De raad van Laarbeek heeft de eerste raadsvergadering
van na de vakantie er al weer opzitten. De agenda was niet overdreven lang. Er
stonden wel enkele belangrijke onderwerpen op de agenda. Het begon al met
agendapunt 6, evaluatie huishoudelijke hulp toelage 2015. In de commissie was al
met het voorstel ingestemd; het was een stuk dat naar verwachting zonder
verdere bespreking aangenomen zou worden. Dit was ook zo, ware het niet dat een
motie van PNL bij dit agendapunt betrokken werd.
De motie over de huishoudelijke hulp van PNL luidde
als volgt:
De gemeenteraad van Laarbeek bijeen op 8
september 2016,
Constateert
• dat de zogenaamde zachte landing van
de WMO in Laarbeek tot nu toe geslaagd is;
•
dat iedereen die daar recht op heeft in Laarbeek moet gebruik kunnen maken van
veranderende wetgeving zeker ook als dat gaat om huishoudelijk verzorgende;
Overweegt
• dat de Centrale Raad van Beroep op 18
mei 2016 uitspraak gedaan (zie bijlage) heeft waarbij geconstateerd is dat
huishoudelijke verzorging niet toegekend kan worden op basis van enkel het
resultaat ‘schoon en leefbaar huis’;
•
dat een objectief onderzoek altijd onderdeel moet zijn van gemeentelijk beleid.
Financiële overwegingen mogen niet de basis zijn om iemand te korten op zorg,
of om (delen van) de huishoudelijke verzorging af te schaffen;
• dat het onderzoek gedaan moet worden
door een objectieve en onafhankelijke partij.
• dat de gemeente een
inspanningsverplichting heeft om werkeloosheid onder de thuiszorgmedewerkers te
voorkomen;
• dat het in belang is van de inwoners
van Laarbeek en de gemeente als geen tijd verloren gaat met onnodig
administratief werk.
Verzoekt
het college
• in beeld te brengen of in Laarbeek in
alle gevallen voldaan is aan de voorwaarden zoals gesteld in de uitspraak van
de Raad van Beroep;
• er op toe te zien dat kwetsbare
cliënten hun vertrouwde medewerker niet verliezen.
PNL had aan de motie een kopie van de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroep van 18 mei j.l. toegevoegd.
In de raad lichtte de woordvoerder Van PNL, Toon
Brouwers, de motie toe. De eerste reactie van de raad was in het begin wat
aarzelend. Het algemeen gevoel was dat PNL met deze motie alleen maar voor de Bühne
bezig was. PNL kon deze indruk niet wegnemen en moest erkennen dat er weinig
concrete punten waren die zo’n grootscheeps onderzoek rechtvaardigde.
Eigenlijk heeft dit alles, denk ik, te maken met
beeldvorming. De pers, de belangengroepen en de FNV roepen voortdurend het
beeld op dat de huishoudelijke zorg een potje is. Natuurlijk, er zijn
uitwassen, maar over het algemeen is de zorg goed en adequaat. Cliënten voeren
weinig concrete punten aan. De Laarbeekse WMO-raad spreekt uit dat het goed gaat.
Een grootscheeps kostbaar onderzoek zoals PNL voorstelde, is overbodig.
De crux zit hem niet in de uitvoering van de WMO. Wat
mensen tegen de borst stuit, is de forse bezuiniging die het Rijk heeft
doorgevoerd. De verzorgingsstaat begint onbetaalbaar te worden; de
kostenstijging moest dus een halt toegeroepen worden. Extra pijnlijk wordt dit
als gemeenten ook nog eens een grote mate van voorzichtigheid aan de dag leggen
en daarom conservatief begroten met als gevolg een overschot van € 310 milj op
de uitgaven voor huishoudelijke zorg bij de Nederlandse gemeenten in 2015. Dit
gaat er bij velen niet in.
Bovendien het uitgangspunt bij huishoudelijke zorg is
een schoon en leefbaar huis. Deze twee criteria zijn allerminst helder: wat de
een schoon en leefbaar noemt, wordt door een ander volledig anders geïnterpreteerd.
Dit levert alleen maar problemen op.
De reactie van wethouder Briels op de motie was
helder. Hij verwees naar de raadsinformatiebrieven van resp. 27 en 20 juni j.l.
PNL had deze kennelijk gemist of de essentie hiervan gemist. T.Brouwers
reageerde in zijn tweede instantie hierop niet; hij sprak het niet tegen en
bevestigde daarmee indirect de juistheid van de opmerking van de wethouder. Na
een schorsing trok hij de motie in. Terecht. De motie was een ondoordachte
actie van PNL.