Jeugdzorg
Afgelopen week was er
weer een congres over de organisatie van de jeugdzorg. Aansprekende inleiders
lieten voor een groot gezelschap bestuurders, leidinggevenden en inhoudelijk
deskundigen hun licht schijnen over de toekomst van de jeugdzorg. Onzekerheid
is troef. Betrokkenen worstelen met talrijke beleids-, financierings- en
uitvoeringsvraagstukken.
‘Ongetemde problemen’
noemt Erik Gerritsen dit. Als voorzitter van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie
Amsterdam moet hij naar eigen zeggen veel problemen ‘temmen’. Een mooie term.
De problemen en uitdagingen in de jeugdzorg zijn met nieuwe protocollen,
verwijsindices en regie niet op te lossen. De pedagogische civil
society uit de
beleidsnota’s laat zich ook niet als blauwdruk ontwerpen. Daarvoor is het nodig
om het stelsel te normaliseren, te ontschotten, meer te regisseren en
beter samen te werken (om maar een paar woorden te gebruiken die terloops
werden gebruikt). Er zijn geen simpele oplossingen.
Dat is jammer, want
krachtdadige bestuurders hebben daar wel een voorkeur voor. Onwetendheid en
arrogantie kunnen er toe leiden dat bewezen praktijken rücksichtslosterzijde worden geworpen. Tijdens de koffie
hoorde de belangstellende luisteraar voldoende angstaanjagende verhalen. De
wethouder wordt verantwoordelijk en gaat het regelen... De ambtenaren jeugd en
zorg stijgen razendsnel in de gemeentelijke pikorde.
Gemeenten koesteren
tegenwoordig op veel beleidsterreinen een regierol. Zij nemen meer afstand,
temperen beleidsambities, stimuleren maatschappelijke partners en selecteren
bijpassende maatregelen en interventies. Deze keuze is natuurlijk voor een deel
ingegeven door de financiële noodzaak, maar het is tevens een reactie op
onderliggende maatschappelijke ontwikkelingen. In de jeugdzorg wordt met vrees
gekeken naar de sturingsambities van gemeenten. Het is eenvoudig om
institutioneel wantrouwen en angst hiermee een krachtige impuls te geven. Het
feit dat de baanzekerheid voor duizenden professionals op de tocht staat werkt
het wantrouwen alleen maar verder in de hand.
Gerritsen pleit voor
omgevingen waar professionals kunnen leren en samenwerken. Deze boodschap
miskent de culturele en sociale context waarin professionals al 30 jaar werken.
Als we willen dat professionals samen inhoud gaan geven aan de nieuwe
jeugdzorg, dan is het zaak dat alle betrokkenen de bestuurlijke, sociale en
technologische condities creëren waaronder ze dat leren: in het hier en nu,
zelfstandig, betekenisvol en doelgericht. Niet uitleggen wat een ander anders
moet doen, maar zelf het goede voorbeeld geven! En dat komt in alle
beleidsnota’s amper aan de orde.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl
of bel 0653627185