In
de komende raadsvergadering van november gaat de raad naar alle
waarschijnlijkheid het nieuwe Reglement van orde vaststellen. Niet ontkend kan
worden dat de raad behoorlijk wat energie in dit nieuwe reglement heeft
gestoken, zowel in de voorbereiding als
in de behandeling in de commissie. Dit is terecht: het reglement is iets dat
primair des raads is. De raad bepaalt zelf haar eigen procedures.
Nu
de finale behandeling in de raad aanstaande is, staan nog een aantal
beslispunten open. In de raad wordt op deze punten soms heel verschillend
gedacht, zelfs binnen de partijen zelf. In dit stukje pik ik er drie uit.
Allereerst
het openings- en sluitinggebed. De PvdA heeft voorgesteld om dit af te schaffen.
Hier kun je verschillend over denken. Persoonlijk vind ik het jammer, maar de deconfessionalisering
is ook in Laarbeek zover voortgeschreden dat je met geen mogelijkheid meer de
handhaving van een openings- en sluitingsgebed nog kunt voorschrijven. Vraag
blijft overigens wel of je niet met een bepaalde voorgeschreven formule, geen
gebed zijnde, de raadsvergadering
traditioneel kunt openen en sluiten. Geen bezinningsmoment meer, meer een zaak
van decorum.
De
raad is er niet in geslaagd een eensluidend voorstel te formuleren . Er worden
een viertal opties aan de raad voorgelegd:
Optie 1 Voorzitter opent en sluit de vergadering
zonder enige overweging of moment van stilte.
Optie 2 De voorzitter opent en sluit de vergadering,
naar eigen inzicht met een overweging of een moment van stilte.
Optie 3 De voorzitter opent en sluit de vergadering
met het uitspreken van het volgende openingsrespectievelijk sluitingswoord
(voorstel ABL). Opening: “Dames en heren raadsleden, de inwoners van Laarbeek
hebben u gekozen om hen te vertegenwoordigen in deze raad. U bent nu in vergadering
bijeen om met inachtneming van de belangen van de inwoners en met respect voor
ieders standpunt, te debatteren en besluiten te nemen. Ik wens u daarbij veel
wijsheid toe.” Afsluiting: “Moge de inspanningen en besluiten van deze
vergadering ten goede komen aan de gemeente Laarbeek en haar inwoners.”
Optie 4 De voorzitter opent en sluit de vergadering
met één van de overwegingen die door de raad zijn vastgesteld en in de bijlage
van dit reglement zijn opgenomen.
In
de voorbereiding is de meeste aandacht uitgegaan naar optie 3. Deze optie is
aangedragen door raadslid R. Verschuren van ABL. Alleen maar vragen om stilte
was volgens hem te mager en onvoldoende, zeker gelet op de integriteitskwesties
van het afgelopen jaar. Je kunt deze mening toegedaan zijn ,maar dan moet je
dat ook in de tekst laten terugkeren. Dat gebeurt nu niet! Ik denk overigens
dat je een openingsformule niet moet linken aan recente ervaringen. Een formule
wordt hiermee zeker niet toekomstbestendig. Alles overziende zou ik kiezen voor
optie 4 en een passende tekst voor de overweging gaan zoeken. Dit moet zeker
lukken.
Het
tweede resterende discussiepunt is de deelname van de wethouders aan de
beraadslagingen. Vanuit PNL wordt voorgesteld wethouders niet aan de
beraadslagingen te laten deelnemen. Dit lijkt mij te rigoureus en zal
waarschijnlijk niet werken. Zo wordt het dualisme te ver doorgevoerd. Het
voorstel de burgemeester hierover te laten beslissen is ook weer een stap te
ver. Door dit zo in het Reglement te zetten geeft de raad zichzelf een
testimonium paupertatis. Handhaaf de tekst zoals hij nu is en handel naar
bevind van zaken, zou ik zeggen.
Het
derde bespreekpunt is m.i. wezenlijk. Het gaat over het recht van de raad om te
interrumperen. Nu wordt voorgesteld dat niet meer toe te staan in de eerste
instantie, wel hebben raadsleden het recht om verhelderende vragen te stellen
na afloop van de bijdrage van een raadslid. Het fundamentele van een
raadsvergadering is het debat tussen raadsleden onderling. De mogelijkheden
voor een debat moet je dan ook nooit beperken. Raadsleden moeten ook in de
eerste instantie kunnen ingrijpen. Het debat beperken tot de tweede instantie,
zoals klaarblijkelijk de burgemeester wil, is voor een raad de dood in de pot.
Je kunt dan de eerste instantie veel beter schriftelijk af doen.