Oud worden is weer
betaalbaar
Het Centraal Planbureau heeft ons zo
vlak voor de vakantieperiode blij verrast met het rapport “ Minder zorgen om
vergrijzing ”. Het is een opsteker die we wel konden gebruiken, deze trendbreuk.
Voor het eerst sinds het CBS in 1997 startte met de vergrijzinganalyses komt
het bureau met een positievere boodschap: de overheidsfinanciën zijn dermate op
orde gebracht dat de kosten van de vergrijzing in de toekomst hanteerbaar
lijken te worden. De onderzoekers benadrukken dat dit een positieve
ontwikkeling is, maar dat de marges nog smal zijn.
Het positieve resultaat is te danken
aan de hervormingen die doorgezet zijn. Belangrijk zijn in dit verband de
verhoging van de AOW-leeftijd in kleine stapjes tot 67 jaar in 2021 en de
koppeling daarna aan de levensverwachting, het snijden in de overheidsuitgaven
en de hervormingen in de zorg. Allemaal maatregelen die nog zeer pril zijn en
nog grotendeels uitgevoerd moeten worden.
Terecht worden er in de commentaren
allerlei kanttekeningen geplaatst. De doorgevoerde lastenverhogingen gaan ten
koste van het besteedbaar inkomen en drukken dus de consumptieve bestedingen.
De hervormingen in de zorg gaan wel heel ver, volgens velen te ver. En grote
vraag is natuurlijk of er wel voldoende werk is voor alle ouderen. Van de
voorspelde tekorten op de arbeidsmarkt als gevolg van de vergrijzing is nog
niets te bespeuren.
Ondanks als mitsen en maren is het
nieuwste rapport van het CBS een opsteker. Jarenlang heeft het CBS gewezen op
de financiële gevolgen van de vergrijzing. De politiek heeft het opgepikt. En
dat geeft de burger moed.