Gemeentelijke samenwerking
Gemeentelijke
en regionale samenwerking is een thema dat meer dan onze bijzondere
belangstelling heeft. Bij de technische vragen hebben wij er al naar gevraagd.
De aankondiging van het bezoek van de commissie Krachtig Bestuur in Brabant op
31 oktober aan Laarbeek heeft bij ons de
vraag doen rijzen of dit niet bij uitstek een zaak is waar de raad zich in
totaliteit over zou moeten uitspreken. Wij vinden van wel. Dit is een te
gewichtige aangelegenheid om in een achternamiddag af te doen. Hier moet een politieke gedachtewisseling aan
ten grondslag liggen.
Wij hebben
in het eerste deelrapport van de commissie over Noordoost Brabant gelezen dat
verschillende gemeenten aldaar gekozen hebben voor deze aanpak. Jammer genoeg heeft Laarbeek
gekozen dit onderwerp te delegeren naar de fractievoorzitters die eigenstandig
het gesprek met de commissie aangaan. Hoe weinig de fractievoorzitters op zichzelf durven te varen blijkt uit het
gesprek voorafgaande aan het overleg met de commissie van de fractievoorzitters met de leden van
het college.”Om de standpunten op elkaar af te stemmen.” In de woorden van de
fractievoorzitter van PNL. Wij dachten dat de raad de kaders vaststelde! Dit is
op dit punt klaarblijkelijk niet het geval.
Wij hechten
zo sterk aan dit punt omdat er langzaam maar zeker een tendens is
ontstaan,waarin in Laarbeek niet openlijk over dit onderwerp gedebatteerd
wordt. Het college verschaft wel
informatie, maar er komt geen debat tot
stand. Het lijkt erop dat we ons gaandeweg in een of meerdere vormen van
samenwerking laten rommelen.
We hebben
een vijftien jaar geleden een vrijwillige fusie gehad. Hieruit is de gemeente
Laarbeek voortgekomen die in de
afgelopen jaren haar plaats binnen de regio heeft gevonden. Laarbeek functioneert
bestuurlijk en organisatorisch goed. De gemeente roept echter bij haar burgers geen warme
gevoelens op. Voor de meeste burgers is de gemeente een bestuurseenheid die
redelijk ver van hen afstaat. Hij heeft er geen specifieke affiniteit mee. Zijn
betrokkenheid ligt elders, in zijn kern
en eigen netwerken. Hij wil dat het liefst ook zo laten. Een fusie in
één generatie lijkt ons meer dan genoeg. Dit hebben we al bij de installatie
van de burgemeester Ubachs aan de commissaris van de koningin meegegeven.
Anderzijds
erkennen wij ook dat de gemeente te klein is om alle taken die op ons afkomen
naar behoren uit te voeren. Samenwerking met nabuurgemeenten op specifieke
onderdelen is een mogelijkheid; het meeste nut en profijt zien wij in een
regionale samenwerking met alle Peelgemeenten. Hierdoor kan de regio zich
onderscheiden en binnen het bredere verband van
SRE en Brainport haar rol waarmaken.