dinsdag 28 oktober 2014


De onmacht van de regio


“ De weg ” verdeelt de regio steeds meer. Het is een splijtzwam geworden die gemeenten uit elkaar trekt en mensen tegen elkaar opzet. De tegenstanders van de weg hebben zich veelvuldig, luid en bij herhaling laten horen. De voorstanders waren veel stiller. Slechts een enkele keer hebben voorstanders het woord genomen. Meestal werden ze weggehoond.

De laatste  maanden zie ik dat, ondanks de luide protesten van de tegenstanders, steeds meer inwoners de noodzaak van de aanleg van De Ruit onderschrijven. Zelfs de MRE, de opvolger van het SRE, heeft met alle college daarin vertegenwoordigd, ingestemd met een weg.  Zoals het er nu uitziet, blijft het college van Eindhoven dwars liggen. Zelfs een notoire tegenstander zoals de gemeente Son en Breugel lijkt op voorwaarden in te stemmen met De Ruit.

De verdeeldheid binnen de regio maakt de regio er beslist niet sterker op. Onbegrijpelijk dat gemeenten niet eensgezind kunnen optreden. Congestie in het verkeer door een toenemend aanbod kun je uiteindelijk alleen oplossen door nieuw asfalt. Dit is de prijs voor economische groei, die je vroeg of laat moet betalen. Het is van de gekke dat een gemeente als Eindhoven die de voortrekker van Brainport wil zijn, niet voor de weg wil betalen. Het lijkt er op  dat Eindhoven zijn potentiële groei bij voorbaat om zeep wil helpen. Wil de huidige coalitie in Eindhoven dit? Waarschijnlijk niet,maar het wordt wel  de realiteit als de stad  Eindhoven haar zin krijgt

Wat Laarbeek gaat doen, is nog onduidelijk. Er wordt klaarblijkelijk gewerkt aan een motie tegen de weg zoals die in regiogemeenten  bedacht is. Ik zou het vreemd vinden als deze motie aangenomen zou worden door de gemeenteraad van Laarbeek. Er is immers in de regio geen gemeente die zo overduidelijk belang heeft bij de aanleg van  De Ruit. Zelf geharnaste tegenstanders van de weg kunnen dit niet ontkennen.

Er is derhalve maar een weg, de Ruit zo snel mogelijk aanleggen.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 27 oktober 2014



Piketty


Aanstaande donderdag verschijnt de Nederlandse vertaling van het boek van Thomas Piketty Le Capital au XX1e siècle. Sinds de verschijning van dit boek in 2013 houdt het de gemoederen bezig. Talloze artikelen over de toenemende  ongelijkheid in de wereld zijn ondertussen verschenen. De publicatie van de Nederlandse vertaling zal ook weer een heel mediacircus met zich mee brengen.

Of Piketty, door The Economist de Marx van de 21e eeuw genoemd, gelijk heeft met zijn stelling, moet nog blijken. Het lijkt er sterk op dat de meeste economen zijn stelling onderschrijven: de rijken worden steeds rijker, de armen steeds armen. De stelling van Piketty wordt in Nederland inzet va politieke strijd. Zie b.v het pleidooi van  Emile Roemer voor verhoging van  de “rijkentax”. De PvdA  gaat hier nog niet mee mee en wacht liever de voorstellen voor de belastinghervorming af. Het is zeer de vraag of ze dit overeind kunnen houden.

In de NRC van maandag las ik een artikel van Heleen Mees waarin zij pleitte voor bestrijding van de ongelijkheid met een hogere vennootschapsbelasting. Voor haar stelling is iets te zeggen. Als inderdaad de consumenten over onvoldoende middelen beschikken en grote bedrijven niet weten waar ze met hun opgepotte winsten heen moeten,ligt het inderdaad voor de hand om belasting op winst te verhogen en de belasting op arbeid te verlagen.

Mees heeft deze keer gelijk.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 26 oktober 2014


Doe-democratie


We zijn gaandeweg doordrongen geraakt van de opvatting dat de verzorgingsstaat zoals we die tot voor kort gekend hebben, niet langer meer betaalbaar is. Al een aantal jaren wordt ons dat ingeprent. De kosten van de zorg lopen de pan uit. We moeten het noodgedwongen geen herorganiseren , alleen al om de zorg in  de toekomst betaalbaar te houden. Van boven af is hiervoor de term participatiemaatschappij bedacht: een maatschappij waarin ieder meedoet en iedereen die dit nodig heeft geholpen wordt. Op  de eerste plaats door de eigen  familie en bij gebrek aan de nodige familieleden door buren , vrienden, bekenden. Burenhulp en mantelzorg moeten een grote deel van de zorg overnemen. In de praktijk blijkt dit een heel intensieve opgave.

Ik heb me altijd verbaasd over het gemak waarmee politieke Nederland de term participatie zich eigen heeft gemaakt. In de wet WMO van 29 juni 2006 werd de term participatie voor het eerst gebezigd zonder dat het begrip zelf goed gedefinieerd was. Het was een containerbegrip dat zonder veel discussie door zowat iedereen werd omarmd .

Een term die in dit verband ook wel gebruikt wordt is de benaming doe-democratie. Eigenlijk is deze term veel duidelijker dan het begrip participatie. Het sluit ook beter aan bij de ommekeer die we nu meemaken. Door het toenemende individualisme heeft de burger zich afgekeerd van het politieke bestel. De onderlinge solidariteit heeft zwaar moeten inboeten. De plaatselijke gemeenschappen hebben steeds meer moeite om voldoende mensen te vinden die zich actief willen inzetten.

In zeker opzicht lijken de huidige omstandigheden op de situatie rond de jaren 1880. Het opmerkelijke was dat toen mensen  in de lokale gemeenschappen het heft zelf in  handen namen en allerlei organisaties voor hulp en ondersteuning opgericht hebben. Het maatschappelijke middenveld ontstond, de civil society werd vormgegeven. Uiteindelijk mondde dit uit in de  verzuiling en de opbouw van de verzorgingstaat.

Het onbedoelde bij-effect van de participatiemaatschappij die nu opgetuigd wordt, zou wel eens kunnen zijn dat de lokale gemeenschap er versterkt uit te voorschijn komt. Dat alleen al zou winst zijn.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 22 oktober 2014



Korte blog

Vandaag een korte blog.

De reactie in het ED op de benoeming van Frans Ronnes tot waarnemend burgemeester van Laarbeek was zonder meer positief. De oud-burgermeester van Haaren werd beschreven als kordaat en evenwichtig. Zo te zien een goede keuze voor Laarbeek.

Opvallend vond ik een artikel vandaag in Binnenlands Bestuur over de reserveposities  van Nederlandse gemeenten. Dit naar aanleiding van de monitor van Deloitte in de Monitor Gemeentefinanciëen. Er stond het volgende in:

“ ”De reservepositie van gemeenten loopt verder terug. Weliswaar in aanzienlijke mindere mate dan voorgaande jaren, maar het interen gaat gemiddeld genomen nog steeds door.
Buffer voor tegenvallers decentralisatie
Dat blijkt uit de Monitor Gemeentefinanciën 2014 van Deloitte. De gemeentelijke reserves zijn bedoeld als buffer voor het opvangen van exploitatietekorten en onvoorziene risico’s. In 2013 daalde de reservepositie van gemeenten – exclusief Amsterdam – met 2 procent. Daarmee is de financiële buffer voor andersoortige verliezen ook minder geworden, bijvoorbeeld voor het opvangen van eventuele tegenvallers ten aanzien van de drie decentralisaties op het gebied van jeugd, werk en zorg.

Trendbreuk
De beperkte daling is wel een trendbreuk ten opzichte van voorgaande jaren. In 2011 bedroeg die daling liefst 10 procent en in 2012 altijd nog 7 procent. De beperkte daling kan volgens Deloitte worden verklaard door relatief beperkte afboekingen in grondbedrijven enerzijds, en anderzijds doordat het effect zichtbaar wordt van bezuinigingsprogramma’s.

Erfpacht
De onderzoekers rekenen de reserves van Amsterdam niet mee in het totaal, omdat in de algemene reserve van die gemeente tot 2013 de vooruit ontvangen erfpachtcanons over gronden uitgegeven in erfpacht zijn meegenomen. Daarbij gaat het om een bedrag van ongeveer 4,5 miljard euro. Dat is echter geen vrij besteedbare reserve.

Tekorten opvangen met reserves
De omvang van de gemeentelijk reserve kan worden gerelateerd aan het geïnvesteerd vermogen in grondposities. De omvang van het geïnvesteerd vermogen geeft een indicatie van het risicoprofiel van de grondbedrijven: dat bedrag moet namelijk ten minste nog worden terugverdiend. Als de opbrengsten lager zijn dan de kosten, wordt er verlies gemaakt en wordt de reserve aangesproken. De verhouding tussen geïnvesteerd vermogen en reserves toont daarom volgens Deloitte goed aan in hoeverre gemeenten in staat zijn eventuele tekorten op grondexploitaties op te vangen met reserves. 

Stijging risicoprofiel
De verhouding tussen het geïnvesteerd vermogen en de algemene reserves is van 160 procent in 2010 opgelopen tot 170 procent in 2012. De door gemeenten gecalculeerde risico’s bedragen circa de helft van de gemeentelijke reservepositie. In 2013 constateerde Deloitte een toename tot 176 procent. Dat betekent dat het risicoprofiel van gemeenten ten aanzien van de grondposities ten opzicht van vorig jaar is toegenomen. Deloitte tekent daarbij wel aan dat er grote regionale verschillen zijn.”

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 21 oktober 2014

Waarnemer benoemd




De commissaris van de koning heeft dinsdag een waarnemend burgemeester voor Laarbeek benoemd. De keuze is gevallen op Frans Ronnes uit Helvoirt. Hij was van 2001 tot en met 2013 burgemeester van de gemeente Haaren en voordien wethouder in Bernheze. Ronnes is lid van het CDA.

In oktober 2013 nam hij afscheid als burgemeester van Haaren. Hij neemt de taken waar van burgemeester Ubachs die vorige week zijn taken tijdelijk heeft neergelegd.
Uit Den Bosch komt ook het bericht dat de commissie die moet onderzoeken of er aanleiding was voor de burgemeester om te spreken over een onveilige en intimiderende omgeving, is al met haar werkzaamheden gestart.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


maandag 20 oktober 2014



Een motie over de weg.


Natuurlijk kunnen inzichten in de loop van de tijd veranderen. Voortschrijdend inzicht noemen we dat meestal. In feite geef je dan toe dat je je vergist hebt. De buitenwereld heeft daar bijna altijd moeite mee en blijft het je nadragen. Het wordt in de praktijk meestal niet ervaren als een bewijs van sterkte en durf. In tegendeel, de buitenwereld ziet er meestal een teken van zwakte in. Het been stijf houden, ook al is het tegen beter weten in, levert vaak meer krediet op .

Waarom schrijf ik het bovenstaande op? Niet omdat ik op een bepaald punt een draai wil maken, maar omdat ik zie dat de tegenstanders van De Ruit het been stijf houden . Zij zijn momenteel bezig met een eensluidende motie die in de betrokken gemeenteraden aan de orde zou moeten komen voor de geplande ontmoeting tussen de gedeputeerde  plaats vindt en voor  de vergadering van Provinciale Staten,waarin de Staten een besluit over De Ruit gaan nemen. Een laatste stuiptrekking , een laatste wanhoopspoging om De Ruit tegen te houden? Ik kan het niet anders zien.

De tegenstanders hebben zich ingegraven en willen koste wat het kost hun gelijk halen. Dat is op zich hun goed recht. Ik vind het alleen jammer dat er tussen voor- en tegenstanders  geen communis opinio te bereiken was over een voor alle partijen acceptabel compromis. Met een verdeelde regio wordt de kans op een mislukking alleen maar groter alsook de kans dat de toegezegde miljoenen van het Rijk naar andere projecten gaan. Hoogstwaarschijnlijk buiten de regio.
Is dat wat we willen?


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 19 oktober 2014


Zware onderzoekscommissie


De commissaris van de koning heeft afgelopen vrijdag stevig ingegrepen in Laarbeek. Hij heeft in ieder geval duidelijk gemaakt dat het zo niet meer langer kan. Hier en daar werd in de media in de afgelopen tijd de mening geventileerd dat de commissaris te lang afzijdig zou zijn gebleven. Insiders weten dat dit beslist bezijden de waarheid is. De commissaris heeft in de afgelopen periode gekozen voor een prudente en voorzichtige aanpak om gezichtsverlies voor betrokkenen zoveel mogelijk te voorkomen. Deze wijze van aanpak werd door de aanvaarding van de motie van wantrouwen, ingediend door PNL, doorkruist en feitelijk onmogelijk gemaakt. Een zeer ruime raadsmeerderheid van 14 tegen 5 stemmen ging mee met de PNL-motie en werkte daardoor mee aan het toedekken van de bedenkelijke strapatsen van PNL-bestuurders in de afgelopen jaren. Met de aanvaarding van deze motie maakte de raad van een schijnbaar kleine kwestie een tyfuszooi, die steeds verder om zich heen grijpt. 

Zoals gezegd, de commissaris greep stevig in. Terecht. Er komt een zware onderzoekscommissie met drie zwaargewichten die onderzoek gaat doen naar de bestuurscultuur in Laarbeek. Burgemeester Ubachs staat gedurende de looptijd van het onderzoek op non-actief. Aanstaande maandag zal de commissaris een waarnemer voor Laarbeek aanwijzen. De rekening voor Laarbeek begint te tellen.

Directe aanleiding voor deze zware ingreep door de commissaris is de verklaring die burgemeester Ubachs in de extra raadsvergadering van begin  oktober aflegde. Hij zette de gebeurtenissen in een veel bredere context. De  burgemeester bezigde ook heel zware woorden: hij voelde zich in Laarbeek niet veilig en geïntimideerd. Onveiligheid en intimidatie zijn niet accepteren. Nu niet en nooit niet!

De commissie moet onderzoeken of dit in Laarbeek inderdaad het geval was en/of de burgemeester dit terecht zo ervaren heeft. Als een burgemeester dit zo uitspreekt en het wordt bevestigd door onderzoek , dan heeft Laarbeek een probleem. Als het onderzoek anders uitwijst,dan heeft de burgemeester een probleem.

Laten we afwachten wat de uitkomst van het onderzoek zal zijn.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 16 oktober 2014


Reactie in de media


Laarbeek was  weer negatief in de pers. Het dagblad Trouw publiceerde een artikel over rare dingen in het gemeentehuis van Laarbeek. Het is een beetje dubbel: burgemeester  Ubachs geeft geen interview,maar wil wel een toelichting geven op de verklaring die hij vorige week aflegde in de raad. De kop boven het artikel zegt al voldoende: “ Er gebeurden rare dingen in het gemeentehuis ”. Uit de reactie van Theodoor Biemans blijkt dat deze soap een wel is niet is- spelletje gaat worden. Dit is allemaal niet in het belang van Laarbeek.




Ook de discussie over De  Ruit in de uitgestelde vergadering van de commissie Ruimtelijk Domein afgelopen maandag leidde tot een reactie vanuit de provincie.  Onjuiste informatie in het krantenverslag leidde tot een duidelijke reactie. Lees de reactie  via onderstaande link

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 15 oktober 2014


Onderzoek naar lek


Op de meeste onderwerpen op de agenda van de commissie Algemeen Bestuur waren de commissieleden het redelijk eens. Dit gold zeer zeker bij de bespreking van het besluit van het Openbaar Ministerie om geen strafrechtelijk onderzoek in  te stellen naar het schenden van de geheimhouding in de kwestie Ubachs.

Op de een of andere wijze is de inhoud van het rapport  opgesteld door Mevr L. van Oss gelekt naar de pers. In dit geval het ED. De Laarbeekse raad heeft dit hoog opgenomen en de waarnemend raadsvoorzitter gevraagd aangifte te doen  van vermoedelijke schending van een ambts- of beroepsgeheim door een of meerdere personen.

Per brief van 18 augustus j.l. heeft de hoofdofficier van justitie aan de waarnemend raadsvoorzitter gemeld dat het OM geen nader onderzoek zou instellen. Als gronden hiervoor werd genoemd dat een dergelijk onderzoek een enorme inspanningen zal vragen. Ook achtte de hoofdofficier het onwaarschijnlijk dat de waarheid in dit onderzoek naar boven zou komen.

Alle commissieleden hadden grote moeite met  de inhoud van deze brief. De raad van Laarbeek tilt zwaar aan dit lek en wil de onderste steen boven halen. Daarom vond de commissie de brief van de hoofdofficier onacceptabel. De waarnemend raadsvoorzitter moet binnen de gestelde termijn schriftelijk beklag  indienen bij het gerechtshof in Den Bosch met het verzoek om alsnog tot strafvervolging over te gaan. De commissie was unaniem in haar besluitvorming.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 14 oktober 2014


                                                                                                                                                                

Grondnota in Algemene Zaken


Op de agenda van de commissie Algemene Zake van dinsdag stond o.a. als agendapunt de behandeling van de Grondnota 2014. Deze grondnota is de eerste die onze kersverse wethouder aan de raad voorlegt. De vraag die zich dan natuurlijk aandient is: verschilt de aanpak en de insteek van de wijze waarop de vorige wethouder met deze problematiek omging?

Na kennisname van de Grondnota 2014 kom ik tot de slotsom dat in grote lijnen ook deze wethouder het ietwat voorzichtige beleid van wethouder Vereijken voortzet. Dat is natuurlijk op zich ook logisch. Er zijn wel enkele kleine verschillen. Waar wethouder Vereijken allerlei vragen  en mogelijke  wijzigingen opwierp en mogelijke oplossingen suggereerde om vervolgens alles bij het oude te laten, grijpt wethouder Meulensteen op een aantal onderdelen wel door. Dus geen verhoging van de grondprijs en wel het schrappen van de afdrachten aan de fondsen. Alleen de afdracht aan bovenwijkse voorzieningen blijft gehandhaafd; de afdrachten aan de overige fondsen worden gestopt. Met deze en een paar andere ingrepen moet Laarbeek verder kunnen en kunnen ingrijpende wijzigingen zoals verlaging van de uitgifteprijzen  zonder al te groot risico enkele jaren vooruit geschoven worden.

Wethouder Meulensteen presenteert een realistische Grondnota met een ietwat voorzichtige conservatieve toonzetting  die onze goedkeuring zonder meer kan wegdragen. Duidelijk is ondertussen wel dat de tijd voorbij is dat de grondexploitatie de melkkoe van de Nederlandse gemeenten was; heden ten  dage is het eerder het zorgenkindje. Alle gemeenten worden hiermee geconfronteerd. Zo ook Laarbeek. De tijden dat de bomen tot in de hemel reikten zijn definitief voorbij. Deze situatie komt niet meer terug. Ook niet als de economie zich op korte termijn zou gaan herstellen. De uitgangsposities zijn fundamenteel gewijzigd. Denk hierbij aan de leeftijdsopbouw, de vergrijzing en de krimp die ons staat te wachten.

De Grondnota is op tijd bij de raad binnengekomen. Oktober is echter vrij laat en een eerder tijdstip van verschijnen blijft gewenst. Als de Grondnota eerder in het jaar zou verschijnen, wordt het gemakkelijker om eventueel fundamentele bijstellingen door te voeren. De grondexploitatie blijft de komende  jaren een belangrijk issue. Als de Grondnota beschikbaar zou zijn bij de Kadernota, dan heeft de raad de mogelijkheid om deze gegevens mee te nemen bij de Algemene Beschouwingen. Het CDA pleit hier nogmaals voor.

Gemeenten maken bouwplannen primair om de eigen bewoners een dak boven het hoofd te bieden. Een beweegreden die ook vaak meespeelde was ook, in concurrentie met nabuurgemeenten, om nieuwe inwoners van buiten aan te trekken.  Het adagium “ Stilstand is achteruitgang” kon men hierbij vaak horen. De provincie heeft de laatste jaren geprobeerd deze onbegrensde groei tegen te gaan. Er zijn regionale afspraken gemaakt. Op zich natuurlijk prima. Desondanks is een herbezinning op het verschijnsel groei blijft actueel. Ook al in het licht van de bevolkingskrimp die eraan zit te komen, al lijkt het in deze regio erg mee te vallen door de intrinsieke kracht van Brainport.


Om inwoners in de toekomst voor Laarbeek te behouden zijn natuurlijk voldoende en kwalitatieve goede woningen een absolute must. Maar woonruimte alleen is niet voldoende, er moet ook voldoende werkgelegenheid zijn. De primaire focus zou daar op moeten liggen. Op behoud en uitbreiding van werkgelegenheid. Daarom zijn we ook zo gesteld op Bemmer IV waar plaats is voor een 50 à 60 bedrijven. De ontwikkeling van Laarbeek is voor een groot stuk daarvan afhankelijk.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 13 oktober 2014


WMO


Gisteren stond ik voor de keuze waar ’s avonds naar toe te gaan. In het gemeentehuis was maandagavond de uitgestelde vergadering van de commissie Ruimtelijk Domein. Op de agenda stonden een groot aantal onderwerpen waaronder de visie van het college op de fusie van de woningstichting en de voorstellen van Gedeputeerde Staten met betrekking de Noordoost corridor. Met name dit laatste punt houdt zoals bekend de gemoederen danig bezig. In het Ontmoetingscentrum was vanavond op hetzelfde moment de presentatie van het WMO-plan. Dit plan was opgesteld in een drietal sessies door belangstellende burgers en professionals.

Na afweging heb ik gekozen voor de bijeenkomst over de WMO omdat de standpunten over de Ruit  onderhand wel duidelijk zijn en vastliggen en ik bekend was met de inbreng van de vertegenwoordiger van het CDA in de commissie. Enige vraag is nog hoe het nieuwe college met deze problematiek om zal gaan. Dus ben ik naar het Ontmoetingscentrum gegaan voor de WMO.

Ik was aangenaam verrast door de opkomst. Die was heel hoog. Allemaal met mensen die duidelijk gegrepen zijn door het onderwerp. Op de inhoud van het beleidsplan WMO dat gepresenteerd werd, kom ik eerstdaags terug.

Maandagavond ging het vooral om actiepunten te selecteren. Een 21-tal werden benoemd. Voor de zeven speerpunten die vanuit de zaal de meeste punten kregen, werden kartrekkers gezocht. Dit lukte helemaal. Op zich is dit alleen al een felicitatie aan de organisatoren waard.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 12 oktober 2014

                                            Laarbeek in problemen

Ik heb vrij lang geaarzeld over de bewoordingen die ik zou kiezen over de gebeurtenissen van deze week in Laarbeek. Hoe een en ander te interpreteren? Dat hierbij de opgelegde vermaledijde geheimhouding mij hierbij parten speelt, moge duidelijk zijn. Ik beperkt mij dus tot het gezegde in de openbare raadsvergadering en de opmerkingen in de media.
Woensdagavond kwam de raad van Laarbeek bijeen voor een extra vergadering die door de burgemeester was uitgeschreven. Hans Ubachs wilde niet wachten tot de reguliere vergadering. Hij wilde zo spoedig mogelijk  opening van zaken aan de raad en de burgers. Hij deed dat in een verklaring die ruim een kwartier in beslag nam en waarin hij zijn visie op het gebeurde gaf.  Hij bood zijn excuses aan over het gebeurde en zette een aantal zaken recht waarover in zijn ogen foutief was gerapporteerd. Wel vroeg hij zich af of deze “ incidenten”de werkelijke reden achter de motie van wantrouwen waren.

De burgemeester  legde  een link met een aantal andere gebeurtenissen, vooral in het college, die hem in zijn functioneren gehinderd hebben en die botsten met zijn bestuursstijl. Twee zaken  die samenhingen met het horecapand in de Dorpsstraat noemde hij met name.  Ook legde hij een verband tussen deze zaken en het onderzoek naar zijn declaraties. Door dit alles voelde hij zich geïntimideerd en had hij het gevoel gekregen dat men uit was op zijn val. Hij voelde zich niet meer veilig.

In zijn  verklaring van woensdagavond plaatste hij de gebeurtenissen van de laatste jaren in een bredere context. Met name doelde hij op de bestuurscultuur die zich in Laarbeek ontwikkeld heeft, die niet strookte met zijn opvattingen over ordentelijk bestuur. Ten onrechte schoor hij naar mijn gevoel praktijken in de raad en het ( oude )college over een kam. Er zijn grote problemen geweest, maar niet met de raad. Tot de motie van wantrouwen was er geen sprake van een conflict tussen  de raad en  de burgemeester; wel tussen het college en de burgemeester. 
In zijn verklaring zette hij ook de werkelijkheid op zijn kop. Hij verklaarde vrijwillig geen ontslag te zullen gaan nemen. Anderzijds verbond hij een voorwaarde aan de continuering van zijn burgemeesterschap van Laarbeek. Hij wil meewerken aan een bestuurscultuur die zich onder andere kenmerkt door openheid. Letterlijk zei hij : “ Als de raad niet  voor een dergelijke bestuurscultuur kiest, dan is het voor mij duidelijk dat ik hier niet in wil of kan functioneren. De huidige situatie is niet goed voor mij, de politiek maar zeker niet  voor onze gemeenten en haar inwoners .” Dit is echter niet de vraag die voorligt.  De vraag is of deze burgemeester na al zijn leugens in het college te handhaven is. Heeft hij al persoon nog voldoende krediet  of is zijn integriteit aangetast? Deze vraag ontweek hij in zijn verklaring door de Laarbeekse bestuurscultuur centraal te stellen.

Met zijn opmerkingen  over de bestuurscultuur in Laarbeek  legde hij zonder meer de vinger op een rotte plek in Laarbeek. Wij vermoedden het al langer. Alleen kregen we er geen vinger achter, omdat het zich afspeelde in het college en achterkamertjes. Nu  is het duidelijk benoemd. Eindelijk is uitgesproken wat er werkelijk aan de hand is in Laarbeek. Burgemeester Ubachs benoemde het in zijn verkaring woensdagavond in de raadsvergadering klaar en duidelijk: de Laarbeekse bestuursstijl is verrot. In eerste instantie zou je kunnen denken dat burgemeester Ubachs vecht voor zijn hachje en legt de schuld ergens anders. De  werkelijkheid is anders. Burgemeester Ubachs weet donders goed hoe de vlag voor hem erbij hangt en dat er in Laarbeek voor hem geen toekomst is weggelegd. Voor hem reden om de toehoorders woensdagavond een blik achter de schermen te gunnen. Op zich vrij laat, maar beter laat dan nooit.

Herkende ik mij in het beeld van een gemeente met een rotte bestuursstijl? Zonder meer, maar met een kanttekening:  waar de burgemeester op doelde speelde vooral in de boezem van het college. Tot het indienen van de motie van wantrouwen in  juli 2014  was er geen probleem met de raad. Na de gemeenteraadsverkiezingen was er een nieuwe coalitie aangetreden en was de grootste partij (PNL ) in de oppositie terecht gekomen. PNL en velen waren hierover rondweg kwaad over. Dat staken zij niet onder stoelen of banken. De nieuwe coalitie ging m.i. met dit gegeven te timide om. Het had tot midden 2014 geen effect op de verhouding tussen de burgemeester en de raad.

Waarom wordt het werkelijke probleem nu pas benoemd? De burgemeester zelf geeft aan dat hij zich geïntimideerd voelde en in het college nauwelijks steun vond. Noch de beide andere wethouders, noch de gemeentesecretaris waren hem tot steun. Allerlei kwesties hebben gespeeld. Naar buiten ging het om de declaraties van de burgemeester, het uitlekken van de brief van wethouder Verheijen, het wob-verzoek over de tuinwerkzaamheden, het uitlekken van het onderzoeksrapport over de leugens. Hier zit een lijn in. De wethouders van PNL waren uit op de val van de burgemeester; de beide andere wethouders gingen hierin mee.

Laarbeek heeft deze dagen zijn onschuld verloren!

dinsdag 7 oktober 2014



Commissie Sociaal Domein


Dinsdagavond kwam de commissie Sociaal Domein bijeen voor de reguliere vergadering. De agenda stond hoofdzakelijk in het teken van de transities. Op 1 januari 2015 moet de verantwoordelijkheid voor de zorg overgaan naar de gemeenten. Op zich al een mega operatie. Hierbij komt nog een  bezuiniging van een gigantische omvang. Logisch dat bij zo’n hervorming dat de commissie niet alleen  alert zou reageren , maar ook diepgaand op de materie zou ingaan. Alleen al om een goed beeld te hebben hoe het er in Laarbeek op 1 januari a.s. gaat uitzien.

Het uur U nadert met rasse schreden. De commissie zat vol met vragen, zowel over het overzicht met de huidige  stand van zalen met de transities als over het beleidsplan Jeugdzorg. Wethouder Briels nam uitvoerig de tijd om aller vragen te beantwoorden. Hij zit dit zonder meer vakkundig.
Opmerkelijk was dat hij de vigerende beeldvorming probeerde te corrigeren. Het beeld is dat de zorg wordt uitgekleed.  De media kennen geen ander verhaal. Wethouder Briels bestreed met klem dit beeld. De ambitie is om betere zorg te bieden tegen minder geld. Dit is volgens hem mogelijk. Er zullen hier en daar wel problemen optreden. Met name bij de jeugdzorg gaat het piepen en schuren. Daar is geen twijfel over. “ Maar misschien moet dat ook wel ”zei hij tussen neus en lippen. “ Willen we de jeugdzorg hervormen, dan moet het zo” ,wilde hij de commissie klaarblijkelijk voorhouden.

Het leek erop dat hij de commissie overtuigde. Ik blijf mijn twijfels houden. Een shocktherapie kan werken, alleen succes is niet gegarandeerd. Het blijft een lastige marathon voor alle betrokkenen.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 6 oktober 2014


Jeugdzorg


Eerlijk gezegd, ik ben vanmorgen flink geschrokken bij het lezen van het Eindhovens Dagblad van vandaag. Op blz. stootte ik op het een bericht over Zorginstelling De Lichtenvoorde in Borculo. Deze instelling moet 37 verstandelijk gehandicapte kinderen en jongeren terugsturen naar hun ouders.
Wat is er aan de hand? De gemeenten in de Achterhoek leggen bij de aanbesteding van de jeugdzorg voor 2015 een korting van 50 procent op het budget op. De Lichtenvoorde kan voor de helft van het geld niet dezelfde zorg leveren en moet cliënten al vóór de kerstdagen terugsturen naar hun ouders. Wat blijft er nog over van de belofte van staatssecretaris van Rijn dat iedereen die nu jeugdzorg krijgt, dat ook in 2015 zal ontvangen? denk je dan.

Steeds meer mensen beginnen zich ernstig zorgen te maken over de jeugdzorg en de andere transitie op 1 jan 2015. Zo hoorde ik zondag Hans Spekman, voorzitter van de PvdA,  zijn zorgen uitspreken. De PvdA traint raadsleden en wethouders om voorbereid te zijn op de veranderingen in de zorg. Spekman verwacht dat zij probleemgevallen zullen melden. De verzorgingstaat ligt de PvdA nog na aan het hart. Heel begrijpelijk.

Staatssecretaris van Rijn toert in de eerste helft van oktober door het land om de 400 wethouders sociale zaken te spreken. Op zijn weg komt hij veel verontruste burgers tegen. Vaak opgetrommeld door de SP. In Oosterhout werd hij zelfs aan zijn oor getrokken, in het weekend  kwam hij ook te staan tegenover protesterende burgers.

De gesprekken die van Rijn met de wethouders voert gaan helemaal niet over ideeën,draagvlak of toezeggingen. Die tijd is voorbij. Van Rijn is meer de transitiemanager van het kabinet die alleen maar praat over vernieuwingslagen, risico’s beheersen en proces begeleiden. Nog steeds gelooft hij dat gemeenten met minder geld betere zorg gaan leveren. Van Rijn verwart echter “ betere” zorg met “ andersoortige  ” zorg.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 5 oktober 2014


Jeroen Leenders



Jeroen Leenders heeft vrij onverwacht zijn lidmaatschap van de raad van Laarbeek neergelegd. Met onmiddellijke ingang is hij gestopt als raadslid. De druk van alle werkzaamheden die op zijn schouders drukken, is hem teveel geworden. Nog langer doorgaan was voor hem geen optie meer. We kunnen voor zijn besluit alleen maar respect hebben, hoezeer wij het op zich ook betreuren. Wij realiseren ons ook dat dit alles voor Jeroen zelf een grote deceptie is. Hij moet iets opgeven, waaraan hij zo pas met grote ambitie begonnen is. Misschien wilde hij alles te goed doen en te conscientëus. Mede hierdoor werd het fractievoorzitterschap een te zware opgave voor hem. Bovenop alles wat hij al had.

Voor CDA-Laarbeek is dit besluit op dit moment natuurlijk het slechtste wat ons kon overkomen. Het CDA heeft bij de laatste verkiezingen een verpletterende nederlaag geleden. Het CDA verloor tijdens de laatste verkiezingen twee van de drie zetels. Tonny Meulensteen werd wethouder en Jeroen Leenders fractievoorzitter. Jeroen geeft aan dat hij het raadslidmaatschap en fractievoorzitterschap niet langer kan combineren met zijn werk als projectleider bij een bouwbedrijf, zijn gezin en de aandacht die hij wil besteden aan zijn sociale omgeving.

Binnen de partij wordt op dit moment hard gewerkt aan het broodnodige herstel van vertrouwen. Een kleine werkgroep is bezig met het formuleren van beleid dat de partij nieuw elan moet geven. Jeroen was als fractievoorzitter in deze werkgroep een van de drijvende krachten. Wij zullen zijn inbreng node missen.




Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 2 oktober 2014

Financiële positie van gemeenten

Nieuwe gemeentebesturen, nieuw beleid? In deze weken presenteren wethouders van financiën hun begrotingen voor 2015. Zo ook in Laarbeek. Het ED berichtte hier al over. Ook in Laarbeek blijkt er voor nieuwe politieke kleuring bitter weinig ruimte is. Zo weinig zelfs dat de wethouder van financiën alleen maar kan hopen dat er over drie jaar weer ruimte is voor nieuw beleid.
Behoedzaam opereren is troef, zeker gelet op alle onzekerheden die de overheveling van budgetten en taken van het Rijk met zich meebrengt. Wat gaat de uitvoering van de jeugdzorg de gemeenten straks werkelijk kosten? Wat wordt de rekening van de opdracht om mensen met een 'afstand tot de arbeidsmarkt' aan het werk te helpen? Kunnen de zorgtaken die gemeenten krijgen straks betaald worden met het bedrag dat ver weg in Den Haag is berekend? Heel veel wethouders sociale zaken beantwoorden deze vraag negatief. De gemeentebesturen kunnen slechts werken met grove ramingen. Zal bijvoorbeeld het aantal cliënten in de jeugdzorg door het nieuwe, preventievere beleid na 1 januari zomaar fors afnemen, wat wel de bedoeling is? Het is een bange vraag. Diverse gemeenten zetten dan ook potjes apart om tegenvallers op te vangen. Bezuinigen blijft, door kortingen vanuit Den Haag op het gemeentefonds, sowieso het parool. Zelfs Asten, in Zuidoost-Brabant financieel het gezondst, ontkomt daar niet aan.
De armlastigste broeders in de regio – Gemert-Bakel, Nuenen, Veldhoven, Reusel-De Mierden en Deurne – worstelen ook nog met een erfenis: torenhoge schulden door te hoge investeringen in vooral (onverkochte) bouwgrond. Gemert-Bakel heeft met een herstelplan voorzichtig de weg omhoog ingezet, Nuenen nu ook. Ze moeten nu jaarlijks óók nog geld vrijmaken om de schuldenlast te verlichten en verhoogden daartoe eerder al de onroerendezaakbelasting (ozb). Dat voorbeeld volgt Veldhoven nu ook: 10 procent er bovenop in 2015, en de jaren daarna nog eens 2,5 procent per jaar. De meeste andere gemeenten zoeken het in kleine besparingen, bijvoorbeeld in de eigen personeelskosten.
Maar de financiële speelruimte blijft lokaal zeer beperkt. Slechts 5 procent van de begroting is echt lokaal in te vullen, de rest ligt min of meer vast, ook door Haagse regels. Het maakt allemaal dat de begrotingen beleidsarmer zijn dan ooit. In Oirschot is in de nieuwe begroting zelfs nog geen voorstel voor de tarieven voor de lokale woonlasten gedaan. Eigenlijk hebben alleen de steden Eindhoven en Helmond, met de grootste huishoudpot, nog ruimte voor investeringen. Helmond trekt ondanks forse bezuinigingen toch een miljoen extra uit voor armoedebestrijding. Eindhoven maakte al eerder keuzes om op dat vlak de Haagse pijn te verzachten. De stad zet de bezuinigingsoperatie voort, maar blijft ook investeren, bijvoorbeeld in stil asfalt en nieuwe scholen en het Brainport Park.
Met dank voor dit stukje van vandaag aan het ED van woensdag 1 oktober j.l.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 1 oktober 2014


De Noordoost Corridor


De discussie over De Ruit begint in een beslissend stadium te komen. Allerlei rapporten en  commentaren verschijnen in de pers.  Dit onderwerp staat ook geagendeerd op de agenda van de commissie Ruimtelijk Domein die volgende week woensdag gehouden wordt.

In de veelheid van rapporten en onderzoeken raak je het overzicht kwijt. Nu denk ik dat al die rapporten op zich natuurlijk wel belangrijk zijn, maar in feite weinig of niets nieuws bijdragen aan de oordeelsvorming. Voor- en tegenstanders hebben allang hun mening opgemaakt. Een rapport meer of minder verandert hier niets in. Tenzij een rapport een fundamentele nieuwe inkijk geeft en een eyeopener is. Tot op heden heb ik een dergelijk rapport nog niet gezien. Het is allemaal zo voorspelbaar.

De keuze voor of tegen De Ruit is  een primair een politieke keuze. Mijn keuze is nog steeds dezelfde: De Ruit is van groot belang voor Laarbeek. Met name omdat het doorgaande verkeer uit de dorpskernen geweerd gaat worden. In de diverse onderzoeken blijkt dat Laarbeek , Gemert-Bakel, Helmond en Eindhoven de meeste baat bij De Ruit hebben. Het bevestigt wat ik steeds gedacht en verkondigd heb
.
Het nieuwe college van Laarbeek houdt zich in de regionale discussie opvallend stil. Zijn ze meer volgend geworden dan richtinggevend zoals in het vorige college het geval was? Wethouder van Zeeland houdt zich de laatste tijd op dit terrein muisstil. Ook de andere leden van het college hoor noch zie ik. Mij beangstigd wel de zinsnede in het nieuwe collegeprogramma  dat het college gaat voor minder asfalt. Moet ik hierin verdekt een afwijzing van De Ruit lezen?


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185