Deze week en volgende week geen nieuwe aflevering.
De eerstvolgende zal pas verschijnen op maandag na Hemelvaart.
Willy
woensdag 21 mei 2014
maandag 19 mei 2014
Gemeentebegroting
Achteraf vind ik heel jammer dat in de vergadering van Algemeen Bestuur van vorige week . waar het ging over een nieuwe opzet voor de gemeentebegroting, met geen woord geen woord gesproken werd over de uitkomsten van de adviescommissie van de VNG o.l.v. de Eindhovense wethouder Staf Depla over een wijziging van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten ( BBV ). Eigenlijk hadden de aanbevelingen van de commissie betrokken moeten worden bij de discussie over de nieuwe opzet van de begroting. Het rapport van de commissie Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten biedt ons ook geschikte handvaten en een noodzakelijk kader.
In VNG Magazine van 16 mei las ik het volgende artikel hierover:
“ Cijfers en prestaties van gemeenten moeten beter te vergelijken zijn; alleen zo krijgen raadsleden en burgers werkelijk invloed en inzicht in het beleid. Een adviescommissie onder voorzitterschap van wethouder Staf Depla (PvdA, Eindhoven) doet daartoe aanbevelingen in Vernieuwing van de begroting en verantwoording van gemeenten.
De commissie wijst op de grote verschillen in beleid tussen gemeenten. Zij ziet die niet als een probleem, maar raadsleden en burgers horen het beleid en de prestaties van hun gemeente wel te kunnen vergelijken met die van andere gemeenten.
En gemeenten horen ook te kunnen zien hoe hun collega-gemeenten het er vanaf brengen. Gemeenten draaien er immers gezamenlijk voor op als andere in de problemen komen. De komende decentralisaties op het gebied van jeugd, zorg en participatie nopen nog eens extra tot voldoende inzicht in het financiële beleid van gemeenten.
Vergelijkbaarheid van jaarrekeningen en begrotingen wordt nu vaak bemoeilijkt doordat gemeenten verschillende definities en methoden gebruiken. Neemtarieven: discussies daarover kunnen gaan over de definitie ervan, verschillende kostenberekeningsmethoden en over kosten. De commissie pleit daarom voor een gemeenschappelijke taal in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Daarin staan de spelregels voor begroting en jaarstukken van de gemeente.
Opbouw
De begrotingsindeling kent momenteel de opbouw raad (ongeveer tien programma’s), college (ongeveer honderd producten) en organisatie (zo’n tweehonderd tot vijfhonderd subproducten). De commissie-Depla adviseert een vaste indeling voor de productenraming van het college, in plaats van de huidige functionele indeling. Zo moeten er nieuwe producten ontstaan, waarbij gemeenten overigens nadrukkelijk moeten worden betrokken. Een nieuw product kan bijvoorbeeld zijn ‘wijkteam’.
Die nieuwe producten moeten volgens de commissie voor iedereen toegankelijk zijn, als het kan digitaal. Digitale toegankelijkheid bevordert immers de vergelijkbaarheid tussen gemeenten.
Rechtmatigheid
Ook de accountantscontrole moet volgens de commissie op de schop. Sinds 2004 geeft de accountant niet alleen een getrouw-beeld-verklaring, maar ook eenrechtmatigheidsoordeel van de jaarrekening. Dat in opdracht van de raad. Datrechtmatigheidsoordeel werkt in de praktijk onnodig belastend, aldus het rapport. Zo stellen gemeenteraden vlak voor het einde van het begrotingsjaar nog allerlei begrotingswijzigingen vast om potentiële onrechtmatigheden te voorkomen.
De commissie stelt voor dat voortaan bij de jaarrekening een verklaring van het college moet worden gegeven waarin het college aangeeft rechtmatig te hebben gehandeld rond de financiële wetgeving van het Rijk en Europa. De accountantscontrole kan worden beperkt tot de getrouw-beeld-verklaring bij de jaarrekening en bij de verklaring van het college. Over de uitvoering van de controle, die nu vaak als
niet-efficiënt wordt ervaren, zou een overleg worden georganiseerd met de ministeries van BZK en Financiën en de accountantssector.
Niet alleen de begrotingsregels en de vergelijkbaarheid van gemeenten moetbeter; dat geldt volgens de commissie ook voor gemeenschappelijke regelingen. Tijdige en goede informatie over gemeenschappelijke regelingen bij begroting en jaarrekening is van groot belang. De decentralisaties vergroten dat belang nog eens. ”
De commissie wijst op de grote verschillen in beleid tussen gemeenten. Zij ziet die niet als een probleem, maar raadsleden en burgers horen het beleid en de prestaties van hun gemeente wel te kunnen vergelijken met die van andere gemeenten.
En gemeenten horen ook te kunnen zien hoe hun collega-gemeenten het er vanaf brengen. Gemeenten draaien er immers gezamenlijk voor op als andere in de problemen komen. De komende decentralisaties op het gebied van jeugd, zorg en participatie nopen nog eens extra tot voldoende inzicht in het financiële beleid van gemeenten.
Vergelijkbaarheid van jaarrekeningen en begrotingen wordt nu vaak bemoeilijkt doordat gemeenten verschillende definities en methoden gebruiken. Neemtarieven: discussies daarover kunnen gaan over de definitie ervan, verschillende kostenberekeningsmethoden en over kosten. De commissie pleit daarom voor een gemeenschappelijke taal in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Daarin staan de spelregels voor begroting en jaarstukken van de gemeente.
Opbouw
De begrotingsindeling kent momenteel de opbouw raad (ongeveer tien programma’s), college (ongeveer honderd producten) en organisatie (zo’n tweehonderd tot vijfhonderd subproducten). De commissie-Depla adviseert een vaste indeling voor de productenraming van het college, in plaats van de huidige functionele indeling. Zo moeten er nieuwe producten ontstaan, waarbij gemeenten overigens nadrukkelijk moeten worden betrokken. Een nieuw product kan bijvoorbeeld zijn ‘wijkteam’.
Die nieuwe producten moeten volgens de commissie voor iedereen toegankelijk zijn, als het kan digitaal. Digitale toegankelijkheid bevordert immers de vergelijkbaarheid tussen gemeenten.
Rechtmatigheid
Ook de accountantscontrole moet volgens de commissie op de schop. Sinds 2004 geeft de accountant niet alleen een getrouw-beeld-verklaring, maar ook eenrechtmatigheidsoordeel van de jaarrekening. Dat in opdracht van de raad. Datrechtmatigheidsoordeel werkt in de praktijk onnodig belastend, aldus het rapport. Zo stellen gemeenteraden vlak voor het einde van het begrotingsjaar nog allerlei begrotingswijzigingen vast om potentiële onrechtmatigheden te voorkomen.
De commissie stelt voor dat voortaan bij de jaarrekening een verklaring van het college moet worden gegeven waarin het college aangeeft rechtmatig te hebben gehandeld rond de financiële wetgeving van het Rijk en Europa. De accountantscontrole kan worden beperkt tot de getrouw-beeld-verklaring bij de jaarrekening en bij de verklaring van het college. Over de uitvoering van de controle, die nu vaak als
niet-efficiënt wordt ervaren, zou een overleg worden georganiseerd met de ministeries van BZK en Financiën en de accountantssector.
Niet alleen de begrotingsregels en de vergelijkbaarheid van gemeenten moetbeter; dat geldt volgens de commissie ook voor gemeenschappelijke regelingen. Tijdige en goede informatie over gemeenschappelijke regelingen bij begroting en jaarrekening is van groot belang. De decentralisaties vergroten dat belang nog eens. ”
Ik ga hier eerstdaags dieper op in.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 053627185
zondag 18 mei 2014
Jeugdzorg.
Afgelopen
donderdagavond stond de transitie Jeugdzorg centraal op de openbare informatieve
raadsbijeenkomst van de Laarbeekse raad. Het werd een leerzame avond.
Er waren
drie presentaties. Als eerste trad Prof dr René Clarijs op. Hij is de auteur
van Tirannie in de jeugdzorg. In 2013 is hij op dit proefschrift gepromoveerd.
Clarijs verzorgde een heel interessante inleiding voor de raadsleden en een volle
publieke tribune. In ruim een uur plaatste hij de op stapel staande transitie
in een helder kader. Uitgaande van de bekende driehoek staat- burger- markt
liet hij zien hoe de jeugdzorg overging van het particuliere initiatief
overging naar de staat. Deze kreeg via de subsidiering een grote greep op de
inhoud van de jeugdzorg. Nu de uitgaven de pan uitrijzen en er op alle fronten
bezuinigd moet worden, legt de staat de jeugdzorg via de zgn. transitie op het
bordje van de gemeenten. De benaming participatiesamenleving wordt hiervoor gebezigd.
Clarijs verwees in dit verband naar Benjamin Barber die onlangs op het
provinciehuis in Den Bosch stelde dat de natiestaat heeft afgedaan. Volgens
Clarijs gaan we naar de lokale verzorgingsstad. In wezen doet de transitie dit:
terug naar de burger en de markt.
De cijfers
waarmee Clarijs tijdens zijn presentatie strooide waren zonder meer alarmerend.
In de jeugdzorg gaat het landelijk om zo’n € 3,75 miljard. 1,77% van de
Laarbeekse jeugdigen komen in aanraking met jeugdzorg. Er blijkt een duidelijke
relatie met armoede als je naar de landelijke cijfers kijkt. Opmerkelijk is ook
het aantal uit huisplaatsingen; in geen land is het zo hoog als in Nederland.
In Nederland richt de Jeugdwet zich op kinderen met problemen; in andere landen
ligt de focus op alle kinderen!
Advies van Clarijs:
verspil geen tijd energie aan kritiek op de transitie. Dit is zinloos.
Concentreer je op waar je als gemeente sterk in bent: op lokaal sturen. Dus
geen gevecht aangaan met het stelsel, maar alternatieven ontwikkelen naast het
stelsel. Ik denk dat we dit advies moeten oppakken.
In de tweede
presentatie over het gemeentelijke beleid door Jan Adams werd dit advies niet
overgenomen. Dat was ook het manco van deze presentatie. Adams keek iets teveel
terug en veel te weinig vooruit. Het geheel oogde daardoor redelijk chaotisch.
Er zaten nauwelijks handvaten in voor de raad.
Femke Direks,
de coördinator van het Centrum Jeugd en Gezin, presenteerde een heel
enthousiast verhaal over het centrum. Het was eigenlijk geen presentatie maar
een geloofsbelijdenis. Aanstekelijk en overtuigend met een open oog voor nieuwe mogelijkheden en
verbindingen. Zij overtuigde.
woensdag 14 mei 2014
Minima.
De discussie over het minimabeleid dat voor dinsdag j.l. op
de agenda van de commissie Sociaal Domein stond, is uitgesteld tot 17 juni. Ik
hoop dat er harde feiten worden aangedragen over het minimabeleid in Laarbeek.
Allereerst zal de raad toch een helder beeld moeten krijgen over de omvang en
de intensiteit van de problematiek. Ook zou het dienstig zijn als er gegevens
aangereikt worden die aangeven hoe Laarbeek op dit terrein scoort in
vergelijking met andere gemeenten. Eerst zullen we toch een helder beeld over
de problematiek moeten hebben. Anders wordt het weer een discussie in het luchtledige.
Op Zorgvisie.nl zag ik vanmorgen dit artikel. Het geeft voor
een deelterrein in ieder geval een mooie aanzet:
Vier
oplossingen voor mantelzorgwoningen
Steeds meer obstakels voor
mantelzorgwoningen komen aan het licht. Kortingen op huursubsidies, AOW en
bestemmingsplannen bemoeilijken het opzetten van mantelzorgwoningen.
Het
kenniscentrum voor wonen en zorg van Aedes-Actiz biedt vier tips aan voor
gemeenten om mantelzorgwoningen mogelijk te maken. Irma van Beek, adviseur vanKAW
Architecten, heeft de oplossingen samengesteld. De tips zijn afkomstig uit
Groningen, waar woningcoöperatie Lefier 22 mantelzorgwoningen heeft
gefaciliteerd.
- Voorkom korten
op uitkering
Kies als uitgangspunt bij mantelzorgwoningen dat de bewoners zelfstandig en financieel onafhankelijk van elkaar de aan elkaar grenzende mantelzorgwoning huren. Dat betekent bijvoorbeeld dat ze een eigen huurcontract, huisnummer en voordeur hebben. Dit minimaliseert de kans dat de bewoners gekort worden of andere problemen krijgen met hun uitkeringen, zoals de bijstand, de AOW, de WAO en Wajong.
- Laat de
inkomensgrens los
Laat de woningen binnen de sociale huurprijsgrens vallen en laat de inkomensgrens voor huurders los. Dit betekent dat ook een huurder van een mantelzorgcombinatie met een hoger inkomen gewoon kan huren.
- Maak
huurovereenkomst afhankelijk van combinatie
Een belangrijk aspect bij het aangaan van de huurovereenkomst is de bepaling dat de huurovereenkomst wordt beëindigd als een van de huurders van de mantelzorgcombinatie de huur opzegt. Dan zal ook de overgebleven bewoner uit de combinatie moeten vertrekken. Zoek samen met deze huurder naar een passende huurwoning, binnen drie maanden.
- Besteed extra
aandacht aan het vinden van de doelgroep
Voor mantelzorgcombinaties die afhankelijk zijn van sociale huurwoningen is er in het verleden amper tot geen aanbod geweest. Potentiële huurder vinden gaat moeizaam, omdat de doelgroep niet is gewend dat er voor hen een aanbod is. Via sociale teams, mantelzorgorganisaties, ouderverenigingen, bewindvoerder en ouderenorganisaties wordt een deel van de doelgroep bereikt. Persoonlijke aandacht, meerdere gesprekken en goed bereikbaar zijn voor de veelheid aan vragen is belangrijk als er eenmaal interesse is om te gaan huren. Het is een grote stap voor zowel de mantelzorger als de mantelzorgontvanger om in deze woonvorm samen de toekomst in te gaan.
Ook de
discussie over het nieuwe boek van Thomas Piketty, 'Capital in
the Twenty-First Century' zou in de commissie meegenomen moeten worden.
dinsdag 13 mei 2014
Nieuw model voor de begroting
In de commissievergadering van Algemeen Bestuur op maandag 11
mei j.l. legde het college een nieuwe programma-opzet voor de begroting 2015
voor aan de commissie. Lisette van Veijfeijken presenteerde het voorstel.
Er bestaat al wat langer enige onvrede over het model dat
Laarbeek sinds 2009 hanteert. Toentertijd heeft de raad op voostel van Sturend
Laarbeek gekozen voor het op dat moment redelijk revolutionair model van Waar
staat je gemeente? Het zgn. burgerschapsmodel. Hierin werd de begroting
opgedeeld in een zestal programma’s met de burger als Leitmotiv. Gemeenten
konden via de benchmark van Waar staat je gemeente? hun positie bepalen. Met
deze indeling van de begroting stelde Laarbeek de burger centraal. Hiermee liep
Laarbeek al enigszins vooruit op de participatiemaatschappij, waar iedereen
sinds de troonrede van dit jaar de mond vol van heeft. Misschien is die
participatiemaatschappij toch niet zo nieuw als menigeen schijn te denken!
In de loop van de jaren zijn de nadelen van een begroting op
basis van het burgerschapsmodel is steeds duidelijker geworden. Voor de
kaderstelling van de raad werkt dit model niet naar behoren. Het is voor de
raad lastig met deze burgerschapsbegroting te werken. Het model richt zich te
sterk op een speciaal jaar; het overzicht is lastig te vatten en het continuüm
raakt uit het zich. Ook KING, het kwaliteitsinstituut van de Nederlandse
gemeenten, beschouwt het model als achterhaald. Samenwerking g met burgers is
vanzelfsprekend. Vandaar dat KING een nieuwe thema-indeling heeft gemaakt. KING
kiest voor 5 thema’s: Veiligheid, Woonklimaat en leefklimaat, Gezondheid,
welzijn en zorg, Directe dienstverlening en Relatie tussen burgers en bestuur.
Mij is in de toelichting op deze nieuwe indeling niet
duidelijk geworden welke criteria aan deze opzet ten grondslag hebben gelegen.
Op het eerste gezicht kan ik deze niet ontdekken. Het burgerschapsmodel ging
uit van een duidelijk principe: de burger, niet de gemeente, staat centraal.
Dat was toentertijd een vernieuwend uitgangspunt. Een dergelijk vernieuwend en
programmatisch principe zou ook leidend moeten zijn bij een nieuwe indeling.
Welk zou dat moeten zijn? Gaandeweg de
bijeenkomst begon ik te denken aan “de terugtredende overheid “ Dit gaat het
beeld van de toekomst worden- van terugtredende overheid naar teruggetreden
overheid.
Terecht werd in de vergadering gesteld dat met het aantreden
van een nieuwe raad het natuurlijke moment voor verandering is aangebroken. De
commissie werd een keuze voorgelegd uit een vijftal mogelijke indelingen. In
meerderheid koos de commissie uiteindelijk voor het nieuwe model van KING. Even
werd nog overwogen om te kiezen voor een indeling volgens een van de
Peelgemeenten. Persoonlijk vond ik dat dit op dit moment een stap te ver is. De
verschillende Peelgemeenten zitten op dit punt bepaald niet op een lijn; er is
ook geen model in de Peel dat er bij wijze van spreken uitspringt. Als je op
dit punt iets met de Peel wilt, zou het een streven naar meer uniformiteit
moeten zijn. Dat is nu nog een stap te ver: Peel 6.1. gaat momenteel nog niet
verder dan gezamenlijke uitvoering.
Het voorstel Van KING moet de komende tijd vertaald worden
naar de Laarbeekse situatie. Een voorzet is al gemaakt. Nadrukkelijk zal
gekeken moeten worden hoe dit uitpakt en/of de verschillende programma’s een
beetje gelijkwaardig zijn. Dit in verband met het autorisatie-niveau.
Natuurlijk in een programma begroting gaat het primair om de
inhoud. De begroting is ook de uitdrukking van een idee. Dat verbindende idee
moet prominent tot uitdrukking komen in de opzet van de begroting.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 053627185
maandag 12 mei 2014
Commissievergaderingen
Deze week zijn de eerste
commissievergaderingen van de nieuwe raad. Het aantal commissies is
teruggebracht van vier naar drie. De oude commissie BOR is geschrapt. Daar was
ook alle reden toe. Er waren in de vorige raadsperiode te vaak nauwelijks
agendapunten voor deze commissie. De drie commissies die gehandhaafd zijn,
hebben een andere naam gekregen: Algemene Zaken, Sociaal Domein en Ruimtelijk
Domein. Deze naamgeving sluit beter aan bij de gewijzigde omstandigheden. Ook
heeft het college aangekondigd dat zij burgers meer bij de commissies wil
betrekken. Dit moet nog wel verder uitgewerkt worden.
Gisteren was de vergadering van de commissie
Algemene Zaken. In deze commissie zitten de fractievoorzitters. Aangezien
Jeroen Leenders van het CDA verhinderd was, heb ik als zijn plaatsvervanger
zijn plaats ingenomen. De agenda van de vergadering was redelijk beperkt. Hij
werd nog beperkter omdat de agendapunten die betrekking hadden op de Veiligheidsregio
afgevoerd werden. Op 20 mei a.s. is er een nieuwe vergadering gepland waar de
begrotingen van het SRE, de GGD en de Veiligheidsregio besproken zullen worden.
Dan pas zijn de zienswijzen van de gemeente beschikbaar. Op zich begrijpelijk,
gezien onlangs plaatsgevonden de wisseling van de wacht, maar het blijft in de
grond eigenlijk een kwestie van goed plannen.
In plaats van het agendapunt over de begroting
van de Veiligheidregio praatte de portefeuillehouder de commissie bij over de
brandweer, de politie en het SRE.
Belangrijkste agendapunt was de discussie
over de nieuwe programma-opzet van de begroting 2015.Morgen zal ik nader op
ingaan.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 053627185
zondag 11 mei 2014
CDA-bijeenkomsten
Woensdag
j.l. hield het CDA de achterbanvergadering in De Dreef. Hier werden de agenda’s
van de komende commissievergaderingen besproken. Heel veel schokkends bevatten
deze vergaderingen niet. Belangrijkste stuk is de Notitie over de Jeugdzorg van
de 21 SRE-gemeenten. Streven is door grotere efficiency, minder instroom en
minder overhead de opgelegde kortingen van resp.5 en 14% op te vangen. Ik heb
grote twijfels.
Natuurlijk
moet er iets gebeuren om de kosten te beheersen. Maar om nu juist de meest
kwetsbare groep uit te kiezen om bezuinigingen binnen te halen, zou niemand
moeten willen. Dit kan op termijn alleen maar tot nog grotere problemen leiden.
Het CDA-Laarbeek
zal in het vervolg niet meer de benaming “ achterbanvergadering “gebruiken.
Deze naam is te beperkt. Wij zullen deze bijeenkomsten gaan aanduiden als
“voorbesprekingen “. Wij hopen hiermee ook niet-CDAleden te motiveren om deze
bijeenkomsten te bezoeken. Ook zullen we via de media regelmatig verslag doen
van de uitkomsten van deze voor besprekingen.
Donderdag
was de algemene ledenvergadering van het CDA. Wij namen afscheid van Harrie
Brugmans en Rob Göring als respectievelijk voorzitter en bestuurslid van het
CDA-Laarbeek. Tot het bestuur traden Albèr van de Aa en Miriam Berkvens.
Voorlopig zal Jacques Kals als interim-voorzitter optreden. Het CDA is op zoek
naar een jonge, energieke voorzitter. Dus wie zich geroepen voelt, niet
hem/haar om zich te melden.
Tijdens de
algemene ledenvergadering was er vanzelfsprekend de nodige aandacht voor de
aanstaande Europese verkiezingen. Rob Göring, zelf kandidaat voor het Europese
parlement, verzorgde een inleiding. Hij deed dat op een onderhoudende wijze met
daaraan verpakt enkele prangende opmerkingen.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 053627185
woensdag 7 mei 2014
Iedereen uit de startblokken
Het onderstaande ontleen ik aan Binnenlands Bestuur:
Nu vaststaat dat na de Jeugdzorg ook de Wmo 2015 op 1 januari
naar de gemeenten overgaat, rollen infographics en handreikingen van de −
virtuele − persen. Deze moeten gemeenten helpen overzicht te houden. De
belangenorganisatie voor senioren, Anbo, bereidt zich voor op een storm aan
vragen van verontruste burgers.
Onrust en vragen
De vragenstorm wordt rond juli verwacht. Het ministerie van VWS
stuurt dan een brief naar alle mensen die tot 1 januari zorg vanuit de Algemene
wet bijzondere ziektekosten (Awbz) krijgen. Een deel van de zorg en
ondersteuning komt vanaf januari onder de Wmo 2015 (gemeenten) te vallen, en
een deel onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). In die brief staat wat er
verandert voor de persoonlijke (zorg)situatie verandert en wat de
vervolgstappen zijn. Deze brief zal tot onrust en veel vragen leiden, verwacht
de Anbo. Zij werkt aan een zorgdossier op de haar site met antwoorden op de
meest gestelde vragen. De verwachting is dat ook gemeenten veel vragen van
burgers zullen krijgen over de aanstaande veranderingen.
Amendementen
Door het overgangsrecht zijn gemeenten overigens wel verplicht
in 2015 de huidige Awbz-zorg te continueren. De vraag is of daar voldoende geld
voor is, ondanks de extra miljoenen die het kabinet onlangs heeft toegezegd. De wet ligt, inclusief de door de Tweede Kamer aangenomen
amendementen, inmiddels bij de Eerste Kamer. Naar verwachting wordt de wet daar voor het
zomerreces behandeld. Gezien het zorgakkoord kan de wet ook in de senaat op een
meerderheid rekenen.
Financieringsstromen
De nieuwe financieringsstromen maken de hervormingen complex,
stelt Vilans, het kenniscentrum voor de langdurende zorg. Vilans heeft een infographic gemaakt die
toont hoe geldstromen via verschillende wetten, gemeenten, zorgverzekeraars,
zorgkantoren en aanbieders van zorg en ondersteuning weer bij burgers met een
zorg- of ondersteuningsvraag terecht komen. ‘Zo is de cirkel rond, maar
onderweg moet fors bezuinigd worden. In de tweede ring rond de burger staan de
toegangspoorten tot zorg en ondersteuning afgebeeld. Gemeenten hebben daarbij
de vrijheid om naar eigen inzicht de toegang te organiseren’, verduidelijkt
Floor de Jong, adviseur bij Vilans en initiatiefnemer voor de infographic.
Integrale benadering
‘Als ik vroeger iets niet begreep zei mijn vader altijd ‘zal ik
het tekenen?’ Dat gaf inzicht in complexe problemen.’ Met de infographic wil
het kenniscentrum bijdragen aan een integrale benadering van zorg dichtbij
huis. De Jong: ‘Een visuele en creatieve aanpak beïnvloedt veranderprocessen op
een positieve manier. Mensen zien nieuwe verbanden en raken geïnspireerd.’
Verplicht beleidsplan
In de Wmo 2015 is bepaald dat gemeenten voor november 2015 een
beleidsplan moeten hebben. Twijnstra en Gudde heeft een tijdpad voor
gemeenten uitgestippeld. In het stuk wordt tevens kort samengevat wie waarvoor
verantwoordelijk wordt, met de daaraan gekoppelde financieringsstromen. ‘We
willen hiermee gemeenten en samenwerkingsverbanden helpen het overzicht te
houden tussen alle detailinformatie in handreikingen en factsheets’, licht
Joost van der Kolk, adviseur bij Twijnstra Gudde het initiatief toe.
Wmo-traject
Het ministerie van VWS heeft ook een infographic van de nieuwe
Wmo gemaakt. Daarin wordt het traject en tijdpad van een
aanvraag tot aan eventuele toekenning van een voorziening gevisualiseerd.
dinsdag 6 mei 2014
Orakels
Tot
afgelopen zondag dacht ik dat de VVV maar een orakel had, het orakel uit Diever
– Hans Wiegel. In Buitenhof meldde afgelopen zondag zich een tweede, oud
EU-commissaris Frits Bolkestein. Zonder een spier te vertrekken raadde hij Jeroen
Dijsselbloem aan als nieuwe voorzitter van de Europese commissie als opvolger
van de huidige voorzitter José Manuel Barroso.
Echte argumenten had Bolkestein hiervoor niet. Hij kwam eigenlijk niet verder
dan dat Nederland, een van de oprichter van de unie, nog nooit een voorzitter geleverd heeft.
Een zwak argument na de recente mislukking van de kandidatuur
van Lubbers en Balkenende.
Voorspellingen zijn altijd gevaarlijk. Dit geldt ook voor de
uitspraak van René Moerland in zijn column in de NRC van maandag jongstleden.
Volgens hem moet het kabinet dat flink opschiet met de hervormingen nu gaan
reshufflen: Plasterk eruit en Samsom erin. Ook zouden Halbe Zijlstra en Henk Kamp zouden stuivertje moeten wisselen.
Ik moet het allemaal nog zien.
maandag 5 mei 2014
Brief ministerie roept vragen op
De ED
schreef vorige week naar aanleiding van de brief die het ministerie van
Volksgezondheid aan het voorbereiden is over de wijzingen in de zorg zelfs
over “Blinde paniek door zorgbrief” . Wettelijk
moet het ministerie een half jaar voor de ingang van de overdracht van hun
zorggegevens dit aan de betrokkenen
melden. Dus voor 1 juli moet de brief op de deurmat liggen. Nog is niet bekend
wanneer de brief zal verschijnen , wat
de inhoud is en wie de brief krijgt.
De
Zorgorganisaties verwachten dat de brief zal leiden tot grote onrust en een
lawine aan vragen. Mensen willen immers weten wat de wijzigingen voor hen
persoonlijk betekenen. Ook Ouderenorganisaties als Anbo houden rekening met
blinde paniek.
Het
ministerie sust de onrust met de opmerking dat 2015 een overgangsjaar is .
daarmee wordt de suggestie gewekt dat het allemaal ik 2015 wel zal meevallen.
Dat is overigens maar zeer de vraag, omdat nu al duidelijk is dat het budget
voor 2015 te gering. Veel gemeenten weten bovendien zelf nog niet eens hoe zij de dagbesteding gaan
organiseren.
Wijzigingen
in de zorg roepen altijd veel vragen op. Dit wordt b.v. heel duidelijk uit de
onrust die ontstaan rond de zgn. mantelzorgboete voor AOW’ers. Duidelijk is dat
de “kostendelersnorm ” een pure vorm van bezuiniging is, die zo’n 250 miljoen
aan besparingen moet opleveren.
Deze
mantelzorgboete staat natuurlijk haaks op de gedachte van de
participatiemaatschappij. Dat moge duidelijk zijn. Het gaat ook door een
principiële grens: de AOW is geen
uitkering, maar een volkverzekering. Dit is minstens evenzo bedenkelijk.
Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 053627185
zondag 4 mei 2014
Best presterende regio
Twee Brabantse regio’s paraderen trots op de ranglijst
van Elsevier vnn de economisch best prersterende regio’s van Nederland. Regio
Eindhoven voert dit jaar de Elsevier-ranglijst van economisch best presterende
regio's in Nederland aan. Op de voet gevolgd door de regio Amsterdam op twee en
regio Breda op drie. Voorwaar een mooi resultaat voor Brabant. Elsevier baseert
zich hierbij op een onderzoek van het Bureau Louter.
In
2012 stond regio Eindhoven nog op de derde plaats. In de lijst van gemeenten
houdt Eindhoven net als in 2012 de derde plaats. Bladel (in 2012 nummer 44)
scoort met een tiende plaats opmerkelijk hoog op de lijst van gemeenten, boven
Son en Breugel op 12, Veldhoven op 17 en Eersel op 21.Laarbeek kom ik tegen op
plaats 139, wat zeker niet slecht is voor een plattelandsgemeente.
De
onderzoekers verklaren de hoge posities van de randgemeenten van Eindhoven door
de aanwezigheid van grote bedrijvencentra, industrie en technologische centra.
Bovenaan de gemeentelijke ranglijst prijkt Haarlemmermeer die de positie dankt
aan de aanwezigheid aldaar van Schiphol.
De
unieke samenwerking tussen lokale overheden, het bedrijfsleven en
kennisinstellingen die Brainport Regio Eindhoven kenmerkt, levert laatste jaren
veel eervolle vermeldingen op. Brainport werd in 2011 uitgeroepen tot slimste
regio van de wereld en is recent door de Britse Financial Times verkozen tot
beste regio om in te investeren, na Londen en Helsinki.
Allemaal
redenen om trots op te zijn. Alleen we moeten niet verslappen. We moeten
proberen niet alleen deze positie vast te houden , maar ook nog verder te
verbeteren. Dat kan als we ons eendrachtig concentreren op zaken waar we hier
goed in zijn en gelijktijdig nieuwe wegen in te slaan.
Abonneren op:
Posts (Atom)