zondag 30 juni 2013

Peelsamenwerking


Op de agenda van de raad stonden deze week twee majeure onderwerpen: het advies van de Stuurgroep over de samenwerking in de Peel en de Toekomstvisie Laarbeek 2013. Dit laatste punt werd door tijdgebrek doorgeschoven naar de volgende raadsvergadering na de vakantie.

In de vergadering van donderdag j.l. werd uitvoerig stilgestaan bij het advies van de stuurgroep. Alle fracties stemden in het advies. De noodzaak van samenwerking werd door iedereen onderstreept; alleen over de inhoud en de urgentie van deze samenwerking bestonden verschillende opvattingen. Verschillende fracties waren al bezig met de concrete invulling van de samenwerking. Dit was een brug te ver, omdat het afgelopen donderdag eigenlijk alleen had moeten gaan over de visie.

Het was al de tweede keer dat de raad over Peel 6.1 sprak. Opiniërend had de raad er op 16 mei j.l. ook al over gesproken. Ook toen al waren er opvallende tendensen zichtbaar. Met name de stellingname van De Werkgroep had me toen al bevreemd. In de raadsvergadering van donderdag herhaalde De Werkgroep haar stellingname en scherpte die naar mijn gevoel nog verder aan. Dit resulteerde uiteindelijk in twee moties die op geen enkele steun uit de raad konden rekenen. De Werkgroep trok ze uiteindelijk dan ook in.

Ik had een bijdrage voorbereid in de lijn van de opmerkingen die ik op 16 mei j.l. gemaakt had. Ik heb mij in mijn eerste instantie volledig gericht op de weerleggin g van de opvattingen van De Werkgroep en het verdedigen en uitdiepen van de adviezen van de stuurgroep over de samenwerking in De Peel, zoals die mij voor ogen staat. Het CDA is een warm voorstander van intergemeentelijke en regionale samenwerking. Wij hebben ons altijd ingezet om hieruit het maximale rendement voor de gemeente en onze burgers te halen. Vanuit dit uitgangspunt staan we positief tegenover het advies van de stuurgroep Peelsamenwerking. Laten we snel aan de slag gaan! Wij willen een Peelsamenwerking die voor de burger herkenbaar is en in alle opzichten transparant is. Dit moet tot uiting komen in een fysieke plek, waar de Peelsamenwerking gestalte krijgt. Wij willen verder dan een samenwerking op een aantal praktische zaken; de Peelsamenwerking moet van ons ook voor de deelnemende gemeenten nieuw beleid ontwikkelen en daarmee haar meerwaarde voor de gemeenten vergroten. We realiseren ons dat dit laatste voor velen nog een stap te ver is. Toch zal de samenwerking o.i. zich in deze richting moeten ontwikkelen. Wij kiezen in ieder geval voor deze weg.

De Werkgroep wil dat de samenwerking niet meer is dan de paraplu van de huidige maatschappelijke regelingen, aangevuld met het sociale domein. Dit is bepaald heel iets anders dan de ”diepe ” samenwerking die de stuurgroep voor ogen heeft. De Werkgroep lijkt niet bereid te zijn bij de start meer taken over te dragen aan De Peel 6.1. Behoud van de zeggenschap van de gemeente staat bij De Werkgroep voorop. Alsof de identiteit hiermee geborgd is! Aan het idee dat een sterke regionale samenwerking ook de sterkte van gemeenten vergroot, wil De Werkgroep niet aan. Naar mijn idee vervalt De Werkgroep door haar stellingname in de bekende reflex van  behoud van het bestaande en heeft ze te weinig oog voor de ingrijpende ontwikkelingen waarmee gemeenten geconfronteerd worden.

Peelsamenwerking is geen keuze, maar een noodzaak. In gezamenlijkheid kunnen wij de problemen aan; als we het allemaal zelf willen doen, gaan we kopje onder. Alleen redden wij het niet. Als we ons dat realiseren ,moeten we ook durven taken en bevoegdheden over te dragen. Met een halfbakken samenwerking schieten we niets op.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 27 juni 2013




Een schokkend begin van de raadsvergadering.


Een schokkend begin van de raadsvergadering gisteren. Wim van Dijk  legde gisteren een verklaring af, waarin hij aankondigde met onmiddellijke ingang te stoppen als raadslid van de gemeente Laarbeek.


Op de website van het ED lees ik:

" Hij verrichte de afgelopen jaren, net als eerder Bart de Groot uit Someren, werkzaamheden voor de gemeente waarin hij zelf raadslid was. Dat is vanwege belangenverstrengeling verboden in de gemeentewet. Het raadslid van Partij Nieuw Laarbeek besloot een onderzoek van het Eindhovens Dagblad naar zijn opdrachten niet af te wachten en stapte op.


Van Dijk heeft al 33 jaar een glas- en schildersbedrijf en deed jarenlang klussen in opdracht van de gemeente Aarle-Rixtel en later de gemeente Laarbeek. Dat deed hij echter ook nadat hij in 2006 toetrad tot gemeenteraad. Dat is volgens de wet alleen toegestaan als je daarvoor ontheffing hebt van de provincie Noord-Brabant. Die had Van Dijk niet bij al zijn opdrachten aangevraagd. Uit gegevens van de provincie blijkt dat hij de afgelopen drie jaar, waarin hij verschillende schildersklussen deed in opdracht van de gemeente, geen enkele keer ontheffing heeft aangevraagd "

Uitgezocht moet worden wat er fout is gegaan. Tot op de ondersteen. De  raadsvoorzitter zegde dit toe.

woensdag 26 juni 2013


Jeugdzorg


Ik las op gemeente.nu het volgende:

Afgelopen week was er weer een congres over de organisatie van de jeugdzorg. Aansprekende inleiders lieten voor een groot gezelschap bestuurders, leidinggevenden en inhoudelijk deskundigen hun licht schijnen over de toekomst van de jeugdzorg. Onzekerheid is troef. Betrokkenen worstelen met talrijke beleids-, financierings- en uitvoeringsvraagstukken. 

‘Ongetemde problemen’ noemt Erik Gerritsen dit. Als voorzitter van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdam moet hij naar eigen zeggen veel problemen ‘temmen’. Een mooie term. De problemen en uitdagingen in de jeugdzorg zijn met nieuwe protocollen, verwijsindices en regie niet op te lossen. De pedagogische civil society uit de beleidsnota’s laat zich ook niet als blauwdruk ontwerpen. Daarvoor is het nodig om het stelsel  te normaliseren, te ontschotten, meer te regisseren en beter samen te werken (om maar een paar woorden te gebruiken die terloops werden gebruikt). Er zijn geen simpele oplossingen.
Dat is jammer, want krachtdadige bestuurders hebben daar wel een voorkeur voor. Onwetendheid en arrogantie kunnen er toe leiden dat bewezen praktijken rücksichtslosterzijde worden geworpen. Tijdens de koffie hoorde de belangstellende luisteraar voldoende angstaanjagende verhalen. De wethouder wordt verantwoordelijk en gaat het regelen... De ambtenaren jeugd en zorg stijgen razendsnel in de gemeentelijke pikorde.
Gemeenten koesteren tegenwoordig op veel beleidsterreinen een regierol. Zij nemen meer afstand, temperen beleidsambities, stimuleren maatschappelijke partners en selecteren bijpassende maatregelen en interventies. Deze keuze is natuurlijk voor een deel ingegeven door de financiële noodzaak, maar het is tevens een reactie op onderliggende maatschappelijke ontwikkelingen. In de jeugdzorg wordt met vrees gekeken naar de sturingsambities van gemeenten. Het is eenvoudig om institutioneel wantrouwen en angst hiermee een krachtige impuls te geven. Het feit dat de baanzekerheid voor duizenden professionals op de tocht staat werkt het wantrouwen alleen maar verder in de hand.
Gerritsen pleit voor omgevingen waar professionals kunnen leren en samenwerken. Deze boodschap miskent de culturele en sociale context waarin professionals al 30 jaar werken. Als we willen dat professionals samen inhoud gaan geven aan de nieuwe jeugdzorg, dan is het zaak dat alle betrokkenen de bestuurlijke, sociale en technologische condities creëren waaronder ze dat leren: in het hier en nu, zelfstandig, betekenisvol en doelgericht. Niet uitleggen wat een ander anders moet doen, maar zelf het goede voorbeeld geven! En dat komt in alle beleidsnota’s amper aan de orde.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 25 juni 2013


Twee weken inhalen


Gisteren was er geen aflevering van deze weblog. Als je een paar weken weg bent geweest en thuiskomt, is er van alles te doen. De post doorwerken en de kranten en weekbladen doornemen kost natuurlijk ook de nodige tijd. Bovendien moest ik natuurlijk ook de raadsvergadering van donderdag a.s. voorbereiden. Dit vreet allemaal tijd.

Heb ik de afgelopen weken iets gemist? Ik denk het eigenlijk van niet. In Laarbeek zijn er geen schokkende gebeurtenissen geweest. Het meest opzienbarende vond ik de klucht van de informatie in Helmond. Ik heb zelden zoiets gezien. Onbegrijpelijk hoe met name de VVD in Helmond de zaak in het honderd heeft laten lopen. Uiteindelijk zijn ze tot inkeer gekomen. Alleen de schade aan het aanzien van de politiek is groot. Hoe dit gerepareerd kan worden is onduidelijk.

En ja, verder was er het eindrapport van de commissie Huijbrechts en de transitievoorstellen van het SRE, maar hierover is het laatste woord nog lang niet gesproken.


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 23 juni 2013




Weer terug.



Zondag  zijn we teruggekeerd van een verblijf op Sint Maarten. We zijn ruim twee weken op bezoek geweest bij Karola en Peter. Zij zitten sinds eind december 2012 op dit eiland. Karola is voor drie jaar door het ministerie van justitie als officier van justitie uitgezonden. Het  werd dus voor ons tijd om eens te gaan kijken hoe ze daar zitten. Het is ons reuze meegevallen. Ze wonen prachtig en - wat  het belangrijkste is - ze hebben het daar reuze naar hun zin.

Vanaf Sint Maarten heb ik de afgelopen weken de afleveringen van  deze weblog verzorgd. Via de IPad. Soms was het wel wat lastig , maar in doorsnee is het redelijk gelukt.Nadeel was  natuurlijk dat ik niet over alle relevante informatie beschikte, maar dat bleek in de meeste gevallen oplosbaar.
Door mijn afwezigheid heb ik de commissie algemene zaken en de raadsvergadering over de kadernota gemist. Ik had hier de  commissievergadering  willen afluisteren, maar dat lukte niet door een technisch probleem. De opname stopte iedere keer na een aantal minuten en begon dan weer van voor af aan. Dat schoot natuurlijk niet op.

Door dit euvel realiseerde ik mij dat het eigenlijk toch  vreemd dat we als raad bij raadsvergaderingen niet meer , zoals in het verleden, beschikken over de verslagen van de commissievergaderingen. Dit kan niets. Waarvoor zijn immers commissievergaderingen?

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185




donderdag 20 juni 2013



Toch nog een inhoudelijk commentaar

Gisteren sprak ik mijn verbazing uit dat er nauwelijks inhoudelijk commentaar te lezen was op de voorstellen van het DB met betrekking tot de transitie van het SRE. Commentaren die ik tegengekomen was richtten zich voornamelijk op randverschijnselen zoals de naamgeving. Inhoudelijk commentaar  was er nauwelijks.

Het stukjes van gisteren was nauwelijks klaar of mijn gebed om inhoudelijk commentaar werd onmiddellijk verhoord. In het ED verscheen een opiniestuk onder de titel " Wat levert  'krachtig bestuur' op"  Meer een reactie op het rapport van de commissie Huijbrechts dan op de transitievoorstellen van de SRE.

Het is een beetje een hybride commentaar geworden. Enerzijds wordt de systeemdiscussie aan de kaak gesteld, anderzijds wordt het belang van burgers benadrukt bij een goed functionele lokaal bestuur. In het stuk wordt opgemerkt:

" Bovendien zijn de belangen van de burgers niet eenduidig. Voor de economie van Zuidoost-Brabant, de werkgelegenheid, zeg maar onze welvaart, is het belangrijk dat Brainport als één geheel, met één stem binnen en buiten de landsgrenzen van zich doet spreken. Die 'grote' rol mag Eindhoven met burgemeester Rob van Gijzel als boegbeeld voor veel gemeenten wel opeisen in de 'metropoolregio'. Maar voor zaken die dichter bij huis spelen – of het nu gaat om het onderhoud van plantsoenen of de subsidiëring van verenigingen – wordt nog altijd veel waarde gehecht aan een kleinschaliger bestuur.

En dan zijn er nog de nieuwe taken die op gemeenten af komen op gebieden als AWBZ, jeugdzorg en werk en inkomen. De gevolgen daarvan zijn nog nauwelijks te overzien, maar vast staat wel dat het takenpakket van gemeenten omvangrijker en complexer wordt. De vraag is of gemeentebesturen dat aankunnen. Nu al hebben kleinere gemeenten moeite met hun zelfstandig bestaan en zien zij zich genoodzaakt om onderling steeds meer samenwerkingsverbanden aan te gaan."

De discussie wordt over de hoofden van de burgers gevoerd. "Nergens",zo schrift het ED," wordt in gewone mensentaal en aan de hand van aansprekende voorbeelden duidelijk gemaakt wat een 'krachtig bestuur' de burgers nou eigenlijk oplevert. Dat doet het ergste vrezen voor de democratische legitimatie van wat er aan gemeenten overblijft en – meer nog – van de verbanden waarin die gaan samenwerken."

Met dit laatste heeft het ED zeker een punt. Als raadsleden zich al minimaal interesseren voor regionale samenwerking en het geheel niet meer  kunnen overzien, wat moet de burger dan? Ik heb sterk de indruk dat raadsleden vooral praten over regionale samenwerking, maar er niet toe komen om er daadwerkelijk invulling aan  te geven. Het erover praten volstaat kennelijk en is het voldoende om  de buitenwacht de indruk te geven dat er hard aan regionale samenwerking gewerkt wordt, terwijl in feite deze regionale samenwerking hoe langer hoe meer afgebroken wordt. Op kortzichtige financiële gronden vaak ook nog eens!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 19 juni 2013


What's in a name?

De regioraad bespreekt volgende week de transitievoorstellen die het DB ontwikkeld heeft. Ik vind het vreemd dat ik tot op heden nog maar weinig inhoudelijke commentaren op deze voorstellen ben tegengekomen.Wat ik onder ogen heb gekregen zijn commentaren op randverschijnselen. Zo is de raad van Nuenen schamper gereageerd op de nieuwe naam die voorgesteld wordt , Metropool Regio Eindhoven ( MRE ). Ook het ED laat in commentaar van Henk van Weert geen spaan heel van de gekozen naam.
Ik citeer uit dit commentaar:
" De naam die dit – zoveelste – bestuurlijke collectief zich aangemeten heeft, is nogal bombastisch. Het spijt me zeer voor iedereen die Eindhoven een warm hart toedraagt, maar de Lichtstad is allesbehalve een metropool. Als je aan metropolen denkt, willen de gedachten nogal eens uitwaaieren naar New York, Londen, Shanghai en andere agglomeraties met een moederstad als kloppend hart. Een echte metropool is een wereldstad.

New York, Londen en Shanghai hebben de naam extreem grote steden te zijn, maar hun omvang is nog relatief bescheiden, vergeleken met de echt grote urbane samenklonteringen. Tokio is de grootste metropool ter wereld, met 36 miljoen inwoners, gevolgd door Mexico-Stad (22 miljoen), Seoul (21 miljoen), Bombay (19 miljoen) en São Paulo (19 miljoen). Het duurt wel even voordat je op zo'n lijst bij Eindhoven (220.000 inwoners) aanbeland bent.

Natuurlijk, de keuze van de naam Metropoolregio Eindhoven is best verklaarbaar. Amsterdam (800.000 inwoners) leidde de totstandkoming van de Metropoolregio Amsterdam, het collectief van 36 gemeenten, de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Stadsregio Amsterdam. Iets zuidwestelijker in Nederland stuiten we al snel op de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag. Allebei bundelingen van bestuurskracht, als het goed is tenminste, die de schaal van de agglomeratie Eindhoven flink overstijgen.

Zijn we nog Nederlandse metropolen vergeten? Jazeker, de Metropoolregio Groningen-Assen in het zo landelijke noorden van het vaderland. Voorzover bekend bestaat er nog geen Metropoolregio Limburg, in het langzaam leeglopend zuidelijk deel van het land. Met de keuze voor de naam Metropoolregio Eindhoven conformeren de Zuidoost-Brabantse bestuurders zich aan de potsierlijke spierballentaal en woordinflatie waaraan hun randstedelijke collega's zich al eerder schuldig maakten. Zo boks je kennelijk tegen elkaar op in een land dat minder inwoners telt dan echte metropolen.

Hoe meer je er over nadenkt, hoe cabaretesker het wordt. Iets meer bescheidenheid en realiteitszin kan nooit kwaad."
Dus helemaal niets over de inhoud van voorstellen.Dat is jammer. Zo schiet het ook niet op.Het lijkt er een beetje op dat de ambities van Eindhoven niet synchroon lopen met opvattingen van een groot deel van de regio. Dat is meer dan jammer, omdat de visie van Eindhoven meer zoden aan de dijk zet dan het bekrompen, op het eigenbelang gerichte, doen en laten van een aantal gemeenten uit de regio. De aanbevelingen van de commissie Huijbrechts zijn klaarblijkelijk ook aan dovemansoren gericht.

De regio is goed bezig met zichzelf om zeep te helpen.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 18 juni 2013



Er komt nogal wat ons af.

Alles komt tegelijk. Dat is bijna altijd zo. Grote ingrijpende veranderingen komen de komende maanden op ons af. Het is  zaak ons daar goed op voor te bereiden zodat we beslagen ten ijs komen.Raadsleden zullen de komende  maanden gedwongen worden verder te kijken dan hun neus lang is; in dit geval verder dan de gemeentegrenzen.

De eerste verandering waar we mee geconfronteerd worden, ligt nog binnen de eigen gemeentegrenzen. De nieuwe Toekomstvisie vergt een compleet andere aanpak voor de gemeentelijke organisatie. Het is meer dan een cultuuromslag.Het een is totaal nieuwe wijze van werken. Daar heb je ook andere instelling als ambtenaar voor nodig.

De andere grote zaken die op ons afkomen zijn mogelijk nog ingrijpender. We zullen een  antwoord moeten formuleren op het rapport van de commissie Huijbrechts over de inrichtingen het bestuur in Zuidoost-Brabant. De eerste reacties uit de raden tonen  al aan dat de raadsleden er geen goede raad mee weten. Daarnaast  spelen ook nog de ingrijpende transitie van het SRE en de samenwerking in De Peel.

Volgens de adviescommissie Huijbrechts is het noodzakelijk dat de regio meer van de gemeenteraden wordt. Want gemeenteraden moeten lokale en regionale belangen met elkaar verbinden en colleges meer gaan sturen in hun regionale aanpak. Dat is onder meer te bereiken door frequent regionale bijeenkomsten voor raadsleden te organiseren. Een andere mogelijkheid is volgens de adviescommissie om regiocommissies voor regionale thema’s of projecten in te stellen, samengesteld uit raadsleden van de deelnemende gemeenten en eventueel aangevuld met andere belanghebbenden. De adviescommissie raadt in ieder geval aan om te bezien hoe de democratische verankering van de regio in de toekomst verder is te verstevigen. De Vereniging van Brabantse Gemeenten (VBG) zou hierin een leidende rol kunnen spelen.
Volgens mij gaat bij al deze transities ook het volgorde een rol spelen. Mij  lijkt dat allereerst de grote lijn vastgelegd moet worden. Dat gebeurd niet in de  transitievoorstellen  met betrekking tot de SRE maar wel in het rapport Huijbrechts. Dat zou dan ook het eerst aan de beurt moeten komen. Alles luistert immers heel nauw. Daarom laten we ons eerst concentreren op de voorstellen van de commissie en eerst moeten de grote contouren vastgelegd worden.Zonder draagvlak op dit punt wordt het een discussie zonder eind en leidt het uiteindelijk tot niets.

Noodzakelijk is dat raadsleden bereid zijn over de grenzen van de gemeente heen te kijken. Het belang van de regio vraagt dat. Het wordt ook tijd dat de kiezer zich dat gaat realiseren.Anders krijgen - zoals al eerder gebeurd is - de transitiologen de overhand.




Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 17 juni 2013



Toekomstvisie

Pas in het weekend heb ik kennis genomen van de Toekomstvisie Laarbeek 2020.Ik was blij verrast. De nieuwe Toekomstvisie maakt heldere keuzes op weliswaar een beperkt aantal terreinen. De  voorstellen en gedachten gaan verder dan ik voor mogelijk had gehouden. De ambtelijke werkgroep die de Toekomstvisie  vorm heeft gegeven heeft goed werk verricht .

Complimenten ook voor de fractievoorzitters die sturing aan het proces hebben gegeven. Aanvankelijk had ik de vrees dat zij misschien op bepaalde punten wel dwars zouden gaan liggen. Dit is niet gebeurd.  Zij hebben ingestemd met deze Toekomstvisie. Daarmee  hebben zij aangetoond de tekenen van de tijd te verstaan.

Jammer is natuurlijk dat de burgers in onvoldoende mate de kansen op inspraak en inbreng hebben aangegrepen. Over de oorzaken kun je twisten; belangrijkste feit is dat deze opzet niet geslaagd is. Dit heeft natuurlijk wel consequenties voor de goedkeuring.Hoe zijn we als raad er verzekerd van dat  de burger in zijn algemeenheid deze Toekomstvisie onderschrijft?

Het kan niet anders dan  dat de Toekomstvisie zijn impact gaat krijgen op de verkiezingsprogramma's . Natuurlijk zullen er dan op onderdelen afwijkingen op gaan treden. dat is niet erg. Enige kleuring kan geen kwaad. Zonder dat wordt het natuurlijk de dood in de pot. En dat wil toch niemand!
De Toekomstvisie Laarbeek 2020 geeft een heel duidelijk perspectief voor Laarbeek met grote gevolgen voor de raad en het ambtenarencorps. Goed beschouwd is de Toekomstvisie meer een programma dan een visie.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 16 juni 2013


Woensdag 19 juni  2013
De Peel 6.1

De gemeentesecretarissen en de griffiers van de zes Peelgemeenten hebben onlangs overleg gehad. Centraal stond de vraag op welke wijze het beste verzekerd kon worden dat de raden daadwerkelijk betrokken worden bij Peel 6.1
In het overleg benoemden de gemeentesecretarissen een drietal onderwerpen : de informatie  over de wederzijdse besluiten van de raden, de afstemming van de raadsvoorstellen en de wijze waarop de raden betrokken worden bij het transformatieproces.
Natuurlijk is het prima dat de gemeentesecretarissen zich al op vroegtijdig tijdstip beraden over deze zaken en zo het pad willen effenen voor de raden. Zij realiseren zich ter deze dat draagvlak voor het hele proces van wezenlijk belang is. En er liggen nog een groot aantal vragen . Voor een groot gedeelte zijn die in het visiedocument niet beantwoord. Zo liggen eigenlijk alle vragen over de structuur nog open. Duidelijk is alleen dat er uitgegaan wordt van een gemeenschappelijke regeling. De concrete uitwerking hiervan moet nog komen.

Met namen dit laatste zorgt samen met de vraag over welke taken daadwerkelijk overgedragen gaan worden voor onduidelijkheid. Uit het verslag wordt ook duidelijk dat de gemeentesecretarissen voor zich een belangrijke rol weggelegd zien. Er staat immers :" We gaan het proces programmatisch inrichten onder verantwoordelijkheid van de secretarissen ". Krijgen we zo wel een heldere organisatie met een duidelijk aanspreekpunt? Het lijkt mij allemaal wat veel van het goede: de stuurgroep, de  zes colleges, evenzoveel wethouders, zes secretarissen. De herkenbaarheid lijkt mij zo ver te zoeken.

De secretarissen en griffiers veronderstellen dat drie zaken voor de raad van doorslaggevend belang zijn: de democratische legitimiteit, de dienstverlening aan de burger en de financiën. Dit  is natuurlijk zo, maar dit ligt vooral opgesloten in de wijze waarop de Peelsamenwerking gestalte gaat krijgen. Hiervan hangt af de mate van vertrouwen die de nieuwe organisatie krijgt en het gevoel van betrokkenheid  en saamhorigheid in de Peel.Dit kun je niet kunstmatig opbouwen,temeer daar verschillende gemeenten nauwelijks affiniteit met de Peel hebben.Misschien wel iets meer met de bestuurlijke eenheid van destijds Peelland.

Verder stellen de gemeentesecretarissen voor de startnotitie gelijktijdig in alle raden te laten behandelen; de onderwerpen niet te bespreken in een commissie, maar in de betreffende vakcommissies en een Raad  van betrokkenheid in herlevende roepen met een soort klankbordfunctie.Daarnaast pleiten zij voor een raadsbijeenkomst van alle  raden na de zomervakantie en een website met forumfunctie.Allemaal belangrijke zaken , maar ondergeschikt aan het opzetten van een stabiele en herkenbare organisatie met duidelijke doelen en taken.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

donderdag 13 juni 2013


Toekomstvisie

Heel veel gemeenten beschikken over eenToekomstvisie. Vaak met een doorkijk naar 2020. Een aantal gemeentelijke toekomstvisies kijkt verder soms wel tot 2050. Laarbeek beperkt zich tot 2020. Gemeente willen innovatief zijn. Dat lukt niet altijd even goed. Het innovatieve karakter van een gemeente is af te leiden van de wijze waarop in de toekomstvisie beschreven wordt hoe zij zich voorstellen de regie gestalte te geven.
 Het geld is op, en dus moet het roer om bij de gemeente. Martin Sommer ziet het in Volkskrant met argusogen aan: bestuurlijke decentralisatie draait volgens hem uit op postmoderne ambtenarij en willekeur. 'Nu hebben we de verfoeide indicaties. Straks komt die ene ambtenaar bij wie je maar moet afwachten hoe zijn pet staat.'
Voorzitster Annemarie Jorritsma zei op het congres dat alles anders wordt in de gemeenten. 'Oud en vertrouwd bestaat straks niet meer.' Gemeenten gaan de langdurige zorg overnemen, de jeugdzorg en wat in jargon de onderkant van de arbeidsmarkt heet: Wajong en de sociale werkplaatsen. Een enorme klus, en dat voor eenderde minder geld dan het nu kost. Maar dit is Nederland en dus kan het niet zonder de zaak radicaal ondersteboven te gooien. In het China van Mao hadden ze de vier moderniseringen, hier bij de VNG gaat het om niet minder dan de 'drie decentralisaties'.
Over vijf jaar herken je volgens Jorritsma je eigen gemeente niet meer. Ambtenaren werken misschien niet eens meer op het stadhuis. Je komt ze tegen op straat, in een bedrijf of bij een stichting. Men spreekt van de kanteling, horizontalisering hoorde ik, of ook wel burgerkracht. Het komt erop neer dat u zichzelf gaat besturen. Het geld is op en er wordt een theorie bij bedacht. Jorritsma had het in haar speech over 'zeventien miljoen ambtenaren', en over 'een avontuur'. Daar werd ik knap zenuwachtig van schrijft Martin Sommer .Avonturen van de Nederlandse overheid, die willen nog wel eens eindigen in een parlementaire enquête.
Het idee is dat u zo veel mogelijk zelf gaat doen. Burgerkracht immers. Dat klinkt redelijk maar is het niet. Nu hebben we de verfoeide indicaties. Straks komt die ene ambtenaar bij wie je maar moet afwachten hoe zijn pet staat. De maatstaf is weg. Niet alleen betekent dat rechtsongelijkheid, die rechtsongelijkheid wordt ook nog eens toegejuicht. Zes weken geleden pleitte minister Plasterk nog geharnast voor de eenheidsworst van honderdduizend-plus gemeenten. Op het VNG-congres onderstreepte Plasterk dat iemand in Oost-Groningen heel andere wensen heeft dan iemand in Amsterdam.

De burger moet het zelf uitmaken, is de ideologie. Het klinkt even schitterend als vals. Die sturende burger zijn eigen burgemeester laten kiezen, is in Nederland nog altijd een participatiebrug te ver. Herman Tjeenk Willink, voormalig vicevoorzitter van de Raad van State, waarschuwde steeds opnieuw dat het Nederlandse idee van burgerschap zwak ontwikkeld is. We hebben een overheid en verder is het aanrommelen. Dat mag je wel zeggen. Als overheidsvoorzieningen afhangen van de omgeving is de rechtspraktijk willekeur. Vroeger bepaalde de pastoor of je in aanmerking kwam voor de bedeling. Zo direct is het een postmoderne ambtenaar.
Het lijkt allemaal sprekend op het nieuwe leren. Ook toen moest er worden bezuinigd en ontbrak het aan een helder idee, namelijk van wat onderwijs eigenlijk behelst. Kennis was immers contextgebonden. De oplossing was dezelfde als nu. Het onderwijs kwam uit de leerlingen zelf, zoals het bestuur nu uit de burger opwelt. 'Zeventien miljoen ambtenaren.' De rest laat zich voorspellen. Eerst gaan de adviesbureaus uit de Zwolse voorhal veel geld verdienen. Daarna valt het tegen met het burger-zelfbestuur. Vervolgens weten de ambtenaren niet wat ze moeten. Het zal eindigen in verwarring, chaos en heimwee.
Niet de burger in Nederland is in de war, maar het openbaar bestuur, concludeert Sommer Is dit terecht?
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

Donderdag
De VNG
Innovatiekracht stond hoog op de agenda van het VNG-congres, maar spoort dat met een VNG-congres dat meer heeft van een naar binnen gekeerde – Vaticaans Concilie-achtige - traditie, strikt voorbehouden aan bestuurders en politici? Deze vraag werd gesteld op Gemeente.nu .Innovatie komt immers van buiten. Kunnen we innovatie verwachten van deskundig beïnvloedende sponsors die belang hebben bij behoud van het bestaande?

Ik las dit op Gemeente.nu. Evenals het volgende:
" Regisseren is een innovatie op basis van een totaal nieuw paradigma. Een visie en aanpak gebaseerd op een grondige maatschappelijke analyse. Gebeurt er dan niks? Jawel, gemeenten hebben tegenwoordig al regelmatig een toekomstvisie. Een document waarin staat hoe ze er uit wil gaan zien in pakweg 2020 of nog verder weg. Het basisdocument dat de richting aangeeft waarheen de gemeente zich begeeft en onontbeerlijk is om duidelijk te sturen en beslissen. Om te gaan regisseren dus!

De praktijk blijkt andere koek als de jaarlijkse begroting uit een optelsom van dingen bestaat waar de gezamenlijke politieke partijen mee willen scoren. De relatie met de eerder met veel bombarie vastgestelde toekomstvisie is zoek.

De reden is dat veel politici en bestuurders gevangen zijn in hun eigen traditionele “command and control”-denken. Opvallend is dat deze beoordeling van het heden door maatstaven van ruim 100 jaar geleden veel minder geldt voor het ambtenarenbedrijf. Steeds meer ambtenaren voelen dat er radicaal iets moet gebeuren om terug te kunnen keren in de samenleving. Toch is de traditionele tegenkracht zo sterk dat in een wereld die verandert met de snelheid van een tgv-trein de gemeente verandert met de gang van de postkoets. Zo gaan we het niet redden.

Een regisserende gemeente weet dat de kennis niet langer in de gemeente zit. Ze kan niet anders dan gebruik maken van de gigantische kennis die vandaag de dag in een samenleving zit. Denk aan de vele kennisinstituten en de wereldwijde toegang tot universitaire kennis. En laten we niet vergeten dat de gewone bewoners van de gemeente in meer dan 40% van de gevallen een HBO of academische opleiding hebben. Mensen die je geen knollen voor citroenen kan verkopen.

Door regisseren kunnen gemeenten er weer toe doen. Door regisseren wordt de democratie versterkt. Door regisseren wordt de dynamiek van de samenleving aangejaagd. Dat betekent werk maken van het bouwen van een radicaal ander overheidsbedrijf. Een overheidsbedrijf waar duidelijk wordt gestuurd op een met de samenleving opgestelde toekomst. Waar gemeenteraadsleden beseffen dat ze dienstbaar zijn aan hun bewoners waarmee deze visies worden opgesteld. Collegeleden die stoppen met doelen te verwarren met resultaten. En bovenal leidinggevenden, beleidsadviseurs en opdrachtgevers die weten welke resultaten leiden tot toegevoegde waarde voor inwoners."
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


http://www.gemeente.nu/Bestuurszaken/Opinie/2013/6/Verkiezingen-Eerst-de-kerntakendiscussie-1272220W/?cmpid=NLC|gemeente.nu|2013-06-03|[ERROR:%20Expression%20titel%20is%20undefined%20on%20line%205,%20column%20108%20in%20article.]

woensdag 12 juni 2013


Donderdag
De VNG
Innovatiekracht stond hoog op de agenda van het VNG-congres, maar spoort dat met een VNG-congres dat meer heeft van een naar binnen gekeerde – Vaticaans Concilie-achtige - traditie, strikt voorbehouden aan bestuurders en politici? Deze vraag werd gesteld op Gemeente.nu .Innovatie komt immers van buiten. Kunnen we innovatie verwachten van deskundig beïnvloedende sponsors die belang hebben bij behoud van het bestaande.

Regisseren is een innovatie op basis van een totaal nieuw paradigma. Een visie en aanpak gebaseerd op een grondige maatschappelijke analyse. Gebeurt er dan niks? Jawel, gemeenten hebben tegenwoordig al regelmatig een toekomstvisie. Een document waarin staat hoe ze er uit wil gaan zien in pakweg 2020 of nog verder weg. Het basisdocument dat de richting aangeeft waarheen de gemeente zich begeeft en onontbeerlijk is om duidelijk te sturen en beslissen. Om te gaan regisseren dus!

De praktijk blijkt andere koek als de jaarlijkse begroting uit een optelsom van dingen bestaat waar de gezamenlijke politieke partijen mee willen scoren. De relatie met de eerder met veel bombarie vastgestelde toekomstvisie is

De reden is dat veel politici en bestuurders gevangen zijn in hun eigen traditionele “command and control”-denken. Opvallend is dat deze beoordeling van het heden door maatstaven van ruim 100 jaar geleden veel minder geldt voor het ambtenarenbedrijf. Steeds meer ambtenaren voelen dat er radicaal iets moet gebeuren om terug te kunnen keren in de samenleving. Toch is de traditionele tegenkracht zo sterk dat in een wereld die verandert met de snelheid van een tgv-trein de gemeente verandert met de gang van de postkoets. Zo gaan we het niet redden.

Een regisserende gemeente weet dat de kennis niet langer in de gemeente zit. Ze kan niet anders dan gebruik maken van de gigantische kennis die vandaag de dag in een samenleving zit. Denk aan de vele kennisinstituten en de wereldwijde toegang tot universitaire kennis. En laten we niet vergeten dat de gewone bewoners van de gemeente in meer dan 40% van de gevallen een HBO of academische opleiding hebben. Mensen die je geen knollen voor citroenen kan verkopen.

Door regisseren kunnen gemeenten er weer toe doen. Door regisseren wordt de democratie versterkt. Door regisseren wordt de dynamiek van de samenleving aangejaagd. Dat betekent werk maken van het bouwen van een radicaal ander overheidsbedrijf. Een overheidsbedrijf waar duidelijk wordt gestuurd op een met de samenleving opgestelde toekomst. Waar gemeenteraadsleden beseffen dat ze dienstbaar zijn aan hun bewoners waarmee deze visies worden opgesteld. Collegeleden die stoppen met doelen te verwarren met resultaten. En bovenal leidinggevenden, beleidsadviseurs en opdrachtgevers die weten welke resultaten leiden tot toegevoegde waarde voor inwoners.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 11 juni 2013



Kerntakendiscussie


Het voorstel destijds van het CDA om aan de discussie over de bezuinigingen in Laarbeek een kerntakendiscussie vooraf te laten gaan, werd destijds door de coalitie weggehoond. Langzaam maar zeker zien wij het tij keren. De Werkgroep heeft al aangegeven wel iets in een kern taken discussie te zien en ook wethouder Vereijken stond er onlangs in de raadsvergadering van mei niet meer zo negatief tegenover. Zo zie je , een goed idee zet zich altijd op termijn door.

In heel veel gemeenten hoor je " Kerntakendiscussie? Natuurlijk, maar niet nu. Laten  we het over de verkiezingen heen tillen en nieuwe raad laten beslissen. " Ja zeker, de nieuwe raad moet beslissen, maar de voorbereidingen moeten wel getroffen worden. Doe je dit voor de verkiezingen niet, dan ben je zo weer weer een tijd verder en wordt er niet door getast.

Een Kerntakendiscussie mag geen incrowd gebeuren van de raad worden. De politiek zal over de kerntaken van de gemeente in discussie moeten gaan met de bevolking.De burger moet aangeven wat de kerntaken moeten zijn en welke afgestoten kunnen worden.

De discussie moet wel breed zijn. Anders krijg je het probleem van zoveel inspraakprocedures: wie niet deelneemt, ziet de uitkomst als weer een zoveelste mening. En dat schiet niet op.
Met een Kerntakendiscussie alleen zijn we er nog lang niet.Het vervolg is  nog veel belangrijker damde discussie zelf.Grote vraag is hoe zet je de veranderingen door die uit de Kerntakendiscussie voortvloeien. Koud watervrees is funest en brengt alleen maar halfzachte compromissen.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 10 juni 2013


Dinsdag 11 juni  2013
De excuses van Aedes

Het huidige systeem van zelfstandige woningcorporaties is mislukt. De sociale huisvestingssector heeft gefaald in zelfregulering en zelfdisciplinering vanaf de jaren negentig. Dat blijkt uit het  onderzoeksrapport De Balans Verstoord van corporatievereniging Aedes.
In het rapport staat dat woningcorporaties hun politieke krediet hebben verspeeld door schandalen en een passieve houding in het debat over normen. De harde conclusies zijn opmerkelijk, omdat het rapport is gemaakt door de sector zelf voor de toekomstige Parlementaire Enquête Woningcorporaties. Auteur Rudy de Jong, oud-bestuurder van corporatie Wonen Limburg, werd bijgestaan door drie wetenschappers om de onafhankelijkheid te garanderen. Aedes heeft vorige maand extra ledenbijeenkomsten georganiseerd om te discussiëren over het rapport.

Woningcorporaties werden medio jaren negentig verzelfstandigd tot woonbedrijven zonder overheidssubsidie. Corporaties moesten vrije ‘maatschappelijke ondernemers’ worden. Maar het huidige kabinet legt de sector weer aan banden, na incidenten zoals de miljardenspeculatie van Vestia. Minister Blok van Wonen (VVD) wil dat corporaties hun commerciële vastgoed verkopen of afsplitsen..

De economische en maatschappelijke ontwikkelingen vanaf de 80-er jaren hebben geleid tot een geheel nieuwe verhouding tussen de overheid en woningcorporaties. Corporaties werden verzelfstandigd en subsidies werd beëindigd. De redenen voor de verzelfstandiging waren vooral pragmatisch, zelfs opportunistisch van aard, en gedreven door de financiële problemen van de overheid. Maar ze vond plaats in een periode van een afnemend geloof in de overheid en een groeiend geloof in zelfregulering en de disciplinerende werking van de markt.

De stelselwijziging werd vormgegeven volgens het gedachtegoed van CDA-staatssecretaris Heerma.
Sturing met “zilveren koorden” werd vervangen door zelfregulering, marktprikkels en toezicht op afstand.Maar al snel groeide de kritiek. De paarse kabinetten die vanaf 1994 aantraden, hadden minder op met zelfregulering dan met versterking van de marktwerking.

Onder invloed van de uit het westen overgewaaide beleidsfilosofie van new public management werd de relatie tussen de overheid en corporaties gezien als die tussen opdrachtgever en opdrachtnemer in de markt, waarbij de relatie niet alleen wordt geborgd met wet- en regelgeving, maar ook met contracten. De overheid diende zich voortaan te beperken tot kerntaken. Ondanks groeiende kritiek is het denken over de rol van de overheid tot op heden nog sterk op deze filosofie gebaseerd.
Deze filosofie lag ten grondslag aan het beleid van de eind jaren 90 aantredende staatssecretaris Remkes, zij het aangevuld met wat meer centrale sturing. Want daaraan was inmiddels steeds meer                                                                
behoefte gekomen. Remkes kreeg echter niet de gelegenheid om zijn visie in nieuwe regelgeving om te zetten en dat gold ook voor zijn opvolgers. De bewindslieden volkshuisvesting volgde elkaar steeds sneller op. Vanaf het begin van de eeuw waren maar liefst 10 verschillende bewindslieden verantwoordelijk voor de woningsector. Het gevolg hiervan was, dat de politieke visie wel veranderde, maar de regelgeving in grote lijnen het beleid van Heerma bleef volgen.
De verzelfstandiging van corporaties ging in de jaren negentig fout door een gebrek aan controle en door de vastgoedbubbel, concludeert het rapport. Corporaties namen grote risico’s met dure projecten, omdat ze de vastgoedmarkt domineerden en onderling borg stonden voor elkaar. Het kon, omdat ze zelf geen controlerende eigenaren hebben en huurders weinig inspraak hebben. De "tucht van de markt" werkte niet.
De financiële toezichthouder op de sector, het Centraal Fonds Volkshuisvesting, kreeg bij de oprichting "vrijwel geen bevoegdheden om op te treden". En het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, dat borg staat voor circa 87 miljard euro aan leningen van corporaties, onttrekt zich als private stichting aan overheidstoezicht. Dat is "merkwaardig" voor een "kerninstituut", zegt het rapport.
"Grote ego’s" van bestuurders, "hoge salarissen" en "soms fraude en zelfverrijking" voedden het beeld van een rijke sector, die zich weinig aantrok van de buitenwereld. Binnen de sector klonk ook wel kritiek, maar het ontbrak aan discussie over een "collectief moreel kompas". Zo is het huidige systeem van zelfregulering "ernstig uit balans" geraakt.
Los van de schandalen, bestaat het merendeel van de bijna 400 corporaties in Nederland wel uit "gewone, degelijke sociale verhuurders", concludeert het rapport.
Met uitzondering van wat teveel grote volkshuisvestingsbazen  denk ik dan.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 9 juni 2013



Socialisme en democratie

Paul de Beer, bijzonder hoogleraar arbeidsverhoudingen op de Henri Polak leerstoel aan de Universiteit van Amsterdam en redacteur van Socialisme en Democratie, heeft een heel interessant stuk geschreven voor het juninummer van Socialisme en Democratie. Hij heeft het als titel gegeven Nieuwe ongelijkheid in een ‘winner take all’-samenleving.

In het artikel toont De Beer aan dat de sociale ongelijkheid in Nederland ondanks alles groeit. Gelijke onderwijskansen ongeacht afkomst veroorzaakte een tweedeling die “hardnekkiger en scherper ” is dan de klassenmaatschappij ooit was: talent wordt beloond, getalenteerde trouwen met elkaar en zo wordt de kloof met minder getalenteerden uiteindelijk “ in hoge mate erfelijk wordt bepaald ”.

Zijn we inderdaad weer terug bij honderd jaar geleden, toen de plek waar je wieg stond je kansen bepaalde? Eigenlijk wil het er niet bij mij in. Toch moet ik toegeven dat De Beer meer gelijk heeft dan mij lief is. Onderwijs was emancipatorisch, dachten we; de werkelijkheid is een stuk rauwer. Geen wonder dat er onderzoeken zijn die willen bewijzen dat de mensheid minder intelligent wordt. Hoogopgeleide vrouwen krijgen minder kinderen, dus de gemiddelde intelligentie daalt!

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

woensdag 5 juni 2013


Haalt dit het CDA uit het slob?


Gisteren heb ik aandacht besteed aan het Voorjaarscongres van het CDA in Den Bosch. De CDA-fractie heeft onder aanvoering van Buma gekozen voor de oppositierol. Het wil niet meer langer de bestuurderspartij zijn die het ene compromis na het andere sluit, waardoor niemand meer weet waar de partij voor staat. Een radicaal andere koers dus dan we van het CDA gewend zijn. Maar of het zoden aan de dijk zet, is zeer de vraag. De opiniepeilingen wijzen op een zeer magere winst van slechts een zetel.

Iedereen was  heel benieuwd naar het toekomstbeeld dat Buma in Den Bosch zou schetsen. In zijn rede en zijn 7 principes deed Buma een te waarderen poging hiertoe. In Den Bosch heeft de partijleider van het CDA gesproken. Maar heeft hij ook overtuigd? Het handje vol getrouwen die het CDA nog over heeft, waarschijnlijk wel; de overgrote meerderheid van de Nederlanders zegt het weinig of niets. Oude wijn in nieuwe zakken, was een commentaar dat ik opving.

Met heel veel belangstelling kijkt het CDA uit naar de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2014. Helpt hierbij een programma als nadruk op de familie, ondersteuning van de middenklasse en kleine gemeenschappen? Nadruk op de samenleving en niet op de overheid, zo vatte Trouw het nieuwe programma samen. Naar mijn idee moet het een stuk  meer uitdagend en meer inspirerend. Het CDA moet een perspectief bieden op de uitdagingen die de 21e stelt. Dit doet m.i. dit programma veel te weinig. Ik vind dit een gemiste kans.

Dit betekent voor het CDA-Laarbeek dat het zelf dat perspectieve programma, toegesneden op de concrete situatie in Laarbeek, zal moeten ontwikkelen. De tijd dringt.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185



dinsdag 4 juni 2013


De inzet van het CDA


Op het CDA voorjaarscongres in Den Bosch heeft Sybrand Buma zaterdag zeven principes gepresenteerd om ons land te vernieuwen en uit de crisis te leiden.
Buma: “In deze tijd kunnen en mogen we niet volstaan met goedkope, ondoordachte oplossingen. Ik kom vandaag daarom bewust niet met een lijstje van kant en klare voorstellen. Geen tienpuntenplan dat morgen weer in een la verdwijnt. Daar hebben we er genoeg van. Voor mij zijn dit de zeven dragende principes om ons land te vernieuwen en uit de crisis te leiden:
Het gaat om de samenleving, niet de overheid.
Om een land waar iedereen een taak heeft.
Waar we een eerlijke economie tot stand brengen.
Waar we nee zeggen tegen profiteurs.
Waar de familie ons fundament is.
Een zelfbewust Nederland verbonden aan Europa.
En waar wij keuzes maken voor de toekomst van onze kinderen.”
In zijn toespraak constateert Buma dat onze democratie onder druk staat, omdat de politiek veel te weinig oog heeft voor de zorgen van gewone mensen. De politiek blijft steken in compromissen, lijkt niet meer in staat een doordacht perspectief te bieden voor de lange termijn.
De politiek heeft volgens Buma de verbinding met de gewone mensen uit het oog verloren. Uiteindelijk, constateert hij, willen we allemaal hetzelfde: “ Iedereen wil het beste voor zijn kinderen, voor zijn ouders, zijn grootouders en natuurlijk ook een beetje voor zichzelf. Dat is de kern waar we naar terug moeten.”
Klik hier om de hele toespraak van Buma te lezen en klik hier om de video van de hele toespraak te bekijken


Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 3 juni 2013



  

Kadernota


Opnieuw een sobere kadernota, voor het tweede achtereenvolgende jaar alweer. Lagere inkomsten nopen het college tot minder uitgaven en verhoging van de lasten van de burger. De lastenverhoging is weliswaar bescheiden, maar nog altijd een verhoging, ook al bagatelliseert het college dit. Voor mensen die maandelijks door de lastenverzwaring van het Rijk netto minder ontvangen, is een lastenverhoging van gemeentelijke belastingen – hoe bescheiden in percentages ook- stukken zwaarder dan op het eerste gezicht lijkt. Het college heeft hier nauwelijks oog voor. Zij beschouwen de beperkte lastenverzwaring als een succes. Jan Publiek ervaart dit anders!

Met de slogan “Meer doen met minder” verhult het college dat bepaalde zaken niet meer kunnen. De burger zal dit voelen. Met hangen en wurgen slaagt het college erin de touwtjes aan elkaar te knopen. Op zich is dit een fraaie prestatie, maar het kan niet verhullen dat nieuwe projecten niet meer aangepakt kunnen worden. Er is gewoonweg geen geld voor. Iedereen weet dat stilstand achterstand is. Of – om het eens met een heel oud gezegde te zeggen – waar visie ontbreekt, komt het volk om.

Geen geld uittrekken voor nieuw beleid is kiezen voor de gemakkelijkste weg. Door kritische te kijken naar taken die de gemeente nu nog uitvoert – uit gewoonte of bewust – moet het mogelijk zijn geld vrij te maken voor nieuwe projecten die ons bij de tijd houden. Het college maakt er zich in dit opzicht wat te gemakkelijk van af en vermijdt de moeilijke keuzes.

Van een college in de slimste regio zou je wat meer creativiteit mogen verwachten! Zeg nu zelf.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

zondag 2 juni 2013



Een druk weekend in Laarbeek


Afgelopen weekend was een heel druk weekend in Laarbeek. Vrijdag was de officiële opening van het woonwagenklampje in Beek en Donk. Na tien jaar politiek twitterde wethouder van Zeeland eindelijk opgeleverd. Beek en Dok is het tweede kampje dat klaar is. Na Lieshout en Beek en Donk rest Aarle -Rixtel. Alleen hier moet eerst5 duidelijkheid komen over de Noordoost corridor. Maar ja, daar blijft de politiek steeds maar moeilijk over doen.

Vrijdag opende wethouder Vereijken het nieuwe Kindcentrum De Raagten. Dit is natuurlijk een aanwinst voor Beek en Donk. De nieuwe onderwijsvisie is vertaald in een gebouw dat er mag zijn. Nu het Ontmoetingscentrum nog en het Voorzieningencluster Beek is af.

Ook was er nog de opening van juni watermaand.  Dit gebeurde aan het kanaal in Lieshout bij de sluis in het Achterbos. Hier werd het boek van Jos Bekx “Wilhelminakanaal, feiten en herinneringen ” ten doop gehouden.

En verder werd in Lieshout afscheid genomen van pastor J. Beekman. Hij wordt kapelaan van de nieuwe pastorale eenheid Berchem. Bovendien waren in Laarbeek zondag ook nog twee gildes actief.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185