Opnieuw moelanders
Op 30 september schreef ik in deze weblog:
“ Van Zeeland is vorige week op bezoek geweest bij burgemeester Hans Gilissen in Venray. Daar heeft hij zich op de hoogte gesteld van de aanpak van de problematiek in Venray en o.a. met Gilissen en wethouder Peeters van gedachten gewisseld over de Venrayse aanpak. Dit allemaal met de bedoeling om er iets van te leren.
Van Zeeland een beetje kennende weet ik zeker dat hij er eerstdaags op terugkomt.”
Heel lang heb ik hierop niet hoeven te wachten:
“ Er moeten snel landelijke regels voor de huisvesting van seizoenarbeiders komen. Dat vindt de Laarbeekse wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling Frans van Zeeland. Hij beseft dat de problemen rond onderkomens voor arbeiders uit vooral de voormalige Oostbloklanden niet in een paar weken tot het verleden kunnen behoren,maar ziet wel een oplossingsrichting. Naar zijn mening zou het goed zijn als arbeidsmigranten die werken in de niet-agrarische sector een plekje kregen in reguliere woningen in de dorpen. Daarbij zou een rol kunnen zijn weggelegd voor woningcorporaties, maar om dat mogelijk te maken zijn andere landelijke regels nodig. De werkwijze zou de overheid bovendien helpen om zicht te krijgen op der huisvesting van seizoenarbeiders.”
Dit noteerde Wim Poels van De Laarbeeker vorige week uit de mond Van de Laarbeekse wethouder. Het is niet de eerste keer dat van Zeeland dergelijke opmerkingen maakt. De huisvesting van deze arbeidskrachten begint een soort stokpaardje van hem te worden.
Natuurlijk heeft van Zeeland gelijk als hij zegt dat deze werkers recht hebben op een menswaardig onderkomen. Niemand zal dit ontkennen. En waar misstanden zich voordoen, moet natuurlijk keihard worden ingegrepen. Hij opteert voor een oplossing, waarbij woningcorporaties voor woongelegenheid gaan zorgen. Voor arbeidsmigranten –mensen dus die zich hier blijvend willen vestigen – is dit een oplossing; voor seizoenarbeiders natuurlijk niet. Hier moet aan andersoortige huisvesting worden gedacht. Bij arbeidsmigranten zie je niet alleen de arbeider naar hier komen, maar hele gezinnen. Bij seizoensarbeiders is dit niet het geval. Ze komen alleen en laten hun gezin in het land van herkomst. Zij willen zich hier niet blijvend vestigen.
Het streven van wethouder van Zeeland is te waarderen zolang het puur gaat om verbetering van de woonomstandigheden. Als er andere motieven dan humanitaire hierbij een rol gaan spelen, komen de zaken anders te liggen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Van Zeeland met een verborgen agenda werkt. Het gaat hem ook om extra bouwvolume. Dit is jammer. Het werkt bovendien ook nog eens en keer vertroebelend,omdat het afleidt van het werkelijke probleem. Zo wordt het een gevecht om huizen. Dit zou toch echt niet de bedoeling mogen zijn.