OZB
Vorige week zijn de nieuwe woningtaxaties voor de WOZ op de deurmat gevallen. Iedereen kan zien hoe de gemeente ieders woning taxeert. Iedereen kan ook meteen zien welk gevolg dit heeft voor zijn aanslag WOZ. Afhankelijk van de getaxeerde waardedaling kan de aanslag mee of tegenvallen. De gemeente gaat uit van een gemiddelde daling van 6,9% en een tariefstijging van 3%. In individuele gevallen ( bij een grotere of minder groter waardedaling ) treden afwijkingen van dit algemeen beeld op.
Cijfers kunnen veel verhelderen, maar ook een heleboel versluieren. Begin febr. publiceerde het ED een onderzoek naar de gemeentelijke lasten van de regiogemeenten.
Dat was even schrikken. Het ED had berekend dat bij een gemiddelde WOZ-waarde van € 270.00,00 de OZB in Laarbeek steeg van € 186,00 in 2011 naar € 209,00 in 2012. Dit kwam neer op een stijging van 12,4% Hiervan was 6,6 % toe te schrijven aan de hertaxatie en 5,8 aan een verhoging. Dat was dus heel andere koek dan wat het college ons steeds had doen geloven. We gingen immers uit van een verhoging van de OZB van 3%. Daar hadden wij als raad mee ingestemd. Voor ons was dit reden om schriftelijke vragen te stellen. Immers het beeld dat de krant schetste, was totaal anders dan wat het college ons had voorgehouden.
De antwoorden van het college kwamen heel snel. Ook op het gemeentehuis was men klaarblijkelijk geschrokken. Wij hadden verwacht dat we van het college een antwoord zouden krijgen dat aansloot bij het staatje woonlasten per huishouden 2012 in de Begroting in een oogopslag dat de raad elk jaar in ontvangt. Het college doet dat niet. Het komt met een opzet die aansluit bij het raadsvoorstel van febr. inzake de vaststelling van het OZB-tarief. Wat wij van het college hadden willen horen was dat de voorstelling van het ED van de stijging van de OZB van 168 naar 209 euro klopte of niet en wat dan wel het bedrag van de heffing was voor een woning met de gemiddelde WOZ-waarde. Het college doet dat niet en weerlegt daarmee de voorstelling in de krant niet. Het enige wat het college zegt is:
” De belangrijkste reden waarom de berekening( in de krant ) afweek was dat er geen rekening is gehouden met een daling van de WOZ-waarde. ”
Dit is een onjuiste voorstelling van zaken. De krant gaat immers uit van een waardedaling van 6.6%. De krant geeft hiermee een betere voorlichting dan het college dat de raad in het raadsvoorstel een daling van 6% voorspiegelde. Waarom noemde het college in het raadsvoorstel niet het juiste percentage?
Bij het antwoord op onze vraag 2 komt weer een andere aap uit de speekwoordelijke mouw. In het raadsvoorstel zijn de verkeerde tarieven voor 2011 vermeld. Hoe kan dit, vragen wij ons af en wanneer heeft het college dit geconstateerd?
Bij de beantwoording van vraag 4 valt ons van verbazing de broek uit:
Er wordt tussen neus en lippen meegedeeld dat
De gemiddelde waardedaling bedraagt 6,9%. De krant zat er dus met 6,6 dichterbij dan het college in het raadsvoorstel
En dat
In de geraamde opbrengst voor 2012 rekening is gehouden met nieuwe woningen met een waarde van € 30 milj. Dat hadden wij ook wel graag geweten bij de vaststelling van het tarief.
Macro zal de redenering van het college wel kloppen ( stijging van het tarief - waardedaling-opbrengst nieuwe woningen –afrondin g= 3%.) maar de burger ervaart dit natuurlijk niet zo: hij ziet dat zijn woning minder waard is geworden en dat hij er meer belasting over moet betalen. Het is net als bij het fictieve rendement in BOX 3 bij de inkomstenbelasting: dit soort foefjes wordt door de burger als zeer onrechtvaardig beschouwd en geeft de politiek een heel slecht imago.
Eigenlijk zouden wij daar niet aan mee moeten doen.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185