Waardering
Op feestjes wordt vaak nogal
laatdunkend over de prestaties van gemeenten gesproken. Gemeentes zijn log en incompetent; het instituut gemeente kan
beter vandaag dan morgen opgedoekt worden, zo krijgen we vaak te horen.
Tijd om eens te
kijken wat onderzoeken hierover zeggen. In Binnenlands Bestuur is hier onlangs
een artikel gewijd. Ik ontleen er het
volgende aan:
Een tweetal onderzoeken komen hiervoor in aanmerking. In de eerste plaats de jaarlijkse bestuurskrachtonderzoeken die sinds het jaar 2000 bij meer dan 100 gemeenten
worden uitgevoerd (samen ongeveer een kwart van de in totaal ruim 400
Nederlandse gemeenten) door diverse adviesbureaus. Hierbij wordt het totale
reilen en zeilen van een gemeente onder de loep genomen; in hoeverre blijkt een
gemeente haar ambities en taken goed uit te voeren? De onderzoekers geven
daarbij een oordeel of dat functioneren nu goed, voldoende, matig of zelfs
onvoldoende is.
In de tweede plaats via de uitkomsten van burgeronderzoeken
die sinds 2005 bij 152 gemeenten zijn uitgevoerd. Bij deze onderzoeken,
ontwikkeld door de Vereniging van Gemeentesecretarissen en bekend geworden
onder de naam De Staat van de Gemeente,
geven per gemeente meer dan 1000 inwoners hun mening over de gemeente die
vervolgens omgezet werden in rapportcijfers. Inmiddels is waarstaatjegemeente.nl het platform voor vergelijking van gemeentelijke
prestaties.
De meeste gemeenten
kregen de beoordeling ‘voldoende’, zowel van de onafhankelijke onderzoekers als
van de burgers. Oordelen als ‘goed’ of ‘ruim voldoende’ werden maar zelden
uitgesproken. Kortom, gemeenten doen het niet per se ‘goed’, maar volgens dit
onderzoek voeren ze wel hun taken naar behoren uit. Er waren echter ook
gemeenten die op alle rollen de beoordeling ‘matig’ of ‘onvoldoende’ kregen.
Zwak gemeentebestuur komt dus voor in ons land, maar echt ‘goed bestuur’ niet.
Bij ‘De Staat van
de gemeente’ onderzoeken varieerden de rapportcijfers van een 5,4 tot een 6,9.
Burgers waren het meest tevreden over de dienstverlening in het gemeentehuis en
over hun leefomgeving, maar het minst over de wijze waarop de raadsleden hen
vertegenwoordigden en over hun invloed op het gemeentelijke beleid.
Burgers zijn dus
over het algemeen, in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, best tevreden
over hun gemeente. Toch knaagt er iets; burgers vinden zich vaak niet terug in
wat de gemeente met hun wensen en verlangens doet. Om meer inzicht te krijgen
in dat probleem is het wellicht goed te weten wat de bestuurskrachtonderzoekers
meldden over burgerparticipatie. Uit die resultaten volgt namelijk een ander en
meer positief beeld. 75% van het aantal bestudeerde gemeenten kreeg een
positieve beoordeling over de wijze waarop ze hun bewoners, bedrijven en
maatschappelijke instellingen betrekken bij hun plannen. 57% kreeg bovendien
een positieve beoordeling over het benutten van de informatie die opgedaan werd
uit allerlei vormen van inspraak. Hieruit zou kunnen blijken dat veel gemeenten
de inspraak van burgers wel degelijk belangrijk vinden en er gebruik van maken,
maar dat ze er onvoldoende in slagen dit over te brengen op hun burgers.
Kortom, er lijkt
een mismatch te zijn tussen de mate waarin gemeenten burgerinspraak wel
degelijk waarderen en gebruiken en de beleving van de burger hiervan. Het feit
dat de gemeente vaak moet bemiddelen tussen vele burgerbelangen en uiteindelijk
de knoop doorhakken maakt het inderdaad niet altijd even gemakkelijk voor dit
instituut om iedereen te vriend te houden.
Kortom, in sommige
gevallen zou het inderdaad zo kunnen zijn dat burgers die teleurgesteld zijn
dat de gemeente hun wensen afwijst daardoor negatiever naar hun gemeente
kijken. Een geringe populariteit van een gemeente hoeft daarom niet automatisch
slecht bestuur in te houden.
Voor reactie mail naar wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185