zaterdag 12 december 2015

                                                            

 

Zalig Kerstfeest


Dit is alweer de  laatste aflevering van dit weblog  van  dit jaar. De eerstvolgende zal direct na Nieuwjaar op 3 januari 2016 verschijnen. Alleen als er echt iets belangrijks aan de hand is, laat ik eerder een nieuwe blog verschijnen.

Vanaf deze plaats wens ik alle lezers  een Zalig Kerstfeest en een Gelukkig Nieuwjaar.

 Moge 2016 alle goeds brengen voor U en de Uwen.






Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 9 december 2015



Samenwerking binnen de Peel onder druk


Wat in 2013 zo veelbelovend begon, dreigt eind 2015 te verzanden in onderling gekrakeel. De samenwerking binnen Peel 6.1. van de zes Peelgemeeenten lijkt spaak te lopen. De media staan vol van allerlei doemverhalen over falende samenwerking en verschil van opvatting over de gewenste aanpak. De doorsnee burger kan er geen touw meer aan vastknopen. Wie het allemaal nog kan volgen mag het zeggen.

Wat mij het meest opvalt, is dat geen van de betrokkenen het achterste van zijn tong laat zien. Waarom zij de kaken nogal stijf op elkaar houden is niet duidelijk. Spelen hierbij tactische overwegingen een rol? Mogelijk.

Het perscommuniqué dat Peel 6.1 uitgaf, muntte uit door nietszeggendheid; ook de raadsinformatiebrief die het Laarbeekse college deze week liet verschijnen bevatte nauwelijks feitelijke informatie. Dit schept natuurlijk geen duidelijkheid en vergroot de verwarring alleen maar. Een overheid die doelbewust de bevolking niet informeert zou zich moeten schamen. De inwoners van de samenwerkende Peelgemeenten hebben er recht op om te weten wat er werkelijk speelt. De politiek moet geïnformeerd zijn. Hoe kan men anders richting en sturing aan het proces geven?

Duidelijk is dat Helmond op de rem is gaan staan. Dit speelt al een hele tijd. Eerst heette dat de gemeente Helmond zich moest bezinnen. Er was een nieuwe gemeentesecretaris en eerst moesten de zaken op een rijtje worden gezet. Duidelijk was ook dat de SP, die nieuw was in het Helmondse college, zijn bedenkingen had. Laarbeeks wnd burgemeester Ronnes deelde onlangs aan de SP in Helmond de zwarte piet uit. Het had overigens meer de vorm van een snier dan een duidelijke analyse.

Uit de recente persberichten blijkt dat Helmond de grootste gemeente binnen Peel 6.1. zelf zeggenschap wil houden over het zorgbeleid. Ook zou Peel 6.1 Helmond teveel geld kosten. Helmond zou wel willen blijven samenwerken, maar niet willen meegaan in een nieuw op te tuigen regionale ambtelijke organisatie. Dus een verdere uit breiding met andere taken is van de baan. Er wordt gedacht de Wmo-consulenten weer vanuit de eigen gemeenten inzetbaar te maken. De Peelgemeenten kunnen wel tegen betaling taken door de grotere Helmondse ambtelijke organisatie laten uitvoeren.

Hoe moeten we dit alles inschatten? Door gebrek aan echte informatie is dit lastig. Duidelijk is dat de voorliefde van Helmond voor de Peelsamenwerking danig bekoeld is. Van de hooggestemde verwachtingen bij de start in 2013 is weinig meer over. Veel betekend is dat Elly Blanksma als boegbeeld van de Peelsamenwerking nog nauwelijks zichtbaar. Het lijkt erop dat Helmond een soort geheime agenda heeft. Het zou mij niet verbazen dat Helmond  doelbewust afstand neemt van de samenwerking met de 5 Peelgemeenten. Redenering zou hierbij kunnen zijn dat Helmond groot genoeg is om haar eigen boontjes te doppen en hierbij de Peel niet nodig heeft. Gemeenten die wat de samenwerking veel noten op hun zang hebben en maar moeilijk financieel over de brug komen. In hun uitvoering van het sociale beleid zijn de Peeldorpen misschien ook wel conservatiever en dus terughoudender dan de stad. Helmond is het voortdurende gevecht beu.

Bovendien weet Helmond ook wel dat de Peeldorpen de samenwerking nodig hebben; zij kunnen het immers niet alleen. In een commentaar in het ED van 5 december j.l. stond boven het stuk natuurlijk niet voor niets “ Eén grote en vijf kleintjes in de Peel ” Zet Helmond in op het opnieuw starten van een herindelingsdiscussie?

Je zou het haast denken.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185



dinsdag 8 december 2015

                                                                                                            

Een afwachtende gemeente


Sinds de invoering van de Gemeentewet in 1851 hebben de Nederlandse gemeenten een indrukwekkende ontwikkeling doorgemaakt. In de loop van de tijd zijn de gemeenten veel pro-actiever gaan optreden. Het passen op de winkel maakte plaats voor veel meer aandacht voor het vormgeven van de gemeentelijke omgeving. In de tweedehelft van de 19e een en het begin van de 20e eeuw lag de nadruk op de sociale woningbouw en de aller noodzakelijkste ondersteuning van de zwakkeren in de samenleving. Vanaf  de tweede helft van de 20e eeuw  kregen met de komst van de welvaartsstaat de gemeenten een geweldige schwung. Het takenpakket van de gemeenten werd aanzienlijk uitgebouwd tot bij de crisis van 2007 de conclusie getrokken moest worden dat de bomen niet meer tot inde hemel groeiden en de gemeenten dus hun taken noodgedwongen moesten bepreken.

Aanvankelijk probeerden gemeenten met de kaasschaafmethode hun uitgaven te beperken. Op de duur kom hiermee niet volstaan worden. Via kerntakendiscussies werden gemeentelijke taken  afgeschoven en aanzienlijke bezuinigingen op het gemeentelijke apparaat en de gemeentelijke diensten doorgevoerd. Zoals altijd het geval was, werden op nu bezuinigingen vooral op de sociale taken van de gemeenten neergelegd. De burgers moesten zelf meer gaan doen en vrijwillig hulp gaan verlenen aan hun medemensen. Participatie werd dit met een mooi woord genoemd. In feite was het niets anders dan de herinvoering van wat vroeger burenhulp  en naastenliefde heette. Rond de eeuwwisseling sprak men over het maatschappelijk middenveld, de civil society. De laatste tijd hoor ik – vreemd genoeg -  deze term nog maar heel zelden.

Gemeenten zijn zich ook afwachtender gaan opstellen. Het ambtenarenapparaat werd ingekrompen. Dit leidde tot minder ambtenaren en leegstaande afdelingen van gemeentehuizen. In een aantal gemeenten wordt al onderzocht of een gedeelte van het gemeentehuis verhuurd kan worden aan derden. In b.v. Gemert-Bakel en Laarbeek wordt dit serieus overwogen.

Naast een uitvoerende taak die de gemeente wettelijk is opgelegd en die door de decentralisatie alleen maar groter wordt, heeft de gemeente ook de taak te zorgen voor het welzijn van haar burgers. De laatste Jaren is er een terugtrekkende beweging bij gemeenten te bespeuren. Zij roepen zich niet meer zozeer geroepen om allerlei ontwikkelen te entameren; liever laten zij dit aan het particuliere initiatief over. Gemeenten trekken zich steeds meer terug en beperken zich tot coördineren en faciliteren. Vaak betekent dit de gemeenten een afwachtende houding aannemen.

Ook hier in Laarbeek is dit steeds meer het geval. We zagen dit bij de discussie over de invulling van de Heuvel en nu weer in de Retailnota. De gemeente wacht af wat het particulier initiatief oplevert. Ze neemt niet zelf het initiatief. We wil ze eventuele initiatieven faciliteren. In de Retailnota schrijft het college:

Door de bezuinigingen is er in de begroting geen geld opgenomen voor nieuw beleid. Aangezien er van de middelen uit het Economisch Plan na alle verplichtingen niet veel meer over is, kan overwogen worden om bij de behandeling van de kadernota 2017 opnieuw middelen beschikbaar te stellen. ”

Maar heel snel doen, zou ik zo zeggen.

 Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 7 december 2015

                                                                                                            

Winkelen in Laarbeek



Donderdag a.s. komt de retailnota in de raad aan de orde. Met deze nota legt de gemeente de kaders vast voor het economisch-ruimtelijk retail beleid binnen de gemeente. Deze kaders vervangen het beleid dat in augustus 2000 is vastgesteld in de nota “Advies en actieplan versterking winkelstructuur Laarbeek”.

Deze detailhandelsnota dateert uit het jaar 2000. Daarnaast heeft de Provincie in de Verordening Ruimte 2014 opgenomen dat ontwikkelingen van detailhandel met een bovenregionaal verzorgingsgebied moeten worden afgestemd in het regionaal ruimtelijk overleg (RRO). In het overleg van de sub- regio De Peel is afgesproken dat in Peelverband een visie op detailhandel zal worden geformuleerd.

 De retailnota is heel helder. De nota omschrijft het na te streven doel als volgt:

“ Om een goed voorzieningenniveau voor de inwoners van Laarbeek te creëren is het essentieel om er voor te zorgen dat het basisvoorzieningenniveau op orde is. Dit betekent versterken wat sterk is en zorgen dat gebieden toekomstbestendig zijn én het betekent niet meer investeren in kansarme gebieden. Alles behouden wat er nu is, is niet reëel. Dit vraagt om duidelijke keuzes en om een benadering die verder kijkt dan alleen detailhandel. Retail is een totaalproduct waarin alle betrokken partijen een eigen rol en verantwoordelijkheid hebben.”

Het is een goede retailnota geworden. Een opvallend aspect is de erg positieve waardering van de potentie van Lieshout als winkelgebied. De conclusie heeft mij zowel verrast als blij gemaakt. We moeten deze kans met beide handen aangrijpen.

In de nota en in de discussie hier om heen is er ook veel aandacht voor de Heuvel in Lieshout. De Heuvel moet weer haar centrumfunctie terug krijgen. Een terechte conclusie zou ik zeggen. We moeten hier wel heel voorzichtig mee omgaan. Vraag is of een supermarkt met schreeuwende reclames en veel te weinig parkeergelegenheid de meest geschikte invulling voor de Heuvel is. Ik denk het niet, omdat het afbreuk doet  aan de uitstraling van dit gebied. Heel veel dingen kunnen samengaan, maar bepaalde ook helemaal niet. Maar hebben we wel veel keuze?

 Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 6 december 2015



De Beekse Akkers


 Iedere keer als ik over de Lieshoutseweg  langs het uitbreidingsplan De Beekse Akkers rij, doet de aanblik pijn aan mijn ogen. Het uitbreidingsplan De Beekse Akkers krijgt niet de uitstraling die ons destijds bij de vaststelling van het plan voor ogen stond. Zo moet ik tot mijn spijt vaststellen.

De Beekse Akkers is destijds ontworpen als een plan voor een centrale woningbouwlocatie van de nieuwe fusiegemeente Laarbeek. Al heel snel is deze opzet verlaten onder invloed van het  idee van “ terug naar de kern ” dat al snel  op geld deed. De Beekse Akkers werd gereduceerd tot uitbreidingsgebied voor hoofdzakelijk Beek en Donk. Het plan zou in fasen uitgevoerd worden.

Door de economische crisis stagneerden de bouwplannen. De verkoop van bouwkavel viel nagenoeg stil en het plan dreigde een verliespost voor de gemeente te worden. Onder druk van de provincie werd de voorziene fasering  teruggeschroefd. Fase vier werd zelfs in zijn geheel geschrapt. De invulling van de hoek Lieshoutseweg – Oranjelaan werd zelfs op de lange baan geschoven. Deze hoek had de blikvanger van het plan moeten worden.

Maar dit was nog niet alles. Er kwam nog meer malheur. Het oorspronkelijke plan was ontwerpen vanuit de gedachte dat met de komst van De Ruit de Lieshoutseweg aan belang zou inboeten. De plannenmakers voorzagen dat de Lieshoutseweg gedowngraad zou worden zoals dat in het jargon van toen heette. Zoals bekend liep het allemaal anders. In plaats van een gedowngrade weg krijgen we nu waarschijnlijk een upgegrade verkeersweg tussen De Beekse Akkers en het oude Beek. De Beekse Akkers komen hiermee overduidelijk aan de andere kant van Beek te liggen. Dat is andere koek dan we destijds veronderstelden.

Bij de ontwikkeling van De Beekse Akkers is er voor gekozen om een zekere afstand van de woonbebouwing en de Lieshoutseweg te houden. Dat was al een beperking van de uitstraling van het plan. Erger is dat aan de kant van het plan langs de Lieshoutseweg gekozen is voor laagbouw  die op afstand voor het oog volledig in het niet zinkt.  Geen gezicht vanaf de Lieshoutseweg. Dit doet niet alleen  pijn aan de ogen, het blijkt overigens ook nog eens een volkomen verkeerd uitgangspunt. Aan de rand van een dergelijke plan hoort de bebouwing een zekere mate van uitstraling te hebben. Dit ontbreekt hier ten ene male. Onbegrijpelijk dat de gemeente bij Bemmer IV – volkomen terecht overigens  - uitstraling hoog in het vaandel had staan en dit bij De Beekse Akkers helemaal achterwege liet alsof dit voor de aanblik van het plan en het leefklimaat onbelangrijk was.

Beek en Donk heeft zich in het verleden altijd geafficheerd met de aanduiding het tuindorp Beek en Donk. Deze aanduiding schiep distantie, verbeelding en eigenheid. Aan de rand van De Beekse Akkers wordt dit ontbreekt dit volledig en overheerst het beeld van woningen weggezonken in het water of weggestopt achter een aarden wal. Een aanfluiting! Wie heeft dit kunnen bedenken?

Dit is niet wat ons voor ogen stond.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 2 december 2015

                                                                                                            

Toekomstverkenning

   
Gisteren heb ik de aandacht al gevraagd voor de Toekomstverkenning van het CPB en het PLB. Het is een rijke bron van informatie voor beleidsmakers en politici. Vandaag speciale aandacht voor het deelonderzoek Regionale ontwikkelingen en verstedelijking. Met dank aan Binnenlands Bestuur.

De vraag naar woningen blijft de komende decennia nog toenemen, in vrijwel alle regio’s. Zelfs als de bevolkingsomvang in acht van de twaalf provincies gaat krimpen. Huishoudensverdunning is de oorzaak: huishoudens worden kleiner, waardoor zij in aantal toenemen. Dat stellen de twee planbureaus PLB en CPB in de Toekomstverkenning Welvaart en Leefomgeving (WLO).De onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Planbureau (CPB) proberen in de studie antwoord te geven op de vraag of de sterke groei van stedelijke regio’s in en buiten de Randstad van de afgelopen decennia, zal doorzetten of niet. Ze werken daarvoor twee scenario’s uit (hoge, dan wel lage economische en demografische groei) en verkenden ook de onzekerheden die de scenario’s kunnen beïnvloeden (gaan bevolkings- en banengroei zich juist concentreren of spreiden?).

In beide scenario’s voorzien de planbureaus bevolkingsgroei in de Randstad en in stedelijke regio’s. Buiten de Randstad is de bevolkingsgroei lager. Grensregio’s in Noord-Nederland, Zeeland en Limburg laten in beide referentiescenario’s een lage groei en soms krimp van de bevolking zien. Toch zegt dat niet alles over de behoefte aan woningen. De trend van kleinere huishoudens (meer alleenstaanden en eenoudergezinnen) zet de komende decennia voort. Juist buiten de Randstad en in de “ommelanden” van stedelijke regio’s zorgt dat voor een groeiende woningbehoefte; in de steden zelf zijn de huishoudens nu al relatief klein.

De onderzoekers concluderen dan ook dat in vrijwel alle regio’s nog behoefte is aan uitbreiding van het aantal woningen. In sommige regio’s kan dat mogelijk knellen met de ruimte die daar fysiek of beleidsmatig voor woningbouw is, verwachten zij. Dat geldt bijvoorbeeld voor de regio’s Haarlem, Den Haag, de Zaanstreek en de Gooi- en Vechtstreek. “In de regio Amsterdam zijn de woningbouwaantallen sterk afhankelijk van de inzet op een grotere woningdichtheid in nieuwe en bestaande woongebieden”, aldus het rapport.

Met betrekking tot vergrijzing stellen de onderzoekers dat dat geen typisch fenomeen van de perifere gebieden is. Vergrijzing zal in alle gebieden ongeveer evenredig optreden, verwachten zij.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 1 december 2015


Als een tierelier


Van de zijde van de gemeente komen rooskleurige berichten over de verkoop van bouwkavels in De Beekse Akkers. De uitgifte loopt als een tierelier, zo is op het gemeentehuis te horen. Gelukkig denk je dan, want stagnatie in de verkoop van bouwgrond trekt nu eenmaal een lelijke streep door de gemeentelijke financiën. En we hebben nog meer plannen dan De Beekse Akkers die geld kosten. Denk b.v. maar eens aan Bemmer IV, waar de ontwikkeling na een veelbelovend begin ook stokt.

De positieve berichten over De Beekse Akkers staan in schril contrast met geluiden over voordurende stagnatie, al lijkt de bouwmarkt de laatste maanden enigszins aan te trekken. Nog onlangs verscheen een rapport van een werkgroep van de Metropool Regio Eindhoven onder voorzitterschap van de Helmondse wethouder Frans Stienen. 'Breken met grenzen' heet het rapport van de groep met daarin drie wethouders, de provincie, regionale marktpartijen en organisaties op het gebied van wonen.

De opstellers van het rapport vinden dat het getouwtrek tussen gemeenten op de woningmarkt in Zuidoost-Brabant moet stoppen. Het leidt alleen maar tot geldverspilling en onzinnige onderlinge concurrentie. Zuidoost-Brabant zou daarom op het gebied van wonen en voorzieningen bestuurd moeten worden als één gemeente. Hiermee heeft de werkgroep bepaald niet de handen op elkaar gekregen. Dus wederom een rapport dat de kast in kan.

Gemeenten kunnen beter te rade gaan bij de jongste studie van het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving. In Toekomstverkenningen 2030 en 2050 zijn interessante gegevens te vinden die de basis kunnen vormen voor een gefundeerd bouwbeleid van gemeenten.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185