Voorbespreking
Gisterenavond was ik aanwezig op de
voorbespreking van het CDA. Dit keer was de kadernota het onderwerp van
overleg. We hebben de kadernota doorgenomen en onze mening bepaald over de
voorgelegde keuzepunten. De fractievoorzitter van het CDA zal dit inbrengen in de
raadsvergadering van 12 juni a.s.
Ik vraag me wel af of de in de
kadernota voorgelegde keuzeonderwerpen bij uitstek de relevante onderwerpen
zijn, waarover de raad zich zou moeten uitspreken. Het zijn vaak teveel detailonderwerpen en
niet zo geschikt voor kaderstellende uitspraken.
Ik heb vandaag toch weer eens opnieuw
gekeken naar de nieuwe opzet van de begroting. De nieuwe opzet is zonder meer
een verbetering al zijn de hoofdstukken verre van gelijkwaardig. Zou de nieuwe
begrotingsopzet niet meer een afspiegeling moeten zijn van de kanteling die we
met zijn allen nastreven, zo vroeg ik mij af. De gemeente moet vanzelfsprekend alles
in het werk stellen om goede service aan de burgers te bieden, maar voor de
rest moet zij terugtreden en de burgers ruimte bieden om zelf zaken in de
kernen en buurten te regelen. Dit betekent dat de gemeente dat de gemeente de
burgers hiervoor moet faciliteren met budgetten waaruit zij in een soort
grassroots demoracy kunnen putten. Kaderstellend zou de raad dit aan het
college moeten opdragen. Bevordering van de burgerparticipatie zou het
verbindende thema van de nieuwe begroting moeten zijn.
Ik heb de afgelopen dagen het
nieuwste boek van Benjamin Braber met veel belangstelling gelezen over
Haperende staten, opkomende steden. In dit boek, waarop terecht allerlei
kritiek mogelijk is, wordt in ieder geval een ding duidelijk: de
netwerksamenleving is niet meer weg te denken en sterke burgemeesters ( lees
gemeenten bepalen wereldwijd de koers ).
In een interview met Vrij Nederland zegt Braber:
“ In 1913 woonde tien procent van de
wereldbevolking in steden, in 2013 vijftig procent en in 2050 zal dat
vijfenzeventig procent zijn. De mens is, zoals Aristoteles al zei, een politiek
dier. Politiek begint in de wijk en in de stad, dat is nog altijd zo. Het is de
stad die bepaalt hoe we wonen, werken, naar school gaan en met mensen
betrekkingen aanknopen. Steden vormen steeds meer netwerken van cultuur, handel
en communicatie. De democratie in de moderne wereld staat voor de uitnodiging
om burgerparticipatie, die zich op lokaal niveau afspeelt, te verbinden met
macht die gecentraliseerd is. De nadruk zal steeds meer komen te liggen op
niet-hiërarchische vormen van burgerschap.’”
Mijn conclusie: we moeten niet te
bang zijn om zaken uit handen te geven en daarmee de ruim aanwezige potentie
binnen onze gemeenschappen aan te boren en alle kans te bieden. Hiermee stellen
wij onze identiteit in al zijn verscheidenheid veilig.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185