maandag 22 april 2013



Vertrouwen


Uit een onderzoek , uitgevoerd in opdracht van het dagblad Trouw,blijkt dat het vertrouwen in de politiek zich op een historisch dieptepunt bevindt. Slechts 12 % van de Nederlandse bevolking heeft nog vertrouwen in de politiek. Dit is onvoorstelbaar laag.

Heel verbazingwekkend is dit overigens niet als je  naar de spelers op het politieke toneel kijkt. Een overheid die onvoorstelbaar blundert in de zaak van een Russische asielzoeker Dolmatov kan doorgaan alsof er niets gebeurd is. De verantwoordelijke staatssecretaris, Fred Teeven – de man van law and order nota bene –blijft zitten op het pluche. Natuurlijk had hij zijn biezen moeten pakken.  Dat was staatsrechtelijk gezien zuiver. Als een ministerie faalt, dient de bewindsman hiervoor de verantwoordelijkheid te nemen. Niet alleen met woorden, maar ook met daden, zoals destijds Lord Carrington in  Engeland deed . Terecht sprak Bolkenstein in 1988 van  de Carrington-doctrine: Een bewindspersoon neemt zelf ontslag als blijkt dat zijn of haar ministerie gefaald heeft. Dit was dit keer niet Teeven besteed.

Ook bij gemeentes komen we situaties tegen die iedere burger tegen de borst stuiten. De gebeurtenissen in het Limburgse Meersen na de tongkus van wethouder Jo Dejong spreken boekdelen. Ook dichter bij huis maakt de politiek er een potje van. Denk b.v.maar eens aan de schaamteloze vertoningen in Nuenen, waar raadsleden rollebollend over straat gaan en zelfs aanklachten tegen elkaar indienen. Geen wonder dat de burger geen vertrouwen heeft in dergelijke volksvertegenwoordigers.

De burger moet er te allen tijde op kunnen vertrouwen dat de door hem gekozen volksvertegenwoordigers integer handelen en altijd het algemeen belang voor ogen hebben. Als de volksvertegenwoordiger het in hem gestelde vertrouwen beschaamt,reageert de burger rücksichtslos en laat hij hem vallen als een baksteen. De burger voelt haarfijn aan wanneer integriteit geschonden wordt.

Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185