dinsdag 14 oktober 2014


                                                                                                                                                                

Grondnota in Algemene Zaken


Op de agenda van de commissie Algemene Zake van dinsdag stond o.a. als agendapunt de behandeling van de Grondnota 2014. Deze grondnota is de eerste die onze kersverse wethouder aan de raad voorlegt. De vraag die zich dan natuurlijk aandient is: verschilt de aanpak en de insteek van de wijze waarop de vorige wethouder met deze problematiek omging?

Na kennisname van de Grondnota 2014 kom ik tot de slotsom dat in grote lijnen ook deze wethouder het ietwat voorzichtige beleid van wethouder Vereijken voortzet. Dat is natuurlijk op zich ook logisch. Er zijn wel enkele kleine verschillen. Waar wethouder Vereijken allerlei vragen  en mogelijke  wijzigingen opwierp en mogelijke oplossingen suggereerde om vervolgens alles bij het oude te laten, grijpt wethouder Meulensteen op een aantal onderdelen wel door. Dus geen verhoging van de grondprijs en wel het schrappen van de afdrachten aan de fondsen. Alleen de afdracht aan bovenwijkse voorzieningen blijft gehandhaafd; de afdrachten aan de overige fondsen worden gestopt. Met deze en een paar andere ingrepen moet Laarbeek verder kunnen en kunnen ingrijpende wijzigingen zoals verlaging van de uitgifteprijzen  zonder al te groot risico enkele jaren vooruit geschoven worden.

Wethouder Meulensteen presenteert een realistische Grondnota met een ietwat voorzichtige conservatieve toonzetting  die onze goedkeuring zonder meer kan wegdragen. Duidelijk is ondertussen wel dat de tijd voorbij is dat de grondexploitatie de melkkoe van de Nederlandse gemeenten was; heden ten  dage is het eerder het zorgenkindje. Alle gemeenten worden hiermee geconfronteerd. Zo ook Laarbeek. De tijden dat de bomen tot in de hemel reikten zijn definitief voorbij. Deze situatie komt niet meer terug. Ook niet als de economie zich op korte termijn zou gaan herstellen. De uitgangsposities zijn fundamenteel gewijzigd. Denk hierbij aan de leeftijdsopbouw, de vergrijzing en de krimp die ons staat te wachten.

De Grondnota is op tijd bij de raad binnengekomen. Oktober is echter vrij laat en een eerder tijdstip van verschijnen blijft gewenst. Als de Grondnota eerder in het jaar zou verschijnen, wordt het gemakkelijker om eventueel fundamentele bijstellingen door te voeren. De grondexploitatie blijft de komende  jaren een belangrijk issue. Als de Grondnota beschikbaar zou zijn bij de Kadernota, dan heeft de raad de mogelijkheid om deze gegevens mee te nemen bij de Algemene Beschouwingen. Het CDA pleit hier nogmaals voor.

Gemeenten maken bouwplannen primair om de eigen bewoners een dak boven het hoofd te bieden. Een beweegreden die ook vaak meespeelde was ook, in concurrentie met nabuurgemeenten, om nieuwe inwoners van buiten aan te trekken.  Het adagium “ Stilstand is achteruitgang” kon men hierbij vaak horen. De provincie heeft de laatste jaren geprobeerd deze onbegrensde groei tegen te gaan. Er zijn regionale afspraken gemaakt. Op zich natuurlijk prima. Desondanks is een herbezinning op het verschijnsel groei blijft actueel. Ook al in het licht van de bevolkingskrimp die eraan zit te komen, al lijkt het in deze regio erg mee te vallen door de intrinsieke kracht van Brainport.


Om inwoners in de toekomst voor Laarbeek te behouden zijn natuurlijk voldoende en kwalitatieve goede woningen een absolute must. Maar woonruimte alleen is niet voldoende, er moet ook voldoende werkgelegenheid zijn. De primaire focus zou daar op moeten liggen. Op behoud en uitbreiding van werkgelegenheid. Daarom zijn we ook zo gesteld op Bemmer IV waar plaats is voor een 50 à 60 bedrijven. De ontwikkeling van Laarbeek is voor een groot stuk daarvan afhankelijk.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185