Het college heeft enige tijd geleden een voorstel bij
het presidium neer gelegd om “de kloof ”tussen de politiek en de bevolking te
slechten. Het was een ambitieus voorstel dat voortborduurde op de nieuwjaarstoespraak
van de burgemeester aan het begin van dit jaar. Het presidium heeft het
voorstel afgewezen. De redenen hiervoor zijn mij niet geheel duidelijk. Het
verslag van de vergadering geeft op dit punt geen uitsluitsel.
Politieke partij PNL laat het hierbij niet zitten en
heeft een motie aangekondigd die vandaag in de raad behandeld wordt. Op zich een opmerkelijke
move, maar niet geheel onvoorstelbaar. Misschien wil het college en nu ook PNL iets
te snel door de bocht. Dat moet niet uitgesloten worden.
Er wordt wel heel gemakkelijk en snel over het bestaan
van een kloof gesproken. Zonder een diepgaande analyse wordt verondersteld dat
deze kloof bestaat. Over het waarom van de kloof en de diepte wordt niet nader
ingegaan. Toch is een indringende analyse een eerste voorwaarde. Een groot en
ingrijpend traject starten zonder eerst de problematiek ter dege onderzocht te
hebben en in kader te hebben gebracht, leidt alleen maar tot teleurstellingen.
Erger nog het doet afbreuk aan de politiek als zodanig. Voorzichtigheid is dus
geboden.
Er wordt de laatste tijd heel veel gepubliceerd over
maatschappelijke veranderingen die hun effect op het politieke bestel hebben.
Zware studies vaak die veel verklaren, maar net ook weer niet alles. Zo schreef
Warna Oosterbaan onlangs een interessant artikel in de
NRC met als titel “Geef lager opgeleiden ook een kans ” Er is een nieuwe
tweedeling ontstaan tussen laag en hoger opgeleiden. Maar 3% van de nieuwe
Tweede Kamerleden is niet hoger opgeleid. In de bevolking is dit percentage
70%. Schever kan welhaast niet.
Romans geven soms een helderder beeld dan welke studie
dan ook. Eén van de eigenaardigheden van deze tijd is dat het soms lijkt alsof
je in een toekomstroman bent beland. Niet dat Frankrijk al een islamitische
republiek is, zoals Michel Houellebecq inSoumission (2015) voorzag. Maar als je het boek
leest, wordt dat scenario op een aannemelijke wijze gerealiseerd. En in Amerika
lijkt het ministerie van de Waarheid zoals George Orwell dat in Nineteen Eighty-Four (1949) beschreef al volop actief: Ignorance is strength! En het motto America First, dat we
kenden uit The plot against America
van Philip Roth, is nu de echte slagzin van de reëel bestaande president van
Amerika.
Hoog opgeleiden hebben volgens Warna Oosterbaan nog iets
waarin ze van laag- en middelbaar opgeleiden afwijken: ze zijn meer in politiek
geïnteresseerd, ze verwachten meer van de politiek en zijn politiek veel
actiever. De bestuurskundigen Mark Bovens en Anchrit Wille laten in hun boek Diplomademocratie (2011) overtuigend zien dat
meritocratie en democratie op gespannen voet met elkaar staan: de opvattingen
van laag opgeleiden worden in het politieke debat nauwelijks tot uitdrukking
gebracht.
Nu hoeft dat geen probleem zijn als hoog- en laag
opgeleiden over belangrijke kwesties ongeveer hetzelfde denken. Maar dat is
niet zo. Over immigratie, gezondheidszorg, criminaliteit, Europa en inkomens
denken hoog- en laag opgeleiden anders, en binnen grote partijen geldt dat
gekozenen liberaler zijn dan de mensen die op hen stemden. Resultaat is dat
laag opgeleiden zich niet goed vertegenwoordigd voelen, cynischer en
wantrouwender worden en ertoe neigen dan maar niet te gaan stemmen.
Daarmee zijn we beland bij een ernstig democratisch
tekort: de kloof tussen een invloedrijke, hoog opgeleide minderheid, en de
meerderheid die veel lager is opgeleid en een veel slechtere toegang heeft tot
de macht.
Hoe we dit kunnen oplossen , is niet een twee
duidelijk.