Veerkrachtig Bestuur.
De gemeenteraden van Gemert-Bakel,
Helmond en Laarbeek zijn de laatste weken druk in de weer geweest met de voorstellen van de
stuurgroep voor de N279. Zij zijn niet tot eensluidend standpunt gekomen. In de
praktijk betekent dit dat Provinciale Staten de handen vrij hebben om een eigen
afweging te maken. Deze week is de situatie voor dit gedeelte van de regio er
niet beter opgeworden, nu het nieuwe college van Meijerijstad zich duidelijk
heeft uitgesproken tegen de voorstellen van de stuurgroep.
Met name Laarbeek betaalt het gelag.
Voorlopig gebeurt niets bij de Beekse brug. De files zullen de komende tijd
alleen maar toenemen. Dit geldt ook voor de overlast voor Laarbeek. Is Laarbeek
te afwachtend geweest? Ik denk het wel.
Door deze grote aandacht voor de
wegenproblematiek in de regio is een ander onderwerp een beetje ondergesneeuwd.
Ik doel op wat aangeduid wordt met de term “ veerkrachtig bestuur ”. Het
college heeft een standpunt geformuleerd in een Toekomstvisie die in
consultatie met Laarbeekse stakeholders tot stand is gekomen. Deze visie wordt
op 1 juni in de gemeenteraad behandeld.
Inhoudelijk ga ik in dit Weekbericht
nog niet in op deze Toekomstvisie. Dat zal in een van de volgende aflevering
gebeuren. Vandaag wil ik aandacht vragen voor een studie over dit onderwerp die
recent verschenen is. Het betreft de studie van de universiteit van Twnete ”
Praktijk van regionaal bestuur in Noord-Brabant ”. Auteurs zijn Marcel Boogers
en P.J Klok.
In deze studie komen zij tot de
opmerkelijke conclusie:
“ De complexiteit van samenwerkingsrelaties heeft –
anders dan verwacht en anders dan in de rest van Nederland – geen gevolgen voor
de democratische kwaliteit van regionaal bestuur en juist positieve gevolgen
voor de bestuurlijke effectiviteit van regionaal bestuur. Samenwerking met meer
gemeenten in meer verbanden op meer verschillende taakvelden leidt tot meer
bestuurlijke effectiviteit, vooral omdat de samenwerkingskosten erdoor
afnemen.”
Een opmerkelijke constatering.
Deze conclusie zegt echter niets over het zgn
democratische gat dat door regionale samenwerking veroorzaakt wordt, omdat samenwerkingsorganen
vaak te laat of te weinig communiceren met de gemeenteraden. Hierdoor wordt de
samenwerking vaak een ver van mijn bedshow. De optimale verdeling van taken en
bevoegdheden en een democratische legitimatie die daarbij past, is in de
praktijk daarom onmogelijk. “ Wat uiteindelijk lokaal kan en regionaal moet is
per definitie omstreden ” concluderen de onderzoekers.
Volgens de auteurs is de structuur van
het regionaal bestuur met al zijn onvolmaaktheden minder van belang dan de
cultuur van samenwerking. Overeenstemming over de te bereiken doelen en een
zakelijke en transparante werkwijze zorgen ervoor dat regionaal bestuur voor
gemeenten effectief is. Hoewel er natuurlijk altijd wat verbeterd kan worden
aan de bestuurlijke structuur, zullen investeringen in de samenwerkingscultuur
meer opleveren dan nieuwe aanpassingen aan de structuur van het regiobestuur.
Dit is de eindconclusie van deze onderzoekers. Ik ben geneigd hiermee in te
stemmen.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185