Meerschaligheid
Toeval of niet. Ik kwam vandaag twee artikelen tegen
waarin gesproken werd over gemeentelijke herindeling. Vanmorgen las ik dat een
aantal partijen in de Eindhovense gemeenteraad de Metropool Regio Eindhoven
niet als een eindpunt beschouwen. De Eindhovense oppositiepartijen zoals Het
Ouderen Appèl en de VVD beschouwen de MRE als een tijdelijk vehikel. Het zou in
hun ogen een tussenstap moeten zijn op weg naar een forse gemeentelijke
herindeling. In deze regio zou een grote gemeente gevormd moeten worden die qua
omvang een even grote vinger in de pap kan hebben als Amsterdam en Rotterdam.
Poeh, denk je dan. Dit is nogal wat. Geen wonder dat
wethouder Staf Depla meteen waarschuwde voor overdreven verwachtingen. Als
Eindhoven zelf deze discussie opstart, is dat voor velen verdacht: “ Wij worden
dan gezien als de grote broer die de kleintjes wil opeten.” Zo waarschuwde hij.
Depla herinnerde zich waarschijnlijk de in dit opzicht wijze woorden van
burgemeester van Gijzel dat Eindhoven op dit punt niet het initiatief moest
nemen. Het moest van hem van onderop komen. Een Eindhovens initiatief zou
volgens hem altijd averechts werken. Ik denk dat van Gijzel gelijk heeft.
Anderzijds zegt het gegeven dat juist op dit moment de
discussie in Eindhoven aangezwengeld wordt, ook wel iets over de twijfels die
er in de regio bestaan over de MRE. Deze nieuwe organisatie is beslist niet de
oplossing voor de problemen van de regio. Daarvoor is ze een te afgeslankte
opvolgster van het SRE. Tegenstanders
van een gemeentelijke herindeling, die denken met deze nieuwe MRE het
spook van de herindeling uitgebannen te hebben, zouden zich wel eens deerlijk
kunnen vergissen. Een zwakke, ondemocratische MRE zwengelt juist de discussie
over een grootschalige herindeling aan. De discussie in Eindhoven geeft dit
aan.
Het tweede artikel dat ik vandaag over herindeling
las, ging uit van een geheel ander uitgangspunt. Het betreft een artikel van
Jantine Kriens , de directeur van de VNG, over meerschaligheid als ideale
schaal. Zij wees erop dat per 1 januari 2015 het aantal gemeenten onder de
400-grens zakt. Er zijn dan nog maar 393 gemeenten. De herindelingsdiscussie in
Nederland staat vaak los van de inhoud. En dat
terwijl het juist de inhoud is die het noodzakelijk maakt dat we blijven kijken
of we nog op de juiste schaal opereren. En het is ook juist de inhoud die
ervoor zorgt dat daar volgens Kriens geen eenduidig antwoord op te geven is.
Zij concludeert:
`Als je vanuit de inhoud kijkt naar wat de
beste schaalgrootte is, dan zie je dat er helemaal niet zoiets is als ‘de
ideale gemeentegrootte’. Als je vanuit de inhoud discussieert over schaal, dan
leidt dat niet tot polarisatie maar tot een besef dat je dan altijd uitkomt op
meerschaligheid. Dan kan de conclusie zijn dat het beter is om het bestuur
dichtbij te houden en op andere fronten met buurgemeenten op te trekken in
regionale samenwerkingsverbanden of zelfs over te gaan tot een ambtelijke
fusie.
Zo lang er gemeenten zijn, zullen er herindelingen zijn.
Maar onze veranderende maatschappij vraagt dat we daar met een andere blik naar
kijken. Als je vanuit de inhoud kijkt, dan kan het niet anders dan dat onze
netwerksamenleving consequenties heeft voor hoe gemeenten hun bestuur en hun
ambtelijk apparaat organiseren. Vanuit de inhoud ben ik dan ook nieuwsgierig
naar de herindelingen en ambtelijke fusies die nog in het verschiet liggen.`
Er zijn verschillende vormen mogelijk. Meer alternatieven dus dan wat in Eindhoven aangegeven wordt. Meerschaligheid is een oplossing die in de discussie meegenomen moet worden. Meerschaligheid is op zich een wat vreemde term. Ik pak het op als gelijktijdige samenwerking op verschillende niveaus.
Er zijn verschillende vormen mogelijk. Meer alternatieven dus dan wat in Eindhoven aangegeven wordt. Meerschaligheid is een oplossing die in de discussie meegenomen moet worden. Meerschaligheid is op zich een wat vreemde term. Ik pak het op als gelijktijdige samenwerking op verschillende niveaus.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185