Beleidsplan WMO
Wethouder Briels is trots op dit
beleidsplan, apetrots zelfs. En hij niet alleen. Het beleidsplan WMO is een
plan van en voor burgers, interactief opgesteld door velen. Terecht dat de
wethouders en zijn medewerkers trots zijn op dit beleidsplan.
De bezieling waarmee dit plan tot
stand gekomen is , was duidelijk voelbaar op de bijeenkomst in oktober in het
Ontmoetingscentrum in Beek en Donk. In ieder geval was ik bij de presentatie
zwaar onder de indruk van het grote aantal mensen die meegewerkt hebben aan dit
beleidsplan; onder de indruk ook van de aanpak – geen plan dat van boven werd
opgelegd, maar door en met burgers tot stand kwam. Zo moet het ook. Alleen al
om draagvlak te verwerven en vooral medewerking bij de uitvoering.
Ik was ook diep onder de indruk van
de 21 actielijnen die werden uitgezet en van de grote bereidheid om als
kartrekker en lid van de verschillende
werkgroepen te gaan functioneren. Hoe behap je dit allemaal als gemeentelijke
organisatie? Dit vroeg ik mij wel af, als ook of het succes van oktober mogelijk
een bedreiging zou kunnen worden voor het welslagen van de operatie. Laten we deze gedachte maar even ver van ons
afzetten. Het project moet immers slagen. Een moment heb ik het jammer gevonden
dat de 21 actiepunten niet in het beleidsplan zijn opgenomen. Het maakt het
plan stukken concreter. Ik begrijp overigens wel waarom dit niet gebeurd is. Zo
iets hoort immers niet in beleidsplan. Maar wat is ” hoort niet ” in iets zo
vernieuwends als dit in een interactief tot stand gekomen beleidsplan?
In zijn voorwoord van het Beleidsplan
WMO haalt wethouder Briels zijn geliefde citaat van transitieprofessor Jan Rotmans aan; we leven niet in een tijdperk van veranderingen,maar in een tijd
van veranderingen van tijdperken. Ongetwijfeld een ware uitspraak die niet
voldoende geciteerd kan worden. Maar leven we vandaag de dag niet alleen maar
in een tijd van verandering van tijdperken. Is er niet iets meer aan de hand,
iets veel fundamentelers. Van de Donk zei het de Rob-lezing 2014 misschien nog
wel pregnanter: we leven in een tijd van fundamentele veranderingen, in een tijd waar zelfs veranderingen veranderen.
De veranderingen gaan zo snel dat we
ze niet meer bij kunnen houden en het ons zelfs ontgaat dat de veranderingen
zelf aan veranderingen onderhevig zijn. Voor we het weten leven we al een andere wereld. Verklaart dit misschien
ook wel niet de hedendaagse hang naar nostalgie en naar retro-denken? We zoeken vastigheid, die er niet meer is.
Ik weet het niet zeker , maar denk wel dat het zo is.
In het voorwoord waar ik zo net op
doelde schreef de wethouder: “ Wij pakken het anders aan dan andere gemeenten.
Noem het (eigen)wijs, innovatief of “werelds ” Van mij mag hij dat zo noemen.
Bij mij kwam de gedachte op: noem het “
op zijn Laarbeeks ”
Niet alleen gedichten van een
eigentijdse Bert Kuijpers, maar ook gedachten de Chinese denker uit de 6e
eeuw voor Chr, Laotsi worden aangehaald.
Het beleidsplan opent er zelfs mee. De wijsgeer van de constante cyclus en
auteur van het Boek van de weg en de deugd wordt als wegwijzer opgevoerd bij
een transitie- en veranderingsproces. Ik denk dat de oude meester, zoals hij
ook wel genoemd wordt, hierover alleen maar kan
glimlachten. Overigens is het gedicht heel toepasselijk:
Ga naar de mensen’
Leef met hen
Hou van hen
Leer van hen
Begin met wat zij hebben
Bouw voort op wat zij weten
En aan het eind
Als het werk gedaan is
Zullen de mensen uitroepen
“Wij hebben het zelf gedaan ! ”
In de laatste regel hoor ik ”
Iedereen doet mee ” doorklinken.
Is dat inderdaad zo? Doet iedereen
mee? Is het geen illusie? Iedereen doet mee- een constatering of een
verplichting? Iedereen doet mee in de zin van moet meedoen. Zijn we op weg naar
een mentaliteitsverandering, naar een besef van noodzaak; een morele
verplichting tot sociale dienstplicht voor eenieder. Het lijkt zo, al ben ik er
nog niet zo zeker van dat met name ouderen de versobering van de
verzorgingsstaat pikken. Als zij zich verenigen zijn zij een geduchte tegenmacht.
Dan het beleidsplan zelf. Wie ben ik
om kritiek te leveren op het beleidsplan dat door zoveel mensen is opgesteld.
Ik vind het een goed beleidsplan –helder, duidelijk en strak geformuleerd met
voldoende handvaten voor actie en duidelijk anders dan de beleidsplannen van
andere gemeenten die ik gezien heb. Zoals gezegd had ik graag de 21 actiepunten
in het plan opgenomen gezien en had wat BIG MOVE genoemd wordt een veel
prominentere plaats in het beleidsplan mogen hebben.
Een € 141.000,00 wordt vrijgespeeld
voor de projecten. Laarbeek heeft geen extra budget vrijgemaakt. De transities
moeten uitgevoerd worden met de middelen die het rijk ter beschikking stelt. Er
is geen noodpot. Dit is doelbewust beleid en een politieke keuze. Grote vraag
is of dit beleid stand houdt als er onverhoopt het een en ander misgaat.
Vertrouwen op een rijksoverheid die te hulp zal schieten, is een ijdele hoop.
Ook de middelen van de staatssecretaris zijn niet onuitputtelijk.
Voor de rest, alleen maar lof.
Ondertussen blij ik mij maar afvragen how the hell is Zuster Madeleine, die de
woorden in de mond worden gelegd: “ Gezond is wanneer goed met je ziekte kunt
omgaan.”
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185