Dinsdag  1 november 2011

WMO-beleidsplan

 

Laarbeek zet vol overtuiging in op de kanteling. Hiermee wordt bedoeld dat inwoners eerst zelf hun problemen moet zien op te lossen voor ze met een hulpvraag om hulp en ondersteuning naar de overheid gaan. Iedereen moet zoveel mogelijk zijn eigen problemen oplossen. De gemeente heeft daarvoor een modeterm van enige jaren gelden van stal gehaald: de burger is eigenaar van zijn problemen. Hij is probleemeigenaar.

Voordeel van deze aanpak is dat zo de kosten van de gemeenten beter in de hand gehouden kunnen worden. Duren individuele voorzieningen kunnen plaats maken voor goedkopere collectieve voorzieningen. Natuurlijk is de gemeente zo reëel dat zij ook wel inziet dat er burgers zijn die aangewezen blijven op individuele voorzieningen. Deze aanspraak is voortaan alleen niet meer vanzelfsprekend. Dat is het kardinale verschil.

Wat mij in het nieuwe WMO-beleidsplan van de gemeente Laarbeek  hogelijk verbaast, is dat deze omslag als een soort vanzelfsprekendheid wordt gepresenteerd zonder enige feitelijke onderbouwing. De filosofie van de WMO wordt nog steeds omarmd en hertaald naar de noodzaak van participatie van iedereen aan de maatschappij. Alleen nergens in de beleidsnota vind ik de technische onderbouwing hiervoor. Waarom deze wijziging? Zijn het hoofdzakelijk financiële motieven of speelt er ook iets mee van een andere visie op de inhoud van zorg in een maatschappij die steeds minder collectieve zorg hoog in het vaandel heeft staan?

Ik denk dat hier andermaal onder het mom van financiële noodzaak een gewijzigde maatschappij opvatting zich doorzet; een terugtredende staat (lees gemeente ) die de last zoveel mogelijk bij de zorgvragende burger legt. Wie niet zo goed meer meekan, heeft pech en moet maar zien hoe hij zijn probleem oplost. Heel marginaal wil de overheid nog wel helpen. Alleen als het absoluut niet anders kan!

Het primaire doel van de WMO, het aanbieden van hulp aan de burger die hulp nodig heeft, wordt in de nieuwe beleidsnota ondergesneeuwd door de nadruk op allerlei andere zaken. De cocon van de hulp gaat verloren in een veelheid van woorden die er feitelijk niet toedoen. Net als bij andere beleidsstukken van de laatste tijd gaat de kern verloren in een veel te grote breedsprakerigheid. Laarbeek produceert de laatste tijd weer veel te omvangrijke nota’s. IN de beleidsnota WMO lopen met name evaluatie en toekomstig beleid erg door elkaar, vooral inde paragrafen over de prestatievelden. Dit had veel beknopter gemoeten.

Heel vreemd is ook dat in het onderdeel over de visie van de gemeenteraad wordt gezegd dat het versterken van het gevoel van eigenaarschap in combinatie met de eigen kracht van burgers de basisgedachte van dit beleidsplan vormt. Dit heeft zijn vertaling gekregen in een viertal uitgangspunten. Echter .. deze uitgangspunten staan niet in het beleidsplan. Ze staan in het preadvies. Wel een heel erg vreemde gang van zaken!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Maandag 31 oktober 2011

Geheimhouding en vertrouwelijkheid

In de commissie Algemeen Bestuur is de verbazing uitgesproken over de informatie naar de commissie en de raad toe. Concreet betrof het een krediet voor het Voorzieningencluster Beek. Alleen het concept-raadvoorstel lag ter inzage. Alle andere onderliggende stukken ontbraken.

Wethouder Vereijken gaf overigens ruiterlijk toe dat dit een omissie was. Hij beloofde beterschap. Alleen wilde hij de stukken slechts vertrouwelijk ter inzage leggen. Dit met een beroep op theoretisch mogelijke bezwaren tegen de gunning van de aanbesteding.

Het is niet de eerste keer dat aanmerkingen worden gemaakt op het summier of in het geheel niet ter inzage leggen van de onderliggende stukken. Met name wethouder Vereijken stelt zich op dit punt heel terughoudend op. M.i. niet altijd terecht. Vereijken is waarschijnlijk te weinig raadslid geweest om dit als wethouder goed te kunnen aanvoelen.

Voorzichtigheid is te prijzen. En soms moeten stukken vertrouwelijk behandeld worden, zeker als het belang van de gemeente mogelijk van openbaarmaking schade kan oplopen. Anderzijds moet de raad voldoende informatie hebben om afgewogen een beslissing te kunnen nemen. Hierbij speelt ook nog steeds iets anders.

College en griffie hebben klaarblijkelijk een verschillende opvatting over de vraag wie verantwoordelijk is voor het ter inzage leggen van stukken. Op gezette tijden komt dit weer bovendrijven. Het wordt m.i. hoog tijd dat de raad hierover een uitspraak gaat doen. Ik had gehoopt dat er binnenkort zoals afgesproken een raadsbijeenkomst gewijd zou worden aan het dualisme. Hier hoort dit onderwerp thuis.

Echter de bijeenkomst is klaarblijkelijk weer op de lange baan geschoven. Misschien hadden we hier als CDA harder en consequenter aan moeten trekken. Dat het hard nodig is bewijst de onvrede bij partijen in de raad over het veelvuldig gebruik maken van de vertrouwelijkheid en het karig zijn met het verstrekken van relevante informatie. Om te kunnen controleren heeft de raad nu eenmaal informatie nodig. Een college moet zorgen dat aan deze primaire voorwaarde voldaan wordt.

 Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Vrijdag 28 oktober 2011

Drukke agenda’s van raadsleden

Raadsleden organiseren hun werk niet altijd even goed. Vaak krijgen bijzaken de overhand. Daarom kunnen raadsleden zich niet concentreren op hun eigen werk als volksvertegenwoordigers.

Die signalen krijgt voorzitter Peter Otten van de Nederlandse Vereniging van Raadsleden steeds vaker, zo stelt hij tegen Binnenlands Bestuur. Otten reageert hiermee op het Enschedese raadslid Niels van der Berg, die onlangs met een slaapzak naar het gemeentehuis kwam. 

“ Net als Van den Berg ziet voorzitter Otten, ook raadslid in Zeist, het probleem. Tegen Binnenlands Bestuur voegt hij daar nog wel een kritische noot aan toe. “Als je raadslid wilt worden, ben je daar het jaar ervoor al mee bezig. Bij elkaar ben je dus vijf jaar actief. Voor jonge mensen, die naast het werk ook nog een gezin hebben en willen sporten, is dit moeilijk te combineren. Je bent in ieder geval twee avonden in de week bezig met vergaderingen, en dan ook nog stukken lezen. Dit staat op gespannen voet met hun zapcultuur.”

Het gevaar ligt op de loer dat raadsleden snel afhaken. Het werk geeft ze dan geen voldoening. “In deze periode kom ik er niet of nauwelijks aan toe om de burgers met problemen daadwerkelijk op te zoeken en daar baal ik enorm van’, schrijft raadslid Van den Berg zijn webblog. “Het gaat zo niet langer, genoeg is genoeg, en die mening is ook menig collega raadslid toegedaan. Laten we een en ander enigszins behapbaar houden, een uitschieter kan, maar een bed and breakfast in het stadhuis is mijn nachtmerrie””

Is verbetering mogelijk? Otten denkt dat dit wel degelijk mogelijk is. Gemeenteraden kunnen de werkdruk wel verminderen. Fracties moeten zich bezighouden met hoofdzaken, het werk onderling verdelen. “Een losse stoeptegel is werk voor de ambtenarij. Ook zouden burgemeester, griffiers en raadsleden hun eigen functioneren om de zoveel tijd moeten evalueren.” Zegt hij.

Ik denk dat er nog veel te winnen valt!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Donderdag 27 oktober 2011

Website gemeente

Lektober heeft aan het licht gebracht dat het met de beveiliging van overheidssites slecht gesteld is. Ook websites van gemeenten, waaronder die van Laarbeek, bleken zo lek als een mandje.

Op zaterdag 8 oktober bleek dat de Laarbeekse website niet goed beveiligd was. Deze is daarop onmiddellijk uit de lucht gehaald. Laarbeek heeft besloten een nieuwe website versneld in de lucht te brengen. Dit is inmiddels gebeurd. De site is overigens nog lang niet af, wat natuurlijk een groot bezwaar is. Maar ja, beter iets dan niets.

Naar aan leiding van het hacken van de website heeft de PvdA schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden op deze vragen heb ik nog niet gezien. Wel geeft de gemeente regelmatig verlag van de voortgang. Recent nog vorige week op de website. Wat daar stond, deed mij toch wel met de ogen knipperen: de gemeente denkt dat privacy gevoelige informatie niet onder ogen van vreemden is gekomen, maar heel zeker weet zij het niet! Lees maar:

“ Gegevens inwoners niet ingezien

Op 13 oktober 2011 heeft de gemeente de bestanden ontvangen die de mensen van GeenStijl en Webwereld mogelijk hebben bekeken. Dit zijn bestanden die op onze website of ons intranet stonden. Voor zover we nu weten, is er geen privacygevoelige informatie van inwoners bekeken.

Bekeken bestanden
De bestanden op onze website waren allemaal openbaar. De bestanden op ons intranet waren niet openbaar. Deze bestanden waren bestemd voor intern gebruik, zoals interne procedures. Gelukkig is de informatie alleen mogelijk bekeken en is er verder niets mee gebeurd. Met de huidige kennis van mogelijk gelekte informatie is er geen privacygevoelige informatie over inwoners van Laarbeek bekeken. Deze gegevens staan op een andere serveromgeving met een hoge beveiligingsgraad. Voor de zekerheid wordt dit ook nog onderzocht door de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten).

Veiligheid nieuwe website getest

Op zaterdag 8 oktober bleek dat de website van de gemeente Laarbeek niet goed beveiligd was. Deze website is toen direct uit de lucht gehaald. De gemeente is op 11 oktober versneld en gefaseerd overgegaan naar een nieuwe website. Deze wordt de komende weken stapsgewijs gevuld. Wij hebben de nieuwe website van Laarbeek direct getest met een professionele ‘securityscan’ van een gerenommeerd bedrijf. Bij deze test zijn er geen gaten in de beveiliging geconstateerd. Ook de nieuwe intranetomgeving zal getest worden. De komende jaren besteden we extra aandacht aan de beveiliging van onze website. Wij doen ons uiterste best om ervoor te zorgen dat de gegevens veilig zijn en zullen dat ook in de toekomst blijven doen.”

Geen wonder dat n de gebeurtenissen van de afgelopen maanden links en rechts twijfel wordt geuit aan de verdere digitalisering. Computersystemen die verbonden zijn met internet of de buitenwereld zijn per definitie kwetsbaar. Niet iedereen is er meer zo zeker van dat ICT de zaak goedkoper maakt. Daarvoor zijn de systemen te kostbaar in ontwerpkosten en onderhoud. Ik pleit niet voor een terugkeer naar de tijd van pen en papier, maar enige voorzichtigheid en terughoudendheid is wel op zijn plaats. We moeten van ic geen wonderen verwachten.

Wonderen zijn immers allang de wereld uit!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Website gemeente

Lektober heeft aan het licht gebracht dat het met de beveiliging van overheidssites slecht gesteld is. Ook websites van gemeenten, waaronder die van Laarbeek, bleken zo lek als een mandje.

Op zaterdag 8 oktober bleek dat de Laarbeekse website niet goed beveiligd was. Deze is daarop onmiddellijk uit de lucht gehaald. Laarbeek heeft besloten een nieuwe website versneld in de lucht te brengen. Dit is inmiddels gebeurd. De site is overigens nog lang niet af, wat natuurlijk een groot bezwaar is. Maar ja, beter iets dan niets.

Naar aan leiding van het hacken van de website heeft de PvdA schriftelijke vragen gesteld. De antwoorden op deze vragen heb ik nog niet gezien. Wel geeft de gemeente regelmatig verlag van de voortgang. Recent nog vorige week op de website. Wat daar stond, deed mij toch wel met de ogen knipperen: de gemeente denkt dat privacy gevoelige informatie niet onder ogen van vreemden is gekomen, maar heel zeker weet zij het niet! Lees maar:

“ Gegevens inwoners niet ingezien

Op 13 oktober 2011 heeft de gemeente de bestanden ontvangen die de mensen van GeenStijl en Webwereld mogelijk hebben bekeken. Dit zijn bestanden die op onze website of ons intranet stonden. Voor zover we nu weten, is er geen privacygevoelige informatie van inwoners bekeken.

Bekeken bestanden
De bestanden op onze website waren allemaal openbaar. De bestanden op ons intranet waren niet openbaar. Deze bestanden waren bestemd voor intern gebruik, zoals interne procedures. Gelukkig is de informatie alleen mogelijk bekeken en is er verder niets mee gebeurd. Met de huidige kennis van mogelijk gelekte informatie is er geen privacygevoelige informatie over inwoners van Laarbeek bekeken. Deze gegevens staan op een andere serveromgeving met een hoge beveiligingsgraad. Voor de zekerheid wordt dit ook nog onderzocht door de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten).

Veiligheid nieuwe website getest

Op zaterdag 8 oktober bleek dat de website van de gemeente Laarbeek niet goed beveiligd was. Deze website is toen direct uit de lucht gehaald. De gemeente is op 11 oktober versneld en gefaseerd overgegaan naar een nieuwe website. Deze wordt de komende weken stapsgewijs gevuld. Wij hebben de nieuwe website van Laarbeek direct getest met een professionele ‘securityscan’ van een gerenommeerd bedrijf. Bij deze test zijn er geen gaten in de beveiliging geconstateerd. Ook de nieuwe intranetomgeving zal getest worden. De komende jaren besteden we extra aandacht aan de beveiliging van onze website. Wij doen ons uiterste best om ervoor te zorgen dat de gegevens veilig zijn en zullen dat ook in de toekomst blijven doen.”

Geen wonder dat n de gebeurtenissen van de afgelopen maanden links en rechts twijfel wordt geuit aan de verdere digitalisering. Computersystemen die verbonden zijn met internet of de buitenwereld zijn per definitie kwetsbaar. Niet iedereen is er meer zo zeker van dat ICT de zaak goedkoper maakt. Daarvoor zijn de systemen te kostbaar in ontwerpkosten en onderhoud. Ik pleit niet voor een terugkeer naar de tijd van pen en papier, maar enige voorzichtigheid en terughoudendheid is wel op zijn plaats. We moeten van ic geen wonderen verwachten.

Wonderen zijn immers allang de wereld uit!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Woonvisie 2

De Woonvisie 2011-2016 gemeente Laarbeek opteert voor het scenario van 9230 woningen in Laarbeek in 2020. Dit impliceert de bouw van 645 woningen, een 72-tal  per jaar. Hiervoor wordt met een begerig oog gekeken naar de huisvesting van buitenlandse arbeidskrachten ( Moe-landers ) en kenniswerkers. Voor Moe-landers mag immers contingentvrij gebouwd worden. De Structuurvisie Laarbeek geeft aan dat De Beekse Akkers  een ideale plek voor kenniswerkers zou zijn. Vraag is echter of kenniswerkers hiervoor geporteerd zijn. In de Woonvisie wordt geconstateerd dat de omvang van de groep  van kenniswerkers bekend is. Wel is duidelijk dat zij vooral woonruimte in of nabij het centrum zoeken. Men wil alles inclusief, dus gemeubileerd, met internet en telefoonaansluiting en energie- en servicekosten inbegrepen.

Het streven naar de maximale woningvoorraad van 9230 woningen op 1 jan 2020 wordt in de Woonvisie geen doel op zichzelf genoemd. Belangrijk is dat de juiste woningen voor de juiste doelgroep op de juiste plek worden gebouwd. Zo wordt het in de Woonvisie geformuleerd. Toch lees je op elke bladzijde van de Woonvisie dat het streven naar het genoemd aantal woningen leidend is. De gemeente is echter niet van plan om promotioneel nieuwe inwoners te werven ten koste van de omliggende gemeenten. Ook dat wordt in de Woonvisie gezegd. Laarbeek wil de huidige inwoners vasthouden,  vooral de jongeren, en ziet mogelijkheden bij de huisvesting van Moe-landers en kenniswerkers. Deze groepen moeten de krimp voorlopig opvangen. Ik denk dat het een ijdele hoop is.

De woningstichting heeft 2021 woningen in bezit. Dit is 23% van de totale woningvoorraad inde gemeente.  Van deze sociale huurwoningen zijn er 1540 nodig voor het huisvesten van de primaire doelgroep. Dit is 481 woningen minder dan nu als gevolg van de nieuwe inkomensgrens van € 33.641,00. De Woningstichting opteert klaarblijkelijk voor een verhoging van de huurprijs boven de € 652,52. Ik vind dit een heel vreemde optie. De middeninkomens moeten klaarblijkelijk de tekorten op de sociale huur gaan ophoesten!

Laarbeek wil het woningbouwprogramma zo evenredig mogelijk verdelen over de kernen. Het huidige inwoneraantal van de kernen is daarbij richtinggevend.  In de praktijk blijkt de praktijk veel hardnekkiger dan het streven. Het Bouwprogramma 2011 tot 2020 voldoet op geen stukken na aan deze doelstelling;:er wordt nog steeds bovenmatig veel woningbouw gepland in Beek en Donk en veel te weinig in Aarle-Rixtel en Lieshout.

Politiek gezien staat de meest brisante passage van de nieuwe Woonvisie in een voetnoot: de woningstichting heeft grote bezwaren tegen dit programma. Wat wij als CDA al jaren verkondigen, zien we nu ook voor het eerst openlijk door de woningstichting verwoord. Het wordt tijd dat het beleid aangepast wordt. Tot onze spijt gebeurt dit in deze woonvisie echter onvoldoende!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Woonvisie 1

Met de herinnering aan de opiniërende raadsvergadering van donderdag 26 mei j.l. nog stevig in gedachten heb ik de nieuwe Woonvisie 2011 -2016 doorgenomen. Ik vond dat wethouder van Zeeland op 26 mei de wereld op zijn  kop zette door vooruitlopend op de Woonvisie een woningbouwprogrammering te presenteren. In de weblog van 10 juni schreef ik dan ook:

“ Zonder de woonvisie af te wachten presenteerde wethouder van Zeeland een nieuw woningbouwprogramma. Dit programma was enkel en alleen gebaseerd op de bestaande  woningbouwplannen. Op het aanbod van 1184 woningen in deze plannen derhalve . Niet dus op de vraag en/of behoeften van de inwoners van Laarbeek.  Deze moeten immers uit de woonvisie komen.

Feitelijk is dit de wereld op zijn kop. Laarbeek wil tot 2020 een 714-tal woningen bouwen. De vraag waarop dit aantal en de gekozen fasering gebaseerd is, kan nog niet beantwoord worden.  Hiervoor hebben wij de woonvisie nodig. Van Zeeland sprak duidelijk voor zijn beurt. Het aantal woningen staat voor het college al vast; het soort alleen nog niet.”

Lezing van de nieuwe Woonvisie heeft mij alleen maar gesterkt in deze opvatting. Heel belangrijk voor het vervolg zal zijn wat er komt te staan in de actualisering 2011 van de bevolkings- en woningbehoefteprognose Noord-Brabant, actualisatie 2011.Deze zal eerstdaags verschijnen.

De nieuwe Woonvisie is het vervolg op de Beleidsvisie 2003 -2007 die in 2003 vastgesteld is. Het werd dus , ook gezien de grote veranderingen op de woningmarkt, hoog tijd dat er een nieuwe, actuele woonvisie kwam. Ook Laarbeek bevindt zich op een kantelpunt. De Woonvisie ligt ter inzage. Iedereen die daaraan  

behoefte heeft, kan bij de gemeente reageren door een zienswijze in te dienen.

Van een compleet vernieuwende aanpak is in de Woonvisie geen sprake. Der visie borduurt duidelijk verder op de oude vertrouwde paden. BMC stelt in dit opzicht wel enigszins  teleur. De versie die ik onder ogen heb gekregen , is duidelijk ook nog niet af. Dat hebben we BMC wel vaker meegemaakt.

Zitten er in het geheel geen nieuwe elementen in de nieuwe Woonvisie? Dat zeer zeker wel. Morgen zal ik op een paar hiervan nader ingaan.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Woonmonitor

Het ED heeft vorige week woensdag een uitvoerig verslag gedaan van de nieuwe Monitor Wonen van het SRE.  Onder kop “ Minder jonge mensen in de regio ” stond het regionale dagblad uitvoerig stil bij het weg trekken van jonge mensen uit de regio. De daling van het aantal inwoners tussen de 25 en de 34 jaar in Zuidoost-Brabant is inderdaad de meest opvallende constatering in het rapport van het SRE. Het wegtrekken van jongeren uit de regio naar elders werkt een versnelde vergrijzing van de bevolking van onze regio in  de hand. Dit is natuurlijk zorgwekkend. Hier moet beslist  een gedegen antwoord op te komen.

Het SRE heeft zelf geen afdoende verklaring voor deze ontwikkeling. "Het zou bijvoorbeeld kunnen dat ze na hun studie uit de regio vertrekken om elders te gaan werken", zegt Ron Hensen van het SRE in het ED. In een paar case-studies die het ED  afgelopen woensdag en passant ook publiceerde, blijkt dit wel te kloppen. De regio biedt te weinig arbeidsplekken voor afgestudeerden in andere sectoren dan high tech en design, die vooral in onze slimme regio te vinden zijn. Afgestudeerden in A- en G- wetenschappen en beroepen moeten daarom vaak noodgedwongen elders hun kost gaan verdienen. En dan trekt natuurlijk de Randstad.

Gevolg is een snellere vergrijzing dan normaal het geval zou zijn. Het SRE-onderzoek bevestigt  het beeld dat de bevolking vergrijst. Waalre is de meeste grijze gemeente in de regio: 21 procent van de Waalrenaren is 65 jaar of ouder. Son en Breugel bekleedt met 20,3 procent aan 65-plussers de tweede plaats. Laarbeek houdt zo ongeveer het midden.

Deze ontwikkeling heeft natuurlijk directe  gevolgen voor de woningbouw. De vraag naar huizen stijgt voorlopig nog een tijdje door de voortschrijdende gezinsverdunning. De behoefte aan seniorenwoningen neem toe. Om jongeren in de regio te houden is echter meer nodig dan alleen maar betaalbare woningen. Jongeren kunnen we alleen  hier houden als de regio een meer gedifferentieerd aanbod van bedrijvigheid biedt. Naast de high tech bedrijvigheid zou er een andersoortige werkgelegenheid moeten komen.

Het zou boven dien de regio minder conjunctuur gevoelig!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Varia

Aansluiting Hoofakker

Dinsdag is de aansluiting bij Hoofakker gereed gekomen. Vanaf woensdag iss de weg weer open. De werkzaamheden zijn voorspoedig verlopen. Een week eerder dan geland kon de weg weer voor het verkeer opengesteld  worden. De bewoners van de Ribbiusstraat, De Heuvel en de Molenstraat zullen ongetwijfeld opgelucht adem halen , nu de overlast weer tot het verleden behoort. Want overlast was er, wis en waarachtig.

Voorzieningenclusters

Dinsdag is het bouwbord voor het Voorzieningencluster Lieshout op de Grotenhof geplaatst. Er begint dus eindelijk schot in te komen. Volgende week wordt het bord geplaatst in  het voorzieningencluster Beek. Laarbeek krijgt er een paar hoogwaardige voorzieningen bij. Meer dan voldoende reden om blij te zijn.

Binnenkort wordt de bouwvergunning voor de verbouw van het Dorpshuis in Lieshout afgegeven. Dat is natuurlijk goed nieuws. Alleen nog niemand buiten de direct betrokkenen heeft de verbouwplannen onder ogen gehad. Dit kan natuurlijk niet!

Het krediet voor de bouw van de multifunctionele sporthal D’n Ekker en het nieuwe Commanderij College  komt volgende week in de raad. De aan bestedingssom is meegevallen. Het college stelt voor de vrij gekomen financiële ruimte te gebruiken voor een aantal extra voorzieningen in de bouw die uit voorzorg uit de aanbesteding waren gehouden.

Platform Aarle-Rixtel

Afgelopen maandag was de openbare bijeenkomst van het Platform Aarle-Rixtel. De aanwezigen deden duidelijke uitspraken over wat zij wilden: behoud van OJA, parkeervoorzieningen en ruimte voor senioren. Het Platform weet waar het nu de tanden in moet zetten.

Het verslag van de bijeenkomst is te vinden op de site van het platform ( www.dorpsplatform.nl )

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Opnieuw moelanders

Op 30 september schreef ik in deze weblog:

“ Van Zeeland is vorige week op bezoek geweest bij burgemeester Hans Gilissen in Venray. Daar heeft hij zich op de hoogte gesteld van de aanpak van de problematiek in Venray en o.a. met Gilissen en wethouder Peeters van gedachten gewisseld over de Venrayse  aanpak. Dit allemaal met de bedoeling om er iets van te leren.

Van Zeeland een beetje kennende weet ik zeker dat hij er eerstdaags op terugkomt.”

Heel lang heb ik hierop niet hoeven te wachten:

“ Er moeten snel landelijke regels voor de huisvesting van seizoenarbeiders komen. Dat vindt de Laarbeekse wethouder Ruimtelijke Ontwikkeling  Frans van Zeeland. Hij beseft dat de problemen rond  onderkomens voor arbeiders uit vooral de voormalige Oostbloklanden niet in een paar weken tot het verleden kunnen behoren,maar ziet wel een oplossingsrichting. Naar zijn mening zou het goed zijn als arbeidsmigranten die werken in  de niet-agrarische sector een plekje kregen in reguliere woningen in de dorpen. Daarbij zou een rol kunnen zijn weggelegd voor woningcorporaties, maar om dat mogelijk te maken  zijn andere landelijke regels nodig. De werkwijze zou de overheid bovendien helpen om zicht te krijgen op der huisvesting van seizoenarbeiders.”

Dit noteerde Wim Poels van De Laarbeeker vorige week uit de mond Van de Laarbeekse wethouder. Het is niet de eerste keer dat van Zeeland dergelijke opmerkingen maakt. De huisvesting van deze arbeidskrachten begint  een soort stokpaardje van hem te worden.

Natuurlijk heeft van Zeeland gelijk als hij zegt dat deze werkers recht hebben op een menswaardig onderkomen. Niemand zal dit ontkennen. En waar misstanden zich voordoen, moet natuurlijk keihard worden ingegrepen. Hij opteert voor een oplossing, waarbij woningcorporaties voor woongelegenheid gaan zorgen. Voor arbeidsmigranten –mensen dus die zich hier blijvend willen vestigen – is dit een oplossing; voor seizoenarbeiders natuurlijk niet. Hier moet aan andersoortige huisvesting worden gedacht. Bij arbeidsmigranten zie je niet alleen de arbeider naar hier komen, maar hele gezinnen. Bij seizoensarbeiders is dit niet het geval. Ze komen alleen en laten hun gezin in het land van herkomst. Zij willen zich hier niet blijvend vestigen.

Het streven van wethouder van Zeeland is te waarderen zolang het puur gaat om verbetering van de woonomstandigheden. Als er andere motieven dan humanitaire hierbij een rol gaan spelen, komen de zaken anders te liggen. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat Van Zeeland met een verborgen agenda werkt. Het gaat hem ook  om extra bouwvolume. Dit is jammer. Het werkt bovendien ook nog eens en keer vertroebelend,omdat het afleidt van het werkelijke probleem. Zo wordt het een gevecht om huizen. Dit zou toch echt niet de bedoeling mogen zijn.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Kinderlintje

In de laatste vergadering voor de zomervakantie heeft de Jeugdgemeenteraad besloten dat er een onderscheiding moet komen voor kinderen die iets bijzonders hebben gedaan.. In de eerste vergadering van het nieuwe jaar is bekendgemaakt hoe de lintjes eruit komen te zien, wat je moet doen om een lintje aan te vragen en wanneer het eerste exemplaar wordt uitgereikt.

Op de website van de gemeente staat nadere informatie. Ik citeer daaruit:

“ Kinderen die in de ogen van hun omgeving iets bijzonders gedaan hebben, kunnen in aanmerking komen voor een Kinderlintje. Iets bijzonders kan van alles zijn. Zo kun je kinderen aanmelden die een heldendaad verricht hebben, bijvoorbeeld door een dier te redden. Maar ook kinderen die zich inzetten voor hun omgeving, buurt of straat. Bijvoorbeeld door elke week boodschappen te doen voor een zieke of bejaarde. Je kunt een kind nomineren door een aanmeldformulier in te vullen. Deze aanmeldformulieren zijn te verkrijgen op alle Laarbeekse basisscholen, bij de Stichting Welzijn Laarbeek (SWL) en het Laarbeekse gemeentehuis. De aanmelding moet gebeuren door een inwoner van Laarbeek, ondersteund door twee ‘getuigen’. Zowel volwassenen als kinderen kunnen iemand nomineren. De onderscheiding is bedoeld voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar. De aanmeldingen worden beoordeeld door een jury.”

Veel gemeenten reiken het kinderlintje uit op Koninginnedag. Laarbeek heeft gekozen de kinderlintjes in principe uit te reiken  op de ‘Dag van de rechten van het kind’ van Unicef. Dit is elk jaar op 20 november. Voor beide opties is iets te zeggen. Omdat de datum van de “ Dag van de rechten van het kind ”dit jaar op zondag valt, worden de onderscheidingen op maandag 21 november uitgereikt. Burgemeester Ubachs gaat dan naar de basisscholen van de winnende kinderen om de Kinderlintjes uit te reiken.

 Aanvragen moeten uiterlijk 8 november  via een aanmeldformulier zijn ingediend bij de gemeente.  Dit formulier vindt U  onder Inschrijfformulier Kinderlintje 2011.pdf

Ik hoop dat er heel veel aanmeldingen komen. Dit moet een klinkend succes worden!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Samenwerking Peelgemeenten

De colleges van B en W van de zes Peelgemeenten, Asten, Deurne, Gemert-Bakel, Helmond,Laarbeek en Someren  zijn hun samenwerking aan het versterken. Onder leiding van de gemeentelijke secretarissen hebben ambtelijke werkgroepen de mogelijkheden voor samenwerking onderzocht. Over dit onderzoek is onlangs op een bijeenkomst van de colleges gerapporteerd. De gemeenteraden zijn hierover geïnformeerd.

In de commissievergadering Algemeen Bestuur vorige week donderdag greep burgemeester Ubachs de gelegenheid met beide handen aan om de Laarbeekse commissie nader te informeren. Samenwerking op het terrein van watertaken ( beheer hemelwater, grond- en afvalwater ) en handhaving in de openbare ruimte (BOA-taken) bieden volgens de colleges een goed perspectief voor samenwerking. Verder onderzoek is noodzakelijk voor zwaardere onderwerpen als food, recreatie en toerisme en verzekeringen. Dit geldt ook voor personeelsbeleid en het opzetten van een centraal juridisch team.

Eigenlijk vond ik het resultaat aan de magere kant. Het aantal onderwerpen waarop samengewerkt gaat worden, is heel bescheiden. Mogelijk dat het verdere onderzoek nog meer mogelijkheden oplevert, maar zekerheid hierover bestaat er nog niet. Doel van de samenwerking is het delen van kennis en het reduceren van kosten. Samenwerking zou ook moeten leiden tot een versterking van de positie van Peelland in de regio Zuidoost-Brabant. Ik denk dat daar meer voor nodig is dan deze beperkte samen werking. Ook betwijfel ik dat het voornemen past binnen de uitspraak van bestuurlijke versterking waar de Commissaris van de Koningin, Wim van de Donk, op 22 september j.l. over sprak. Deze samenwerking is te minimaal om echt voor bestuurlijke versterking te kunnen doorgaan. Elders in het land zijn verdergaande vormen van samenwerking ontwikkeld. De Peellandgemeenten zouden hier eens naar moeten kijken.

Positief is overigens wel dat de gemeente Helmond zich positief heeft opgesteld en  haar verantwoordelijkheid als “ hoofdstad ” van Peelland lijkt op te pakken. Dit biedt kansen. Tenminste als de band van de regio met Brainport en Eindhoven behouden blijft.

De Laarbeekse commissie ging vorige week nauwelijks inhoudelijk in op de mededelingen over deze regionale samenwerking. De Werkgroep stelde zich enigszins terughoudend op. Overdracht van uitvoeringstaken stuit bij De Werkgroep niet op bezwaar; anders ligt het bij overdracht van bevoegdheden en beleidstaken. “Bij beleid is het in het SRE verkeerd gegaan ” zei Ben Swinkels heel omineus. De korte discussie die daarop volgde was niet de meest heldere.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

           Commissie Maatschappelijke Ontwikkeling




Op de agenda van de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling stonden twee majeure onderwerpen: het beleidsplan WMO en het subsidieprogramma maatschappelijke ontwikkeling 2012-2015. Vijf van de zeven leden van de commissie waren afwezig; 4 partijen hadden de plaatsvervangers gestuurd. Een partij, de VVD, schitterde door afwezigheid. Het zal wel toeval geweest zijn, maar het feit alleen al was toch veelzeggend. Wethouder Briels vertegenwoordigde in zijn eentje ook nog eens de wethouders Vereijken en Biemans. Ook dat geeft te denken.

Bij de behandeling van het Beleidsplan WMO maakte de voorzitter van de WMO-raad , Don van Sambeek, gebruik van het spreekrecht. Hij deed dat op zijn vertrouwde manier, rustig en duidelijk. De WMO- raad is heel tevreden met de gang van zaken rond het tot stand komen van het Beleidsplan. Er is een goede samenwerking geweest tussen de raad en de ambtenaren. De weerslag hiervan is in het Beleidsplan terug te vinden. Van Sambeek keek niet alleen achteruit,m aar ook heel duidelijk vooruit naar de toekomst. Nu komt het erop aan het Beleidsplan om te zetten in beleid. En hij stipte aan : het in stand houden van de individuele voorzieningen, de uitbouw van het centrum voor jeugd en gezin, de terugkoppeling naar de Dorpsraden , de kanteling, de nieuwe welzijnsorganisatie, de overdacht van taken naar de gemeente bij de AWBZ en de jeugdzorg. Dit alles zal veel vragen van de gemeente.

De commissie reageerde heel positief op het Beleidsplan. De beste inhoudelijke reacties kwamen van Rick van Bree vanuit zijn eigen professie en Greet Buter vanuit haar sociaal-democratische grondhouding. “Mensen zijn belangrijk, niet de stenen ” Zo vatte zij haar betoog samen. Ik was het op dit punt hartgrondig met haar eens.

Veel tijd werd besteed aan de bevordering van de rijvaardigheid voor scootmobielen. Teveel tijd voor een uitvoeringszaak, vond ik. Wethouder kwam consequent redenerend vanuit het Beleidsplan tot een afwijzing van verplichte certificaten. Theoretisch had hij volgens mij volkomen gelijk.

De behandeling van het subsidieprogramma leverde weinig nieuwe gezichtspunten op. Het veld had nauwelijks reacties ingediend. De vrijwilligers en de minima zijn zoveel mogelijk ontzien. Terecht stonden de commissie en de wethouder vooral stil bij de uitbreiding van cluster 7. Ook burgers kunnen voortaan subsidieverzoeken indienen voor burgerinitiatieven. Hiervoor is een extra € 25.000,00 vrijgemaakt.

Aan het slot deelde de wethouder mee dat er overgangsafspraken zijn gemaakt met de professionele organisaties. In 2012 zullen zij met 10% gekort worden; in 2013 met de resterende 5%

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

                                                               Woonvisie




Op dit moment ligt de woonvisie van de gemeente Laarbeek ter inzage. Iedereen kan hierop reageren. De woonvisie staat te lezen op de website van de gemeente,zodra deze weer in de lucht is. Gelijktijdig heeft het SRE de monitor wonen gepubliceerd. Deze staat op de website van het SRE. Medio oktober komt de provincie met de nieuwste cijfers van de bevolkingsprognose. Meer dan voldoende gegevens om straks conclusies te trekken.

Ik heb door de storing op de website de Laarbeekse woonvisie nog niet gelezen. Ik weet alleen wat er in de media over geschreven is. Het is dus nog te vroeg voor het bepalen van een definitief standpunt.

Wel ben ik razend benieuwd naar de reactie van de Woningstichting Laarbeek. Ik kan me niet voorstellen dat men daar staat te juichen over een aantal oplossingen die B en W in petto heeft. Hopelijk formuleert de Woningstichting haar bezwaren kort en duidelijk. Ik heb uit allerlei geluiden begrepen dat de Woningstichting grote vraagtekens zet bij onderdelen van de woonvisie. Ik kan me daarbij wel iets voorstellen. Met alleen maar binnenkamers gemor schiet niemand iets op.

Demografische gegevens zij natuurlijk richtinggevend , maar zeker niet allen zaligmakend. Ook andere factoren spelen op de woningmarkt een rol. Vertrouwen in de toekomst is er zeker een van , en waarschijnlijk niet de minst belangrijke. Door dit gebrek aan vertrouwen zit de woningmarkt op slot. Ik denk dat dit de gemeente voorzichtig moet maken en zeker ook terughoudend. Negen woningen per jaar minder bouwen dan de prognose aan geeft, zoals het Laarbeekse college voorstelt, is iets, maar of het voldoende is? Wie het weet mag het zeggen. In een woonvisie moet je je niet laten leiden door ambitie; de daadwerkelijke woonbehoeften van de bevolking zouden hierin het uitgangspunt moeten zijn.

Of het Laarbeekse college in navolging van het SRE deze slag al gemaakt heeft in de woonvisie, moet nog blijken.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

                                                         Participatie



Hoe lastig het op zwart gaan van de gemeentelijke website is, blijkt nu weer. Ik wilde teruggrijpen op de evaluatie van de WMO, maar dat is nu onmogelijk, omdat de website nog steeds uit de lucht is.

Toen ik vorige week de het onderzoeksrapport “ Maatschappelijke participatie in Laarbeek onderzocht ” vielen mij al een paar conclusies op. Op verzoek van de gemeente hebben de onderzoekers van SGBO zo goed en zo kwaad als dit ging de uitkomsten proberen te herleiden tot de kerkdorpen.Dit is redelijk goed geslaagd. Bijkomend voordeel hiervan is dat we nu over participatiegegevens per kern beschikken en de kernen onderling met elkaar kunnen vergelijken. Dit levert op een paar onderdelen verrassende gegevens op.

De Laarbeekse kernen scoren goed op het terrein van participatie, zeg voor het gemak maar aan deelneming aan het maatschappelijk verkeer. SGBO hanteert hier een staffel voor: bij een score van 2 of lager is er sprake van een geringe/eenzijdige participatiefocus; boven de 3,5 is er sprake van een bovengemiddelde participatie. Boven de 5 spreekt SGBO van een breed participatieprofiel.

Wat blijkt nu? Laarbeek scoort een gemiddelde van 4,09, dus een bovengemiddelde participatiescore. Dit komt overeen met het beeld dat wij van onze gemeente hebben: een gemeente met een grote sociale cohesie. Mariahout heeft de hoogste participatiescore ( 4,62 ) wat met onze indruk overeen komt. In Beek en Donk en Lieshout zijn de scores resp. 3,89 en 4,11. Ook dat komt overeen met ons beeld. Aarle-Rixtel scoort het laagst van alle kerkdorpen, n.l. 3,84. Met alle respect voor SGBO, dat wil er bij ons niet in!

Heel positief is dat de jongste leeftijdsklasse ( 18 t/m 26 jaar ) in geheel Laarbeek hoger scoort dan de daarop volgende leeftijdsklasse. In de referentiegroep is dit omgekeerd. Dit geeft weer moed voor de toekomst. De overall conclusie van het onderzoek is dat Laarbeek een hogere participatiescore en een lagere eenzaamheidscore dan de referentiegroep heeft. Dit is positief nieuws. We moeten proberen dat minstens zo te houden. De druk hierop zal in de toekomst wel toenemen, omdat het aantal sterk participerende actieve buurtbewoners door de vergrijzing in de toekomst zal afnemen. Dit is inderdaad een risico.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Participatie

Hoe lastig het op zwart gaan van de gemeentelijke website is, blijkt nu weer. Ik wilde teruggrijpen op de evaluatie van de WMO, maar dat is nu onmogelijk, omdat de website nog steeds uit de lucht is.

Toen ik vorige week de het onderzoeksrapport “ Maatschappelijke participatie in Laarbeek onderzocht ” vielen mij al een paar conclusies op. Op verzoek van de gemeente hebben de onderzoekers van SGBO zo goed en zo kwaad als dit ging de uitkomsten proberen te herleiden tot de kerkdorpen.Dit is redelijk goed geslaagd. Bijkomend voordeel hiervan is dat we nu over participatiegegevens per kern beschikken en de kernen onderling met elkaar kunnen vergelijken. Dit levert op een paar onderdelen verrassende gegevens op.

De Laarbeekse kernen scoren goed op het terrein van participatie, zeg voor het gemak maar aan deelneming aan het maatschappelijk verkeer. SGBO hanteert hier een staffel voor: bij een score van 2 of lager is er sprake van een geringe/eenzijdige participatiefocus; boven de 3,5 is er sprake van een bovengemiddelde participatie. Boven de 5 spreekt SGBO van een breed participatieprofiel.

Wat blijkt nu? Laarbeek scoort een gemiddelde van 4,09, dus een bovengemiddelde participatiescore. Dit komt overeen met het beeld dat wij van onze gemeente hebben: een gemeente met een grote sociale cohesie. Mariahout heeft de hoogste participatiescore ( 4,62 ) wat met onze indruk overeen komt. In Beek en Donk en Lieshout zijn de scores resp. 3,89 en 4,11. Ook dat komt overeen met ons beeld. Aarle-Rixtel scoort het laagst van alle kerkdorpen, n.l. 3,84. Met alle respect voor SGBO, dat wil er bij ons niet in!

Heel positief is dat de jongste leeftijdsklasse ( 18 t/m 26 jaar ) in geheel Laarbeek hoger scoort dan de daarop volgende leeftijdsklasse. In de referentiegroep is dit omgekeerd. Dit geeft weer moed voor de toekomst. De overall conclusie van het onderzoek is dat Laarbeek een hogere participatiescore en een lagere eenzaamheidscore dan de referentiegroep heeft. Dit is positief nieuws. We moeten proberen dat minstens zo te houden. De druk hierop zal in de toekomst wel toenemen, omdat het aantal sterk participerende actieve buurtbewoners door de vergrijzing in de toekomst zal afnemen. Dit is inderdaad een risico.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Het einde van het SRE

Niets duidelijker dan het voorstel van het DB van het SRE over het ereteken aan de Regioraad van 20 oktober a.s. illustreert duidelijker de complete malaise waarin het SRE zich op dit moment bevindt. Voorgesteld wordt om de regeling voor het toekennen van het SRE-ereteken in te trekken. Het DB vindt het lastig om goede, objectieve criteria voor de toekenning te formuleren. Daarnaast vraagt het DB zich af wat de waarde is van het ereteken. Zo heb je weinig vijanden meer nodig om het gehele bouwwerk van het SRE te slopen! Als zelfs het DB al zo weinig moeite neemt om het SRE te verdedigen en te versterken, is er weinig toekomst voor het SRE weg gelegd.

Als ik het ED van vrijdag 7 oktober mag geloven, heeft het er op het portefeuillehoudersoverleg vorige week danig geclash. Verslaggeefster Corrie de Leeuw had al op haat weblog op het ED een voorproefje van de stemming binnen het SRE-gebouw  gegeven In haar “Hoe lang overleeft het SRE nog?” van 27 september j.l. had zij hiervan al melding gemaakt. ( ZIE HIER )

Op het portefeuillehoudersoverleg van 3 oktober bleek dat het overleg over de nieuwe regionale agenda muurvast zit. De drie hiervoor ingestelde werkgroepen komen geen stap verder met ideeën over de verfijning van de SRE-taken. Burgemeester Beenakker van Asten zei volgens de krant: “Het overleg is frustrerend… Ze zijn achterdochtig en denken alleen maar: als dit ons maar geen geld gaat kosten.” Volgens mij is dit nog voorzichtig uitgedrukt. De werkelijkheid is veel dramatischer voor het SRE.

Duidelijk is al veel langer dat binnen het SRE op dit moment het wij-gevoel ontbreekt. Niet de idealen van de regionale samenwerking zijn leidend maar het kostenaspect. Colleges zijn hierin in het algemeen zelfs nog een stuk steiler dan de burgemeesters. De voorzitter van het SRE gelooft er gezien zijn voorstel kennelijk ook niet meer in. Rob van Gijzel stelt voor met de burgemeesters voor bezinning op de toekomst van het SRE op de hei te gaan zitten. Ook hij laat de eenheid en ondeelbaarheid van het SRE varen. Op de hei moeten de burgemeester gaan kijken naar “ wie elkaar nodig hebben en waarom”

Je hoeft geen helderziend te zijn om te weten wat hier uitkomt; los vaste samenwerkingsvormen van individuele gemeenten en het opgeven van de eenheid van het SRE! Eertijds stond de samenwerking van alle 21 gemeenten centraal. Dit is allang opgegeven. En dat in een tijd waarin gemeentelijke samenwerking een steeds grotere noodzaak wordt!

Alsof opdeling van de regio in kleinere entiteiten de oplossing is! Retro-denken heeft nog nooit iets wezenlijks aan de ontwikkeling bijgedragen!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Subsidiebeleid

De bedoeling was het subsidiebeleid van Laarbeek te incorporeren in het WMO-beleid van de gemeente. Dit is ondanks alle inspanningen niet goed gelukt. Daarvoor was de materie waarschijnlijk  ook te weerbarstig. Misschien was de lat ook wel iets te hoog gelegd. Er zijn in het subsidiebeleid enkele nieuwe aanzetten gemaakt, waar ik in ieder geval vrede mee kan hebben.

Belangrijkste vaststelling  is dat het college haar toezegging de vrijwilligers bij de bezuinigingen zoveel mogelijk te ontzien, in grote lijnen is nagekomen. Alleen op het achterwege laten van  de indexering wordt het vrijwiligerswerk  in Laarbeek niet gekort. Dit is  in andere gemeenten wel een stukje anders. Volgend jaar wordt bekeken of de indexering in de begroting 2013 niet hersteld kan  worden. Ik denk op dit moment dat dit een ijdele hoop is,gezien alles wat op ons afkomt.

Laarbeek gaat uit van een subsidieplafond. Dit is op zich een goede zaak, omdat dit redelijke  zekerheid geeft aan verenigingen en organisaties. Er schuilt ook een gevaar. Verenigingen en organisaties kunnen zich in slaap laten sussen, omdat zij – ten onrechte- ervan uitgaan dat de toegekend en subsidies een soort eeuwigheidswaarde hebben. Dit is een misvatting. Aan de subsidieverlening ligt een duidelijk doel ten grondslag. Doelstellingen kunnen te allen tijde veranderen.

In het subsidieprogramma maatschappelijke ontwikkeling wordt in het preadvies uitdrukkelijk gesteld dat subsidie wordt verleend “ om bepaalde maatschappelijke doen te realiseren.”  In het programma zelf staat zelfs dat de gemeente subsidie  verstrekt “ met het oog op bepaalde activiteiten die zonder een financiële bijdrage van de gemeente niet mogelijk zijn”  Dit is duidelijk: er moet een doel zijn en de betreffende vereniging  heeft hiervoor de financiële bijdrage nodig. Het subsidieprogramma zelf bewijst dat de materie weerbarstiger is dan de theorie. Het valt niet mee in alle gevallen deze zaken te koppelen en duidelijk te formuleren. Met  name de subsidiegrondslag blijft een lastige. En eerlijk is eerlijk: soms geef je subsidie omdat een bepaalde activiteit je erg sympathiek is. Als iedereen of nagenoeg iedereen dat vindt, is het goed.

Dit neemt niet weg dat de subsidiegrondslag heel zorgvuldig en vooral toetsbaar geformuleerd moet worden. Op dit punt valt er in het subsidieprogramma nog veel te verbeteren. Heel erg transparant is het nog zeker niet. In dit opzicht zijn de conclusies van de Lokale Rekenkamer ook voor Laarbeek van toepassing.  KLIK Hier voor deze conclusies.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Een ander begrotingsformat

De Stuurgroep Sturend Laarbeek heeft aan de wieg gestaan van de huidige vorm van de gemeentebegroting. De stuurgroep en later de raad hebben gekozen voor het zgn burgerschapsmodel. De ambtelijke organisatie heeft het model omarmd en haar hart en ziel ingelegd. Dit heeft heel wat kruim gekost. Met name het heldere formuleren van duidelijke meetbare doelen was een hels karwei. Het  is een leerproces geweest. Aan de kwaliteit van de gemeentebegroting 2012 is af te lezen  dat er belangrijke stappen voorwaarts zijn  gemaakt. Dit is echter zowel de winst en de makke van de huidige situatie.

Men wil nogal eens de na te streven doelen te hoog inzetten, waardoor het doel niet bereikbaar is in een begrotingsjaar. Je ziet dan ook de doelen jaar op jaar in de begroting terugkeren. Voor de oppervlakkige lezer lijkt het dan sterk op ieder jaar weer een herhaling van zetten. Dit is niet helemaal waar,omdat er een zekere voortschrijdende ontwikkeling in de doelen  zit. Vaak weliswaar een minimale, maar toch een stapje verder.

Als het juist is dat een programmabegroting zoals we die nu kennen, in  haast doelstelling het begrotingsjaar duidelijk overschrijdt, zouden we dan niet het format van de begroting daarop moeten aanpassen.  De raad kan m.i. het hele pak papier dat we nu als begroting ontvangen ,gevoeglijk missen. Het is immers voor meer dan driekwart hetzelfde als het jaar daarvoor. Het zou de helderheid bevorderen als we daaraan een andere opzet konden geven. Volgens mij kan dat vrij gemakkelijk.

Terugkijkend op de begrotingen van de afgelopen jaren valt het volgende patroon op, dat in nagenoeg alle zittingsperiode van de raad gelijk is: de eerste begroting die onder verantwoordelijkheid van het nieuwe college verschijnt is meestal een beleidsarme begroting. Het is vreemd, omdat je zou verwachten dat een nieuw college enthousiast aan de slag zou willen  gaan en haar stempel op het beleid zou willen drukken. De praktijk is echter anders. Pas in de tweede begrotingsjaar heeft het college de structuur gevonden en is het college in staat een  inhoudelijke begroting te presenteren. In de praktijk blijkt er in de twee resterende begrotingsjaren weinig essentieels in de begroting te veranderen, op een paar aanpassing na door gewijzigde omstandigheden of regelgeving. Dit roept de vraag op of je – even afgezien van wettelijke voorschriften - dan ook elke jaar een nieuwe begroting moet presenteren. Ik denk van  niet.

Als eenmaal de basisbegroting van het nieuwe college, waarin het vastlegt wat het in de regeerperiode wil bereiken en welke doelen  het wil verwezenlijken, is het niet nodig elk jaar een nieuwe begroting te maken. Basis is de vastgestelde ‘’regeerperiode-begroting ” ; wijzigingen en aanpassingen op deze begroting kunnen op een paar A-viertjes worden aangegeven. En klaar is kees.

Het bespaart ons als raad veel onnodig papier en de organisatie een heleboel zinloze arbeid.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185