raad wel van het college ontving, heeft hij steeds voor kennisgeving aangenomen. Geen van die documenten is besproken tussen de raad en het college. Om in de nabije toekomst wel over de benodigde verantwoordingsinformatie te kunnen beschikken zijn flinke inspanningen nodig van het college en de raad’, aldus het rapport

‘In de beleidsplannen is sprake van een wirwar aan doelen, uitgangspunten en randvoorwaarden’, stelt de Rekenkamer. Het gaat daarbij vooral om kwalitatieve beschrijvingen, die weinig sturend zijn. Welke maatschappelijke effecten moeten worden bereikt, staat nauwelijks omschreven. Ook zijn er geen indicatoren aan gekoppeld. De gemeente meet kortom niet systematisch of de doelen worden gerealiseerd, concludeert de Nijmeegse Rekenkamer. De raad kan dus niet bepalen of het de goede of de verkeerde kant opgaat.

Om het tij te keren moet er in de ogen van de Rekenkamer flink wat werk worden verzet. Op korte termijn moeten raad en college in conclaaf om te bepalen op welke kerndoelen de raad wil sturen. Daar moeten ‘robuuste indicatoren’ aan worden gekoppeld; indicatoren die langere tijd achter elkaar en regelmatig worden gemeten ‘zodat uiteindelijk trends zichtbaar worden’. Daarnaast adviseert de Rekenkamer om afspraken te maken over de planning van de doorontwikkeling van de monitoring. ‘Voor de raad is het van belang te weten vanaf wanneer welke indicatoren worden gemeten, zodat hij ook weet vanaf wanneer hij welke informatie over de realisatie van de kerndoelen kan verwachten.’

Het landelijk verplichte cliëntervaringsonderzoek zou in de ogen van de Rekenkamer moeten worden uitgebreid. Nu wordt alleen gekeken naar cliënten met een maatwerkvoorziening. Ook Nijmegenaren die geen of een algemene voorziening hebben ontvangen moeten in de cliëntervaringsonderzoeken worden meegenomen. Raad en college moeten op gezette tijden beleidsstukken en verantwoordingsinformatie gaan behandelen. Hiertoe zou een aparte raadscommissie kunnen worden ingesteld.

De  Nijmeegse Rekenkamer heeft een lokale zorgmeter ontwikkeld waarmee de raad inzicht krijgt in de ontwikkelingen in de Wmo en jeugdhulp. Er kan een koppeling worden gemaakt tussen onder meer kerndoelen, indicatoren en verantwoording. Deze zorgmeter levert nu nog een onvolledig beeld op, omdat er onvoldoende gegevens beschikbaar zijn om de zorgmeter te vullen. Om de lokale zorgmeter tot een nuttig instrument voor de raad te maken, adviseert de Rekenkamer deze verder te laten vullen en actueel te houden. 

Toch een initiatief dat we in de gaten moeten houden.

Van morgen las ik dat lokale rekenkamers samen een 3D-denktank gaan oprichten. Doel is kennis en ervaring over de decentralisatie van het sociaal domein te delen en te verspreiden. Door diverse rekenkamers wordt veel onderzoek gedaan naar de implementatie en uitvoering van de decentrale taken op het gebied van jeugd, werk en zorg. Maar het ontbreekt tussen de rekenkamers nog aan afstemming en uitwisseling over de bevindingen. Doel van de  3D-denktank is om die kennis over bijvoorbeeld vraagstellingen, onderzoekdomeinen, onderzoeksmethoden en indicatoren te delen.

‘Veel rekenkamers worstelen met de veelheid aan onderwerpen en de complexe omgevingen waarbinnen één en ander zich afspeelt. In 2017 gaan we vanwege de vele signalen van onze leden samen met de 3D-denktank inzetten op verbetering van de kennisdeling rond de 3D’s’, aldus een toelichting van de Nederlandse Vereniging voor Rekenkamers en Rekenkamercommissies.
 

Van de best practices uit eerdere onderzoeken worden handreikingen gemaakt ten behoeve van het vormgeven van nieuwe onderzoeken. Het streven is om een actuele kennisbank op te zetten, waardoor een breed inzicht in lopende en afgeronde onderzoeken ontstaat.

Een goed initiatief denk ik.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185