Julien
van Ostaaijen
De Tilburgse
wetenschapper Julien van Ostaaijen heeft op verzoek van Raadslid.nu een essay geschreven over de bestuurlijke rol
van gemeenteraden. Volgens hem moet de gemeenteraad zich scherper opstellen en beter de rol van
verbinder tussen college en samenleving vervullen. De gemeenteraad dient zich
daarvoor vaker ‘hard naar het college’ en ‘zacht naar de samenleving’ op te
stellen. Zo luidt dan ook de titel van zijn essay “Hard naar het college, zacht
naar de samenleving. Op zoek naar een nieuwe verbindende rol van de
gemeenteraad” .
Van
Ostaaijen doet in zijn essay over de bestuurlijke rol van de raad een drietal
praktische aanbevelingen hoe gemeenteraden het beste aan de slag kunnen gaan om
‘hard naar het college’ en ‘zacht naar de samenleving’ te zijn:
1. Breng in
kaart hoe hard of zacht de gemeenteraad zich opstelt
Inventariseer
binnen de eigen raad hoe men zich in het verleden heeft opgesteld richting
college en de inwoners. Luistert de raad naar de ideeën van de burger of laat
hij zich leiden door strikt vastgelegd beleid van het college? Per
beleidsterrein kan dit verschillen en juist daarom is het belangrijk, aldus Van
Ostaaijen, om deze inventarisatie goed te maken.
2. Breng in
kaart of er veranderingen noodzakelijk zijn in de rolopvattingen van de gemeenteraad
De raad
hoeft niet bij ieder onderwerp wat in het gemeentehuis speelt even dominant
aanwezig te zijn. Men zou in een gesprek kunnen verkennen of de raad daar zijn
momenten goed in kiest en wat gewenste ontwikkelingen zijn. Zou de gemeenteraad
bijvoorbeeld vaker of op andere onderwerpen initiatief richting college moeten
nemen en is er genoeg ruimte voor eigen initiatief van inwoners?
3. Bespreek
wie zich bekommert om de positie van de gemeenteraad
Het gesprek
voeren over de rollen van de gemeenteraad en op basis daarvan keuzes maken, is
een taak van de gehele raad. Als dat slechts door een (klein) deel ervan
gedragen wordt, is het tot mislukken gedoemd. De vraag is dan ook wie is in
essentie verantwoordelijk voor de positie van de gemeenteraad.
Veel
griffiers en burgemeesters voelen zich volgens Van Ostaaijen maar ten dele
verantwoordelijk voor de positie van de gemeenteraad en dan vooral waar
het gaat om zaken als efficiëntie, effectiviteit en rechtmatigheid. Wanneer het
gaat om welke positie een gemeenteraad moet innemen ten opzichte van de
samenleving en het college is dat veel minder het geval. Wellicht, zo schrijft
Van Ostaaijen, is dat nog een taak voor de vicevoorzitter, maar dan vereist dat
wel dat deze rol niet meer automatisch door het oudste of langstzittende
raadslid wordt opgepakt, maar door een invloedrijk en voor anderen aanvaardbaar
persoon die zich ook met de rol van de raad als geheel wil bezighouden. Volgens
Van Ostaaijen moet het er niet om gaan dat de vicevoorzitter deze rol pakt,
maar het gaat er vooral om dat de raad en raadsleden met elkaar in gesprek gaan
of één persoon of instantie daarvoor een bijzondere verantwoordelijkheid krijgt
en wie dan. De verantwoordelijkheid voor deze rol van de raad kan volgens Van
Ostaaijen nooit tot één of enkelen beperkt blijven.
Gelijk
heeft hij.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185