woensdag 27 april 2016


                                             Een schatkamer


Een paar dagen geledenn heb ik op deze plaats aandacht besteed aan het Programmaplan Duurzaamheid van de gemeente Laarbeek. Het stukje was  algemeen van aard. Een eerste positieve verkenning. Niet meer en niet minder. Vandaag ga ik er wat verder op in, want het stuk is een ware schatkamer, een Fundgrube zoals onze oosterburen zo fraai zeggen. Ik onderstreep nogmaals dat het college een fundamentele keuze heeft gemaakt. Laarbeek gaat uit van de brede definitie van het Brundtland –rapport van 1987.  Dit is zonder meer gewaagd en zeer ambitieus.

Maar het Programmaplan bevat meer. Het zet niet alleen  in op duurzaamheid in een breed kader en probeert de contouren hiervan te omschrijven. Het geeft ook het proces aan dat Laarbeek wil volgen om tot een verantwoorde invulling te komen. Daarvoor wordt een onderscheid gemaakt tussen het streven op korte en lange termijn. De lange termijn is iets van lange adem; successen op korte termijn zijn nodig om de belangstelling en de noodzakelijke inspanningen vast te houden.

Belangrijk is ook dat de gemeente het niet zelf wil doen, maar vertrouwt op de inzet van de burgers.  Het Programmaplan verwoordt dit als volgt:

“ De gemeente is vastbesloten om de invulling van het duurzaamheidsprogramma samen met de inwoners, instellingen, bedrijven en scholen vorm te geven. En niet omdat het politiek-correct is, niet omdat burger-participatie hip is, maar omdat het in onze ogen de enige manier is. De samenleving herbergt zoveel kennis en energie (en soms geld) dat het onverstandig en onwenselijk zou zijn om alle noodzakelijke acties top-down vanuit het gemeentehuis te bedenken. Uiteindelijk zullen niet alle inwoners zich aangesproken voelen door duurzaamheid en het programma, maar de gemeente wil wél iedereen uitnodigen om mee te denken. En dat langs verschillende wegen en verschillende sporen.”

Dit is zonder meer reëel. De procedures en de voorwaarden liggen nu vast. Er kan nu echt gestart worden. Ik ben wel zeer benieuwd naar hoe de dimensie mens en maatschappij ingevuld gaat worden en hoe hier duurzaamheidswinst behaald  gaat worden.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

dinsdag 26 april 2016

                                                     Proficiat






  
Dinsdag werden in Laarbeek acht Koninklijke onderscheidingen uitgereikt: 7 maal Lid in de Orde van Oranje-Nassau en 1 maal Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.  Onderscheiden zijn : Piet van der Burgt, Marianne Swinkels, Thea Wich, Pieter Verschuuren, Jan van Schijndel, Antoon en Dilia Verhoeven en Ton Schepens.

Alle gedecoreerden van harte proficiat

Dubbel en dwars verdiend.



Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 25 april 2016



                              Programmaplan duurzaamheid


Eind vorige week heeft de gemeente het Programmaplan Duurzaamheid vrij gegeven.  Eindelijk  denk je dan, want het heeft door allerlei omstandigheden lang geduurd. Te lang ook nog eens.

Het plan heeft als titel “ Laarbeek ‘ bloeit ‘”  meegekregen, een voorlopige werktitel. Daar kan men zich iets bij voorstellen. In een kloek stuk van 33 blz. zet de gemeente het plan uiteen. Het is zonder meer een ambitieus stuk, maar ook een met een groot aantal open einden.

Laarbeek is niet de enige gemeente die bezig is met het formuleren van een duurzaamheidsbeleid. Nagenoeg alle gemeenten zijn hiermee bezig. Alleen ieder op zijn eigen wijze, met een eigen aanpak en eigen doelen. Veel te weinig wordt ingespeeld op ervaringen die elders zijn opgedaan en good practices. Het lijkt wel of iedereen zijn eigen wiel aan het uitvinden is. Dit is niet zo handig.

Het Laarbeekse programmaplan is niet steeds gemakkelijk te lezen. Het heeft een ietwat verkramt taalgebruik met nogal wat managementjargon. Geschreven dus vooral voor hoogopgeleiden; lager opgeleiden zullen er een hele kluif aan hebben en als ze er al aan beginnen snel afhaken. Dit is zeker bij dit onderwerp een gemiste kans: duurzaamheid is een zaak van ons allen!

Het Programmaplan Duurzaamheid maakt  op de eerste bladzijden al een fundamentele keuze. Niet heel veel gemeenten doen dit zo helder en zo doelbewust. Dit dwingt respect af, maar het maakt het stuk meteen al ambitieus en bovendien tegelijkertijd kwetsbaar. Voor velen staat duurzaamheid voor energie, milieu en beheersing van de opwarming van de aarde.

De gemeente Laarbeek kiest voor een andere veel bredere insteek en sluit aan bij het Brundtland-rapport van 1987. In dit rapport werd duurzaamheid gedefinieerd als een ontwikkeling die tegemoet komt aan de noden van het heden, zonder de mogelijkheden van toekomstige generaties om in hun behoeften te voorzien in het gedrang te brengen. Deze oorspronkelijke definitie is dus veel breder dan de gebruikelijke veel engere  ecologische vertaling van het begrip duurzaamheid. Het gaat dus niet alleen om energie en zorgvuldig gebruik van grondstoffen. Laarbeek betrekt er heel doelbewust ook het sociale milieu bij.Laarbeek ziet de drie dimensies in samenhang: draaien aan de ene knop heeft consequenties voor de beide andere knoppen. Een gedurfde  keuze met grote gevolgen!

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 24 april 2016


Een stuk actiever.


Een van de aantrekkelijke aspecten van het duurzaamheidsproject dat het college wil opstarten, is de inspraak van de burgerij waarvan  in de oorspronkelijke plannen voorzien is. Met het project loopt het tot op heden niet zo voortvarend als menigeen gehoopt had. In het deze week gepubliceerde Programmaplan zijn de hoofdlijnen uiteengezet. Op de inhoud van plan kom ik in een van de volgende afleveringen van dit Weekbericht terug.

Het direct betrekken van de burger bij het bestuur is in. Gemeenten willen afslanken en hebben de burgers nodig om voorzieningen in stand te houden. Vandaar de nadruk op burgerparticipatie in zowat alle Nederlandse gemeenten. Op veel plaatsen blijkt dat deze participatie niet vanzelf van de grond komt. Er komt meer bij kijken dan alleen maar een paar goede bedoelingen. Moderne burgers willen meer. De gemeenten moeten loslaten en de burgers het vertrouwen geven en de uitvoering aan hen overlaten. Heel veel gemeenten blijken daar grote moeite mee te hebben. Veel te vaak willen zij de touwtjes zelf in handen blijven houden. De term “participatie paternalisme ” viel hier en daar al.

Ook blijkt in de praktijk dat moeilijk blijft burgers blijvend te interesseren in participatie. Een gemeente kan niet zomaar van het ene moment op het andere taken aan burgers over te laten. Zorgvuldig beleid is noodzakelijk. Overhaast het roer omgooien leidt alleen maar tot frustratie en het afhaken van goedwillende burgers.

In dit kader is een recente studie van Raadslid.nu heel interessant. In opdracht van deze vereniging heeft de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur het rapport “ Raadswerk is Maatwerk ”  opgesteld. Het rapport constateert  dat raadsleden de neiging hebben om eerst met elkaar in discussie te gaan over welk instrument zij willen inzetten om de deelname van inwoners aan de lokale democratie te vergroten. Dit soort debatten verzanden snel in politiek-dogmatische discussies. Raadsleden zouden er daarom verstandiger aan doen om niet zelfstandig vast stellen hoe de kwaliteit van de lokale democratie er uit ziet. Het is veel zinvoller  om eerst als raadsleden onderling en met de lokale gemeenschap in gesprek te gaan over de kwaliteit van de lokale democratie aan de hand van de vijf aspecten van democratie (meedoen, burgerlijke vaardigheden, invloed, deliberatie en legitimiteit).

Heel veel gemeenten slaan deze fase over en moeten later in het proces constateren dat het niet loopt zoals het zou moeten lopen. Als dat gebeurt is veel krediet al verloren. Dit moet voorkomen worden. Dit kan alleen als er goede voorbereiding is, de burgers goed voorgelicht worden en het afhaken van burgers voorkomen wordt.

Wat ik nu vrees is dat in het duurzaamheidsproject deze verkennings – en voorbereidingsfase overgeslagen wordt. Het rapport “ Raadswerk is Maatwerk ” toont overtuigend aan dat een grondige bezinning voor de daadwerkelijke start van een participatieproject absoluut noodzakelijk is. Zonder deze bezinning en voorbereiding zijn de kansen op  mislukking levensgroot. Het is daarom duizend maal beter om klein en voorzichtig te beginnen dan ineens volledig het roer om te gooien.                                                   

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 20 april 2016


Donderdag 21 april 2016

                                                 Verharding

                                                           


Ook Michel Teeuwen, redacteur van het ED, heeft zich woensdag in het debat over het regionale dualisme gemengd. Ook hij deed dat met een artikel op de opiniepagina van het ED.

In dit stuk zet hij zich af tegen de opvatting de oorzaak voor de politieke instabiliteit in veel gemeenten gezocht moet worden in het dualisme, in onervaren en ongeschikte raadsleden, in het bestaan van vele kleine partijen. “Dat mag allemaal waar zijn,”zo schrijft hij, “ het raakt echter niet de kern van de zaak. Het zijn hoogstens symptomen van een algemene, wijdverbreide maatschappelijke ontwikkeling”

Wat is dan volgens hem wel de kern van de zaak? De kern kenmerkt zich door de opkomst van het onvermogen om naar elkaar te luisteren, de onwil om compromissen te sluiten en elkaar iets te gunnen, het snelle oordeel over elkaars argumenten. Allemaal sociale vaardigheden die er kennelijk niet meer toedoen. We zien dit in het sociale verkeer en ook in de politiek. Vandaar ook de kop boven het artikel: “ De grote schreeuwers blijven over ” .

Theeuwen ziet geen heil in het instellen van een kiesdrempel of de band tussen wethouder en raadsleden weer aanhalen – dus afstappen van het dualisme. Hij heeft volkomen gelijk: “Als er geen wil is om compromissen te sluiten en om er samen uit te komen, dan zal het niet helpen.” Een of meer wethouders opofferen helpt niet. De sfeer en de politieke wil moet veranderen. Zo niet dan – zo is zijn trieste conclusie- worden stad en land onbestuurbaar.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 18 april 2016

Politiek dicht bij de burger.


De landelijke politieke partijen zijn druk bezig met de eerste voorbereidingen voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart 2017. Een aantal partijen heeft de lijsttrekker al aangewezen; alle partijen zijn druk bezig met het opstellen van hun verkiezingsprogramma’s.

In de gemeenten liggen de verkiezingen nog een jaar verder weg. Eigenlijk zitten de gemeente zo’n beetje in het midden van de zittingsperiode. Het derde jaar wordt meestal gezien als het oogstjaar. Veranderingen hebben nu eenmaal tijd nodig. En het laatste jaar is niet het meest geschikt om nog iets voor elkaar te krijgen omdat de verkiezingen hun schaduwen vooruit werpen. Hoogste tijd dus om te kijken waar en wat het college gaat oogsten of beter of er überhaupt nog wel iets te oogsten valt in Laarbeek.

Het lijkt erop dat het Laarbeekse college dit jaar weinig gaat oogsten. Allereerst omdat het college er in de afgelopen jaren niet in geslaagd is om veel te zaaien. En waar niet gezaaid wordt, wordt ook niet geoogst wordt! Deze waarheid als een koe gaat ook voor Laarbeek op.

Het huidige college heeft teveel op de winkel gepast; er zijn in de afgelopen jaren te weinig vernieuwende initiatieven ondernomen. Er valt dus ook weinig te oogsten. De wethouders zijn onzichtbaar. Wethouder Briels is in deze periode stukken onzichtbaarder dan in de vorige; Meulensteen ontwikkelt wel allerlei gedachten, maar weet ze vaak niet door te zetten. Wethouder Buter heeft een onmogelijke onsamenhangende portefeuille, waar weinig eer aan te behalen is. Bovendien twijfelt zij teveel. En over van Zeeland hoeven we het al helemaal niet te hebben. Er is nog nooit iets creatiefs uit zijn handen gekomen.

Is dit te negatief? Misschien, maar ik moet constateren dat er te weinig initiatieven worden genomen. Het meest positieve voorstel was het duurzaamheidsproject. Alleen dit project komt niet van de grond en verwatert in de ambtelijke voorbereiding. Het duurt allemaal veel te lang. Waarschijnlijk omdat Laarbeek zelf weer het wiel wil uitvinden. Er zijn in de directe omgeving voldoende soortgelijke projecten, waarbij aansluiting gezocht kan worden. En inspiratie opgedaan kan worden. Ik denk hierbij o.a. aan Boxmeer en Oisterwijk. Wat hebben we aan de slogan door en voor de burgers, als het vragen aan de burgers steeds maar uitgesteld wordt tot alle formele regeltjes tot in het oneindige uitgeschreven zijn? De overheid is sterk als het erom gaat taken naar de burgers toe te schuiven; zij is stukken minder voortvarend als het erom gaat “macht ” uit handen te geven en deze door te schuiven naar de burgers.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 17 april 2016

Een stuk actiever



In deze aflevering van dit weblog wil ik stilstaan bij een bericht op de site van de gemeente Laarbeek.  Niet zozeer om de inhoud an sich van de publicatie, maar meer omdat het college eindelijk eens uit zijn schulp kruipt. Dit college is in het algemeen veel te afwachtend en reageert meestal niet of nauwelijks op kritiek. Onder andere daardoor blijft het college onzichtbaar.

Hierin lijkt nu verandering te komen. De publicatie over de Coelo-cijfers is een eerste indicatie hiervan; het bericht in het ED van donderdag 14 april met de reactie van de wrnd. burgemeester op vragen van PNL over de woonvisie een tweede.

Om met het laatste te beginnen. Het is opmerkelijk en tegelijkertijd vreemd dat een burgemeester nog voordat de vragen beantwoord zijn, zich in het openbaar negatief uitlaat over de vragen die een partij gesteld heeft. Hij noemt ze suggestief en vol feitelijke onjuistheden, aannames en veronderstellingen. Dit laatste moet het college dan maar aantonen in de beantwoording. Duidelijk is dat het college zeer kriebelig reageert op PNL als deze partij vragen stelt. Het college kan kennelijk niet goed tegen kritiek. In het algemeen vind ik dat PNL als oppositiepartij het recht heeft vragen te stellen. Ook lastige vragen. Naar mijn opvattin g doet PNL dit goed. Het is aan het college om mogelijk onjuiste opmerkingen te weerleggen. Een kundig college weet haar beleid te verdedigen, ook tegenover een kritische oppositiepartij. Woede is een slechte raadgever.

De reactie op de gestelde vragen door PNL was een verkeerde; met de publicatie over de woonlasten in Laarbeek toont het college daarentegen wel lef. Tot op heden had het college alleen maar heel vrijblijvende antwoorden op het verwijt dat het college de woonlasten in Laarbeek met de verhoging van de OZB  met 13% alleen maar verhoogde. De argumentatie die het college gebruikte ter rechtvaardiging van deze verhoging, sloeg bij nadere beschouwing nergens op.

Op de website van de gemeente reageert de gemeente nu wel adequaat. Het college maakt gebruik van de gegevens uit de recente COELO-atlas over de woonlasten in de Nederlandse gemeenten. Wat blijkt? Laarbeek heeft veruit de laagste woonlasten van alle Peelgemeenten. Letterlijk schrijft het college op de site:

“ De gemeentelijke woonlasten in Laarbeek bedragen in 2016 gemiddeld 653 euro. In de Peelregio volgt Someren daarna met gemiddeld 722 euro (10% hoger dan Laarbeek). In Asten betalen inwoners 740 euro, in Helmond 753 euro en in Gemert-Bakel 825 euro. In Deurne zijn inwoners gemiddeld 987 euro kwijt (34% hoger). Landelijk staat Laarbeek op de 68e plaats van de laagste woonlasten, van de 390 gemeenten. Als naar de totale woonlasten inclusief de waterschapsheffingen gekeken wordt, is dat zelfs een 54e plek. Waddeneiland Vlieland heeft met 505 euro de laagste gemeentelijke woonlasten van Nederland.  ”

Rechtvaardigt dit de doorgevoerde verhoging van de OZB? Natuurlijk niet. Het toont alleen maar aan dat de verhoging mogelijk was zonder een onacceptabele verhoging van de woonlasten in Laarbeek. Het is geen argument voor een eenmalige forse verhoging van de OZB. Het college had er verstandiger aangedaan een noodzakelijke verhoging te spreiden over een aantal jaren. Dan had de oppositie minder munitie in handen gekregen.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


woensdag 13 april 2016

Nogmaals het overschot op het WMO-budget



Niet alleen Laarbeek heeft een overschot van enkele tonnen op het WMO-budget. Deze week deelde de Helmondse wethouder Nathalie van der Zande in de commissie mee dat ook Helmond geld gaat overhouden. Hoeveel het exact is wordt later deze maan duidelijk. Dus weer een gemeente meer die geld overhoudt.

Het is eigenlijk te vreemd voor woorden. De gemeenten hebben de opdracht van het rijk om te bezuinigen op de WMO-uitgaven maar al te duidelijk opgepakt. De angst voor budgetoverschrijdingen heeft de gemeenten in zijn greep. Zij zijn bang aan de taakopdracht niet te voldoen. Daarom hebben zij rigoureus bezuinigd – te rigoureus zo te zien. Eigenlijk is dit schandalig.

De reacties van bestuurders uit het veld in de Peelregio verbazen mij. Is er echt niets aan de hand? Als je de korting op de uren hulp ziet, kun je je niet voorstellen dat dit allemaal zonder consequenties kan. Het kan alleen maar als je de eisen en verwachtingen lager stelt en genoegen neemt met een lager niveau van zorg. Klaarblijkelijk is dit het geval. Gedupeerden protesteren al niet meer, omdat zij er geen vertrouwen meer in hebben.

Bij de Peelgemeenten hoor je dat door de gezamenlijke inkoop van hulp flinke besparingen behaald zijn. Dit moge waar zijn. Het maakt tegelijkertijd het ter ziele gaan van Peel 6.1 alleen maar onbegrijpelijker en schrijnender.

De overschotten nu zijn een grote schande. Andere woorden zijn er niet voor.

Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


dinsdag 12 april 2016

Referendum De uitslag van het referendum heeft veel reacties opgeroepen, zowel in het binnen-als buitenland.In de Nederlandse kranten wordt veel geschreven over het opkomstpercentage en de afkeer die de EU oproept. In Elsevier komt de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz, aan het woord. Hij verwacht dat de lidstaten van de Europese Unie in de toekomst de bevolking vaker zullen raadplegen. De Britten zullen op 23 juni oordelen over het EU-lidmaatschap en een negatieve uitslag zal de aanzet zijn voor meer referenda van lidstaten. De populariteit van de EU onder de Europese burgers is tanende en Schulz schetst ook voor de komende jaren een negatief beeld. ‘Het vertrouwen van veel mensen in instellingen, zowel nationaal als Europees, is verloren gegaan,’ zegt de voorzitter tegen de Duitse krant Frankfurter Allgemeine Zeitung. De uitslag van het Nederlandse referendum over het associatieverdrag tussen de EU en Oekraïne is een goed voorbeeld van de kritische houding van veel burgers ten opzichte van de EU, zegt Schulz. Hij houdt de Europese regeringsleiders verantwoordelijk voor de afbrokkelende geloofwaardigheid. Het wantrouwen van de bevolking tegen de EU wordt volgens Schulz gevoed door linkse en rechtse populisten. Hij sluit ook niet uit dat veel lidstaten de komende jaren zullen worden geleid door de eurosceptische populisten. Op 23 juni mogen de Britten naar de stembus om zich uit te spreken over het EU-lidmaatschap. Als de Britse bevolking ervoor kiest om de EU te verlaten, kan dat voor een ‘implosie van de EU’ zorgen, denkt Schulz. Ook verwacht de voorzitter dat het aantal referenda zal toenemen onder de lidstaten. Schulz constateert dat de tegenstanders van de Unie nog altijd een minderheid vormen, maar de zwijgende meerderheid die denkt dat alles goedkomt, onderschat het gevaar, waarschuwt hij. . Het referendum over het associatieverdrag met de Oekraïne heeft heel wat losgemaakt. Allereerst heeft de uitslag verbazing opgewekt.Met een opkomst die maar amper 2% hoger lag dan wettelijk vereist was, bleek het aantal tegenstemmers overweldigend.Wie gegokt heeft op een kleinere opkomst dan 30% is bedrogen uitgekomen.De tegenstanders hebben gewonnen. Onduidelijker is waar eigenlijk tegen gestemd is. Waarschijnlijk heeft bij de tegenstemmers de afkeer van de EU de overhand gehad.De EU bemoeit zich teveel met allerlei zaken.Dat gevoel is overheersend.Vandaar de vele tegenstemmen. Het kabinet zal niet om de uitslag heen kunnen. Rutte zal iets moeten doen. De nonchalance die hij rond het referendum aan de dag heeft gelegd, heeft een prijs.Het is een afstraffing geworden. Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of 0653627185

maandag 11 april 2016

Busvervoer Vorige week heeft busvervoerder Hermes de plannen voor het nieuwe seizoen gepresenteerd. Voor Laarbeek betekenen deze plannen een domper. Hermes gaat stoppen met het laten rijden van Lijn 21 in de weekenden door de kernen van Beek en Donk en Lieshout. Wie vanuit deze kernen op deze dagen de bus wil nemen , moet naar de opstaptarief van Lijn 12. Deze liggen aan de rand van het dorp en zijn niet voor even gemakkelijk bereikbaar. Natuurlijk is deze wijziging een aderlating.Terecht heeft de Dorpsraad Lieshout aangekondigd dat zij zich hier niet zo maar bij zal neerleggen.Terecht. Openbaar vervoer werkt alleen als het voor de mensen gaat bereikbaar is. Bussen in de weekenden niet meer door de dorpen laten rijden, werkt averechts. De busmaatschappij zou zich dat ook moeten realiseren.
Wmo Net als de gemeenten Deurne, Laarbeek en Asten was ook Someren vorig jaar fors minder kwijt aan zorgtaken. De lijst met gemeenten die vorig jaar flink minder geld dan begroot aan zorgtaken hebben uitgegeven, blijft groeien. Met name de Wmo levert veel gemeenten een forse meevaller op. Gaf Deurne vorige maand al aan 2,3 miljoen euro op het zorgbudget over te houden, Someren blijkt nu ook 1 miljoen euro minder kwijt te zijn geweest. Gemeenten vreesden dat ze met de nieuwe taken juist méér geld kwijt zouden zijn. Eerder al was bekend dat ook Laarbeek en Asten enkele tonnen overhouden. De trend is ook landelijk zichtbaar blijkt uit onderzoek van ambtenarenblad Binnenlands Bestuur. Dat wijst uit dat landelijk zo'n driekwart van de gemeenten overhoudt op met name het budget voor de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Met die wet wil de overheid meer mensen met ondersteuning en zorg thuis laten wonen. De Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie (NPCF) vindt dat gemeenten de meevallers alsnog moeten besteden aan mensen die zorg nodig hebben. "Geld overhouden is niet de bedoeling. Mensen denken dat ze geen maatwerk kunnen krijgen omdat het geld er niet is. Als het geld er toch is, biedt dat ruimte om het goed te besteden aan beter maatwerk", stelt een woordvoerder van de belangengroep. Ouderenbond ANBO zegt dat gemeenten slecht communiceren met mensen die hulp nodig hebben. "Als mensen niet weten wat ze kunnen aanvragen, is het niet gek dat er te weinig geld op gaat", reageert een woordvoerder van de bond. "En het is idioot dat hulpbehoevenden naar de rechter moeten stappen voor bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, terwijl er gemeenten zijn die geld oppotten." Laarbeek, Deurne en nu ook Someren hebben al aangegeven het geld grotendeels voor zorgtaken achter de hand te houden. Overigens heeft Someren wel te maken met een tekort van ruim twee ton op de uitvoeringskosten van de zorgtaken. Hierin zitten onder meer de loonkosten van de ambtenaren. Omdat de kosten voor de zorg zelf zijn meegevallen, resteert toch een meevaller van een miljoen euro. Volgens Someren wordt de meevaller op met name het gebied van de Wmo mede veroorzaakt door een aantal gunstige aanbestedingen binnen Peel 6.1, het samenwerkingsverband dat eind dit jaar afloopt. Wat ook meespeelt, is dat minder mensen in aanmerking komen voor huishoudelijke ondersteuning en dat daar bovendien een hogere eigen bijdrage voor betaald moet worden. Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of 06 53627185

woensdag 6 april 2016

Communicatie De gemeenten langs de N279 hebben het maar moeilijk met de keuze van het tracé. In Zijtaart maakt de bevolking bezwaar tegen de voorgestelde omleiding. In Gemert pleit wethouder Hoppezak voor een N279 met 2x2 rijbanen; in Helmond zijn de partijen verdeeld over het tracé bij Dierdonk. Ook het Helmondse college lijkt niet met een mond te spreken. In Laarbeek blijft het stil met uitzondering van in Mariahout.Laarbeek heeft – terecht of ten onrechte, dat móet nog blijken- gekozen voor afzijdigheid. Dit met het oog op de problematiek rond de Beekse brug. Laarbeek weet ook wel dat het in regionaal verband geen oplossing wordt gevonden, Laarbeek voor grote financiële lasten komt te staan. En het Laarbeekse college weet ook dat het zuinige Laarbeek dat niet kan opbrengen. Zorg om het Dorp vreest een forse toename van doorgaand verkeer. De voorgenomen afbuiging van de N279 bij Zijtaart naar de A50 vormt een bedreiging voor Mariahout. Zorg om het Dorp denkt dat de nieuwe aansluiting op de A50 bij Zijtaart verkeer 'uitnodigt' om een stuk af te snijden door voor de route door Mariahout te kiezen. De omleiding om Zijtaart levert Mariahout behoorlijk extra autoverkeer op, zeker als ten zuiden van Veghel niets met de N279 gebeurt. Of het allemaal zo’n vaart gaat lopen, is nog lang niet duidelijk.Wel is het zaak om de vinger aan de pols te houden.Er zou gestart moeten worden met een intensieve monitoring van de verkeerstoename op de Mariastraat. Zowel in de richting St.Oedenrode als Zijtaart.Als er een aanzienlijke toename is, wordt het tijd om oplossingen te bedenken. Een omleiding om Mariahout, links óf rechts om, zou wel eens op termijn noodzakelijk kunnen worden. Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of 06 53627185

dinsdag 5 april 2016



Pensioenen


“ Rond mijn dertigste kreeg ik van mijn vader een boek van de Consumenten­bond over pensioen. Hij, opgegroeid in een tijd dat deaow en het pensioenstelsel eindelijk de grote onzekerheid van de oude dag hadden opgelost, vond dat ik me als moderne losvaste werknemer maar eens moest verdiepen in mijn toekomstige pensioen. Ik heb het boek in de kast gezet en toen ik me er eindelijk eens toe wilde zetten, was het verouderd. Mijn vader vulde tijdens zijn werkzame leven verschillende ‘pensioengaten’ en stierf negen maanden nadat z’n pensioen was ingegaan. Spijt van de extra betalingen had hij niet. ‘Als er mensen zijn die 95 worden, moeten er ook mensen zijn die betalen en maar 65 worden.’
Het liefst had ik me mijn leven lang niet in pensioen willen verdiepen en dat geldt voor de meeste mensen, blijkt uit onderzoek. Maar nu er van alle kanten geluiden klinken om het pensioenstelsel flink op de schop te nemen, vind ik het tijd om m’n tanden erin te zetten. ”

Zo begint Mirjam de Rijk in de Groene Amsterdammer van 17 maart j.l. haar artikel over het Nederlandse pensioenstelsel.  Het is een zeer lezenswaardig artikel geworden. Voor wie belangstelling heeft, hier is het adres: https://www.groene.nl/artikel/zorgen-voor-morgen--2

Zij is niet de enige die zich druk maakt over ons pensioenstelsel. De voorzitter van KBO Brabant, Frans Slangen, trekt ook flink aan de bel. Op de vragen die hij aan de pensioenbazen heeft gesteld, heeft hij slechts teleurstellende antwoorden ontvangen. Zij willen klaarblijkelijk niet het achterste van hun tong laten zien. Ook zich is dat vreemd. Slangen blijft niet bij de pakken neer zitten en gaat onverdroten verder. Dat hoort ook zo.

In de discussie over de herziening van het pensioensysteem komen steeds als punten naar voren dat er te weinig geld in de pot zit en ouderen zichzelf te veel pensioen toe eigenen ten koste van de jongeren. Kreten als “ het pensioen word onbetaalbaar” en “ de pensioenpot raakt leeg ” doen opgeld. Mirjam de Rijk toont in haar artikel overtuigend aan dat dit allemaal niet het geval is. Er zit 1345 miljard in de pot.De reserve is nog nooit zo groot geweest. Vooral door de wettelijk voorgeschreven rekenrente komen de pensioenfondsen in de moeilijkheden. Dus daaraan zal op de allereerste plaats iets gedaan moeten worden.

Het huidige debat gaat echter niet over deze thema’s. De SER buigt zich op verzoek van het kabinet over de keuzevrijheid binnen de pensioenregelingen, over de doorsneepremie en de aard van het pensioencontract. “ Het tijd voor een nationale pensioendialoog 4.0 ”, zo concludeert Mirjam de Rijk. Helemaal terecht!


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185

maandag 4 april 2016



Duurzaamheid in Laarbeek




Vorige week publiceerde de MooiLaarbeekkrant het tweede artikel in het kader van verduurzaming in Laarbeek. Het stuk kende dezelfde opmaak als bij het eerste artikel en straalde ambitie uit. Hierin kwamen de beide programmabegeleiders, Rianne Schwillens en Joan van Wetten,aan het woord.

 Dit keer kwam de projectwethouder aan het woord. Wethouder Briels noemde delen duurzaam en is op zoek naar goede voorbeelden. Het is een grillig proces waar Laarbeek aan begint. De gemeente kan het niet alleen en heeft voor het welslagen de inzet van burgers nodig.

Het proces komt naar moeizaam op gang. Achter de schermen wordt ongetwijfeld hard gewerkt, maar zichtbare resultaten zijn er nog niet. Het wachten is ook het concept van de regels waaraan de besluitvorming getoetst gaat worden. Gelukkig zijn ook de eerste veel belovende vorderingen te melden.

In het artikel wordt aangekondigd dat de gemeente een klankbordgroep gaat samenstellen. Deze groep moet gevraagd en ongevraagd adviezen geven met betrekking tot duurzaamheid en het te doorlopen proces. Inwoners van Laarbeek met belangstelling voor duurzaamheid in de volle breedte van het onderwerp worden opgeroepen zich aan te melden. De gemeente zoekt vier leden voor deze klankbordgroep.

Ik hoop dat een groot aantal burgers van Laarbeek met idealisme gepaard aan kennis zich gaan aanmelden.


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185


zondag 3 april 2016



Bereikbaarheid


Deze week publiceerde het ED een kaartje met verkeersknelpunten in de regio, waarvoor een oplossing gevonden moet worden. Een studiegroep van de Metropool Regio Eindhoven heeft dit overzicht opgesteld. Beter gezegd zij heeft  onder voorzitterschap van Roël Hoppezak van de wirwar aan ideeën en opmerkingen een handzaam overzicht gemaakt. Nu is het aan de politiek om keuzes te maken en de gelden die oorspronkelijk voor de Ruit waren bedoeld aan de projecten te verbinden. Dat zal ongetwijfeld nog heel wat heisa geven.

In het rijtje van de knelpunten staat ook de brug over de Zuid-Willemsvaart in Beek en Donk. Vanzelfsprekend zou ik haast zeggen. Maar zo heel vanzelfsprekend is dit niet. Na de afwijzing van de Ruit is het begrip bereikbaarheid van de regio breder getrokken. De politiek is vooral naar de hoofdwegenstructuur gaan kijken en heeft zich vooral gefocust op verbetering van de doorstroming. De knelpunten op de regionale wegen dreigen hiermee op de achtergrond te geraken. Dit laatste is zeker voor Laarbeek een risico. Laarbeek zal zelf in de buidel moeten tasten als het dit probleem met de brug in Beek en Donk opgelost wil zien. De kosten zijn niet te verwaarlozen. Maar ja, dat had men eerder moeten bedenken.


Laarbeek heeft ervoor gekozen om zich wat afzijdig te houden in de discussie over de Beek en Donkse brug. Of dat wel zo verstandig was, is de vraag. Als anderen om het hardst roepen dat de situatie om een oplossing schreeuwt, zoals in het Gemertse gebeurt, en je bent als gemeente afwezig in de discussie in de gremia die er echt toe doen, ben je, dunkt mij, niet verstandig bezig.

Vooral niet als je op voorhand weet dat de investeringen rond de Beekse burg klauwen met geld gaan kosten. Maar wat wil je als emoties het winnen van het verstand!


Voor reactie wphvanosch@onsbrabantnet.nl of bel 0653627185