Doe-democratie.
In de
kabinetsnota over de Doe-democratie is ook een stand van zaken opgenomen. Het geeft een goed beeld van de actuele
situatie. Aan de hand van de beschrijvingen kunnen we goed inschatten waar
Laarbeek staast. Uitdrukkelijk zegt de nota dat het geschetste beeld slechts
een momentopname is.
Een groot aantal adviesbureaus hebben recent
rapporten over dit onderwerp uitgebracht. Zij vertrokken meestal vanuit het
maatschappelijk gebeuren; de nota van het kabinet doet dit uitdrukkelijk vanuit
het zicht van de overheid.
Verbazingwekkend is het dan ook niet dat de term overheidsparticipatie gebezigd
wordt in plaats van burgerparticipatie.
Het
onderzoeksbureau dat in opdracht van het
ministerie voorwerk heeft verricht onderscheidt een zevental categorieën binnen
de doe-democratie, te weten:
Zeven vormen van ‘doe-democratie’
1 Zelfbeheer van de openbare ruimte door individuele of
groepen burgers.
2 Sociaal ondernemerschap
3 Structurele overdracht van politieke zeggenschap aan
bewoners in het kader van gebiedsgericht werken.
4 Eigen initiatieven en inzet van bewoners in het kader
van maatschappelijke handhaving, toezicht en veiligheid.
5 Eigen initiatieven en inzet van bewoners gericht op het
versterken van sociale samenhang en actieve deelname van mensen aan de
samenleving.
6 Vrijwilligerswerk en zelforganisatie om lokale
voorzieningen en diensten in stand te houden.
7 Nieuwe netwerken en coalities van overheden en
professionele organisaties enerzijds en vrijwilligersorganisaties, verenigingen
en burgers anderzijds gericht op slimme alternatieve oplossingen voor
maatschappelijke vraagstukken.
De
onderzoekers constateren dat door
schaalvergroting, bezuinigingen en de op handen zijnde decentralisaties
gemeenten er niet aan ontkomen om een beroep te doen op burgers en gebruik te
maken van burgerkracht. Bij een ruime
meerderheid van gemeenten is aandacht voor het ondersteunen en stimuleren van
doe-democratie. Initiatieven die zijn gericht op het versterken van sociale
samenhang en actieve deelname aan de samenleving staan met stip op nummer één.
Van echte overdracht van politieke zeggenschap aan burgers is nauwelijks
sprake.
Bewonersinitiatieven die zijn gericht op het versterken
van sociale samenhang en actieve deelname van mensen aan de samenleving komen
in 94 procent van de gemeenten voor. Van vrijwilligerswerk en burgers die het
voortouw nemen om lokale voorzieningen in stand te houden, is in 82 procent van
de gemeenten sprake. Slechts in een op de vijf gemeenten is sprake van
overdracht van politieke zeggenschap. Het grootste knelpunt bij het
ondersteunen en stimuleren van de doe-democratie ligt, volgens de respondenten,
binnen de gemeentelijke organisatie zelf. Onvoldoende tijd, capaciteit en geld
worden daarbij als belangrijkste belemmeringen genoemd. Veel gemeenten zien
daarnaast een geringe bereidheid om los te laten. Raden en colleges hebben daar
iets meer moeite mee (56 procent) dan de ambtelijke organisatie (49 procent),
zo blijkt uit het onderzoek. 100.000+ gemeenten kunnen veel moeilijker loslaten
dan gemeenten met minder dan 100.000 inwoners.
De beperkte participatiebereidheid van burgers wordt bij
gemeenten eveneens als knelpunt ervaren. Andere hobbels zijn een te grote
regeldichtheid, onvoldoende professionaliteit en continuïteit bij burgers en
het ontbreken van representativiteit van en draagvlak voor initiatieven vanuit
de samenleving. Als meest kansrijke inhoudelijke onderwerpen voor
doe-democratie worden de fysieke en sociale leefbaarheid en de decentralisaties
werk, langdurige zorg en jeugd genoemd.
Bij een ruime meerderheid van gemeenten is aandacht voor
het ondersteunen en stimuleren van doe-democratie. Initiatieven die zijn
gericht op het versterken van sociale samenhang en actieve deelname aan de
samenleving staan met stip op nummer één. Van echte overdracht van politieke
zeggenschap aan burgers is nauwelijks sprake.
Bewonersinitiatieven die zijn gericht op het versterken
van sociale samenhang en actieve deelname van mensen aan de samenleving – een
van de zeven onderscheiden ‘verschijningsvormen’ van de doe-democratie − komen
in 94 procent van de gemeenten voor. Van vrijwilligerswerk en burgers die het voortouw
nemen om lokale voorzieningen in stand te houden, is in 82 procent van de
gemeenten sprake. Slechts in een op de vijf gemeenten is sprake van overdracht
van politieke zeggenschap.
Het grootste knelpunt bij het ondersteunen en stimuleren
van de doe-democratie ligt, volgens de respondenten, binnen de gemeentelijke
organisatie zelf. Onvoldoende tijd, capaciteit en geld worden daarbij als
belangrijkste belemmeringen genoemd. Veel gemeenten zien daarnaast een geringe
bereidheid om los te laten. Raden en colleges hebben daar iets meer moeite mee
(56 procent) dan de ambtelijke organisatie (49 procent), zo blijkt uit het
onderzoek. 100.000+ gemeenten kunnen veel moeilijker loslaten dan gemeenten met
minder dan 100.000 inwoners.
De beperkte participatiebereidheid van burgers wordt bij
gemeenten eveneens als knelpunt ervaren. Andere hobbels zijn een te grote
regeldichtheid, onvoldoende professionaliteit en continuïteit bij burgers en
het ontbreken van representativiteit van en draagvlak voor initiatieven vanuit
de samenleving. Als meest kansrijke inhoudelijke onderwerpen voor
doe-democratie worden de fysieke en sociale leefbaarheid en de decentralisaties
werk, langdurige zorg en jeugd genoemd.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185