Reactienota van de provincie
Naar aanleiding van de
adviezen en zorgen uit de ingediende zienswijzen worden de onderzoeken naar het
beste voorkeursalternatief op punten uitgebreid of meer
geconcretiseerd. De provincie gaat nu verder met de onderzoeken naar de
milieueffecten voor de keuze van het voorkeursalternatief van het tracé van de
Ruit. Een besluit over dit voorkeurstracé wordt dit najaar genomen.
Van de ongeveer 1900 ingediende zienswijzen waren er zo’n 450
unieke reacties waaronder het advies van de commissie m.e.r. en de Provinciale
Omgevingscommissie. Deze adviezen hebben er onder andere toe geleid dat in de
verdere onderzoeken de project- en milieudoelen concreter gemaakt worden.
Daarnaast voert de provincie een analyse uit naar milieueffecten,
verkeerscijfers en kosten van de separate onderdelen van de Ruit: de totale
T-structuur met de opwaardering van de N279 en de aanleg van een nieuwe
verbinding tussen Eindhoven en Helmond, het verbreden van de N279 Veghel -
Asten, de aanleg van een nieuwe Oostwestverbinding tussen Son en Breugel en
Helmond en de Oostwestverbinding gecombineerd met de opwaardering van de N279
Gemert - Asten.
De plannen voor de aanleg van een ruit om Eindhoven en Helmond dateren inmiddels uit begin jaren 2000. Rijk en regio maakten toen afspraken om de regio Eindhoven/Helmond in de toekomst bereikbaar te houden als belangrijke economische regio en aangename woonomgeving voor 750.000 inwoners. Het Rijk verbreedde de A2 aan de westzijde van Eindhoven en de regio zou de bereikbaarheid via de oostzijde verbeteren. Er werd besloten tot een pakket aan maatregelen voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV), een nieuw treinstation, aanleg van snelfietspaden, mobiliteitsmanagement en de realisatie van nieuwe infrastructuur.
De regio koos na uitgebreid onderzoek niet voor een nieuwe verbinding tussen Eindhoven en Helmond, de ‘kleine Ruit’ maar voor opwaardering van de N279 Veghel – Asten en een nieuwe verbinding tussen Ekkersrijt en Helmond. Deze ‘grote’ Ruit zorgt ervoor dat verkeer een alternatieve route heeft en zo verkeer wegtrekt uit Helmond (Kasteeltraverse), Eindhoven (N270), Veghel (N279) en sluipverkeer door de omliggende dorpen (o.a. Beek en Donk, Nederwetten en Nuenen) voorkomt en de regio ook in de toekomst bereikbaar houdt. Investeringen in projecten in het groene gebied tussen Eindhoven en Helmond, het Rijk van Dommel en Aa zorgen ervoor dat de regio ook prettig is om te wonen, werken en te recreëren.
De plannen voor de aanleg van een ruit om Eindhoven en Helmond dateren inmiddels uit begin jaren 2000. Rijk en regio maakten toen afspraken om de regio Eindhoven/Helmond in de toekomst bereikbaar te houden als belangrijke economische regio en aangename woonomgeving voor 750.000 inwoners. Het Rijk verbreedde de A2 aan de westzijde van Eindhoven en de regio zou de bereikbaarheid via de oostzijde verbeteren. Er werd besloten tot een pakket aan maatregelen voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV), een nieuw treinstation, aanleg van snelfietspaden, mobiliteitsmanagement en de realisatie van nieuwe infrastructuur.
De regio koos na uitgebreid onderzoek niet voor een nieuwe verbinding tussen Eindhoven en Helmond, de ‘kleine Ruit’ maar voor opwaardering van de N279 Veghel – Asten en een nieuwe verbinding tussen Ekkersrijt en Helmond. Deze ‘grote’ Ruit zorgt ervoor dat verkeer een alternatieve route heeft en zo verkeer wegtrekt uit Helmond (Kasteeltraverse), Eindhoven (N270), Veghel (N279) en sluipverkeer door de omliggende dorpen (o.a. Beek en Donk, Nederwetten en Nuenen) voorkomt en de regio ook in de toekomst bereikbaar houdt. Investeringen in projecten in het groene gebied tussen Eindhoven en Helmond, het Rijk van Dommel en Aa zorgen ervoor dat de regio ook prettig is om te wonen, werken en te recreëren.
Dit najaar neemt de Tweede Kamer een beslissing over de definitieve toezegging van de rijksbijdrage voor de Ruit om Eindhoven. In september 2014 kiezen Gedeputeerde Staten van de provincie het voorkeursalternatief voor het tracé. Dit voorkeursalternatief wordt vervolgens in detail uitgewerkt in het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) dat in 2015 aan Provinciale Staten wordt voorgelegd om een besluit over te nemen. De werkzaamheden voor de Ruit zijn gepland voor 2017. In 2020 moet dan het project klaar zijn.”
Ook het ED besteedt vandaag over deze
responsnota en concludeert dat de provincie nu ook onderdelen van de Ruit apart
gaat bekijken. Tot op heden ging de provincie uit van een integrale benadering.
Het lijkt erop dat de panelen gaan verschuiven. De woordvoerster van de
provincie ontkent dit overigens in de krant. `De ambitie blijft overeind` zegt
zij. Volgens haar is er geen sprake van aanleg in delen. ` Doelbereik en
effecten per onderdeel kunnen verschillen en het is voor de besluitvorming goed
dit in beeld te hebben `
We moeten afwachten wat de uitkomst van deze
onderzoeken wordt. Het heeft weinig zin om op de besluitvorming vooruit te
lopen, zoals hier en daar in de nieuwe coalitieakkoorden gebeurt. Het
Laarbeekse coalitieakkoord is op dit punt helder. Wij houden hier aanvast. We
verwachten dit ook van onze coalitiepartners.