zondag 28 oktober 2012


Motie Bestuursakkoord

 

De Werkgroep legde donderdag j.l. de raad een motie over het bestuursakkoord voor. Hierin vroeg De Werkgroep:


1.     In de onderhandelingen met de partners in de Stuurgroep Brainport Oost de eerder gemaakte en in het Bereikbaarheidsprogramma vastgelegde afspraken m.b.t. de zorgvuldige inpassing van een eventuele nieuw aan te leggen weg op Laarbeeks grondgebied leidend te laten zijn.
2.     Een eventuele nieuw af te sluiten Bestuurlijke Overeenkomst pas te ondertekenen na vooraf verkregen goedkeuring daarvan door de Raad.

Eerlijk gezegd schrok ik van de inhoud van deze motie. Niet dat ik niet zoiets verwacht had. In de opstelling van de fractie van de Werkgroep en wijze van vraagstelling  in de bijeenkomst met de projectleider van de Noordoostcorridor vorige week klonk de onvrede van de fractie met de gang van Zaken duidelijk door. De Werkgroep stemt wel iedere keer in de stappen die gezet worden; zij doet dit duidelijk tegen heug en meug, maar uiteindelijk gaat ze toch iedere keer weer overstag.


Wat ook opvalt is dat De Werkgroep geregeld terugkomt op de eenmaal genomen besluiten. Steeds weer opnieuw gaat zij nieuwe vragen stellen. Hiermee geeft zij de indruk het niet eens te zijn met de gang van zaken. Dat kan  m aar schept onduidelijkheid. Niets maakt de politiek zo onbetrouwbaar als het telkens weer terugkomen op genomen besluiten. Het is een euvel waar met name De Werkgroep sterk aan lijdt.

Dit keer gaat De Werkgroep zo ver dat zij feitelijk de raad op de stoel van de wethouder zet. Zijn speelruimte in het onderhandelingsproces wordt ten zeerste beperkt. Hij mag niet terugkomen met een akkoord dat niet voldoet aan het bereikbaarheidsakkoord van 2007. De fractie schrijft dit op, terwijl zij weet dat het bereikbaarheidsakkoord allang van tafel  is en bij de vaststelling van de structuurvisie Brainport Oost gedegradeerd is tot een van de uitgangspunten. De Werkgroep weigert deze realiteit te erkennen en komt er in feite achteraf weer op terug.

Toen ik de motie onder ogen kreeg, dacht ik “Dit is een verkapte motie van  wantrouwen tegen van Zeeland.”  Van een oppositiepartij zou je dit nog kunnen verwachten , maar toch zeker niet van een coalitiepartij.

Als oppositiepartij vinden wij dat van Zeeland natuurlijk niet langer moet blijven zitten dan strikt noodzakelijk is. Op heel veel onderdelen van beleid zijn wij het niet met hem eens, maar om op voorhand een verkapte motie van wantrouwen in te dienen, gaat zelfs ons wat ver. Opmerkelijk was dat zelfs De Werkgroep niet wist waar ze mee bezig waren.

Van Zeeland zelf zag dit natuurlijk allemaal anders: het was een ondersteuning van zijn beleid. Zo bruin heb ik het zelden horen bakken! Een zichzelf respecterende wethouder zou dit nooit gepikt hebben.

Van je politieke  vrienden moet je het maar hebben!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185