Leegloop
Begin
vorige week publiceerden de Nederlandse kranten alarmerende cijfers over de
leegloop van politieke partijen. Partijleden zeggen massaal hun lidmaatschap op.
Met verstrekkende gevolgen voor de gevestigde politieke partijen. Met name de
Volkskant was in de problematiek gedoken. De andere kranten volgden. Arnold
Grunberg schreef vrijdag in zijn column terecht dat wie iets van de boze burger
wil begrijpen Woede en tijd van Peter Sloterdijk zou moeten lezen. Sloterdijk
schreef hierin in 2006 al dat mensen niet zozeer hartstochten hebben als wel
dat hartstochten mensen hebben. Mensen willen erkenning.
Een ander
opmerkelijk verschijnsel was de uitslag van de eerste ronde van de
presidentsverkiezingen in Oostenrijk afgelopen zondag. Niet de kandidaten van de
gevestigde partijen, de sociaal-democraten en de christendemocraten, wonnen,
maar de kandidaat van de FPÖ. De middenpartijen werden in Oostenrijk
weggevaagd. Gezien de stemming in verschillende Europese landen zou dit ook in
verschillenden andere staten kunnen gaan gebeuren. De radicalisering zowel naar
links als naar rechts beangstigt zeer.
Overigens
is deze leegloop is geen nieuw verschijnsel en zeer zeker ook niet beperkt tot
politieke partijen. Sheila Sitalsing opende er haar column in Volkskrant deze
week mee. Zij schreef:
“ Na het uitstervende vakbondslid, de
weglopende krantenabonnee, het afhakende lid van de AVRO/TROS en de
kerkverlater hadden we dinsdag het gillend weggerende ex-lid van VVD, PvdA
en/of CDA in de krant.”
De terugloop van de ledenaantallen
zijn dramatisch. 35 jaar geleden had het CDA nog 143 duizend leden,
tegenwoordig nog maar 50.181. Leden lopen overal gillend weg. De PvdA had in 1981nog
109.557 leden, nu nog slechts 46.045. Bij de VVD is er minder dan eenderde over
van het ledenbestand uit de jaren tachtig. Als ze een liberale publieke omroep zouden
willen oprichten, dan zouden ze geen zendtijd krijgen.
Partijen zitten met deze
terugloop erg in hun maag. Minder leden betekent minder inkomsten en minder
subsidie. En chronisch geldgebrek. Partijen zetten wel met man en macht
allerlei ledenwerfcampagnes op, maar het helpt niet echt. Sitalsing concludeert
dan ook:
“ Er zit weinig anders
op: de markt op. Nadat ze elke denkbare maatschappelijke organisatie de
commercie in hebben geschopt, zullen ze er zelf ook aan moeten geloven. Een
veiling van de boezeroenen van Hans Spekman, racefietsen van het merk Buma,
niets is onmogelijk.”
Grote middenpartijen zijn
onontbeerlijk voor de stabiliteit van een land. Partijen zullen dus een
oplossing moeten vinden. Er is een geruststellende gedachte: burgers zijn niet
gek. Zij kunnen wel eens een tijdje achter de waan van de dag aanlopen.
Uiteindelijk zegeviert het gezonde verstand.