woensdag 19 november 2014


Beleidsplan WMO


Wethouder Briels is trots op dit beleidsplan, apetrots zelfs. En hij niet alleen. Het beleidsplan WMO is een plan van en voor burgers, interactief opgesteld door velen. Terecht dat de wethouders en zijn medewerkers trots zijn op dit beleidsplan.

De bezieling waarmee dit plan tot stand gekomen is , was duidelijk voelbaar op de bijeenkomst in oktober in het Ontmoetingscentrum in Beek en Donk. In ieder geval was ik bij de presentatie zwaar onder de indruk van het grote aantal mensen die meegewerkt hebben aan dit beleidsplan; onder de indruk ook van de aanpak – geen plan dat van boven werd opgelegd, maar door en met burgers tot stand kwam. Zo moet het ook. Alleen al om draagvlak te verwerven en vooral medewerking bij de uitvoering.

Ik was ook diep onder de indruk van de 21 actielijnen die werden uitgezet en van de grote bereidheid om als kartrekker en  lid van de verschillende werkgroepen te gaan functioneren. Hoe behap je dit allemaal als gemeentelijke organisatie? Dit vroeg ik mij wel af, als ook of het succes van oktober mogelijk een bedreiging zou kunnen worden voor het welslagen van de operatie.  Laten we deze gedachte maar even ver van ons afzetten. Het project moet immers slagen. Een moment heb ik het jammer gevonden dat de 21 actiepunten niet in het beleidsplan zijn opgenomen. Het maakt het plan stukken concreter. Ik begrijp overigens wel waarom dit niet gebeurd is. Zo iets hoort immers niet in beleidsplan. Maar wat is ” hoort niet ” in iets zo vernieuwends als dit in een interactief tot stand gekomen beleidsplan?

In zijn voorwoord van het Beleidsplan WMO haalt wethouder Briels zijn geliefde citaat van transitieprofessor Jan Rotmans aan; we leven niet in een tijdperk van veranderingen,maar in een tijd van veranderingen van tijdperken. Ongetwijfeld een ware uitspraak die niet voldoende geciteerd kan worden. Maar leven we vandaag de dag niet alleen maar in een tijd van verandering van tijdperken. Is er niet iets meer aan de hand, iets veel fundamentelers. Van de Donk zei het de Rob-lezing 2014 misschien nog wel pregnanter: we leven in een tijd van fundamentele veranderingen, in  een tijd waar zelfs veranderingen veranderen.

De veranderingen gaan zo snel dat we ze niet meer bij kunnen houden en het ons zelfs ontgaat dat de veranderingen zelf aan veranderingen onderhevig zijn. Voor we het weten leven we al  een andere wereld. Verklaart dit misschien ook wel niet de hedendaagse hang naar nostalgie en naar retro-denken?   We zoeken vastigheid, die er niet meer is. Ik weet het niet zeker , maar denk wel dat het zo is.

In het voorwoord waar ik zo net op doelde schreef de wethouder: “ Wij pakken het anders aan dan andere gemeenten. Noem het (eigen)wijs, innovatief of “werelds ” Van mij mag hij dat zo noemen. Bij mij kwam de gedachte op:  noem het “ op zijn Laarbeeks ”

Niet alleen gedichten van een eigentijdse Bert Kuijpers, maar ook gedachten de Chinese denker uit de 6e eeuw voor Chr, Laotsi  worden aangehaald. Het beleidsplan opent er zelfs mee. De wijsgeer van de constante cyclus en auteur van het Boek van de weg en de deugd wordt als wegwijzer opgevoerd bij een transitie- en veranderingsproces. Ik denk dat de oude meester, zoals hij ook wel genoemd wordt, hierover alleen maar kan  glimlachten. Overigens is het gedicht heel toepasselijk:

Ga naar de mensen’
Leef met hen
Hou van hen
Leer van hen
Begin met wat zij hebben
Bouw voort op wat zij weten
En aan het eind
Als het werk gedaan is
Zullen de mensen uitroepen
“Wij hebben het zelf gedaan ! ”
In de laatste regel hoor ik ” Iedereen doet mee ” doorklinken.

Is dat inderdaad zo? Doet iedereen mee? Is het geen illusie? Iedereen doet mee- een constatering of een verplichting? Iedereen doet mee in de zin van moet meedoen. Zijn we op weg naar een mentaliteitsverandering, naar een besef van noodzaak; een morele verplichting tot sociale dienstplicht voor eenieder. Het lijkt zo, al ben ik er nog niet zo zeker van dat met name ouderen de versobering van de verzorgingsstaat pikken. Als zij zich verenigen zijn zij een geduchte tegenmacht.

Dan het beleidsplan zelf. Wie ben ik om kritiek te leveren op het beleidsplan dat door zoveel mensen is opgesteld. Ik vind het een goed beleidsplan –helder, duidelijk en strak geformuleerd met voldoende handvaten voor actie en duidelijk anders dan de beleidsplannen van andere gemeenten die ik gezien heb. Zoals gezegd had ik graag de 21 actiepunten in het plan opgenomen gezien en had wat BIG MOVE genoemd wordt een veel prominentere plaats in het beleidsplan mogen hebben.

Een € 141.000,00 wordt vrijgespeeld voor de projecten. Laarbeek heeft geen extra budget vrijgemaakt. De transities moeten uitgevoerd worden met de middelen die het rijk ter beschikking stelt. Er is geen noodpot. Dit is doelbewust beleid en een politieke keuze. Grote vraag is of dit beleid stand houdt als er onverhoopt het een en ander misgaat. Vertrouwen op een rijksoverheid die te hulp zal schieten, is een ijdele hoop. Ook de middelen van de staatssecretaris zijn niet onuitputtelijk.

Voor de rest, alleen maar lof. Ondertussen blij ik mij maar afvragen how the hell is Zuster Madeleine, die de woorden in de mond worden gelegd: “ Gezond is wanneer goed met je ziekte kunt omgaan.”


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185