dinsdag 9 oktober 2012



 

Nog een keer de samenwerking in de Peelregio


Vorige week stonden er berichten in het ED over de nauwere samenwerking tussen de gemeenten Helmond en Deurne. De toonzetting van deze artikelen was nogal verontrustend. Het leek erop dat Helmond en Deurne hun eigen weg gingen en zich weinig lieten gelegen aan de andere Peelgemeente. Zo leek het althans op het eerste gezicht. Immers Jacobs en Mak zeiden immers letterlijk tegen het ED:
“Nadere uitwerking zal leren waar de winst te behalen valt. Het is bovendien de bedoeling dat ook andere Peelgemeenten meedoen. Als ze van begin af aan deelnemen, kunnen ze nog meepraten over de vorm van samenwerking. Als ze later aanhaken kunnen ze meedoen aan de dan al bestaande samenwerkingsvormen.”
Dit blijkt nu – gelukkig- toch ietwat te kort door de bocht te zijn. Zo blijkt uit de raadsinformatiebrief die in Deurne deze dagen is gepubliceerd. Ik geef hem hieronder letterlijk weer:
“Bij de vaststelling van de Kaderbrief in juni jl. heeft uw gemeenteraad zich uitgesproken voor
samenwerking in de Peel en binnen die Peelsamenwerking voor een sterk partnership met Helmond.
De colleges van Helmond en Deurne hebben op 18 september 2012 overleg gehad te Helmond; in dat
overleg is intensief gesproken over intergemeentelijke samenwerking. Centraal in deze bespreking
stond het belang van de burgers, bedrijven en instellingen in onze gemeenten. Zij mogen van hun
gemeenten vragen om de kansen die onze regio biedt maximaal te benutten. Zij mogen verwachten dat
de gemeentebesturen aandacht hebben voor de kwaliteit en continuïteit van de gemeentelijke
dienstverlening. En zij mogen verwachten dat de bestuurders adequaat reageren op de uitdagingen die
de financieel-economische situatie en de maatschappelijke ontwikkelingen op terreinen als werken,
wonen, zorg, leefbaarheid bieden, nu en in de toekomst. Daar waar er een grotere schaal nodig is dan
die van de individuele gemeenten om kansen te benutten en uitdagingen op te pakken moet die grotere
schaal worden gevonden. Helmond en Deurne spreken de bereidheid uit aan die verwachtingen te
voldoen.
Beide colleges concluderen dat veel van de genoemde kansen en uitdagingen een schaal vragen op het
niveau van de zes Brabantse Peellandgemeenten. Zij willen zich inzetten om op die schaal een
samenwerking te realiseren die recht doet aan het belang van de burgers en bedrijven in onze Peel
regio. Daar waar die samenwerking al bestaat zullen de colleges zich, waar dat nodig is, inzetten voor
een verbreding en verdieping van die samenwerking. Daar waar nieuwe kansen zich voordoen zullen
beide colleges ook zoeken naar Peelsamenwerking. Zij stellen wel vast dat daarop een bestuurlijke
structuur moet aansluiten die eenduidig is en als uitgangspunt de gelijkwaardigheid en het oog voor de
lokale situaties waarborgt. Tegelijk moet die structuur minder vrijblijvend zijn en de bestuurlijke en
ambtelijke drukte beperken. Een dergelijke samenwerking zal overigens De Peel als regio ook een
sterkere positie geven in Zuid Oost Brabant en de kansen die Brainport 2020 biedt bereikbaar maken.
Deurne en Helmond zien dit als een inspanningsverplichting waarin men gezamenlijk wil optrekken.
Daarbij hebben zij zowel een bestuurlijke als een ambtelijke samenwerking voor ogen. Praten met één
mond en vanuit één advies.
De colleges van Helmond en Deurne begrijpen dat er tempoverschillen kunnen ontstaan tussen de zes
Peelland gemeenten in de uitwerking van deze visie. De agenda voor de samenwerking en de
bestuurlijke structuur moet die ruimte ook bieden. Wel achten de colleges het van belang dat er een
gezamenlijk (Peel-) visie wordt geformuleerd voor het eindbeeld, de bekende stip op de horizon. Dat
geeft dan richting en houvast aan de stappen die gezet moeten worden. Met een gedeelde eindvisie is
het ook mogelijk om tempoverschillen te accepteren zonder dat daarmee de samenwerking als geheel
onder druk komt te staan. In de verschillende stadia van de samenwerking is het dan ook mogelijk dat
gemeenten met elkaar stappen zetten omdat zij daar vanwege hun eigen situatie aan toe zijn, ook al
zijn niet alle partners al zover. Wanneer dat Helmond en Deurne zou betreffen, kunnen afspraken
worden gemaakt met de andere gemeenten om de opgedane ervaringen op een afgesproken moment
samen te evalueren. Een dergelijke evaluatie kan vervolgens leiden tot nieuwe
samenwerkingsafspraken met meerdere gemeenten.
Deurne en Helmond zien kansen om ook op korte termijn al meerwaarde van een samenwerking te
realiseren op een aantal onderwerpen die vooral beide gemeenten raken.
Beide colleges spreken zich daarom uit:
- voor deze intenties de zienswijze of instemming van de gemeenteraden te zullen vragen
- de gemeentesecretarissen opdracht te geven met uitwerkingvoorstellen op zowel bestuurlijk
als ambtelijk niveau te komen, en daarbij rekening te houden met de samenwerkingsambitie
van de zes Peelland gemeenten
- bereid te zijn tot het plaatsen van een stip op de horizon, in die zin dat dáár, waar je kiest voor
samenwerking, bestuurlijk en ambtelijk een vorm wordt gekozen waarin je als één gemeente
opereert; daartoe behoort ook het creëren van een personele unie op de gebieden waarop de
samenwerking plaats vindt.”

Dit is inderdaad een heel stuk redelijker dan het ED suggereerde. Met name van belang vind ik dat beide colleges van Helmond en Deurne vooraf een eindbeeld willen formuleren dat de mogelijkheid van aansluiting van andere gemeenten op een later tijdstip openhoudt. Ik vind dat de Peelgemeenten eigenlijk gezamenlijk zouden moeten optrekken. Alleen dan staat de Peelregio sterk.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185