Vertrouwen
Uit een
onderzoek , uitgevoerd in opdracht van het dagblad Trouw,blijkt dat het
vertrouwen in de politiek zich op een historisch dieptepunt bevindt. Slechts 12
% van de Nederlandse bevolking heeft nog vertrouwen in de politiek. Dit is
onvoorstelbaar laag.
Heel
verbazingwekkend is dit overigens niet als je
naar de spelers op het politieke toneel kijkt. Een overheid die
onvoorstelbaar blundert in de zaak van een Russische asielzoeker Dolmatov kan
doorgaan alsof er niets gebeurd is. De verantwoordelijke staatssecretaris, Fred
Teeven – de man van law and order nota bene –blijft zitten op het pluche.
Natuurlijk had hij zijn biezen moeten pakken.
Dat was staatsrechtelijk gezien zuiver. Als een ministerie faalt, dient
de bewindsman hiervoor de verantwoordelijkheid te nemen. Niet alleen met
woorden, maar ook met daden, zoals destijds Lord Carrington in Engeland deed . Terecht sprak Bolkenstein in
1988 van de Carrington-doctrine: Een bewindspersoon neemt zelf ontslag als blijkt dat zijn of
haar ministerie gefaald heeft. Dit was dit keer niet Teeven besteed.
Ook bij
gemeentes komen we situaties tegen die iedere burger tegen de borst stuiten. De
gebeurtenissen in het Limburgse Meersen na de tongkus van wethouder Jo Dejong
spreken boekdelen. Ook dichter bij huis maakt de politiek er een potje van.
Denk b.v.maar eens aan de schaamteloze vertoningen in Nuenen, waar raadsleden
rollebollend over straat gaan en zelfs aanklachten tegen elkaar indienen. Geen
wonder dat de burger geen vertrouwen heeft in dergelijke
volksvertegenwoordigers.
De burger
moet er te allen tijde op kunnen vertrouwen dat de door hem gekozen
volksvertegenwoordigers integer handelen en altijd het algemeen belang voor
ogen hebben. Als de volksvertegenwoordiger het in hem gestelde vertrouwen
beschaamt,reageert de burger rücksichtslos en laat hij hem vallen als een
baksteen. De burger voelt haarfijn aan wanneer integriteit geschonden wordt.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185