dinsdag 10 mei 2016


Commissie Sociaal Domein


De agenda van de commissie Sociaal Domein van dinsdag 10 december 2016 was weinig spectaculair. Naast de gebruikelijke vaste agendapunten stonden er geen echte discussiepunten op de agenda. Wel stonden twee rapportages  op de agenda. Het betrof het Jaarverslag 2015 Helmond- De Peel –Laarbeek en Zorg en ondersteuning 2015 van De Peel 6.1.

Beide jaarverslagen bevatten allerlei interessante gegevens. Kennisname van deze rapporten was zonder meer blikverruimend. Het Jaarverslag gaf een schat aan informatie over de sociale kaart van Laarbeek. Getallen stonden niet op zichzelf maar werden gerelateerd aan de gegevens in nabuurgemeenten  en de Intergemeentelijke Sociale Diensten.  Dit gaf soms verrassende inkijkjes. Na kennisname van deze getallen worden bepaalde ontwikkelingen beter zichtbaar. Een cijfer heeft mij geïntrigeerd: Laarbeek heeft het hoogste percentage laag opgeleiden in de regio! Gaan we hier nog iets aan doen of laten we het bij de constatering?

De tweede rapportage is een zeer uitvoerige, een jaarverslag van de ondertussen gemankeerde samenwerking in De Peel 6.1. in 55 blz! 2015 is het eerste volledige jaar dat De Peel heeft gedraaid en tevens het voorlaatste. 31 december 2016 is Peel 6.1. ter ziele.  Toen de rapportage werd geschreven – in februari 2016- wisten de samenstellers dit nog niet. In  hun inleiding schreven ze nog in het belang van de uitvoering te hopen dat er snel duidelijkheid komt. Die duidelijkheid is er gekomen, maar anders dan zij zich hadden voorgesteld.

De gemeente Helmond wil niet langer verder met Peel 6.1. Wat Helmond bewogen heeft om de stekker er uit te trekken, is nog steeds niet helemaal duidelijk. De Helmondse wethouders de Leeuw en van de Zanden en burgemeester Blanksma  hebben wel hun raad kunnen overtuigen. In de regio hebben zij de handen niet op elkaar kunnen krijgen. Er zijn zoveel versies en zoveel verhalen in omloop, dat ik in iedere geval de weg kwijt ben.

Wat er gebeurd is, is compleet onvoorstelbaar. Laten we ons realiseren dat de regio aan het experiment begonnen is als antwoord op de conclusies van het rapport Krachtdadig Bestuur van de commissie Huijbrechts. De regio kon de problemen zelf oplossen en had daarvoor het middel van de gemeentelijke fusie niet nodig. Natuurlijk met Peel 5.1 kunnen we verder, maar dit lost de overkoepelende problematiek niet op. Door zich terug te trekken pleegt Helmond verraad aan de Peel en stelt het niet op als een betrouwbare partner waarop de regiogemeenten kunnen vertrouwen. Deze vertrouwensbreuk weegt zwaar en belemmert de toekomst.

Dat Helmond haar eigen belangen liet prevaleren is des te onbegrijpelijker als we kijken naar de recente ontwikkelingen. Denk  aan de ontwikkelingen rond Nuenen c.a.  Zal Helmond dadelijk niet wijzen op de onevenwichtigheid die in Zuidoost Brabant ontstaan als Nuenen en mogelijke andere gemeenten ingedeeld worden bij Eindhoven? Zal Helmond dan ook niet compensatie vragen, alleen al om een zekere mate van evenwichtigheid te bewaren? Blanksma en de haren hadden dit eerder moeten bedenken.

Toen ik kennis nam van de rapportage was de eerste gedachte die zich bij mij opdrong was, wat moet ik hiermee? Hoe relevant is dit allemaal nu nog. Fijn dat ik het allemaal weet, maar wat moet ik hiermee? Geeft het rapport het verhaal achter de cijfers, zoals de wethouder in een eerdere instantie eens gezegd heeft.

Eigenlijk niet. En dat is jammer. Als we niet goed weten waarom het fout is gelopen en Helmond zich genoodzaakt zag de stekker er uit te trekken – wat hebben we dan van Peel 6.1 geleerd.  Ik constateer dat er hard, heel hard, gewerkt is door de medewerkers van Peel 6.1. Dat het een lastige materie was en dat er veel te lang veel onduidelijkheden hebben bestaan. Ik zie dat er veel gepresteerd is onder hoge tijdsdruk. Er is in korte tijd een indrukwekkend bouwwerk opgericht. Dat verdient waardering en respect.

Maar ook zie ik dat Peel 6.1 een zeer sterk bureaucratisch georiënteerd  geheel is opgetrokken met heel veel checques and balances en te ver weg van de burger. De organisatie en de financiën stonden voorop – de zorgvragende burger voelde zich vaak in  de kou staan. Dit zal dus in een nieuwe organisatie anders moeten met wijkteams dicht bij de burger. Meer zelfsturende wijkteams in plaats van van bovenaf aangestuurde.

De in deze kabinetsperiode doorgevoerde transities hebben grote consequenties voor gemeentenen burgers. Gemeenten kregen in een keer een heleboel nieuwe taken, waar ze absoluut geen ervaring mee hadden. Zij kregen ook een bak geld, waarmee de klus geklaard moest worden. Te gelijkertijd werd een forse bezuiniging doorgevoerd. Of het allemaal kon werd niet gevraagd; het werd eenvoudigweg opgelegd. Gemeenten kraakten in hun voegen. Heel wrang is dat gemeenten op de WMO geld overhouden. Binnenlands Bestuur becijferde vorige week dat de Nederlandse gemeenten zo’n 310 milj euro overhouden. Laarbeek had al eerder becijfert ruim 6 ton over te houden.

Wat zeggen deze overschotten? Is men te voorzichtig geweest en/of heeft men te hard bezuinigd uit angst voor onbeheersbare uitgaven? Waarschijnlijk alle twee. Ik voor mij plaats het in een breder kader: het kabinet Rutte 11 heeft het mes gezet in de verzorgingsstaat en de welvaartstaat. Dit allemaal ten behoeve van de neo-liberale staat. Een ontwikkeling  die de rijken bevoordeelt en de zwakkeren steeds meer aan hun lot overlaat. Ieder voor zich en God voor ons allen – zoals het aloude adagium luidt. Ik denk nog steeds dat gemeenten te gemakkelijk de neo-liberale staat hebben omarmd en doorgeschoten zijn t.n.v. de zwakkere in de samenleving die zich tevreden moeten stellen met een schoon en leefbaar huis en steeds meer geconfronteerd worden met stijgende zorgkosten. Willen wij dit? Ik ben benieuwd naar de reacties.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185