woensdag 31 oktober 2012



 

Begroting 2013


Wat tijdens de begrotingsvergadering opviel was hoe weinig geëngageerd betrokken partijen omgingen met deze begroting. Ze roept geen begeestering op, dit boekwerk waarin hoofdzakelijk de begroting in woorden en zonder veel cijfers  de programmabegroting Laarbeek 2013 wordt beschreven. Sinds de inkomsten aan  de gemeenten onder invloed van de crisis achteruit zijn gekacheld, zie je dit in heel veel gemeenten. Vooral in conservatief ingestelde gemeenten is dit heel sterk. Hier wordt bezuinigd, de hand op de knip gehouden en een plaats op de plaat gemaakt. Geen nieuw beleid, de uitgaven en inkomsten in evenwicht houden. Dat is het parool. In wat meer progressief ingestelde gemeenten zie je een andere grondhouding: hier wordt gepleit voor meer uitgaven om de economie draaiende te houden en niet dood te bezuinigen. 

Als je kijkt naar de programmabegroting 2013 behoort Laarbeek ongetwijfeld tot de eerste categorie gemeenten. Laarbeek kiest al voor het tweede jaar voor een standstill.
Dit kun je natuurlijk niet straffeloos doen. Op talrijke terreinen zie je de dienstverlening achteruit gaat, vrij recent ingezet beleid wordt teruggedraaid of stilgezet. De organisatie wordt ingekrompen. Volgens het college merken de burgers weinig of niets van de bezuinigingen. Wij geloven hier niets van. Het college houdt zichzelf én ons voor de domme. Vraag het maar aan een bijstandsmoeder?  Zijn we zo stom geweest om in het verleden tonnen uit te geven aan zaken, waar niemand baat bij heeft gehad. Natuurlijk hebben we wel eens achteraf gezien uitgaven die we beter achterwege hadden kunnen laten, maar tonnen over de balk gooien? Laat me niet lachen!

Het zal er de komende jaren niet beter op worden. Zo waarschuwt het college ons op voorhand. De bezuinigingen uit het Lenteakkoord zijn nog maar een schijntje vergeleken wij wat geel-rood voor ons in petto heeft. Ook anderen kunnen er iets van. Kijk maar eens naar wat het Waterschap Aa en Maas van plan is. “Iedereen moet bezuinigen in crisis ”twitterde onze wethouder van financiën een dezer dagen n.a.v. de plannen van het Waterschap.

De coalitie wijst erop dat de lasten voor de burgers maar zeer beperkt stijgen en dat de grote uitgaven voor de nieuwe voorzieningenclusters binnen de geraamde bedragen blijven en dus uitgevoerd kunnen worden. Dit is natuurlijk een flinke geruststelling. Wel zien we dat de schuld flink toeneemt.  De wethouder heeft op de laatste commissievergadering een financieel overzicht gepresenteerd dat een positief beeld gaf. Dat stemt ons natuurlijk tevreden, al zien we ook dat de schuld per hoofd van de bevolking het afgelopen jaar flink gestegen is. Dit hoeft geen probleem te zijn als de Woningstichting haar verplichtingen kan nakomen. Wethouder Vereijken zegt hierin het volste vertrouwen te hebben.

We hopen van harte dat hij hierin gelijk heeft.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 30 oktober 2012



 

Gemeentelijke samenwerking


Gemeentelijke en regionale samenwerking is een thema dat meer dan onze bijzondere belangstelling heeft. Bij de technische vragen hebben wij er al naar gevraagd. De aankondiging van het bezoek van de commissie Krachtig Bestuur in Brabant op 31 oktober aan Laarbeek heeft bij ons  de vraag doen rijzen of dit niet bij uitstek een zaak is waar de raad zich in totaliteit over zou moeten uitspreken. Wij vinden van wel. Dit is een te gewichtige aangelegenheid om in een achternamiddag af te doen.  Hier moet een politieke gedachtewisseling aan ten grondslag liggen.

Wij hebben in het eerste deelrapport van de commissie over Noordoost Brabant gelezen dat verschillende gemeenten aldaar gekozen hebben voor  deze aanpak. Jammer genoeg heeft Laarbeek gekozen dit onderwerp te delegeren naar de fractievoorzitters die eigenstandig het gesprek met de commissie aangaan. Hoe weinig de fractievoorzitters  op zichzelf durven te varen blijkt uit het gesprek voorafgaande aan het overleg met de commissie  van de fractievoorzitters met de leden van het college.”Om de standpunten op elkaar af te stemmen.” In de woorden van de fractievoorzitter van PNL. Wij dachten dat de raad de kaders vaststelde! Dit is op dit punt klaarblijkelijk niet het geval.

Wij hechten zo sterk aan dit punt omdat er langzaam maar zeker een tendens is ontstaan,waarin in Laarbeek niet openlijk over dit onderwerp gedebatteerd wordt.  Het college verschaft wel informatie, maar  er komt geen debat tot stand. Het lijkt erop dat we ons gaandeweg in een of meerdere vormen van samenwerking laten rommelen.
We hebben een vijftien jaar geleden een vrijwillige fusie gehad. Hieruit is de gemeente Laarbeek voortgekomen die in  de afgelopen jaren haar plaats binnen de regio heeft gevonden. Laarbeek functioneert bestuurlijk en organisatorisch goed. De gemeente  roept echter bij haar burgers geen warme gevoelens op. Voor de meeste burgers is de gemeente een bestuurseenheid die redelijk ver van hen afstaat. Hij heeft er geen specifieke affiniteit mee. Zijn betrokkenheid ligt elders, in zijn kern  en eigen netwerken. Hij wil dat het liefst ook zo laten. Een fusie in één generatie lijkt ons meer dan genoeg. Dit hebben we al bij de installatie van de burgemeester Ubachs aan de commissaris van de koningin meegegeven.

Anderzijds erkennen wij ook dat de gemeente te klein is om alle taken die op ons afkomen naar behoren uit te voeren. Samenwerking met nabuurgemeenten op specifieke onderdelen is een mogelijkheid; het meeste nut en profijt zien wij in een regionale samenwerking met alle Peelgemeenten. Hierdoor kan de regio zich onderscheiden en binnen het bredere verband van  SRE en Brainport haar rol waarmaken.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 29 oktober 2012



 

Gemeenten van 100.000 inwoners


Nederland staat aan de vooravond van een enorme fusieoperatie van gemeenten. VVD en PvdA willen dat er over een paar jaar alleen nog maar gemeenten over zijn met 100.000 inwoners of meer. Dat meldde afgelopen maandag  De Telegraaf op basis van bronnen.
Ook provincies zijn er plannen om een aantal provincies samen te voegen. De twee nieuwe regeringspartijen n willen Noord-Holland, Utrecht en Flevoland samenvoegen. Mogelijk wordt de Noordoostpolder daarvan losgekoppeld. VVD en PvdA willen verder gaan bekijken of het aantal provincies kan worden teruggebracht tot vijf 'landsdelen'.

De berichten in de Telegraaf kloppen. In het akkoord staat:
“ Een grote decentralisatie van taken en bevoegdheden vergt medeoverheden die op een passende schaal zijn georganiseerd. Voor de lange termijn hebben wij het perspectief van vijf landsdelen met een gesloten huishouding en gemeenten van tenminste honderdduizend inwoners voor ogen. De inwonersnorm kan worden aangepast aan de bevolkingsdichtheid in verschillende delen van het land. De waterschappen worden samengevoegd met de landsdelen. Samen met de medeoverheden willen we dit lange termijn perspectief realiseren. Ontwikkelingen in de gewenste richting worden aangemoedigd.
De landelijke overheid zal zijn doen en laten in de contacten met medeoverheden richten op het gewenste eindbeeld. Dit heeft gevolgen voor het overleg en de vormgeving van decentralisaties en financieringsarrangementen. Decentralisaties zullen in principe gericht worden op 100.000+ gemeenten. Gemeenten benutten mogelijkheden om bewoners van wijken, buurten en dorpen te betrekken bij zaken die hen raken. ”


De maatregelen hebben grote gevolgen voor het openbaar bestuur. Op dit moment tellen niet meer dan 25 van de 415 gemeenten meer dan 100.000 inwoners. De nieuwe minister Stef Blok van Wonen en Rijksdienst ( wat en naam! ) mag dit uit gaan voeren. Het voorstel ligt geheel in de lijn van de VVD die allang pleit voor een kleinere compactere overheid. Een grootscheepse herindeling en een beperking van het aantal provincies pas heel goed in deze opzet.
Overigens wat gepresenteerd wordt, is niet geheel nieuw. Al jarenlang loopt deze discussie. Wie gaat deze discussie gevolgd heeft,herkent in de plannen de contouren van de herindeling die Denemarken jaren geleden al heeft doorgevoerd. Op het ministerie van Binnenlandse Zaken waren heel wat ambtenaren te vinden die het Deense voorbeeld wilden volgen.  Nu lijkt het zover te zijn en kunnen we onze borst nat gaan maken.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 28 oktober 2012


Motie Bestuursakkoord

 

De Werkgroep legde donderdag j.l. de raad een motie over het bestuursakkoord voor. Hierin vroeg De Werkgroep:


1.     In de onderhandelingen met de partners in de Stuurgroep Brainport Oost de eerder gemaakte en in het Bereikbaarheidsprogramma vastgelegde afspraken m.b.t. de zorgvuldige inpassing van een eventuele nieuw aan te leggen weg op Laarbeeks grondgebied leidend te laten zijn.
2.     Een eventuele nieuw af te sluiten Bestuurlijke Overeenkomst pas te ondertekenen na vooraf verkregen goedkeuring daarvan door de Raad.

Eerlijk gezegd schrok ik van de inhoud van deze motie. Niet dat ik niet zoiets verwacht had. In de opstelling van de fractie van de Werkgroep en wijze van vraagstelling  in de bijeenkomst met de projectleider van de Noordoostcorridor vorige week klonk de onvrede van de fractie met de gang van Zaken duidelijk door. De Werkgroep stemt wel iedere keer in de stappen die gezet worden; zij doet dit duidelijk tegen heug en meug, maar uiteindelijk gaat ze toch iedere keer weer overstag.


Wat ook opvalt is dat De Werkgroep geregeld terugkomt op de eenmaal genomen besluiten. Steeds weer opnieuw gaat zij nieuwe vragen stellen. Hiermee geeft zij de indruk het niet eens te zijn met de gang van zaken. Dat kan  m aar schept onduidelijkheid. Niets maakt de politiek zo onbetrouwbaar als het telkens weer terugkomen op genomen besluiten. Het is een euvel waar met name De Werkgroep sterk aan lijdt.

Dit keer gaat De Werkgroep zo ver dat zij feitelijk de raad op de stoel van de wethouder zet. Zijn speelruimte in het onderhandelingsproces wordt ten zeerste beperkt. Hij mag niet terugkomen met een akkoord dat niet voldoet aan het bereikbaarheidsakkoord van 2007. De fractie schrijft dit op, terwijl zij weet dat het bereikbaarheidsakkoord allang van tafel  is en bij de vaststelling van de structuurvisie Brainport Oost gedegradeerd is tot een van de uitgangspunten. De Werkgroep weigert deze realiteit te erkennen en komt er in feite achteraf weer op terug.

Toen ik de motie onder ogen kreeg, dacht ik “Dit is een verkapte motie van  wantrouwen tegen van Zeeland.”  Van een oppositiepartij zou je dit nog kunnen verwachten , maar toch zeker niet van een coalitiepartij.

Als oppositiepartij vinden wij dat van Zeeland natuurlijk niet langer moet blijven zitten dan strikt noodzakelijk is. Op heel veel onderdelen van beleid zijn wij het niet met hem eens, maar om op voorhand een verkapte motie van wantrouwen in te dienen, gaat zelfs ons wat ver. Opmerkelijk was dat zelfs De Werkgroep niet wist waar ze mee bezig waren.

Van Zeeland zelf zag dit natuurlijk allemaal anders: het was een ondersteuning van zijn beleid. Zo bruin heb ik het zelden horen bakken! Een zichzelf respecterende wethouder zou dit nooit gepikt hebben.

Van je politieke  vrienden moet je het maar hebben!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 24 oktober 2012


 

Afsluiting IDOPS


Woensdag heeft de gemeente Laarbeek in het Dorpshuis te Lieshout officieel de IDOPS afgesloten. Alle betrokken organisaties waren uitgenodigd. Ook de provincie o.a. in de persoon van de gedeputeerde, Mevr. Brigitte van Haaften, was aanwezig. De samenkomst vond plaats in de nieuwe aanbouw van het Dorpshuis. Het werd een heel geanimeerde bijeenkomst.

Wethouder Joan Briels opende de bijeenkomst met een toespraak, waarin hij de nadruk legde op het uitgangspunt dat de bevolking van de kern de eigenaar van het project was.”Het werd voor de kern iets van “ ons ”. Ook in het beleidsplan WMO heeft de gemeente voor dit uitgangspunt gekozen. Het was een heel goede toespraak.

Vier vertegenwoordigers, uit elke kern een, schetsen vervolgens een beeld van hun eigen IDOP. De gedeputeerde sprak haar waardering uit voor de inzet in de verschillende kernen. Heel opmerkelijk is en blijft dat in alle vier de kernen van Laarbeek IDOPS van de grond zijn gekomen. “Het heeft allemaal heel veel inzet van iedereen gekost ”had Mevr. Aarts al gezegd.

Zowel wethouder Briels als Mevr. van Haaften was op zoek naar het vervolg op de IDOPS. Het viel mij op dat Mevr. Haaften het vooral zocht in een regionale aanpak. Dit verbaasde mij. De kracht en het succes van de IDOPS ligt immers in het lokale.

Dat zouden we moeten vasthouden, denk ik.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 23 oktober 2012


 

Noordoost Corridor

 

Donderdagavond zat de publieke tribune van de raadszaal vol met belangstellenden. Zij waren gekomen voor de presentatie door de projectleider Gebiedsontwikkeling Brainport Oost van de provincie, Gert-Jan Koolen.

Koolen had op zich niet zoveel nieuws te melden. Wel gaf zijn presentatie een goed overzicht van de afgesproken procedure en de stappen die successievelijk in het proces moeten worden gezet. De meeste informatie is ook terug te vinden op de site van de provincie http://www.brabant.nl/noordoostcorridor. De presentatie staat op de website van de gemeente.
Zoals te verwachten was de Laarbeekse raad zeer kritisch. Raadsleden bestookten de inleider met allerlei vragen. Hierbij vlogen hele en halve waarheden vrijelijk over de tafel. Koolen bleef er stoicijns onder. Hij ging natuurlijk niet in op politiek getinte vragen.
De raad wilde  coûte que coûte vasthouden aan het Bereikbaarheidsakkoord van mei 2007. Nog steeds niet realiseert de raad zich dat dit akkoord achterhaald door de vastgestelde structuurvisie Brainport Oost. Zoals te begrijpen had de raad ook grote vraagtekens bij de ingeplande bijdrage van de 11 gemeenten van € 50 à 90 miljoen.

Opmerkelijk is dat het college van B en W juist deze week besloten heeft geen financiële bijdrage voor de weg ter beschikking te stellen. De wethouder hield hierover volledig zijn mond. Vreemd!  Dit B en W-besluit is natuurlijk het meest verkeerde signaal dat Laarbeek kan afgeven.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 22 oktober 2012



 

Technische vragen over de begroting




Uiteindelijk hebben slechts twee partijen technische vragen gesteld naar aanleiding van de begroting 2013. ABL en CDA hebben er werk van gemaakt; de andere partijen hebben er om hen moverende redenen van afgezien.
Wat de werkelijke reden was om geen technische vragen te stellen, weten wij natuurlijk niet. Wij vonden – en kennelijk ABL ook – dat de begroting op zich voldoende aanleiding voor het stellen van vragen gaf. Ware het alleen al om bepaalde passages te verduidelijken.

Het college heeft naar behoren antwoord gegeven op de door ons gestelde vragen. Bepaalde antwoorden geven ons aanleiding om er bij de begrotingsbehandeling op terug te komen. Naar we aannemen zal ABL dat ook zeker doen.

Dat zo weinig partijen technische vragen stellen, is niet nieuw. Al enkele jaren zien we dat alleen ABL en het CDA van de geboden gelegenheid gebruik maken. Voor andere partijen is alles klaarblijkelijk duidelijk. Wij geven ruiterlijk toe dat dit voor ons niet het geval is en dat we behoefte hebben aan verduidelijkingen op bepaalde punten.

Wij constateren ook al enkele jaren dat de kwaliteit van de begrotingsbehandeling  zich in een neerwaartse spiraal bevindt. De uitgangspunten van beleid worden niet meer kritisch bekeken. De meeste partijen accepteren bij voorbaat d e keuzes die het college maakt en stellen hierbij geen vragen meer. De geëngageerdheid die voorheen het begrotingsdebat kenmerkte is totaal weg. De begrotingsbehandeling was het hoogtepunt van het politieke jaar. Dit is allang niet meer zo. De pontificale hoogmis met drie heren is allang gedegradeerd tot een simpel vissersmiske.

Jammer, want het is, hoe je het wendt of keert, een aderlating.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 18 oktober 2012


Krimp

 

In het jongste nummer van DSB Magazine, de uitgave van de Nederlandse Bank stond een interessant artikel van Simon de Wilde. De titel was “ Krimp verreist een revolutie in onze manier van denken ”. Bestuurders praten liever niet hardop over krimp. De eerste reactie is dan ook een vlucht naar voren. Toch staat, zo vindt de Wilde, demografische krimp niet per se gelijk aan economische krimp.

Het schrikbeeld is genoegzaam bekend: een postkantoor dat sluit en een bibliotheek die verdwijnt,winkels die de deuren op slot doen. Leegstaande fabrieksgebouwen,verlaten boerderijen en dichtgetimmerde woonhuizen. Het is de realiteit in een aantal Nederlandse regio’s. Een aantal regio’s lopen leeg door vergrijzing en het wegtrekken van inwoners. Andere regio hebben hierbij baat en groeien.

Oplossing voor de krimp is niet het heil zoeken in het werven van nieuwer inwoners. Aanpassing aan het lagere niveau is de oplossing. Het hanteren van de sloopkogel om vraag en aan bod met elkaar in overeenstemmin g te brengen. Dit is geen nieuwe oplossing, zo lees ik in het nieuwste boek van Geert Mak, reizen zonder John. De stad Detroit heeft deze oplossing ook al gehanteerd.

Voor Laarbeek zal het voorlopig niet zo’n vaart lopen met de krimp, ook al kennen wij het verschijnsel dat bepaalde voorzieningen in de kernen verdwijnen. Laarbeek ligt in een regio die nog groeit. De regio Eindhoven zit met Brainport in de lift. Dit trekt nieuwe inwoners aan. Voor Laarbeek is het zaak dat het zich blijft oriënteren op de stedelijke regio, waar het gedeeltelijk zelf deel van uitmaakt. Fataal zou een keuze zijn ,waarbij Laarbeek zich afkeert van de stedelijke regio en zich gaat richten op de landelijke regio, b.v. door zich eenzijdig te richten op Gemert-Bakel en het landelijke achterland. De toekomst van Laarbeek ligt in een oriëntatie op de stedelijke regio, op Eindhoven-Helmond.

Niet voor niets adverteren wij met Laarbeek als de toegangsoort tot Brainport!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 17 oktober 2012



 

Groei of toch niet?


De tijden dat de overheid alom tegenwoordig was ,zijn langzaam maar zeker voorbij. We hebben te maken met een terugtredende overheid die taken uit handen geeft en overlaat aan de burger en het particuliere initiatief. Financiële krapte is de werkelijke reden voor deze stap terug. De overheid verdedigt deze terugtrekkende beweging met de redenering dat de overheid niet alle taken hoeft uit te voeren en dat de burger zelf tot veel meer in staat is. De verzorging van de wieg tot het graf is definitief voorbij, zo luidt het nieuwe adagium. Een kleinere overheid zou de oplossing voor de problemen zijn. Het is de oplossing die vooral in rechtse kringen in Europa en Amerika opgeld doet.

Deze opvatting is de nieuwe ideologie die naar mijn idee wel heel gemakkelijk wordt omarmd door alle geledingen van de overheid ( rijk, provincie, gemeente). In de jaren van groei zijn allerlei taken naar de overheid gegaan die voorheen door de burgers zelf en het maatschappelijke middenveld werden verricht. Gevolg is dat het middenveld geërodeerd is en dat burenhulp een heel vaag begrip uit een ver verleden is geworden. Veel waardevols is verloren gegaan. Goed bedoeld maar wel heel jammer. Nu we terug moeten, breekt ons dat op. Herstellen van iets wat er ooit was, is moeilijker dan op het eerste gezicht lijkt.

De politiek heeft het altijd moeilijk met het woord bezuinigingen. Ze gebruiken liever  andere aanduidingen die het bezuinigen verhullen en er een positieve inhoud aangeven. Ze gebruiken bij voorkeur woorden als aanpassingen, systeemhervorming etc. Woorden als slagvaardig, kwalitatief hoogstaand en innovatief zijn ook gewilde aanduidingen om te versluieren wat eigenlijk bedoeld wordt. De mens wil nu eenmaal bedrogen worden,denk ik dan.

Er is ook een positieve ontwikkeling. In Duitsland is deze het beste gedocumenteerd. De Bertelsmann Stiftung heeft deze zomer een onderzoek uitgevoerd naar de opvattingen van de Duitsers. Wat bleek? Acht van de tien Duitsers zijn ervan overtuigd dat meer groei geen oplossing voor de crisis is. Zij vinden zorg voor het milieu en een eerlijker verdeling van de welvaart veel belangrijker dan het vergroten van hun eigen inkomen en bezit. Die Zeit heeft deze wijziging in opvattingen betiteld als postmaterialistisch.
In Nederland maken we ons druk over forensentaks, koopzondag en weigerambtenaren. Zijn dit belangrijker onderwerpen dan uitputting van natuurlijke hulpbronnen, sociale ongelijkheid, klimaatverandering, overbevolking, vervuiling van de natuur etc.? Waar dit land klein in is!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 16 oktober 2012



 

Geboorten


Vorige week publiceerde het Eindhovens Dagblad een overzicht van de geboorten in de regio in de jaren tussen 2008 en 2011. De cijfers zijn afkomstig van het CBS waarin het aantal levendgeborenen is geteld. De levendgeborenen zijn geteld naar de woongemeente en niet naar de geboortegemeente.
Uit het overzicht bleek dat in In Helmond zijn tussen 2008 en 2011 relatief de meeste kinderen geboren zijn  van alle gemeenten in deze regio. Per 1000 inwoners lag het aantal geboortes daar op 12,8 (2008), 12,6 (2009), 11,9 (2010) en 12,0 (2011). De grote nieuwbouwwijk Brandevoort speelt hierin waarschijnlijk een rol. In Nuenen lag het geboortecijfer per 1000 inwoners het laagst van de regio in 2009 en 2010 met 6,9 geboortes per 1000 inwoners. In 2011 is dat cijfer flink gestegen naar 8,1. In dat jaar sloot Heeze-Leende de rij met 7,7 baby's per 1000 inwoners.
Interessanter voor ons zijn natuurlijk de cijfers voor Laarbeek. Met het aantal geboortes scoort Laarbeek goed. We zitten redelijk in de bovenste regionen. Gemiddeld zit Laarbeek voor de jaren 2008 – 2011 op 10,5 per 1000 inwoners. Dit is redelijk hoog. De cijfers voor Laarbeek zijn resp. 11.00 per 1000 inwoners in 2008, 10,1 in 2009, 10,2 in 2010 en 10.6 in 2011..
Geboortecijfers zijn niet allesbepalend. Veel belangrijker is of de gemeente de inwoners ook vast kan houden. Hier zou ik heel graag cijfers over hebben.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 15 oktober 2012


Veel meer zelf doen


De tijden dat de overheid alom tegenwoordig was zijn langzaam maar zeker voorbij. We hebben te maken met een terugtredende overheid die taken uit handen geeft en overlaat aan de burger en het particuliere initiatief. Financiële krapte is de werkelijke reden voor deze stap terug. De overheid verdedigt deze terugtrekkende beweging met de redenering dat de overheid niet alle taken hoeft uit te voeren en dat de burger zelf tot veel meer in staat is. De verzorging van de wieg tot het graf is definitief voorbij.

Deze opvatting is de nieuwe ideologie die naar mijn idee wel heel gemakkelijk wordt omarmd door alle geledingen van de overheid. In de jaren van groei zijn allerlei taken naar de overheid gegaan die voorheen door de burgers zelf en het maatschappelijke middenveld werden verricht. Gevolg is dat het middenveld geërodeerd is en dat burenhulp een heel vaag begrip uit een ver verleden is geworden. Veel waardevols is verloren gegaan. Goed bedoeld maar wel heel jammer. Nu we terug moeten, breekt ons dat op. Herstellen van iets wat er ooit was, is moeilijker dan op het eerste gezicht lijkt.

Er is ook een positieve ontwikkeling. In Duitsland is deze het beste gedocumenteerd. De Bertelsmann Stiftung heeft deze zomer een onderzoek uitgevoerd naar de opvattingen van de Duitsers. Wat bleek? Acht van de tien Duitsers zijn ervan overtuigd dat meer groei geen oplossing voor de crisis is. Zij vinden zorg voor het milieu en een eerlijker verdeling van de welvaart veel belangrijker dan het vergroten van hun eigen inkomen en bezit. Die Zeit heeft deze wijzing in opvattingen betiteld als postmaterialistisch.

In Nederland maken we ons druk over forensentaks, koopzondag en weigerambtenaren. Zijn dit belangrijker onderwerpen dan uitputting van natuurlijke hulpbronnen, sociale ongelijkheid, klimaatverandering, overbevolking, vervuiling van de natuur etc.? Waar dit land klein in is!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 14 oktober 2012



 

Politiek café Passend Onderwijs



De Werkgroep organiseerde afgelopen donderdag in zaal van de Burght een politiek café. Onderwerp was passend onderwijs. Op zich was dit een beetje een gewaagde keuze, omdat het onderwerp niet zo aansprekend is voor het grote publiek. Vooral onderwijsmensen en ouders met gehandicapte kinderen waren dan ook aanwezig, naast wat vertegenwoordigers van politieke partijen.

In de uitnodiging had De Werkgroep geschreven dat er zich diverse ontwikkelingen voor doen rond de inrichting van de zorg, het werk en het onderwijs in Nederland. Zij verwees hierbij naar aan de veranderingen op het gebied van de Awbz, de wet werken naar vermogen (WWnV), de transitie Jeugd en Passend onderwijs. In het politiek café van 11 oktober wilde De Werkgroep met ouders en andere betrokken partijen nader inzoomen op de stelselwijziging Passend onderwijs.

Bij Passend Onderwijs  komt het er bij op neer dat er voor elk kind, dus ook kinderen met een handicap of gedragsprobleem, een passende onderwijsplek moet zijn. Liefst op een gewone school waar het kind extra begeleiding krijgt. En pas als het echt nodig is in het speciale onderwijs. “ Deze ontwikkeling zal zeker ook zijn effect gaan hebben op de inrichting en de organisatie van het onderwijs in Laarbeek. Dit brengt mogelijk bedreigingen, maar zeker ook kansen met zich mee.” Zo schrijft De Werkgroep in haar uitnodiging.

De Werkgroep had een viertal deskundigen bereid gevonden hun visie op aanstaande ontwikkelingen te geven, te weten: Geja Raaijmakers, Erik Verhoeven, Arno van de Kam en Annie van Dijk.

Zoals altijd had De Werkgroep de avond goed voorbereid. Dat kun je immers gerust aan de Werkgroep overlaten. De doorsnee bezoeker kreeg donderdag avond een goed beeld van wat er met passend onderwijs bedoeld wordt. Er vlogen wel heel veel afkortingen over de tafel die bij veel aanwezigen onbekend waren. Alle inleidingen waren verhelderend. Heel veel indruk maakte het imponeerde verhaal van Annie van Dijk die heel spontaan en open over haar eigen ervaringen vertelde.

Enigszins onderbelicht bleef naar mijn gevoel de nieuwe rol die de gemeente in passend onderwijs toebedeeld krijgt. Misschien had de wethouder zelf hier iets over moeten zeggen. Nu bleef onduidelijk waarop de gemeente gaat inzetten en hoe zij haar regie gaat waarmaken. Het lijkt mij tijd te worden dat de raad haar kaders gaat stellen.€ 400,000,00 per jaar voor vervoer van leerlingen is natuurlijk wel heel erg veel.

Jammer was  dat er te weinig tijd resteerde voor discussie met de zaal. De geformuleerde stellingen van de inleiders konden niet allemaal aan bod komen. Door de opzet van de avond bleef het teveel een eenrichting gebeuren dat door de presentator van de avond vrij abrupt werd beëindigd.

Al met al was het een goede avond, waarvoor De Werkgroep een compliment verdient.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 11 oktober 2012



 

Twee nieuwe rapporten over de WMO


Opvallend vaak wordt de laatste tijd in de media aandacht besteed aan de WMO. Allerlei aspecten komen hierbij aan de orde. Het financiële aspect overheerst wel sterk. Het lijkt erop dat de transitie van de AWBZ naar de gemeenten noopt tot een heroverweging van de WMO zoals we die nu kennen.
De meest aandacht verdient het nieuwe WMO trendrapport 2012 van Movisie. Ik citeer:

“ Om de Wmo effectief toe te passen, is er meer samenwerking nodig tussen gemeenten, professionele organisaties en burgerverbanden. Dat is een van de conclusies van het Wmo trendrapport 2012, uitgevoerd door Movisie. ‘De drie transities vereisen meer samenwerking, ook buiten het eigen domein’, vertelt onderzoeker Aletta Winsemius.

Een van de terreinen waar het meeste winst valt te behalen is de participatie van burgerverbanden. Uit het rapport blijkt dat deze vaak nog niet doorhebben dat ze een belangrijke rol spelen binnen de Wmo. ‘Het gaat met name om verbanden in de terreinen waar zorg niet zo vanzelfsprekend is, zoals buurtverenigingen of sportclubs’, aldus Winsemius. Deze organisaties vallen veelal binnen het eerste prestatieveld van de Wmo: Het bevorderen van de sociale samenhang en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten, waar deze organisaties wel degelijk aan bijdragen.

Het feit dat veel burgerverbanden niet doorhebben dat ze een bijdrage leveren aan de Wmo kan tot gevolg hebben dat professionele organisaties en gemeenten ook niet zien dat het gebeurt. Hierdoor kan er bij die groepen een gevoel ontstaan dat ze deze taken zelf op zich moeten nemen, terwijl daar kosten en moeite mee gepaard gaan die dus eigenlijk niet nodig zijn. ‘Als je als gemeente wilt dat de kosten niet verder stijgen, dan moet er meer overgeheveld worden naar vrijwilligers’, vertelt Winsemius.

De professionele organisaties hebben, vijf jaar na de invoering van de Wmo, zichzelf wel een andere manier van werken aangemeten. Volgens het onderzoek hebben ze een omslag gemaakt naar een werkwijze waar het voortouw ligt bij de klanten. Toch zullen ze meer moeten gaan samenwerken als ze klaar willen zijn voor de decentralisaties van de AWBZ, de Wwnv en de jeugdzorg. Met name de samenwerking buiten het eigen domein laat nog te wensen over. Zo nemen zorginstellingen vaak taken over die buiten hun domein vallen, terwijl zie ook door een andere instelling kunnen laten doen.”

De primaire doelstelling van de WMO is zelfstandig wonen en maatschappelijke participatie. Bezuinigingen die ook de WMO treffen zouden deze primaire doelstelling wel eens kunnen aantasten. Van een gemeente die haar zorgplicht ernstig neemt,mag verwacht worden dat zij bij het doorvoeren van de noodzakelijke bezuinigingen de positie van kwetsbare inwoners, zolang als het kan, onaangetast laat.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 10 oktober 2012


 

Jeugdzorg naar de gemeente?


Dood en dood triest is het rapport Samson over de misbruiken binnen de jeugdzorg. Daar waar je primair veiligheid zou verwachten, heerste onveiligheid voor de m eest zwakken in onze samenleving. Direct na het vernietigende rapport zijn er stemmen opgegaan op deze taak maar niet bij de gemeenten neer te leggen. Tegelijk zijn er voorstanders van de overheveling, en is er kritiek op het rapport zelf.
Het rapport onderwerp leidde tot een stroom van kritiek en al dan niet gefundeerde meningen. Naar aanleiding van het rapport heeft bestuurder Ans van de Maat van Brancheorganisatie Jeugdzorg Nederland al snel haar excuses aangeboden aan de minderjarige slachtoffers van seksueel misbruik binnen overheidsinstellingen. Momenteel wordt gekeken of de slachtoffers geld moeten krijgen ter compensatie.

Jongeren die gedwongen uit huis zijn geplaatst worden 2,5 keer zo vaak misbruikt als het gemiddelde, vaak door andere jongeren binnen die instellingen. Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie en staatssecretaris Marlies Veldhuijzen van Zanten van Jeugdzorg noemden de bevindingen “afschuwelijk”. Excuses boden ze niet aan; naar verluid uit de vrees voor schadeclaims.

Conclusie: zoals het nu is geregeld, worden te veel fouten gemaakt. Toch is het rapport voor deskundigen aanleiding te stellen dat de Jeugdzorg maar niet moet worden gedecentraliseerd naar de lokale overheid. Kinderombudsman Marc Dullaert vind het geen zalig plan de zorg vanaf 2015 al te laten regelen door gemeenten. Dit in lijn met de aanbeveling van de commissie Samson, die er net zo weinig fiducie in heeft.
De reden? Dullaert vindt dat eerst het uit vele bestuurslagen gebouwde huis van de huidige Jeugdzorg op orde moet zijn.Zeker gezien de onbegrijpelijke financiering van de zorg zou het juist goed zijn dit wel over te hevelen naar gemeenten. Het zou een hoop onduidelijkheid en bureaucratie schelen, is al jaren genoemd als een van de grootste voordelen. “Het huidige systeem zit vol weeffouten”,zei een wethouder uit Den Haag, “ ”de huidige praktijk heeft seksueel misbruik binnen de jeugdzorg niet kunnen voorkomen. Juist daarom is het van belang dat de decentralisatie naar gemeentes doorgezet wordt en dat we niet vasthouden aan een systeem dat niet werkt.” Zo zijn er meer voor- en tegenstanders te vinden.

Opvallend is dat ook het rapport zelf het onderwerp van kritiek is. Tegen NOS Radio1gaf Peer van der Helm van het Expertisecentrum Jeugd van de Hogeschool Leiden het rapport geen voldoende. “Als dit onderzoek door een student van mij was uitgevoerd, had ik er nog geen vijf voor gegeven.”
Onderzoeksblindheid - dat is de kern van zijn kritiek. “De harde conclusies zijn niet gebaseerd op de onderliggende cijfers. Er is een gebrek aan wetenschappelijke distantie. Ik heb sterk het vermoeden dat er naar een conclusie wordt toegewerkt.”
Van der Helm zegt dat hij zijn eigen data heeft aangeboden om te gebruiken voor het onderzoek van Samson cum suis, maar de commissie had daar geen behoefte aan. Er is de laatste jaren juist veel verbeterd. De weinig feitelijk conclusies van het rapport Samson doen het image van de Jeugdzorg schade aan,zo  stelt Van der Helm.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 9 oktober 2012



 

Nog een keer de samenwerking in de Peelregio


Vorige week stonden er berichten in het ED over de nauwere samenwerking tussen de gemeenten Helmond en Deurne. De toonzetting van deze artikelen was nogal verontrustend. Het leek erop dat Helmond en Deurne hun eigen weg gingen en zich weinig lieten gelegen aan de andere Peelgemeente. Zo leek het althans op het eerste gezicht. Immers Jacobs en Mak zeiden immers letterlijk tegen het ED:
“Nadere uitwerking zal leren waar de winst te behalen valt. Het is bovendien de bedoeling dat ook andere Peelgemeenten meedoen. Als ze van begin af aan deelnemen, kunnen ze nog meepraten over de vorm van samenwerking. Als ze later aanhaken kunnen ze meedoen aan de dan al bestaande samenwerkingsvormen.”
Dit blijkt nu – gelukkig- toch ietwat te kort door de bocht te zijn. Zo blijkt uit de raadsinformatiebrief die in Deurne deze dagen is gepubliceerd. Ik geef hem hieronder letterlijk weer:
“Bij de vaststelling van de Kaderbrief in juni jl. heeft uw gemeenteraad zich uitgesproken voor
samenwerking in de Peel en binnen die Peelsamenwerking voor een sterk partnership met Helmond.
De colleges van Helmond en Deurne hebben op 18 september 2012 overleg gehad te Helmond; in dat
overleg is intensief gesproken over intergemeentelijke samenwerking. Centraal in deze bespreking
stond het belang van de burgers, bedrijven en instellingen in onze gemeenten. Zij mogen van hun
gemeenten vragen om de kansen die onze regio biedt maximaal te benutten. Zij mogen verwachten dat
de gemeentebesturen aandacht hebben voor de kwaliteit en continuïteit van de gemeentelijke
dienstverlening. En zij mogen verwachten dat de bestuurders adequaat reageren op de uitdagingen die
de financieel-economische situatie en de maatschappelijke ontwikkelingen op terreinen als werken,
wonen, zorg, leefbaarheid bieden, nu en in de toekomst. Daar waar er een grotere schaal nodig is dan
die van de individuele gemeenten om kansen te benutten en uitdagingen op te pakken moet die grotere
schaal worden gevonden. Helmond en Deurne spreken de bereidheid uit aan die verwachtingen te
voldoen.
Beide colleges concluderen dat veel van de genoemde kansen en uitdagingen een schaal vragen op het
niveau van de zes Brabantse Peellandgemeenten. Zij willen zich inzetten om op die schaal een
samenwerking te realiseren die recht doet aan het belang van de burgers en bedrijven in onze Peel
regio. Daar waar die samenwerking al bestaat zullen de colleges zich, waar dat nodig is, inzetten voor
een verbreding en verdieping van die samenwerking. Daar waar nieuwe kansen zich voordoen zullen
beide colleges ook zoeken naar Peelsamenwerking. Zij stellen wel vast dat daarop een bestuurlijke
structuur moet aansluiten die eenduidig is en als uitgangspunt de gelijkwaardigheid en het oog voor de
lokale situaties waarborgt. Tegelijk moet die structuur minder vrijblijvend zijn en de bestuurlijke en
ambtelijke drukte beperken. Een dergelijke samenwerking zal overigens De Peel als regio ook een
sterkere positie geven in Zuid Oost Brabant en de kansen die Brainport 2020 biedt bereikbaar maken.
Deurne en Helmond zien dit als een inspanningsverplichting waarin men gezamenlijk wil optrekken.
Daarbij hebben zij zowel een bestuurlijke als een ambtelijke samenwerking voor ogen. Praten met één
mond en vanuit één advies.
De colleges van Helmond en Deurne begrijpen dat er tempoverschillen kunnen ontstaan tussen de zes
Peelland gemeenten in de uitwerking van deze visie. De agenda voor de samenwerking en de
bestuurlijke structuur moet die ruimte ook bieden. Wel achten de colleges het van belang dat er een
gezamenlijk (Peel-) visie wordt geformuleerd voor het eindbeeld, de bekende stip op de horizon. Dat
geeft dan richting en houvast aan de stappen die gezet moeten worden. Met een gedeelde eindvisie is
het ook mogelijk om tempoverschillen te accepteren zonder dat daarmee de samenwerking als geheel
onder druk komt te staan. In de verschillende stadia van de samenwerking is het dan ook mogelijk dat
gemeenten met elkaar stappen zetten omdat zij daar vanwege hun eigen situatie aan toe zijn, ook al
zijn niet alle partners al zover. Wanneer dat Helmond en Deurne zou betreffen, kunnen afspraken
worden gemaakt met de andere gemeenten om de opgedane ervaringen op een afgesproken moment
samen te evalueren. Een dergelijke evaluatie kan vervolgens leiden tot nieuwe
samenwerkingsafspraken met meerdere gemeenten.
Deurne en Helmond zien kansen om ook op korte termijn al meerwaarde van een samenwerking te
realiseren op een aantal onderwerpen die vooral beide gemeenten raken.
Beide colleges spreken zich daarom uit:
- voor deze intenties de zienswijze of instemming van de gemeenteraden te zullen vragen
- de gemeentesecretarissen opdracht te geven met uitwerkingvoorstellen op zowel bestuurlijk
als ambtelijk niveau te komen, en daarbij rekening te houden met de samenwerkingsambitie
van de zes Peelland gemeenten
- bereid te zijn tot het plaatsen van een stip op de horizon, in die zin dat dáár, waar je kiest voor
samenwerking, bestuurlijk en ambtelijk een vorm wordt gekozen waarin je als één gemeente
opereert; daartoe behoort ook het creëren van een personele unie op de gebieden waarop de
samenwerking plaats vindt.”

Dit is inderdaad een heel stuk redelijker dan het ED suggereerde. Met name van belang vind ik dat beide colleges van Helmond en Deurne vooraf een eindbeeld willen formuleren dat de mogelijkheid van aansluiting van andere gemeenten op een later tijdstip openhoudt. Ik vind dat de Peelgemeenten eigenlijk gezamenlijk zouden moeten optrekken. Alleen dan staat de Peelregio sterk.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 8 oktober 2012



 

Thibo


In de commissievergadering Algemeen Bestuur kwamen de recente ontwikkelingen rond dit bedrijf aan de orde, waardoor de werkgelegenheid in Laarbeek een forse deuk oploopt. De eigenaar Van Merksteijn, heeft besloten de vestiging en Beek en Donk te sluiten en  de productie te verplaatsen naar de hoofdvestiging. Argument is de malaise in de bouw, waardoor de vraag naar bouwmatten sterk is afgenomen. Het CDA had gevraagd dit punt op de agenda van Algemeen Bestuur te plaatsen. Zoals te verwachten was zat de raadszaal vol met werknemers van Thibo die voor hun baan moeten vrezen.

Wethouder Vereijken gaf een feitelijk relaas van de inspanningen die de gemeente met betrekking tot Thibo heeft verricht. De gemeente is hierin heel ver gegaan. De interesse van het bedrijf voor het aanbod van de gemeente liet sterk te wensen over. Achteraf lijkt het erop dat moederbedrijf van het begin af aan aangestuurd heeft op verplaatsing naar de hoofdvestiging.

Ik ben ervan overtuigd dat de gemeente en wethouder Vereijken in dit dossier hun stinkende best hebben gedaan. Waar ik sinds donderdag wel aan twijfel is of de gemeenten over een vastomlijnd plan beschikte, in geval Thibo zou besluiten om over te gaan naar Bemmer IV. Mogelijk had de gemeente iets te veel oog voor het slijten van bouwgrond in Bemmer. In ieder geval zijn de gemaakte kosten niet goed afgedekt met als gevolg dat we nu met lege handen staan.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 7 oktober 2012



 

Aanbod van woningen regio explodeert


Deze kop stond vorige week vrijdag in het ED. Letterlijk schreef de krant:

Het aanbod van koopwoningen in Zuidoost-Brabant is sinds het begin van de wereldwijde recessie geëxplodeerd. - Tegelijkertijd is het aantal verkochte woningen ingezakt. Bij Nederlandse Vereniging van Makelaars (goed voor driekwart van het woningaanbod) stonden in 2007 in de streek 2841 huizen te koop.
In de eerste zes maanden van 2012 waren dat er 8364 stuks. Het aantal verkochte woningen in de streek (via NVM) is van 5848 in 2007 tot 1640 in 2012 gedaald. 

Een op de drie huizen die momenteel te koop staat zou uit de markt moeten worden genomen, stelt NVM-woordvoerder Roeland Kimman. "De prijzen van die huizen zijn niet meer marktconform", zegt hij.

Huizen staan ook steeds langer te koop. In Eindhoven en omliggende plaatsen is de gemiddelde periode (van wel verkochte huizen) van 123 dagen (vorig jaar) naar 158 dagen in het tweede kwartaal van dit jaar gegaan. In de andere gemeenten in Zuidoost-Brabant is die periode opgelopen van 198 naar 254
Ook als je door de dorpen van Laarbeek rijdt, slaat de schrik je om het hard. Zoveel huizen die vaak al jarenlang te koop staan. Iedereen zit op elkaar te wachten. Niemand durft meer te kopen voordat hij zijn eigen huis kwijt is. En de banken hebben de hypotheekverstrekking beperkt. Starters op de woningmarkt komen niet meer aan de bak.
Allerlei ideeën worden geventileerd om de woningmarkt weer vlot te trekken. Geen van deze ideeën heeft tot op heden soelaas opgeleverd.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185