maandag 31 oktober 2011



Dinsdag  1 november 2011

WMO-beleidsplan


 


Laarbeek zet vol overtuiging in op de kanteling. Hiermee wordt bedoeld dat inwoners eerst zelf hun problemen moet zien op te lossen voor ze met een hulpvraag om hulp en ondersteuning naar de overheid gaan. Iedereen moet zoveel mogelijk zijn eigen problemen oplossen. De gemeente heeft daarvoor een modeterm van enige jaren gelden van stal gehaald: de burger is eigenaar van zijn problemen. Hij is probleemeigenaar.

Voordeel van deze aanpak is dat zo de kosten van de gemeenten beter in de hand gehouden kunnen worden. Duren individuele voorzieningen kunnen plaats maken voor goedkopere collectieve voorzieningen. Natuurlijk is de gemeente zo reëel dat zij ook wel inziet dat er burgers zijn die aangewezen blijven op individuele voorzieningen. Deze aanspraak is voortaan alleen niet meer vanzelfsprekend. Dat is het kardinale verschil.

Wat mij in het nieuwe WMO-beleidsplan van de gemeente Laarbeek  hogelijk verbaast, is dat deze omslag als een soort vanzelfsprekendheid wordt gepresenteerd zonder enige feitelijke onderbouwing. De filosofie van de WMO wordt nog steeds omarmd en hertaald naar de noodzaak van participatie van iedereen aan de maatschappij. Alleen nergens in de beleidsnota vind ik de technische onderbouwing hiervoor. Waarom deze wijziging? Zijn het hoofdzakelijk financiële motieven of speelt er ook iets mee van een andere visie op de inhoud van zorg in een maatschappij die steeds minder collectieve zorg hoog in het vaandel heeft staan?

Ik denk dat hier andermaal onder het mom van financiële noodzaak een gewijzigde maatschappij opvatting zich doorzet; een terugtredende staat (lees gemeente ) die de last zoveel mogelijk bij de zorgvragende burger legt. Wie niet zo goed meer meekan, heeft pech en moet maar zien hoe hij zijn probleem oplost. Heel marginaal wil de overheid nog wel helpen. Alleen als het absoluut niet anders kan!

Het primaire doel van de WMO, het aanbieden van hulp aan de burger die hulp nodig heeft, wordt in de nieuwe beleidsnota ondergesneeuwd door de nadruk op allerlei andere zaken. De cocon van de hulp gaat verloren in een veelheid van woorden die er feitelijk niet toedoen. Net als bij andere beleidsstukken van de laatste tijd gaat de kern verloren in een veel te grote breedsprakerigheid. Laarbeek produceert de laatste tijd weer veel te omvangrijke nota’s. IN de beleidsnota WMO lopen met name evaluatie en toekomstig beleid erg door elkaar, vooral inde paragrafen over de prestatievelden. Dit had veel beknopter gemoeten.

Heel vreemd is ook dat in het onderdeel over de visie van de gemeenteraad wordt gezegd dat het versterken van het gevoel van eigenaarschap in combinatie met de eigen kracht van burgers de basisgedachte van dit beleidsplan vormt. Dit heeft zijn vertaling gekregen in een viertal uitgangspunten. Echter .. deze uitgangspunten staan niet in het beleidsplan. Ze staan in het preadvies. Wel een heel erg vreemde gang van zaken!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185