Wethouder kan het weinig schelen
Ik heb mij bij de commissie MO hogelijk verbaasd over de
nonchalance, die wethouder Vereijken aan de dag legde. In de commissie
Maatschappelijke Ontwikkeling werd meegedeeld dat er geen enkele zienswijze op
het voorzieningencluster Donk was binnengekomen. Dit stemde natuurlijk tot
tevredenheid. Wethouder Vereijken en de commissieleden waren zichtbaar opgelucht. Niemand in de commissie
die ook maar een moment stilstond bij de gedachte dat de stukken tijdens de
vakantieperiode ter visie hadden gelegen. Dit is altijd riskant, zo is in het
verleden meermalen gebleken.
Wethouder Vereijken wilde in de commissie een herbevestiging van
het besluit van de vorige vergadering, dat – om tijdwinst te halen – het
bestemmingsplan niet in de commissie behandeld behoefde te worden. De
commissies stond nog steeds op dit standpunt. In dit uitzonderlijke geval kon
de commissievergadering achterwege blijven. Ook deed de wethouder de suggestie
om met het verlenen van de bouwvergunning niet te wachten tot de termijn van 6
weken verstreken is. M.a.w. de gemeente die zelf burgers vraagt om deze
termijn in acht te nemen, doet dit zelf
niet. Natuurlijk is dit geen fraaie invulling van de voorbeeldfunctie de
gemeente heeft.
Je zou verwachten dat de wethouder zijn eigen suggestie zou verdedigen in de commissie. Dat
deed hij echter niet . Hij liet het over aan de commissie. Schouderophalend
maakte hij duidelijk dat hij er zich niet hard voor zou maken. De commissie en
de raad moesten het zelf maar weten.
Zo’n slappe verdediging heb ik zelden meegemaakt. Het leek erop
dat de wethouder al bij voorbaat zich indekte tegen mogelijke kritiek en zijn
handen in alle opzichten vrij wilde houden.
Vrijblijvend voorstellen doen noem ik dat.
Slap gedoe.