Peelsamenwerking
Op de agenda
van de raad stonden deze week twee majeure onderwerpen: het advies van de
Stuurgroep over de samenwerking in de Peel en de Toekomstvisie Laarbeek 2013.
Dit laatste punt werd door tijdgebrek doorgeschoven naar de volgende
raadsvergadering na de vakantie.
In de
vergadering van donderdag j.l. werd uitvoerig stilgestaan bij het advies van de
stuurgroep. Alle fracties stemden in het advies. De noodzaak van samenwerking
werd door iedereen onderstreept; alleen over de inhoud en de urgentie van deze
samenwerking bestonden verschillende opvattingen. Verschillende fracties waren
al bezig met de concrete invulling van de samenwerking. Dit was een brug te
ver, omdat het afgelopen donderdag eigenlijk alleen had moeten gaan over de
visie.
Het was al
de tweede keer dat de raad over Peel 6.1 sprak. Opiniërend had de raad er op 16
mei j.l. ook al over gesproken. Ook toen al waren er opvallende tendensen
zichtbaar. Met name de stellingname van De Werkgroep had me toen al bevreemd.
In de raadsvergadering van donderdag herhaalde De Werkgroep haar stellingname
en scherpte die naar mijn gevoel nog verder aan. Dit resulteerde uiteindelijk
in twee moties die op geen enkele steun uit de raad konden rekenen. De
Werkgroep trok ze uiteindelijk dan ook in.
Ik had een
bijdrage voorbereid in de lijn van de opmerkingen die ik op 16 mei j.l. gemaakt
had. Ik heb mij in mijn eerste instantie volledig gericht op de weerleggin g
van de opvattingen van De Werkgroep en het verdedigen en uitdiepen van de
adviezen van de stuurgroep over de samenwerking in De Peel, zoals die mij voor
ogen staat. Het CDA is een warm voorstander van intergemeentelijke en regionale
samenwerking. Wij hebben ons altijd ingezet om hieruit het maximale rendement
voor de gemeente en onze burgers te halen. Vanuit dit uitgangspunt staan we
positief tegenover het advies van de stuurgroep Peelsamenwerking. Laten we snel
aan de slag gaan! Wij willen een Peelsamenwerking die voor de burger herkenbaar
is en in alle opzichten transparant is. Dit moet tot uiting komen in een
fysieke plek, waar de Peelsamenwerking gestalte krijgt. Wij willen verder dan een
samenwerking op een aantal praktische zaken; de Peelsamenwerking moet van ons
ook voor de deelnemende gemeenten nieuw beleid ontwikkelen en daarmee haar
meerwaarde voor de gemeenten vergroten. We realiseren ons dat dit laatste voor
velen nog een stap te ver is. Toch zal de samenwerking o.i. zich in deze
richting moeten ontwikkelen. Wij kiezen in ieder geval voor deze weg.
De Werkgroep
wil dat de samenwerking niet meer is dan de paraplu van de huidige
maatschappelijke regelingen, aangevuld met het sociale domein. Dit is bepaald
heel iets anders dan de ”diepe ” samenwerking die de stuurgroep voor ogen
heeft. De Werkgroep lijkt niet bereid te zijn bij de start meer taken over te
dragen aan De Peel 6.1. Behoud van de zeggenschap van de gemeente staat bij De
Werkgroep voorop. Alsof de identiteit hiermee geborgd is! Aan het idee dat een
sterke regionale samenwerking ook de sterkte van gemeenten vergroot, wil De
Werkgroep niet aan. Naar mijn idee vervalt De Werkgroep door haar stellingname
in de bekende reflex van behoud van het bestaande
en heeft ze te weinig oog voor de ingrijpende ontwikkelingen waarmee gemeenten
geconfronteerd worden.
Peelsamenwerking
is geen keuze, maar een noodzaak. In gezamenlijkheid kunnen wij de problemen
aan; als we het allemaal zelf willen doen, gaan we kopje onder. Alleen redden
wij het niet. Als we ons dat realiseren ,moeten we ook durven taken en
bevoegdheden over te dragen. Met een halfbakken samenwerking schieten we niets
op.
Voor reactie
mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185