De grote schoonmaak.
Het meest kwalijke
dat het door het onderzoek naar verboden handelingen gen van raads- en
commissieleden naar voren is gekomen, is niet de mate waarin de voorschriften door
individuele raads- en commissieleden overtreden zijn. Veel erger is dat dit
onderwerp noch bij de raads- en commissieleden noch bij de organisatie voldoende
aandacht heeft gehad. Men heeft het genegeerd en niet nageleefd.
Terecht doet
de griffier aan het slot in zijn onderzoeksrapport dan ook een groot aantal aanbevelingen
om hierin verbetering te brengen. Het is natuurlijk te zot voor woorden dat dit
nu nog moet. Het moet tussen de oren zitten. Dit is in de afgelopen periode
niet het geval geweest.
Begrijp mij
goed. Wat er gebeurd is, is fout. Ik heb niet de indruk dat er bewust door raadsleden
misbruik van hun raadslidmaatschap is gemaakt. Van doelbewuste bevoordeling is ook
geen sprake geweest. Mogelijk wel van belangenverstrengeling. Met name de
praktijken bij openbare werken doen de haren te bergen rijzen. Hier gelden praktijken
die beslist niet kunnen en die zo snel als mogelijk is beëindigd moeten worden.
Maar
misschien nog meer dan onkunde en onwetendheid is het vooral een
mentaliteitskwestie. Partijen moeten elke vorm van cliëntalisme ogenblikkelijk
afzweren en in alle opzichten integer
zijn. Partijen mogen geen verdeler van
gunsten zijn onder hun aanhangers. Ze moeten dat ook niet willen. Want
een keer gaat het fout en nog niet zo weinig ook!
Iedereen, de
raad, de bestuurders en de ambtelijke organisatie, moet de hand in de eigen
boezem steken en als de wederga orde op zaken stellen. Dit moet de eerste
prioriteit zijn.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel
0653627185