Vorige week stonden er berichten in het ED
over de nauwere samenwerking tussen de gemeenten Helmond en Deurne. De
toonzetting van deze artikelen was nogal verontrustend. Het leek erop dat
Helmond en Deurne hun eigen weg gingen en zich weinig lieten gelegen aan de
andere Peelgemeente. Zo leek het althans op het eerste gezicht. Immers Jacobs en
Mak zeiden immers letterlijk tegen het ED:
“Nadere uitwerking zal leren waar
de winst te behalen valt. Het is bovendien de bedoeling dat ook andere
Peelgemeenten meedoen. Als ze van begin af aan deelnemen, kunnen ze nog
meepraten over de vorm van samenwerking. Als ze later aanhaken kunnen ze
meedoen aan de dan al bestaande samenwerkingsvormen.”
Dit blijkt nu – gelukkig- toch
ietwat te kort door de bocht te zijn. Zo blijkt uit de raadsinformatiebrief die
in Deurne deze dagen is gepubliceerd. Ik geef hem hieronder letterlijk weer:
“Bij de vaststelling van de Kaderbrief in juni jl. heeft uw
gemeenteraad zich uitgesproken voor
samenwerking in de Peel en binnen die Peelsamenwerking voor een
sterk partnership met Helmond.
De colleges van Helmond en Deurne hebben op 18 september 2012
overleg gehad te Helmond; in dat
overleg is intensief gesproken over intergemeentelijke
samenwerking. Centraal in deze bespreking
stond het belang van de burgers, bedrijven en instellingen in onze
gemeenten. Zij mogen van hun
gemeenten vragen om de kansen die onze regio biedt maximaal te
benutten. Zij mogen verwachten dat
de gemeentebesturen aandacht hebben voor de kwaliteit en
continuïteit van de gemeentelijke
dienstverlening. En zij mogen verwachten dat de bestuurders
adequaat reageren op de uitdagingen die
de financieel-economische situatie en de maatschappelijke
ontwikkelingen op terreinen als werken,
wonen, zorg, leefbaarheid bieden, nu en in de toekomst. Daar waar
er een grotere schaal nodig is dan
die van de individuele gemeenten om kansen te benutten en
uitdagingen op te pakken moet die grotere
schaal worden gevonden. Helmond en Deurne spreken de bereidheid
uit aan die verwachtingen te
voldoen.
Beide colleges concluderen dat veel van de genoemde kansen en
uitdagingen een schaal vragen op het
niveau van de zes Brabantse Peellandgemeenten. Zij willen zich
inzetten om op die schaal een
samenwerking te realiseren die recht doet aan het belang van de
burgers en bedrijven in onze Peel
regio. Daar waar die samenwerking al bestaat zullen de colleges
zich, waar dat nodig is, inzetten voor
een verbreding en verdieping van die samenwerking. Daar waar
nieuwe kansen zich voordoen zullen
beide colleges ook zoeken naar Peelsamenwerking. Zij stellen wel
vast dat daarop een bestuurlijke
structuur moet aansluiten die eenduidig is en als uitgangspunt de
gelijkwaardigheid en het oog voor de
lokale situaties waarborgt. Tegelijk moet die structuur minder
vrijblijvend zijn en de bestuurlijke en
ambtelijke drukte beperken. Een dergelijke samenwerking zal
overigens De Peel als regio ook een
sterkere positie geven in Zuid Oost Brabant en de kansen die
Brainport 2020 biedt bereikbaar maken.
Deurne en Helmond zien dit als een inspanningsverplichting waarin
men gezamenlijk wil optrekken.
Daarbij hebben zij zowel een bestuurlijke als een ambtelijke
samenwerking voor ogen. Praten met één
mond en vanuit één advies.
De colleges van Helmond en Deurne begrijpen dat er
tempoverschillen kunnen ontstaan tussen de zes
Peelland gemeenten in de uitwerking van deze visie. De agenda voor
de samenwerking en de
bestuurlijke structuur moet die ruimte ook bieden. Wel achten de
colleges het van belang dat er een
gezamenlijk (Peel-) visie wordt geformuleerd voor het eindbeeld,
de bekende stip op de horizon. Dat
geeft dan richting en houvast aan de stappen die gezet moeten
worden. Met een gedeelde eindvisie is
het ook mogelijk om tempoverschillen te accepteren zonder dat
daarmee de samenwerking als geheel
onder druk komt te staan. In de verschillende stadia van de
samenwerking is het dan ook mogelijk dat
gemeenten met elkaar stappen zetten omdat zij daar vanwege hun
eigen situatie aan toe zijn, ook al
zijn niet alle partners al zover. Wanneer dat Helmond en Deurne
zou betreffen, kunnen afspraken
worden gemaakt met de andere gemeenten om de opgedane ervaringen
op een afgesproken moment
samen te evalueren. Een dergelijke evaluatie kan vervolgens leiden
tot nieuwe
samenwerkingsafspraken met meerdere gemeenten.
Deurne en Helmond zien kansen om ook op korte termijn al
meerwaarde van een samenwerking te
realiseren op een aantal onderwerpen die vooral beide gemeenten
raken.
Beide colleges spreken zich daarom uit:
-
voor deze intenties de zienswijze
of instemming van de gemeenteraden te zullen vragen
-
de gemeentesecretarissen opdracht
te geven met uitwerkingvoorstellen op zowel bestuurlijk
als ambtelijk niveau te komen, en daarbij rekening te houden met
de samenwerkingsambitie
van de zes Peelland gemeenten
-
bereid te zijn tot het plaatsen van
een stip op de horizon, in die zin dat dáár, waar je kiest voor
samenwerking, bestuurlijk en ambtelijk een vorm wordt gekozen
waarin je als één gemeente
opereert; daartoe behoort ook het creëren van een personele unie
op de gebieden waarop de
samenwerking plaats vindt.”
Dit is
inderdaad een heel stuk redelijker dan het ED suggereerde. Met name van
belang vind ik dat beide colleges van Helmond en Deurne vooraf een eindbeeld
willen formuleren dat de mogelijkheid van aansluiting van andere gemeenten op
een later tijdstip openhoudt. Ik vind dat de Peelgemeenten eigenlijk
gezamenlijk zouden moeten optrekken. Alleen dan staat de Peelregio sterk.