Jeugdhulp in Peelverband
Laat ik voor alle duidelijkheid dit
vooropstellen. Als CDA zijn we altijd
grote voorstander geweest van een gezamenlijke aanpak van de zorgproblematiek
in regionaal verband. Voor ons hoefde Peel 6.1 zijn niet te beperken tot een
uitvoeringsorganisatie. Peel 6.1. mocht zich wat ons betreft ook bemoeien met
het formuleren van beleid. Wij zagen dit eigenlijk ook als voorwaarde voor een
goed functioneren als uitvoeringsorganisatie. De praktijk bewijst dat wij
daarmee op het goede spoor zaten. Van de opgelegde beperking tot
uitvoeringsinstantie blijkt in de praktijk een remmende werking uit te gaan en
waarschijnlijk noodzakelijke en mogelijke vernieuwingen te bemoeilijken. Dit is
een gemiste kans. Bij de oprichting van Peel 6.1. waren de deelnemende
regiogemeenten echter nog niet zover. Wij denken nog steeds dat hier een
sturende rol is weggelegd voor de voorzitter van Peel 6.1, de burgemeester
van Helmond.
Gisteren schreef ik al dat ik nog
geen afgerond oordeel had over het beleidsplan jeugdzorg en de verordening die
volgende week aan de commissie Sociaal Domein wordt voorgelegd. Ik denk dat ik
niet de enige ben. De transities roepen heel veel vragen op en naarmate de
datum van invoering naderbij komt steeds meer. In een memo voor de commissie
heeft het college een overzicht gegeven van
de huidige stand van zaken. Een nuttig en welkome overzicht. Zeerzeker ,
maar het totale beeld blijft diffuus, omdat het nog steeds onaf is. Zo zou ik
heel graag gezien hebben dat er een onogram gemaakt was van alle spelers op dit
veld. Het duizelt mij en naar ik denk vele anderen van allerlei nieuwe benamingen voor hulpverleners
en begeleiders. Een hele rij nieuwe en oude hulpverleners komt op ons af. Het
is moeilijk te geloven dat deze aangestuurd kunnen worden zonder een groot bureaucratisch
bouwwerk. Door de bomen zien we het bos
niet meer. Ik zou graag het gedachte eindplaatje zien.
Ik heb vandaag de opmerkingen van de
WMO-raden en cliëntenorganisaties op het beleidsplan doorgelezen. Mij werd duidelijk dat deze raden ook geen helder
beeld hebben van wat er gaat komen en vooral niet van wat er zou moeten gaan
komen. Vanuit de Helmondse opmerkingen viel mij met name de opmerking op dat
men ook daar zich geen beeld van vormen
van hoe de praktijk er uit gaat zien.
Het is volgens Helmond koffiedik kijken . Ik heb het idee dat velen dat
met Helmond eens zijn. En te bedenken dat we nog maar aan het begin staan. Het
belangrijkste moet nog komen: de invulling van het lokale beleidsplan dat zal
moeten leiden tot een geringere instroom in de individuele zorg.
Er liggen dus nog een hele boel hete
hangijzers. Veelbetekenend is dat staatsecretaris van Rijn deze week begonnen
is met zijn zorgtour door het land lange de verschillende wethouder sociale
zaken. Van Rijn blijft optimistisch. Zijn mantra blijft: “ Het lukt ons om vóór
1 januari de zorg voor ouderen, zieken, gehandicapten én jeugd te regelen .” Ik denk dat wel gaat lukken voor de eerste
groepen; voor de jeugdzorg- een heel nieuw onderdeel voor gemeenten- zal het
moeilijk worden. Er was immers teveel mis in
de jeugzorg!
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185