Toch weer top down?
Politici zijn geen knip voor hun neus waard als zij
zich neerleggen bij het gebrek aan belangstelling voor de politiek van de
burgers. Zij moeten het als hun primaire
taak zien de burgers bij het bestuur te betrekken, te enthousiasmeren en
richting te geven. Daarvoor zullen politici uit hun eigen kringetje moeten
treden en weer veel meer de burger moeten gaan opzoeken. Daar ligt hun primaire
taak: voeling houden met wat onder de burgers leeft, wat hen bezig houdt en
bezielt.
De 21ste eeuwse burger is mondig geworden
en wil primair zijn eigen beslissingen
nemen. Dit maakt het voor politici lastiger dan in het verleden. Een succesvol
politicus in het verleden moest de burgers kunnen opzwepen en als volksmenner
op het podium staan. Deze methode werkt nu niet meer. Kijk maar naar de setting
van de verschillende partijbijeenkomsten van vorige week. Sybrand Buma en Jesse
Klaver als de nieuwe verlossers. Dan deed Mark Rutte het handiger met zijn een
mans optredens.
Bovenstaande overwegingen kwamen bij mij boven drijven
toe ik het verslag van de laatste presidiumvergadering las. In
presidiumvergaderingen worden de agenda voor de raad en de commissies
vastgesteld. In het verslag van de presidiumvergadering van 17 januari stonden
op het eind een tweetal mededelingen van
de voorzitter. Burgemeester van der Meijden zei:
“ Het verkleinen van de kloof tussen politiek en
inwoners is een ander aandachtspunt dat zal worden uitgewerkt in een concreet
actieplan. Ook hierin wordt de raad tijdig betrokken. ”
Natuurlijk moet de expliciete aandacht voor de kloof
tussen politiek en inwoners alle waardering en steun krijgen. Dat deze kloof
ook in Laarbeek bestaat , is voor mij geen vraag. Evenals de noodzaak hier
iets aan te doen. Of met het opstellen van een actieplan van bovenaf door het
ambtelijke apparaat en het college verbeteringen bereikt kunnen worden, is voor
mij zeer de vraag. Een top down-aanpak gaat niet werken. De kloof is juist mede
ontstaan omdat de burger het gevoel heeft dat alles over hem heen georganiseerd
en besloten wordt. Men zal dus naar de burger zelf moeten gaan en hem van meet
af aan bij het proces moeten proberen te betrekken. Een lastige opgave, maar
zeker niet onmogelijk.
In dezelfde presidiumvergadering kwam burgemeester van
der Meijden ook nog met een tweede mededeling. In het verslag staat:
“ De voorzitter
meldt dat het college bezig is met een passende reactie in het kader van het
verzoek van de provincie over ‘veerkrachtig bestuur’. Onderdeel daarvan is het
voeren van korte en krachtige discussie met stakeholders, waaronder de raad. De
reactie van Laarbeek zal vervolgens worden afgestemd met de overige
Peelgemeenten. De raad wordt hierover nog nader geïnformeerd.”
De gebezigde formulering verbaasde mij. Ook omdat hij
afweek van eerdere uitlatingen. Na de brief van de commissaris van de Koning en
in zijn nieuwjaarstoespraak werd een ietwat andere toon aan geslagen. Toen
legde hij de nadruk op de noodzaak allereerst de burgerij te raadplegen over de problematiek die Veerkrachtig Bestuur en de
commissaris hadden aangesneden. En zo zou het
m.i. ook moeten. Nu lijkt het erop dat de burgemeester kiest voor een
procedure waar de burgers weer buitenspel staan.
Hopelijk vergis ik mij!