Intergemeentelijke samenwerking 2
Vandaag richt ik de blik op de provincie. Ook de provincie heeft een kader ontwikkeld. Op de burgemeesterdag in oktober heeft de Commissaris van de Koningin dit kader in grote lijnen uiteengezet. De eerst verantwoordelijke portefeuillehouder, Bert Pauli, heeft ondertussen de bedoeling van de provincie verduidelijkt. Ik citeer uit Binnenlands Bestuur van 12 november j.l.:
" De provincie Noord-Brabant wil door overleg en gesprek met de 67 Brabantse gemeenten voorkomen dat zich ongewenste defensieve herindelingen voordoen.
‘Samen uit samen thuis. Dat is onze eigen aanpak die we hebben gekozen om tot krachtig bestuur in Brabant te komen.’
De Brabantse gedeputeerde Bert Pauli (VVD) legt uit waarom de provincie de komende anderhalf jaar in gesprek met de 67 gemeenten wil vaststellen hoe de gemeenten en de provincie er voor staan. ‘We willen een flinterdunne provincie zijn die als een kleine ondernemende overheid initiatieven van gemeenten faciliteert om problemen zoals vergrijzing, woningbouwontwikkeling, regionale ruimtelijke ordening en de prioritering van bedrijfsterreinen samen aan te pakken. We hebben ook nog eens te maken met een enorme transitie van ons platteland: de verwachting is dat 50 procent van het agrarisch areaal de komende 15 jaar verdwijnt. Dat zet het leven in kleine gemeenten, maar ook in onze grote steden, onder druk.’
Om te bepalen of kleine en grote Brabantse gemeenten alle opgaven de komende jaren kunnen uitvoeren, wordt er nadrukkelijk geen bestuurskrachtonderzoek gehouden, aldus Pauli. ‘We gaan een scan maken van de provincie, van onze regio’s en van onze gemeenten of we onze opgaven in de provincie, in de regio en in de gemeente aankunnen. Dat doen we samen met bestuurders en met de Vereniging van Brabantse Gemeenten. We merken dat grenzen vervagen en dus moeten we samen kijken hoe we gemeenschappelijke opgaven kunnen uitvoeren.
In gesprek met een breed samengestelde klankbordgroep met daarin mensen uit het onderwijs, ondernemers, vertegenwoordigers van natuur-, milieu- en maatschappelijke organisaties en bestuurders willen we komen tot een Brabants Bestuursmodel dat duurzaam is en 25 jaar vooruit kan’, vertelt de gedeputeerde in zijn werkkamer van het provinciehuis in Den Bosch.
Herindeling
Een Brabants gesprek als opmaat voor herindeling? Pauli spreekt dat tegen. ‘Herindeling is geen doel op zich. Herindeling moet van gemeenten zelf komen. Maar we willen wel voorkomen dat gemeenten puur om defensieve motieven besluiten om met elkaar samen te werken. Er moet een logische samenhang zijn en daarom vinden we het ook erg belangrijk als in regionaal verband gekeken wordt wat de gezamenlijke opdrachten en taken zijn. Wij vinden dat gemeenten deel uit moeten maken van de regio en dat er in elke regio een slagvaardig bestuur moet zijn met zoveel mogelijk draagkracht.’
Han Polman, burgemeester van Bergen op Zoom en voorzitter van de Vereniging van Brabantse Gemeenten (VBG), is blij dat het provinciaal bestuur er voor gekozen heeft samen met de gemeenten eerst met elkaar te praten over de inhoudelijke opgaven voor gemeenten, regio’s en provincie. ‘De provincie deed veel zaken met de B5, de vijf grote steden in BrabantStad. Wij hebben gezegd: kijk ook naar R4, de vier regio’s in de provincie want stad en ommeland hebben elkaar nodig om strategische opgaven op het terrein van economie, ruimtelijke ordening en infrastructuur uit te voeren. Je moet dat regionaal afstemmen.’
Bestuurskracht
Het voordeel van de gekozen aanpak is volgens Polman dat het vizier niet alleen op de gemeenten is gericht, maar ook op de provincie. ‘Door te kijken wat de gezamenlijke opgaven zijn, kun je bezien hoe je de bestuurskracht van de gehele overheid kunt vergroten.’
Een ander voordeel van de Brabantse aanpak is dat gemeenten niet in het defensief kruipen. ‘Als je met een bestuurskrachtonderzoek van gemeenten begint is het nadeel dat het een soort “open-deuroefening” wordt. Gemeenten doen braaf mee, omdat het moet. Maar als het rapport eenmaal klaar is, verdwijnt het in de la. Wij hebben daarom gezegd: kijk eerst naar de inhoudelijke opgaven en dan pas naar de structuur.’
Volgens Polman is dat een effectieve aanpak, ook doordat gemeenten op tal van manier met elkaar samenwerken, in gesprek zijn en kijken hoe ze het veelvoud van bestaande en nieuwe taken het beste kunnen uitvoeren. ‘Daarom moeten we het debat met elkaar voeren om in beeld te krijgen wat belangrijke criteria zijn voor vormen van samenwerking. En daarom is het goed dat we dat gesprek niet via de hiërarchische weg voeren waarbij de provincie of de grote stad zegt hoe het moet.’
Naast de klankbordgroep worden oud-burgemeesters ingeschakeld voor het voeren van gesprekken met alle colleges en gemeenteraden. Doel is dat in het komend voorjaar voor Noord-Oost-Brabant de eerste sterkte-zwakte analyse is gemaakt. Daarna volgen de andere regio’s zodat begin 2013 aanbevelingen gedaan kunnen worden hoe de bestuurlijke slagkracht van alle gemeenten versterkt kan worden. Uitvoering van de aanbevelingen is gepland uiterlijk 2015."
Dit is nog niet alles. Telos heeft een discussiestuk “Panorama Krachtig Brabant Bestuur “ geschreven.
Daarover morgen meer.