Iedereen een Zalig Kerstfeest
zondag 22 december 2013
Geen nieuwe blog
Iedereen een Zalig Kerstfeest
woensdag 18 december 2013
In Gemeente,nl.trof ik bij het
volgende artikel aan
Persoonlijke verzorging gaat naar
de zorgverzekeraars; niet naar gemeenten. Dat is het overlegresultaat tussen
VNG en VWS over langdurige zorg en ondersteuning.
De
inzet was duidelijk en de taal op de laatste ledenvergadering van de VNG was
nog strijdbaar. Gemeenten begrepen niks van het besluit om persoonlijke
verzorging uit het decentralisatiepakket te halen en neer te leggen bij de
zorgverzekeraars. Ze voelden zich gepasseerd en waren er tegen.
De onderhandelaars van de VNG kregen het mandaat om terug aan tafel bij de staatssecretaris juist die persoonlijke verzorging weer terug te halen naar daar waar het volgens de gemeenten hoort te liggen. Uiteraard was er ook een plan B, maar dat wilde niemand zo noemen. Plan B behelsde harde eisen over herberekening van budgetten en harde toezegging over de waarborging van kwaliteit van de verzorging door de verzekeraars.
Pijnpunt
Het stof is nu neergedaald en de onderhandelaars hebben een voorlopig akkoord. Daarin blijft het pijnpunt voor gemeenten overeind. En ook van harde toezeggingen en herverdeelde budgetten is geen sprake. In een ledenbrief schrijft de VNG dat het bestuur van mening "dat er met deze uitkomsten een maximaal haalbaar pakket aan afspraken ligt".
Jantine Kriens noemt de afspraken "een goede basis voor zorg en ondersteuning dichtbij onze inwoners." De gemaakte afspraken zijn echter weinig concreet van aard. "De VNG en Zorgverzekeraars Nederland maken nog nadere afspraken hoe de organisatie in de wijken het beste vorm kan krijgen", aldus de VNG.
De belangrijke rol van de wijkverpleegkundige is nu wel meer benoemd. "Afgesproken is dat wijkverpleegkundigen niet alleen zorg verlenen maar ook een schakelfunctie gaan vervullen tussen maatschappelijke ondersteuning en medische zorg en een rol krijgen in de sociale wijkteams. Ook krijgen de wijkteams extra geld om onze inwoners met zorg op maat te bedienen."
"VWS heeft toegezegd om 7 miljoen voor de implementatie van de sociale wijkteams beschikbaar te stellen in 2014", zegt woordvoerder Frotina Zuidema van de VNG. "Dit bedrag loopt op tot structureel 50 miljoen in 2017."
Voor de wijkteams wordt in 2014 een onderzoeksprogramma gestart. Het moet gemeenten helpen bij de implementatie en doorontwikkeling van de teams. "De aansturing zal plaatsvinden vanuit een programmaraad bestaande uit gemeenten en vertegenwoordigers van de Rijksoverheid", legt Zuidema uit. "Gemeenten worden voor de inhoudelijke aansturing van het programma verantwoordelijk in de rol van mede-opdrachtgever."
Financiële afspraken
Er een aantal financiële toezeggingen gedaan. Zo krijgen gemeenten incidenteel 200 miljoen euro in 2015 voor een zorgvuldige overgang van cliënten naar de Wmo. Verder ontvangen gemeenten vanaf 2016 200 miljoen structureel voor vernieuwing van maatschappelijke ondersteuning.
"Dat kan worden besteed aan innovatieve nieuwe werkwijze die tevens een efficiencybesparing opleveren maar dat geld kan ook worden besteed om de bezuinigingen op huishoudelijke hulp te verlichten", zegt de woordvoerder. "Welke keuzes gemeenten daarbij maken is afhankelijk van de lokale situatie."
Vanaf 2015 wordt ook nog structureel 125 miljoen vrijgespeeld voor inwoners die begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen nodig hebben, te kunnen ondersteunen. Maar waar dit geld precies terecht komt en wie dit op welke manier gaat besteden, is voer voor overleg.
Gemeenten aan zet
De onderhandelaars van de VNG kregen het mandaat om terug aan tafel bij de staatssecretaris juist die persoonlijke verzorging weer terug te halen naar daar waar het volgens de gemeenten hoort te liggen. Uiteraard was er ook een plan B, maar dat wilde niemand zo noemen. Plan B behelsde harde eisen over herberekening van budgetten en harde toezegging over de waarborging van kwaliteit van de verzorging door de verzekeraars.
Pijnpunt
Het stof is nu neergedaald en de onderhandelaars hebben een voorlopig akkoord. Daarin blijft het pijnpunt voor gemeenten overeind. En ook van harde toezeggingen en herverdeelde budgetten is geen sprake. In een ledenbrief schrijft de VNG dat het bestuur van mening "dat er met deze uitkomsten een maximaal haalbaar pakket aan afspraken ligt".
Jantine Kriens noemt de afspraken "een goede basis voor zorg en ondersteuning dichtbij onze inwoners." De gemaakte afspraken zijn echter weinig concreet van aard. "De VNG en Zorgverzekeraars Nederland maken nog nadere afspraken hoe de organisatie in de wijken het beste vorm kan krijgen", aldus de VNG.
De belangrijke rol van de wijkverpleegkundige is nu wel meer benoemd. "Afgesproken is dat wijkverpleegkundigen niet alleen zorg verlenen maar ook een schakelfunctie gaan vervullen tussen maatschappelijke ondersteuning en medische zorg en een rol krijgen in de sociale wijkteams. Ook krijgen de wijkteams extra geld om onze inwoners met zorg op maat te bedienen."
"VWS heeft toegezegd om 7 miljoen voor de implementatie van de sociale wijkteams beschikbaar te stellen in 2014", zegt woordvoerder Frotina Zuidema van de VNG. "Dit bedrag loopt op tot structureel 50 miljoen in 2017."
Voor de wijkteams wordt in 2014 een onderzoeksprogramma gestart. Het moet gemeenten helpen bij de implementatie en doorontwikkeling van de teams. "De aansturing zal plaatsvinden vanuit een programmaraad bestaande uit gemeenten en vertegenwoordigers van de Rijksoverheid", legt Zuidema uit. "Gemeenten worden voor de inhoudelijke aansturing van het programma verantwoordelijk in de rol van mede-opdrachtgever."
Financiële afspraken
Er een aantal financiële toezeggingen gedaan. Zo krijgen gemeenten incidenteel 200 miljoen euro in 2015 voor een zorgvuldige overgang van cliënten naar de Wmo. Verder ontvangen gemeenten vanaf 2016 200 miljoen structureel voor vernieuwing van maatschappelijke ondersteuning.
"Dat kan worden besteed aan innovatieve nieuwe werkwijze die tevens een efficiencybesparing opleveren maar dat geld kan ook worden besteed om de bezuinigingen op huishoudelijke hulp te verlichten", zegt de woordvoerder. "Welke keuzes gemeenten daarbij maken is afhankelijk van de lokale situatie."
Vanaf 2015 wordt ook nog structureel 125 miljoen vrijgespeeld voor inwoners die begeleiding bij algemene dagelijkse levensverrichtingen nodig hebben, te kunnen ondersteunen. Maar waar dit geld precies terecht komt en wie dit op welke manier gaat besteden, is voer voor overleg.
Gemeenten aan zet
De VNG legt nu de uitkomst van
het overleg voor aan gemeenten die daar hun zegje over mogen doen. Maar het
bestuur van VNG geeft wel een positief advies over de gemaakte afspraken.
Jantine Kriens ziet het positief in: "Op inhoud zijn er nu betere voorwaarden voor de nieuwe Wmo. Wel blijft er nog veel werk te doen, en moet er in de uitvoering nog het nodige gedaan worden. Het blijven substantiële bezuinigen die het kabinet voornemens is door te voeren. Het bestuur van de VNG heeft er vertrouwen in dit vraagstuk samen met het kabinet op te pakken."
Jantine Kriens ziet het positief in: "Op inhoud zijn er nu betere voorwaarden voor de nieuwe Wmo. Wel blijft er nog veel werk te doen, en moet er in de uitvoering nog het nodige gedaan worden. Het blijven substantiële bezuinigen die het kabinet voornemens is door te voeren. Het bestuur van de VNG heeft er vertrouwen in dit vraagstuk samen met het kabinet op te pakken."
dinsdag 17 december 2013
Nixpress
De krant stond
vandaag weer vol over de plannen van twee jong ondernemers uit St. Oederode om
in het weekend jongeren van 16 ent 17 jaar te vervoeren naar een tweetal
discotheken in België. In het redactionele commentaar werd het plan finaal de
grond ingeboord. “Democratisch is nu juist besloten om niet in die behoefte te
voorzien.” Dat standpunt deel ik.
Wat ik mij
afvraag is: moeten de gemeente stopplaatsen voor deze busdienst bieden. Ik denk
niet dat gemeenten moeten meewerken aan dit soort wetsondermijnende acties.
maandag 16 december 2013
Een raadsbijeenkomst
Aanvankelijk
was het de bedoeling dat de raad zich op donderdagavond 12 december zou buigen over het thema Integriteit. De
directe aanleiding moge voor iedereen duidelijk zijn die ook maar enigszins de
laatste maanden de politiek in Laarbeek gevolgd heeft. Er was een programma
gemaakt voor deze avond dat er
veelbelovend uitzag. De bijeenkomst was
geagendeerd als een besloten raadsbijeenkomst.
Enige dagen
na de uitnodiging kregen de raadsleden een bericht waarin zij een half uur eerder uitgenodigd werden voor
een informatie over de stand van zaken met betrekking tot de Ruit. Dit in verband met de aanvaarding
van de motie-Faber in de Tweede Kamer.
Ook zou de raad geïnformeerd worden over de zienswijze van het college over de
Notitie Reikwijdte en Detailniveau, die tot 16 december ter inzage lag.
Tot zover
ging alles goed. Al waren er wel stemmen die zich afvroegen of ook niet de raad
met een zienswijze zou moeten komen.
Immers de weg heeft jarenlang de
gemoederen bezig gehouden. Het zou vreemd zijn als de raad van Laarbeek zich nu
van commentaar zou onthouden. Eerlijk gezegd had ook ik verwacht dat het
college hiervoor een voorstel zou doen. Alleen een zienswijze van het college
is erg vreemd gezien de voorgeschiedenis.
Afgelopen
maandag 9 december veranderde volledig onverwacht de situatie. Burgemeester
Ubachs en wethouder Vereijken die zich afgemeld hadden voor de Regioraad van 12
december i.v.m. de raadsbijeenkomst over integriteit op hun schreden terug en meenden
toch naar de regioraad te moeten gaan. Dit
in verband met een onverwacht aangekondigde motie. De fractievoorzitters
stemden hiermee in en bliezen de bijeenkomst over integriteit af. Deze wordt
verplaatst naar een later tijdstip, begin volgend jaar.
De
bijeenkomst over de Ruit moest wel doorgang vinden. Het college wilde, zoals
aangekondigd, de raad informeren over de zienswijze van het college. Dit ook in
verband met de sluitingstijd (16 dec ) voor het indienen van zienswijzen. In het overleg met de fractievoorzitters
werd besloten de aanvangstijd te verschuiven van 19.00 naar 19.30 uur. In
verband met de afwezigheid van de burgemeester kreeg ik het verzoek de
vergadering voor te zitten. In dit overleg was sprake van een officiële
raadsvergadering.
Tot mijn
verbazing werd dit de volgende dag
compleet veranderd. Navraag door de griffier wees uit dat de burgemeester zich
vergist had. Het was geen raadsvergadering maar een raadsbijeenkomst. Echt
nieuwe informatie had wethouder van Zeeland niet; wel wilde hij dat de raad
kennis zou nemen van de door het college opgestelde zienswijze. Ondertussen
ging de pers op onderzoek uit. Met name werd de vraag gesteld waarom de
bijeenkomst niet openbaar was. Een openbare raadsvergadering had inderdaad meer
voor de hand gelegen, zoals de burgemeester maandag j.l. had voorgesteld.
Meteen aan
het begin van de raadsbijeenkomst werd dit punt van openbaarheid aan de orde
gesteld. De raad besloot unaniem de vergadering openbaar te maken. Feitelijk
veranderde hiermee niets aan de situatie: er waren immers geen toehoorders. Als
argument voor openbaarheid werd de gedachte gehanteerd dat iedereen vrijelijk
kon terugkomen op het besprokene. Eigenlijk was dit een non-argument: de raad verwarde beslotenheid en
geheimhouding. Ik dacht dat dit laatste niet aan de orde was. Er waren een
aantal raadsleden die uitspraken dat zij niet meer dan een half uur voor de
zienswijze wilden uittrekken. Had men dan het belang van de zienswijze niet
door, zo vroeg ik mij af.
Bij de
bespreking van de zienswijze werden weinig gezichtspunten aangevoerd. De
Werkgroep pleitte voor de toevoeging van een passage over fijnstof. Ook het CDA
had een passage in haar zienswijze opgenomen. Het CDA stemt niet in met de
zienswijze van de gemeente en komt met een eigen zienswijze. Biemans van PNL
wilde een eigen reactie van de raad, naast die van het college. De raad nam dit
over. Zijn voorstel in de zienswijze een resume toe te voegen, waarin Laarbeek
zich “ volstrekt uitspreekt tegen de weg ” Hiervoor kreeg hij natuurlijk niet de
handen op elkaar.
Ik denk dat
deze twee nagenoeg gelijke zienswijze een vreemde indruk zal maken in Den Bosch
De raad zal er zich op 23 januari over buigen
voor een formele goedkeuring.
zondag 15 december 2013
De Sociale Staat van
Nederland .
Om de twee
jaar verschijnt het rapport over De sociale Staat van Nederland. Elke keer
opnieuw wordt uitgekeken naar dit rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau
(SCP ). Woensdag 11 december is het rapport De sociale Staat van Nederland 2013
verschenen. In de pers is er driftig over gepubliceerd. De insteken waren overigens heel divers. De
Telegraaf legde de nadruk op de achteruitgang van de kleine zelfstandigen;de
NRC op de afname van de negatieve stemming over immigratie en integratie;de
Volkskrant pikte er uit dat de Nederlander gelukkig was, maar somber over de
economie. Het ED tenslotte kopte: “ Volk van ` tevreden mopperkonten ` ”. Voor
iedereen was in het rapport kennelijk wel iets van zijn gading te vinden.
Allerlei
onderwerpen komen in het rapport aan bod. Al met al geeft het een goed beeld
van de stand van zaken in de BV Nederland. Wie wil, kan vergelijkingen maken
met het rapport van 2011 en zo veranderingen in beeld brengen. Hij kan ook
conclusies trekken uit de actuele stand van het land.
De meest
opmerkelijke uitspraak, althans voor mij,
vond ik een citaat van Rob Bijl, de adjunct-directeur van het SCP, in
het ED van donderdag 12 december:
“ Zolang je werk hebt en je in goede
gezondheid verkeert,dan is er eigenlijk geen crisis ”
De uitspraak
zal ongetwijfeld waar zijn , maar wel heel erg schrijnend voor iemand die
werkeloos is of ziek! Ook blijkt dat de meest kwetsbare groepen er het hardst
op achteruit gaan. Opnieuw denk ik dan.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
donderdag 12 december 2013
De houdbaarheid van een
toekomstvisie.
Pas vrij recent heeft de Raad de Toekomstvisie 2020 Laarbeek
vastgesteld. De horizon van deze Toekomstvisie lag op 2020. Dit is vrij kort.
Wij als CDA hadden liever gezien dat gekozen was voor 2030 als eindpunt. Dan is
de range een stuk langer en krijgt de waan van de dag minder vat op de inhoud.
Hoe juist deze kritiek was, blijkt nu al. Het college heeft
al twee keer de Toekomstvisie terzijde geschoven. Op zich verbaast mij dit niet
echt. Al bij de behandeling in de raad bleek dat op zijn minst een wethouder
zich op een onderdeel niet kon vinden in de Toekomstvisie. Het betrof in
dit geval het onderdeel met betrekking tot
de duur van de subsidieverstrekking. De Toekomstvisie ging uit van een
duur van twee jaar. Ondanks de discussie in de raad over dit onderdeel bleef de
tekst van de Toekomstvisie op dit punt ongewijzigd. Alleen het CDA heeft op dit
punt bij de stemming een voorbehoud gemaakt.
Op welke twee
punten wijkt het college nu al af van de Toekomstvisie? Allereerst het besluit
van het college de jeu de boules in Mariahout tegemoet te komen bij de
verwerkelijking van een overdekt baan. Het college schenkt een belangrijk
gedeelte van de vereiste legeskosten
kwijt. Op zich kan het college dit doen. Zij heeft hiertoe de bevoegdheid. Maar
het lijkt wel in strijd te zijn met de onlangs goedgekeurde Toekomstvisie. Lees
het thema Voorzieningen in de Toekomstvisie er maar op na. Hier staat dat de
gemeente zich terughoudend zal opstellen bij wensen tot het realiseren van
nieuwe maatschappelijke voorzieningen. Daarvoor worden de betreffende burgers
en organisaties zelf verantwoordelijk. Ik ben heel benieuwd naar de motivatie
die het college onder haar
besluit zal leggen. Daarvoor moeten we wachten op de antwoorden van het college
op de vragen van PNL.
Met de tweede
afwijking van de Toekomstvisie hebben wij minder moeite. In tegendeel zelfs. In
de Toekomstvisie staat dat het herbestemming van monumentale kerkgebouwen niet
tot de taak van de gemeente behoort,
evenmin als de verantwoordelijkheid om actief een bijdrage te leveren aan de
herbestemming van deze gebouwen. In het
ED van deze week lazen we echter iets
geheel anders. Wethouder van Zeeland wilde inwoners van Beek en Donk actief
bettrekken bij de zoektocht naar een nieuwe bestemming van de Leonarduskerk.
Letterlijk staat er:
Op zich is hier niets mis meer. Alleen wijkt dit af
van de Toekomstvisie.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
woensdag 11 december 2013
Een kleine platte
organisatie
Sinds het
college in de laatste commissievergadering het personeelsoverzicht ter
kennisname presenteerde, lijkt het erop
dat elke falen van de organisatie toegeschreven moet worden aan de krappe
personeelsbezetting van de gemeente Laarbeek.
Het lijkt mij een wat te gemakkelijke verklaring.
Natuurlijk
krapheid in bemensing kan de reden zijn dat bepaalde taken worden uitgesteld of
zelfs niet meer helemaal niet meer
opgepakt worden. Als dit gebeurt in onderling overleg, kan er geen sprake zijn
van verrassing. Anders is het dat door personele verschuivingen bepaalde taken
onder gesneeuwd dreigen te raken of zelfs helemaal vergeten worden. Dit laatste
is natuurlijk helemaal te gek voor woorden.
dinsdag 10 december 2013
Van eerste overheid naar
eerst de burger.
Zo luidt de
titel van het rapport van de Denktank van
de VNG, dat onlangs is verschenen. Voorzitter van wat formeel de
Commissie Jaarbericht maatschappelijke initiatieven van de VNG Denktank was de
Eindhovense burgemeester Rob van Gijzel. Voor het rapport zelf, zie http://bit.ly/1bu5UPr
Ik citeer uit
het voorwoord van van Gijzel:
“ Er is op dit moment een mega-transitie aan
de gang in de wereld, zeg ik wel eens, als ik middelbare scholieren toespreek
die voor de belangrijke keuze van een vervolgopleiding staan. Op tal van
terreinen zijn we op zoek naar nieuwe oplossingen voor de grote uitdagingen die
op ons afkomen. Op het gebied van economie, van voedsel, milieu, energie,
mobiliteit, van gezondheid en vergrijzing. Mensen worden steeds mondiger.
Internet zorgt voor talloze nieuwe verbindingen, global en local, en in de
manier waarop we het gebruiken dus glocal. En ook de manier waarop wij onze
samenleving hebben georganiseerd is aan verandering onderhevig. De verticale
lijn, ons democratisch bestel van Thorbecke, blijkt steeds vaker haaks te staan
op de horizontale netwerksamenleving zoals Castells die beschrijft. Een
netwerksamenleving die constant in ontwikkeling is en waarin mensen steeds weer
opnieuw hun eigen plaats en rol kiezen. Twee werelden die samen moeten gaan,
“Living apart together: Thorbecke en Castells”, zou je kunnen zeggen. Waarin
wij als lokale overheid, als eerste overheid, ons moeten heroriënteren.
Wij hebben voor dit jaarbericht vooral
gekeken naar kleinschalige projecten. Maar ook bij grotere maatschappelijke
initiatieven, ontstaan door samenwerking tussen bijvoorbeeld
kennisinstellingen, zorginstellingen, woningbouwcorporaties, en bedrijfsleven,
zien we dat de eerste overheid een nieuwe en andere rol past. Dit jaarbericht
vertelt over onze zoektocht. Met behulp van een historisch en theoretisch kader
hebben we bepaalde kenmerken en patronen van maatschappelijke initiatieven
inzichtelijk gemaakt. Dit leidt in het laatste hoofdstuk tot een handreiking
voor gemeenten, waarvan we hopen dat die u op uw zoektocht kan inspireren.”
Het rapport
mondt uit een zevental stellingen:
“ Er is een nieuwe maatschappelijke realiteit ontstaan die de gemeenten vroeg of laat tot een nieuwe rolopvatting dwingt.
- De dynamiek van maatschappelijke initiatieven stelt de gemeente in staat ruimere definities van de publieke zaak te ontwikkelen.
- Contacten met de burgers die zich inzetten voor een maatschappelijk initiatief moeten primair in het teken van erkenning en waardering staan.
- Het feit dat de gemeente vaak een invloedrijke speler is, betekent dat haar optreden niet aan lagere maar juist aan hogere eisen moet voldoen.
- Maatschappelijke initiatieven zouden vaker aanleiding voor experimenten moeten zijn waarbij de gemeenten hun vermogen tot improviseren versterken.
- Wil de gemeente een rol spelen bij de bloei van een maatschappelijk initiatief, dan moet ze rekening houden met de specifieke uitdagingen die zich per fase aandienen.
- Gemeenten kunnen hun rol als ‘eerste overheid’ alleen waarmaken als ze de kansen die uit deze maatschappelijke initiatieven voortvloeien ten volle aangrijpen.”
Dus lezen dit
rapport!
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
maandag 9 december 2013
Een confrontatie met ABL en
de PvdA over de Peelsamenwerking.
Gisteren
schreef ik in deze weblog dat ik in de raadsvergadering gedwongen werd om weer eens ouderwets
de trom te roeren en de confrontatie te zoeken met ABL en de PvdA. Vandaag wil
ik aan geven waarom dit noodzakelijk was.
Feitelijk ging het om heel verschillende insteken. ABL stelde
dat de Laarbeekse vertegenwoordigers in de klankbordgroep vooral de Laarbeekse
belangen moesten verdedigen. Volgens mij is dit een verkeerde instelling.
Klankbordleden moeten vooral de belangen van alle inwoners van het Peelgebied
behartigen. De eigen gemeente als uitgangspunt nemen is de dood in de pot voor
de samenwerking. Klankbordleden die als een soort veredelde veldwachter de
belangen van de eigen gemeente bewaken, zijn een rem op de samenwerking. Op
deze manier gaat het niet werken. De insteek die ABL koos, was me daarom een
gruwel.
De PvdA nam in de tweede instantie in een wat merkwaardig
opgebouwd betoog het woord democratie in de mond.Ook legde de PvdA sterk de
nadruk op de voorwaarde dat alles dicht bij de burger moest gebeuren. Dit
schoot bij mij in het verkeerde keelgat, omdat ik de stellingname
onvoorstelbaar hypocriet vond, zeker gezien de hele voorgeschiedenis.
Waarom gaan we de
Peelsamenwerking aan? Een van de redenen was het onvoorstelbare gedram van
minister Plasterk met zijn idee voor de vorming van gemeenten van 100.000
inwoners. Plasterk vond dat gemeenten te klein waren voor de grote
decentralisaties die eraan zitten te komen. Dus wordt het bestuur verder van de
burger geplaatst. Onbegrijpelijk dat de vertegenwoordigster van de PvdA in de
raad van Laarbeek het dan durft te hebben over het bestuur dichter bij de
burger. De waarheid is totaal anders. De PvdA vertelde niet het eerlijke
verhaal. Vandaar.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
zondag 8 december 2013
Raadsvergadering
De
Laarbeekse raadsvergadering draaide voornamelijk om de behandeling van de
bestuurlijke inrichting van de Peelsamenwerking. De raad deed er ruim anderhalf
uur over. Ter vergelijking: de gemeenteraad van Helmond deed er slechts10
minuten over. Raffelde de Helmondse raad het voorstel af of deed de Laarbeekse
raad er veel te lang over?
Met het aangaan van de Peelsamenwerking wordt
een grote stapgezet. Logisch dat een raad hierbij uitvoerig wil stilstaan en de
verschillende mogelijkheden voor de bestuurlijke inrichting van deze
samenwerking wilde wegen. De Laarbeekse raad heeft dit woensdag avond zeer minutieus
gedaan. In Helmond lag een heldere concept-zienswijze voor. In Laarbeek waren
twee stukken voorgelegd die sterk van elkaar afweken qua insteek en onderling
met elkaar in tegenstrijd waren. Dat bevorderde de discussie niet erg.
Elke fractie
had in de eerste instantie haar eigen bijdrage. Allemaal met een positieve
ondertoon met betrekking tot de Peelsamenwerking. Er had geen onderlinge
afstemming plaatsgevonden. Elke fractie zong haar eigen lied. Heel erg
eenstemmig klonk het niet. Er was een warrig verhaal van PNL; een korte
stellingname van het CDA, aansluitend op de opmerkingen die al in de commissie
gemaakt waren; een wat afhoudend verhaal van ABL; een wat lastig te duiden verhaal
van De Werkgroep, waarin geprobeerd werd afstand te nemen van de eerdere
stellingname in de commissie; een positieve stellingname van de VVD en een
standpuntbepaling van de PvdA waarin enerzijds begrip werd opgebracht voor de
bezorgdheid van het college m.b.t. zorgvuldigheid en tempo en anderzijds grote
steun voor de voorgestelde klankbordgroep. De PvdA noemde deze “de schakel
tussen raden ”.
De reactie
op de eerste instantie van wethouder Vereijken was to the point en straight.
Zonder tussenzinnen ditmaal. Het was duidelijk het lid van de stuurgroep die
sprak. Hij deed nauwelijks moeite om te verbinden. Toen de tweede instantie
begon, had ik in ieder geval het idee dat we nog ver van huis waren. Ik had het
gevoel dat er hoognodig e.e.a. rechtgezet moest worden en de neuzen in dezelfde
richting gezet moesten worden. Ik heb de indruk dat me dat redelijk goed gelukt
is. Ik was wel gedwongen om weer eens ouderwets de trom te roeren en de
confrontatie te zoeken met ABL en de PvdA. Uiteindelijk stemde de raad unaniem
in met de uitgangspunten voor een zienswijze zoals de burgemeester deze na een
schorsing formuleerde.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
donderdag 5 december 2013
KBO-Lieshout is bezorgd.
De KBO-Lieshout maakt zich zorgen over de ouderenhuisvesting in
Lieshout. Terecht, want het is op dit moment nog allerminst zeker wat er met
Franciscushof gaat gebeuren. De Zorgboog heeft wel allerlei mooie plannen, maar
de concrete uitwerking laat op zich wachten. Ondertussen gaan de ontwikkelingen
gestaag door. De eerste extramurale bewoner heeft al een huurappartement in
Franciscushof betrokken.
De KBO heeft zowel bij de Zorgboog als bij de Woningstichting aan de
bel getrokken en geprobeerd duidelijkheid te krijgen over de plannen met
betrekking tot Franciscushof. In januari
2014 zullen op een informatieve
bijeenkomst de gemeente, de Zorgboog en de Woningstichting duidelijkheid
verschaffen. Het wordt inderdaad de hoogste tijd.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
woensdag 4 december 2013
Motie Dik-Faber aangenomen
De Tweede
Kamer heeft dinsdag de motie van de ChristenUnie over de
beschikbaarheidstelling van de toegezegde 268 mlj. voor de Ruit aangenomen. Dit
is een lelijke streep door de rekening. Het lijkt erop dat de regio weer terug
is bij af; voor de zesde keer overigens al in 40 jaar! Bij BOSE was de regio
niet bij machte het heft in eigen hand te houden; nu is het de provincie ook
niet gelukt.
Geld dat
toegezegd was aan de regio, wordt, als de minister de motie overneemt, gedeeltelijk aan andere infrastructurele
zaken buiten de regio besteed. Kijk maar wat er in de motie staat:
De Kamer, gehoord de beraadslaging, constaterende dat het Rijk een bijdrage van 268 mln euro heeft gereserveerd voor de Ruit Eindhoven;
overwegende dat de MKBA en second opinion op de MKBA voor de Ruit Eindhoven negatief zijn, de commissie MER in een tussenrapportage bij de Notitie Reikwijdte en Detailniveau kritisch is over dit project en de Provinciale Omgevingscommissie van mening is dat nut en noodzaak nog onvoldoende onderbouwd zijn;
overwegende dat maatregelen op de A27, A58 & A67 die de (inter)nationale bereikbaarheid van Noord-Brabant sterk verbeteren, zijn getemporiseerd (A27, A58) of geschrapt (A67);
overwegende dat de temporisering van de Rijksbijdrage de versnelde aanpak van de A58 middels voorfinanciering door bedrijfsleven en provincie/gemeenten belemmerd;
verzoekt de regering nu nog geen bestuursovereenkomst voor realisatie van de Ruit Eindhoven te tekenen, het project te optimaliseren en daarbij rekening te houden met (potentiële) natuurwaarden van de EHS en een nieuwe MKBA te maken met zowel een hoog als een laag groeiscenario op basis van actuele verkeersprognoses (op basis van verkeersmodel van Rijkswaterstaat);
verzoekt de regering de Rijksbijdrage voor de Ruit Eindhoven niet te schrappen, maar te temporiseren en eerst in te zetten op:
- realisatie van maatregelen die voortkomen uit het MIRT-onderzoek Brainport Avenue, waaronder realisatie van station Eindhoven Acht/Airport;
- realisatie 1e fase van een volwaardig knooppunt A27 Hooipolder (klaverturbine of klaversterturbine);
- realisatie van verbreding A27 Werkendam-Scheiwijk uiterlijk in 2019 beginnen en zo mogelijk versnellen en bij dit project optimaal rekening te houden met een toekomstige spoorlijn Breda-Utrecht;
- ongedaan maken van de temporisering van de A58 (in ieder geval Eindhoven – Tilburg) zodat versnelde realisatie mogelijk blijft;
- een in overleg met gemeenten en provincie op te stellen pakket maatregelen voor de Rijksinfrastructuur in de regio Eindhoven (en hierbij verbreding A67 Leenderheide-Geldrop en no-regret pakket A67 te betrekken), waarbij ook de principes van Beter Benutten worden betrokken;
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Van Veldhoven
Dit geld zijn we voorlopig kwijt.
Onbegrijpelijk dat de Tweede Kamer zich zo laat leiden door de waan van de dag. Een paar maanden geleden dacht de Kamer nog totaal anders. De Kamer mag fit doen,maar het is natuurlijk niet comme il faut.
Even afwachten wat de minister doet. Ik kan me overigens niet voorstellen dat de minister over dit onderwerp een conflict met de Kamer wil.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185
dinsdag 3 december 2013
Armoede in Nederland.
De
armoede in Nederland is in de jaren vanaf 2010 fors toegenomen. Dat constateren
het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en het Sociaal en Cultureel
Planbureau (SCP) in een gezamenlijke studie. In 2012 leefden 1,2 miljoen mensen
in armoede.
Het
gezamenlijk rapport van de onderzoeksinstituten, Armoedesignalement 2013, stelt:
Van de ruim 7
miljoen huishoudens in 2012 moesten er 664.000 (9,4%) rondkomen van een inkomen
onder de lage-inkomensgrens. Daarmee is het aantal huishoudens met een laag
inkomen ten opzichte van 2011 gestegen met 89.000, een groei van 1,2
procentpunt. Ramingen wijzen op een verdere toename van het percentage
huishoudens met een laag inkomen tot 9,9 % in 2013 en een afvlakking van de groei
in 2014 (10,1%). Naar verwachting zijn in 2014 dan 717.000 huishoudens
afhankelijk van een laag inkomen, het hoogste aantal sinds 2000.
Als gevolg van de economische crisis is er vanaf 2010 aldus sprake van een stijging van het aantal huishoudens met een laag inkomen met 203.000 (2,7 procentpunt). In de jaren 2011 en 2012 was de instroom met 150.000 huishoudens (2 procentpunt) verreweg het grootst.
Ruim 170.000 huishoudens hadden in 2012 al ten minste vier jaar achtereen een laag inkomen. Dit waren er 17.000 meer dan in 2011. Het percentage huishoudens met langdurig kans op armoede steeg hierdoor voor het eerst sinds de economische crisis, en wel van 2,4% in 2011 tot 2,7% in 2012. Daarmee kwam een einde aan de nagenoeg ononderbroken dalende trend in de periode 2000-2011.
Als gevolg van de economische crisis is er vanaf 2010 aldus sprake van een stijging van het aantal huishoudens met een laag inkomen met 203.000 (2,7 procentpunt). In de jaren 2011 en 2012 was de instroom met 150.000 huishoudens (2 procentpunt) verreweg het grootst.
Ruim 170.000 huishoudens hadden in 2012 al ten minste vier jaar achtereen een laag inkomen. Dit waren er 17.000 meer dan in 2011. Het percentage huishoudens met langdurig kans op armoede steeg hierdoor voor het eerst sinds de economische crisis, en wel van 2,4% in 2011 tot 2,7% in 2012. Daarmee kwam een einde aan de nagenoeg ononderbroken dalende trend in de periode 2000-2011.
De
kans op armoede is het hoogst bij eenoudergezinnen, alleenstaanden tot
65
jaar, niet-westerse huishoudens en bijstandontvangers. Bij al deze groepen
nam
het armoedepercentage in 2012 flink toe.
Sinds
2007 zijn er ruim 100 duizend arme kinderen bijgekomen, waardoor het aantal
0-17 jarigen dat opgroeit in een omgeving die van te weinig geld moet zien rond
te komen is opgelopen tot 384 duizend. Dat komt neer op meer dan 11
procent van alle kinderen. Eén op de drie armen is jonger dan 18 jaar.
De
meeste armen wonen in één van de vier grote steden. Vooral in Amsterdam
(15,4 procent), Rotterdam (14,9 procent) en Den Haag (14,0 procent) was het
aandeel huishoudens met een laag inkomen hoog. Naast deze drie gemeenten bevat
de top
10 onder meer ook Groningen (14,0 procent) en drie Zuid-Limburgse gemeenten, te
weten Vaals (13,7 procent), Heerlen (13,0 procent) en Kerkrade (11,8 procent).
Natuurlijk
ben ik ook zeer benieuwd naar armoedecijfers over Laarbeek. Ik heb ze nog niet gevonden.
Dus nog eens een keer goed zoeken in de gegevens. Wel zag ik op ww.nos.nl dat
Laarbeek op het landelijke gemiddelde van 6,6% zit. Het zijn wel gegevens uit
2011.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
maandag 2 december 2013
Samenwerking
Gemiddeld
hebben Nederlandse gemeenten meer dan 20
gemeenschappelijke regelingen. De meest bekende voor ons zijn Atlant, de
GGD, de Veiligheidsregio, de omgevingdienst, het SRE etc. In de Peelregio komt
hier binnenkort nog de Peelsamenwerking Peel 6.1 bij. Het zijn allemaal grote
organisaties met tientallen ambtenaren in dienst. Voor raadsleden valt dit
allemaal niet meer te controleren, laat staan er invloed op uit te oefenen.
Niet vreemd dat de laatste tijd er steeds meer kritiek komt op het alsmaar
aangaan van nieuwe van
gemeenschappelijke regelingen. Leo Markensteyn, de voorzitter van de
rekenkamervereniging NVRR zei onlangs: “ Een gemeenschappelijke regeling is een
Bermudadriehoek waar alle controlecapaciteit in verdwijnt. ”
Met de grote
decentralisaties die op stapel staan, zie je overal dat er nieuwe
gemeenschappelijke regelingen worden aangegaan. Hier gaat het niet over de
aanschaf een brandweerwagen of een streekarchief. Nu zijn het taken die veel
dichter bij huis liggen, de jeugdzorg en de ouderenzorg. Heel veel burgers
zullen hiermee aan den lijve worden geconfronteerd. Het zijn politiek zeer
licht ontvlambare zaken. Het is niet te verwachten dat raadsleden,
cliëntenraden en het burgers genoegen
zullen nemen met een wethouder die zich verschuilt achter andere wethouders uit
de gemeenschappelijke regeling. Hij zal zelf aangesproken worden op het beleid
en de uitvoering.
Dit gaat dus
problemen geven als er geen oplossing gevonden wordt voor wat het democratische
gat in de gemeenschappelijke regeling wordt genoemd. Deze oplossing is
vooralsnog niet in zicht. Het Rijk heeft zich jarenlang met de mond verzet
tegen het ontstaan van een vierde bestuurslaag. Ondertussen bestaat deze vierde
bestuurslaag allang en breed. De privatisering van rijksdiensten naar NGO’s en
de inflatie aan allerlei gemeenschappelijke regelingen hebben dit met zich
meegebracht. Dit is een onomkeerbaar proces.
Het
democratische gat in gemeenschappelijke regelingen los je niet op met het
instellen van een klankbordgroep, waaraan bij Peel 6.1. gedacht wordt. Een
klankbordgroep is een machteloos orgaan, dat niets kan afdwingen. Ook het
toevoeging van een controlerende raad aan elke GR behoort ook niet tot de
mogelijkheden. Het Rijk wil hier niet aan vanuit haar angst voor een nieuwe
bestuurslag tussen provincies en gemeenten. Als een raad werkelijk invloed wil
uitoefenen op het beleid van een GR ,dan zullen raadsleden in het Algemeen
Bestuur van de GR moeten zitten. Maar daar wil Peel 6.1 vanuit de fictie dat de
samenwerking uitsluitend uitvoering is, weer niet aan.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185
zondag 1 december 2013
Onmin binnen het SRE
Hè, hè, schoot donderdagmorgen
door mijn hoofd, toen ons regionaal dagblad voor mij op tafel lag. Van de
voorpagina kwam het al op mij af. “ Onmin over samenwerking” stond er in grote
zwarte letters. De kop sprong eruit; wat er stond was niet mis te verstaan. Het
marcheert kennelijk niet meer binnen het SRE kennelijk. Het wordt steeds
moeilijker om afspraken te maken. En afspraken die gemaakt worden, worden heel
anders uitgevoerd. In het artikel was ook sprake van onderling wantrouwen en
frustraties. Langzaam maar zeker is de samenwerking verworden tot een
schijnsamenwerking. De ambitie is weg.Dit belooft weinig goeds voor de
nieuwe vorm van samenwerking, in de nieuwe Metropool Regio Eindhoven met de
werkplaatsen.
Inhoudelijk verbaasde het mij
niets; het verbaasde mij alleen waarom het zo lang geduurd heeft voordat het
naar buiten kwam. Voor iedereen was het toch al maanden duidelijk dat het
binnen het SRE niet meer liep. Opmerkelijk is ook dat niet de regioraad hiermee
naar buiten kwam, maar een groepje van voornamelijk wethouders en een enkele
burgemeester dat op dat moment bijeen was op de High Tech Campus in Eindhoven voor
een portefeuillehoudersoverleg.
De portefeuillehouders wezen in Endhoven ook met de vinger
naar de gemeenteraadsleden. Gemeenteraden in de regio hebben veel te weinig oog
voor de ambities van de regio om het economisch belang. Zij kijken vooral naar
hun eigen gemeenten.
Ik denk inderdaad dat de portefeuillehouders hier de vinger
op de zwakke plek leggen. De crisis werpt iedereen terug op de eigen positie.
Dit is natuurlijk de dood in de pot voor de regionale samenwerking. Verstandig
is dit niet. Gemeenten als Laarbeek hebben elkaar nodig om de uitdagingen aan
te kunnen. Wat in het algemeen opgemerkt wordt over de houding
gemeenteraadsleden , gaat niet op voor de Laarbeekse raadsleden: de Laarbeekse
raad is pro samenwerking.
.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185
Abonneren op:
Posts (Atom)